Aktieve boer leidt spuitklub
T--Ï
Spuitklub 25 jaar aktief
P.J. Doornbos Oosterwijtwerd
Vee weg
Stagiaires
Leidingstraat
V
Buitenlandse kontakten
Spuiten belangrijk
Goed bekijken
Graanvoorraden Ver.
Staten
In het Groninger Oosterwijtwerd, onder de rook van Appingedam boert
de familie P.J. Doornbos. Al bijna 500 jaar is het bedrijf in dezelfde
familie gebleven, sinds het in 1490 vrij werd gekocht van het klooster
vlak in de buurt.
Op deze oude plaats woont een moderne boer die graag werkt met de
jonge stagiaires op zijn bedrijf, die veel buitenlandse kontakten heeft,
maar ook al 25 jaar voorzitter is van de spuitklub in Groningen. Een
vereniging van ruim 500 boeren, die met elkaar de ontwikkelingen bij de
chemische middelen nauwlettend volgen.
De heer Doornbos exploiteert een
echt graanbedrijf. Ongeveer de helft
van de 60 ha is wintertarwe. Een
kwart is suikerbieten en koolzaad.
Die twee bijten elkaar niet, omdat ze
niet op dezelfde percelen worden
verbouwd. De bieten op de percelen
dichtbij met een goede ontsluiting,
de koolzaad op de meer afgelegen
percelen. Bovendien vindt Doornbos
dat de opslag van koolzaad in bieten
met de moderne chemische midde
len vrij goed kan worden bestreden.
Het overblijvende kwart van de op
pervlakte wordt ingenomen door
wintergerst, karwij en graszaad. Tar
we en gerst samen hebben 65% van
het bouwplan.
Het vee is vrijwel van het bedrijf
verdwenen. In 1965 nam Doornbos
nog een moderne Hollandse stal in
gebruik, waar veel exkursies op af
kwamen. Dat werd echter binnen de
kortste keren achterhaald en nu is
het melkvee weg. Er is nog wel een
kudde fokschapen op het bedrijf.
Deze koppel was als één van de eer-
sten aantoonbaar vrij van zwoeger
ziekte en dat leverde een leuke ex
port naar Engeland op. Doornbos
houdt voor het overige de fokkerij
van de schapen aan om niet hele
maal een veeloos bedrijf te hebben.
Doornbos heeft een éénmans bedrijf,
dat in drukke perioden wordt ver
sterkt door hulp van zijn vrouw en
verschillende stagiaires. Ieder jaar
komen er vaak wel een stuk of drie
leerlingen van landbouwscholen sta
ge lopen. Doordat de stageperiodes
niet allemaal gelijk lopen is er in de
drukke perioden altijd wel één man
of vrouw extra. Op het bedrijf heb
ben ook veel buitenlanders stage ge
lopen.
gin die bij Doorbos op het bedrijf
vlas moest ruiteren.
De familie Doornbos zocht de oude
gasten later ook vaak nog eens op.
Dat bracht hen meerdere malen in
Zwitserland, maar ook in Ierland
waar de vroegere stagiaire sekreta-
resse was op een zuivelfabriek. De
buitenlandse gasten uit Nederland
werden vorstelijk ontvangen. Een
andere reis bracht hen in de buurt
van Huil, waar de vroegere stagiaire
inmiddels getrouwd bleek te zijn met
een grootgrondbezitter, die boven
dien pachtte van het Engelse Ko
ningshuis. Die Engelsman inspek-
teerde zijn landerijen per vliegtuig.
De familie Doornbos had veel meis
jes als stagiaire, maar dat gaf geen
problemen.
De heer Doornbos: "Wij hebben vrij
grote percelen. Bij het cultiveren bij
voorbeeld help ik ze natuurlijk wel
op dreef. Ze beginnen dan midden
op het perceel en hebben al wat er
varing als ze dichter bij de sloten ko
men".
Mevrouw Doornbos bewaart erg
plezierige herinneringen aan de bui
tenlandse stagiaires. Zij zegt: "Het is
natuurlijk wel wat zwaarder want ze
zijn er altijd en vragen dus ook altijd
aandacht. Ook alle weekeinden.
Voor onze kinderen is het echter ook
een positieve ervaring geweest om
zoveel buitenlanders te ontmoeten.
