PVV geeft kamerleden
mening over
overheidskwaliteitszorg
vleessektor
Nederlandse zuivel in 1981
Internationale bijeenkomst over
levensmiddelentoevoegingen
Landbouwschap vreest voor
voortbestaan kalvermesterij
Invoer fokmate-
riaal uit VS moet
mogelijk blijven
IN HET
K.N.L.C.
INTUSSEN
Zware metalen
Binnenlandse konsumptie
Zuivelexport
V arkensoverschot
Oostenrijk
Minister De Koning:
VERLOOP VAN DE TEMPERATUURSOM IN 1 982
De voorgenomen bespreking in de Tweede Kamer van de organisatie en
uitvoering van de overheidskwaliteitszorg in de vleessektor is voor de
voorzitter van het produktschap voor vee en vlees (pvv) aanleiding de
kamerleden per brief de zienswijze over te brengen van het bedrijfsleven
in de vleessektor. Blijkens de pw-brief aan de kamerleden betaalde het
bedrijfsleven in '81 naar schatting rond 90% van de totale vleeskeu
ringskosten in ons land.
Dat steekt schril af tegen de situatie in andere landen. In Denemarken,
een andere belangrijke vee- en vleesproducent in de EG neemt de
overheid 50% van de vleeskeuringskosten voor haar rekening, aldus het
pw. Ook de tarieven in Frankrijk, Italië, België en de Bondsrepubliek
liggen aanmerkelijk lager voor het bedrijfsleven dan bij ons, aldus het
pw.
In het Kongresgebouw in Den Haag vindt van 16 t/m 22 maart 1982 de
15e bijeenkomst plaats van het Komité voor de levensmiddelentoevoe
gingen van de Codex Alimentarius Kommissie. Deze Kommissie van de
Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en de Wereldgezondheidsor
ganisatie (WHO) van de Verenigde Naties is in wereldverband belast
met het opstellen van normen voor levensmiddelen o.a. met betrekking
tot samenstelling, toevoegingen en etikettering. De vergadering wordt
voorgezeten door drs. A. Feberwee, adjunkt-direkteur Voedings- en
Kwaliteitsaangelegenheden van het ministerie van landbouw en visserij
te Den Haag.
Aan de bijeenkomst nemen meer
dan 60 landen en internationale or
ganisaties deel. Tijdens de bijeen
komst worden aanbevelingen opges
teld over toepassingen van toevoe
gingen - zoals kleurstoffen, geur- en
smaakstoffen, konserveermiddelen
en emulgatoren - aan levensmidde
len. Hierbij staat voorop, dat de ge
zondheid van de konsument geep
gevaar mag lopen; daarnaast rifag
met behulp van deze toevoegingen
geen kwaliteit worden gesuggereerd
die niet wordt waargemaakt (b.v. het
vruchtgehalte van een produkt "met
vruchten" hoger doen lijken d.m.v.
kleur- en smaakstoffen).
Behalve toevoegingen aan levens
middelen in de strikte zin van het
woord staat nog een aantal andere
punten op de agenda. Daarbij vallen
met name te noemen de bestraling
van voedsel- bij wijze van konserve-
ring - en de besmetting van voe
dingsmiddelen via het milieu.
Bij voedselbestraling zullen stra
lingslimieten worden gesteld die de
veiligheid voor de gezondheid van de
konsument waarborgen.
De besmetting van land- en tuin-
bouwprodukten en vis via het milieu
met voor de mens in principe schade
lijke stoffen vormt - wereldwijd ge
zien - een groeiend probleem. FAO en
VHO besteden daaraan toenemende
aandacht - ondermeer in het kader
van Codex Alimentarius. Het betreft
hier o.a. de zogeheten zware metalen,
waaronder lood en cadmium. Hierbij
is het niet alleen van belang om nor
men te stellen aan de gehalten in het
eindprodukt, maar en vooral om de
bronnen van de verontreiniging op te
sporen en de verspreiding van deze
stoffen te reduceren.
Het Landbouwschap is bang dat de kalvermesterij uit Nederland zal
verdwijnen als ons land aan de huisvesting van de dieren zwaardere
eisen gaat stellen dan andere EG-landen. Om het verlies van deze voor
de nationale ekonomie belangrijke sektor (opbrengstwaarde 1,3
miljard) en de werkgelegenheid van duizenden mensen te voorkomen
moet er een voor iedereen geldende kommunautaire regeling komen.
Het Landbouwschap heeft minister De Koning gevraagd alles in het
werk te stellen om deze zaak in Europees verband te regelen.
Het produktschapsbestuur is al jaren
van mening dat de hieruit voort
vloeiende ongunstige konkurrentie
positie scherpe bijstelling vereist.
Weliswaar zijn onlangs de vleeskeu
ringstarieven voor varkens verlaagd,
schrijft het pvv aan de kamerleden,
maar daarmee is de negatieve in
vloed op onze konkurrentiepositie
niet opgeheven.
Bedrijfsleven deelt visie
ministers
Het bedrijfsleven in de vee- en
vleessektor, zo schrijft Meijer de ka
merleden, deelt de visie van de twee
meest betrokken bewindslieden bij
de zaak om te komen tot één rijks
vleeskeuringsdienst. Het pvv wijst er
op, dat daartoe wel een goede koör-
dinatie noodzakelijk is tussen deze
beide ministeries, die van landbouw
en visserij en volksgezondheid en
milieuhygiëne. In verband met de
gezondheidszorg voor de dieren
heeft de veehouderij ook belang bij
een terugkoppeling van gegevens
van de vleeskeuring naar de boerde
rij. Het pvv is dan ook verheugd met
het beleidsvoornemen van de be
windslieden zo'n terugkoppeling tot
stand te brengen.
Moeite heeft het pvv-bestuur met het
voornemen om de vleeskeurings
dienst daartoe een kontroletaak op
De totale melkproduktie steeg van
11.785.000 ton tot 12.148.000 ton,
waarbij de afleveringen stegen van
11.444.000 ton tot 11.817.000 ton.
Voor de bereiding van boerenkaas
werd 76.000 ton melk bestemd een
gelijk kwantum als in 1980.
De kaasproduktie steeg van 434.800
ton tot 456.200 ton, de boterproduk-
tie nam toe van 179.200 ton tot
182.900 ton. De produktie van kon-
dens nam toe van 1.239.000 ton tot
1.307.000 ton, terwijl aan niet-mager
melkpoeder 199.200 ton werd ge
produceerd vergeleken met 172.100
ton in 1980.
Het hoofdelijk verbruik van kon-
sumptiemelk en konsumptiemelk-
produkten daalde met 1 kg tot 131,1
kg-
Het verbruik van boter liep terug van
3,6 kg tot 3,5 kg. Daarentegen steeg
het verbruik van kaas van 12,2 kg tot
12,6 kg, terwijl het verbruik van ge-
kondenseerde melk daalde van 9,8
kg tot 9,7 kg, als gevolg van een te
ruggang in het verbruik van koffie
melk van 8,7 tot 8,6 kg.
Bij het verbruik van gekondenseerde
melk is op te merken dat in 1981 on
geveer 4000 ton uit Duitsland werd
ingevoerd.
De waarde van de zuivelexport steeg
Ir. G. A. Meijer
de veehouderijbedrijven te geven. Het
ligt meer in de rede, aldus het pw, van
de bestaande struktuur van de Stich
ting Gezondheidszorg voor Dieren
gebruik te maken. Deze organisatie
verricht al belangrijke taken op het
terrein van de gezondheidszorg op de
bedrijven en men beschikt over de
vereiste kennis van zaken en labora
toria. Behalve dat bij zo'n opstelling
goede resultaten worden bereikt,
wordt daarmee ook de doelmatigheid
van de organisatie bevorderd, aldus
de brief van het pvv aan de kamerle
den die op 23 maart over deze zaak
praten. Het pw hoopt, dat thans op
zo kort mogelijke termijn een op ef
ficiency gericht wettelijk kader tot
stand komt. De vee- en vleessektor,
die een sterke groei heeft doorge
maakt en daarbij een belangrijke bij
drage voor onze export levert, heeft
daar naar de mening van pw-voorzit-
ter Meijer recht op.
van 4.777 miljoen in 1980 tot
6.484 miljoen in 1980.
Het leeuwedeel van de export werd
opgebracht door de kaas, waarvan de
uitvoerwaarde steeg van 1.434 tot
1.748 miljoen terwijl de uitgevoer
de hoeveelheid steeg van 248.000 ton
tot 278.000 ton.