Nu ze wat ouder worden zoeken on
ze kinderen ook nog wel eens oude
kennissen in het buitenland op".
Over het land voor de ramen van de
boerderij loopt een hoogspannings
leiding. Naast deze leiding die hoog
door de lucht zweeft ligt diep in de
grond een leidingstraat met gasbui
zen en een vuilwaterpersleiding.
In de buurt loopt ook nog een on
dergrondse kabel van het elektrici-
P J. Doornbos in aktie als voorzitter van de spuitklub.
Spuiten steeds belangrijker maar houdt rekening met spuitsporen.
De stagiaires zijn in de drukke tijd
welkome medewerkers. Maar de
heer en mevrouw Doornbos vinden
dat niet het belangrijkste. Zij kunnen
erg enthousiast vertellen over de
plezierige persoonlijke ervaringen
met de blanke, zwarte of bruine jon
geren uit het buitenland. Zij hebben
er ook nog veel kontakten van over
gehouden.
Al pratende borrelen er verhalen op
over de Tsjech, die alleen maar
Tsjechisch en Russisch sprak, en de
Italiaan die zelf in de keuken voor
deed hoe eieren moesten worden ge
bakken, maar die ook sneller bieten
kon hakken dan Doornbos zelf. Ook
drie Zwitserse meisjes passeren de
revue en een Engelse groentekonin
teitsbedrijf. Doornbos heeft daarom
veel ervaring met de openbare nuts
bedrijven en die was niet altijd gun
stig. Verstoorde drainage, die onvol
doende was hersteld is een duidelijk
voorbeeld. Soms was het gat gewoon
dicht gegooid en zat er niet eens een
buis in.
Een ander geval betrof een buis die
minstens 1.80 onder het maaiveld
zou liggen, zodat later gedraineerd
kon worden op 1.50. De draineer-
machine kwam en stuitte wel op de
buis,, die dus ondieper was gelegd
dan ae afspraak was.
In dat soort situaties haar op de tan
den hebben en er geen minuut bij
weglopen, dat is het advies van de
heer Doornbos aan zijn kollega's die
nog met dit soort zaken te maken
krijgen. En natuurlijk altijd deskun
digen van de georganiseerde land
bouw inschakelen.
Doornbos vindt het werk van de
spuitklub erg belangrijk. In de eerste
plaats zijn er juist bij de chemische
bestrijding steeds weer nieuwe me
thoden en middelen die elkaar erg
snel opvolgen. De klub vervult een
belangrijke funktie om de nieuwe ge
gevens zo gauw mogelijk bij de boer
te krijgen. Bovendien zijn de chemi
sche middelen de laatste jaren zeer
belangrijk geworden.
De heer Doornbos zegt: "Kijk maar
eens naar de bietenteelt. Die is zon
der chemische middelen niet goed
De spuitklub in de provincie
Groningen, waarvan de heer P.J.
Doornbos de voorzitter is, blijkt
al 25 jaar een aktieve klub te zijn.
Elke winter wordt er een spuitdag
gehouden. De Wageningse'des
kundigen vertellen dan aan de
Groninger akkerbouwers het
nieuwste nieuws over de bestrij
ding van onkruid, plantenziekten
en plagen. Tussen de middag is er
stamppot boerenkool met worst.
Wat meer naar het voorjaar
wordt op een middag de algeme
ne vergadering gehouden. De
deskundigen van het Groninger
Konsulentschap geven dan de
laatste technische en taktische
tips voor het seizoen begint.
De spuitklub gaat twee maal per
jaar op reis. De grote reis gaat 3-4
dagen naar het buitenland. De
kleine reis blijft in Nederland en
duurt één dag. Het hoofddoel van
de reis is steeds een fabrikant van
sproeimiddelen, of een fabrikant
van sproeimachines.
Bovendien is men op zo'n reis
meer mogelijk. Het handwerk is veel
te duur geworden. Een ander goed
voorbeeld ligt bij de tarweteelt. De
wintertarwe moet er vroeg in. Dat
lijkt wel een nieuwe wijsheid te zijn,
maar dat is het niet. Vroeger wist men
dat ook wel, maar door het gevaar van
de duist was vroeg zaaien niet ve
rantwoord. De nieuwe chemische
middelen pakken de duist echter goed
aan en dus kunnen wij vroeg tarwe
zaaien. De hogere opbrengsten van de
laatste jaren zijn ook voor een deel
daardoor veroorzaakt.