De uitvoer van boter en boterolie
had een waarde van 1.770 miljoen
vergeleken met 1.159 miljoen in
1980. De uitvoerde hoeveelheid steeg
van 233.000 ton tot 250.000 ton. De
waarde van de uitvoer van kondens
steeg van 842 tot 1098 miljoen.
vdW.
Een wat teleurstellende afzet aan
varkensvlees in Oostenrijk heeft er
toe geleid dat in de loop van februari
wekelijks 4000 varkens meer aange
boden werden, dan konden worden
afgezet. De verleende exportsubsidie
was niet toereikend om de markt
voldoende te ontlasten, zodat per
medio februari reeds een 20.000 var
kens moesten worden opgeslagen in
de vrieshuizen. Er wordt door de
mesters gestreefd naar een verhoging
van de exporttoeslagen.
"Er dient gestreefd te.worden naar
een goed evenwicht tussen de be
scherming van de veestapel en de be
langen van handel en fokkerij. De
bescherming van de veestapel hoeft er
m.i. echter niet toe te leiden dat de
invoer van fokrunderen en runder
sperma uit de Verenigde Staten on
mogelijk wordt gemaakt".
Dit o.m. antwoordt minister drs. J. de
Koning (landbouw en visserij) op
vragen van de Tweede Kamerleden
Ter Veer en Braks.
De bewindsman acht de invoer van
hoogwaardig genetisch fokmateriaal
uit de Verenigde Staten voorlopig
nog noodzakelijk voor de Neder
landse veehouderij. De bestaande
situatie lijkt echter, gezien de onder
handelingen in Brussel, moeilijk te
handhaven. Via een EEG-richtlijn
bestaat evenwel de mogelijkheid dat
in een met catarrale schapenkoorts
(blue tongue) besmet land, gebieden
worden aangewezen die vrij zijn van
deze ziekte en van waaruit de invoer
van o.m. fokrunderen kan worden
toegestaan (regionalisatie). Met na
druk zal van Nederlandse zijde ge
tracht worden de vastgelopen dia
loog hierover tussen de Europese
Commissie en de regering van de
Verenigde Staten weer op gang te
krijgen.
Minister De Koning, die regionalisa
tie als enige oplossing beschouwt,
verklaart verder dat voor de invoer
van rundersperma, indien de eerder
genoemde richtlijn wordt vastgelegd,
dezelfde mogelijkheid wordt opgeno
men.
vond de veehouderijkommissie,
dat het te lage Brusselse melkprijs-
voorstel voor Nederland beter moet
worden door onze grensverrekening
(mcb) minder fors te verlagen; en
door de melkheffing flink te ver
minderen, zodat ook de bestemming
beter te regelen is; geen verdere ver
schillen in die melkheffing en ook
geen garantiedrempel (produktie-
hoeveelheid waarboven de veehou
ders moeten betalen)...
vroeg die kommissie zich met zorg
af of alle betrokkenen wel het grote
belang voor de veehouderij beseffen
van een doelmatige automatisering
van de gegevens voor de rundvee
verbetering (centrale verwerking met
regionale steunpunten)...
meende de veehouderijkommissie
dat, nu de runderslachting en -we
ging duidelijk en uniform geregeld is
(met een kleine melkheffing voor de
uitvoering) men goed op de werking
ervan en op een vollediger en voor
deliger slachtveeverzekering bedacht
te zijn; dat een veehouder nu voor
taan nog een slachtdier in de roes
meent te moeten verkopen is zijn
zaak...
kwamen de kommissies veehou
derij en veredelingslandbouw nog
eens weer over de vrijbank te spre
ken; moet die persé verdwijnen?, en
is er voldoende waarborg voor een
goede prijs bij verwerking van dat
vlees?; te vlotte afkeuring bij nood-
slachting (als niet levend kan worden
gekeurd) is ook uit den boze...
was de kommissie veredelings
landbouw van mening, dat er nu he
lemaal geen reden meer is een land-
bouwvestigingsregeling uit te voeren,
in elk geval niet in de varkens- en
pluimveehouderij en de vleeskalver-
houderij; er worden die sektoren al
genoeg belemmeringen opgelegd.
Als gevolg mestkalverenbesluit
Half februari hechtte de minister
raad zijn goedkeuring aan een ont-
werp-mestkalverenbesluit, waarin
konkrete eisen worden gesteld aan
de hoeveelheid licht in de stal en de
maten van de kalverboxen waarin de
dieren gehuisvest zijn. Boxen die
smaller zijn dan 60 centimeter moe
ten al binnen een jaar na publikatie
van het mestkalverenbesluit worden
verbreed. Zo'n verbreding leidt tot
inkrimping van de bedrijfsomvang
en tot een lager inkomen voor de
boer. Het bouwen van nieuwe stal
len, waarmee de inkrimping zou
kunnen worden gekompenseerd, be
hoort volgens het Landbouwschap
nauwelijks tot de mogelijkheden ge
zien de beperkingen in het kader van
de Hinderwet.
Het Landbouwschap heeft de minis
ter laten weten niet gelukkig te zijn
met het mestkalverenbesluit. Het
schap heeft de bewindsman gevraagd
om overleg over de mogelijkheid van
een behoorlijke financiële tegemoet
koming om de kalvermesters in staat
te stellen aan hun verplichtingen te
voldoen.
Weerstation
Datum
3/2*
10/2
16/2
24/2
4/3
10/3
Leeuwarden
87
127
155
164
193
215
Eelde
65
III
142
147
188
197
Den Helder
84
120
151
157
180
198
Twente
75
117
147
154
183
200
Schiphol
99
142
170
179
212
233
Soesterbera
103
148
180
190
226
247
De Bilt
94
136
166
175
208
228
Deden
90
129
161
167
198
215
Rotterdam
110
160
192
201
237
256
Zierik/.ee
106
151
182
192
229
251
Volkel
100
133
168
180
216
240
Gil/.e Rijen
100
144
178
185
">*n
241
Vlissingen
105
150
180
194
228
255
Eindhoven
101
146
179
192
229
250
Zuid-Limburg
108
158
195
206
244
268
Temperaluursom van I januari tot 3 februari
Globale schatting van de datum waarop een bepaalde waarde van de tem
peratuur wordt bereikt
Weerstation
Schatting
uitgaande
van de
temperaluursom op
3/2
10/2
16/2
16/2
24/2
24/2
4/3
10/3
1 SOM
180 gr.
180 gr.
280 gr
180 gr.
280 gr.
280 or
280 gr
Leeuwarden
9/3
22/2
25/2
27/3
2 /3
23/3
22 /3
23/3
Eelde
14/3
25/2
2/3
30/3
6/3
25/3
23/3
24/3
Den Helder
10/3
25/2
27/2
29/3
3/3
24/3
24/3
24/3
Twente
12 /3
24/2
28/2
28/3
4/3
24/3
24/3
24/3
Schiphol
6/3
18/2
19/2
25/3
24/2
20/3
19/3
19/3
Soesterbera
5/3
17/2
16/2
24/3
16/2
18/3
17/3
16/3
De Bilt
7/3
19/2
26/3021 25/2
21 /3
20/3
19/3
Deelen
8/3
21 /2
23/2
26/3
1 /3
22 /3
21 /3
22 /3
Rotterdam
3/3
14/2
13/2
21 /3
13/2
16/3
14/3
14/3
Zierikzee
4/3
16/2
15/2
24/3
15/2
18/3
16/3
16/3
Volkel
6/3
19/2
20/2
25/3
23/2
20/3
18/3
17/3
Gilze Rijen
6/3
17/2
17/2
24/3
17/2
19/3
17/3
17/3
Vlissingen
5/3
16/2
15/2
23/3
15/2
18/3
16/3
15/3
Eindhoven
6/3
16/2
16/2
24/3
16/2
18/3
16/3
16/3
Zuid-Limburg 4/3
14/2
13/2
12 /3
13/2
15/3
13/3
12/3
Per ultimo 1981 waren in Nederland 120 koöperatieve zuivelbedrijven
werkzaam en 24 niet-koöperatieve bedrijven. Vergeleken met vorig jaar
is dat respektievelijk 10 minder en 1 meer, aldus gegevens van het
Produktschap voor Zuivel. Het gemiddeld aantal koeien steeg met 40
tot 2380, de gemiddelde melkproduktie per koe steeg van 5035 kg tot
5105 kg, waarbij het gemiddelde vetgehalte toenam van 4,00% tot
4,06%.
25