En kijk ook eens naar de wilde haver.
Wat hebben we daar niet een last mee
gehad. Het was een voortdurende
dreiging. Tegenwoordig kun je hem
chemisch eenvoudig de baas".
ook wel wat als toerist aktief.
Daarom gaan de dames meestal
ook mee.
leder jaar organiseert de Spuit
klub ook kontroledagen voor de
spuitmachines. Dö leden kunnen
dan hun machine laten testen op
werkdruk en spuitbeeld. De er
varing leert dat deze kontrole erg
nuttig is.
Ook legt de spuitklub wel wat
proefvelden aan. Vaak worden de
middeleryn Duitsland wat eerder
toegelaten dan in Nederland. Op
de bedrijven van enkele bestuur
sleden van de spuitklub worden
dan proefjes aangelegd om ze al
vast een beetje uit te proberen.
De leden van de spuitklub ont
vangen ook regelmatig het blad
"Spuitvaria" waarin de nieuwste
nieuwtjes op het terrein van de
chemische middelen worden
doorgegeven.
Uit al deze aktiviteiten blijkt, dat
de spuitklub een nuttige schakel
is tussen deskundigen en de boe
ren.
De heer Doornbos is het enige bes
tuurslid dat de volle 25 jaar aktief is
geweest in de spuitklub. Toch wijst
hij lofuitingen van de hand en roept
herinneringen op aan wijlen de heer
W. Tuin, die als specialist bij het
Konsulentschap steeds op de achter
grond de grote motor achter de
spuitklub is geweest.
De heer Doornbos: "Ook in de ver
gaderingen wou Tuin meestal niet
achter de tafel zitten. Tijdens de ver
gaderingen hadden wij echter voort
durend kontakt. Door elkaar aan te
kijken begrepen wij elkaar en zo be
paalde hij mee mijn antwoord op een
of andere moeilijke vraag.
Nee, Tuin was de grote gangmaker
van onze spuitklub".
Overigens kan Doornbos er zelf ook
wat van. Naast de spuitklub zit hij in
besturen van het waterschap, de
kleuterschool, het Plaatselijk Belang,
de NOVO-verzekeringsmaatschap-
pij, de plaatselijke Onderlinge in
Loppersum, de spaarbank voor Ap
pingedam en ook is hij konsul voor
de ANWB. Kortom een Groninger
akkerbouwer met een brede belang
stelling, die de Groninger spuitklub
door 25 jaar aktieve jaren heeft ges
tuurd.
Natuurlijk moeten we zo weinig
mogelijk spuiten zegt de heer
Doornbos. Hij vervolgt: "De boer
kijkt natuurlijk altijd of er wel of
niet gespoten moet worden. Vaak
hoeft het niet. De beperking in het
spuiten wordt ook al veroorzaakt
doordat de middelen meestal vrij
duur zijn. Tegen die achtergrond
ben ik ook wat huiverig voor kre
ten als "op naar de 10 ton tarwe".
Dat streven is prima, maar niet
ten koste van alles. Het rende
ment is het belangrijkste en niet
de hoogste kg opbrengst per ha.
Als we êen hogere opbrengst ha
len, die door de kosten wordt op
geslokt zijn we op de verkeerde
weg.
Het is daarom ook volkomen juist
dat tegenwoordig in de voorlich
ting niet alleen wordt gepraat over
de techniek van de chemische
maatregelen, maar ook steeds de
kosten tegen de kans op een ho
gere opbrengst worden afgewo
gen.
Daarbij is ook een systeem als
Epipré, waarbij zelfs de computer
wordt ingeschakeld om de kans op
schade te berekenen zeer nuttig.
Aardappelareaal in de
Gemeenschap sterk
ingekrompen
In de periode 1975 tot 1980 is de
met aardappelen beteelde opper
vlakte in de Gemeenschap met
123% gedaald van 1.355.000 ha
tot 1.188.000 ha. De sterkste da
ling deed zich voor in Duitsland
namelijk van 414.000 ha tot
260.000 ha, een vermindering met
niet minder dan bijna 37,5%.
In Nederland was er in die periode
een uitbreiding met bijna 14% van
151.000 ha tot 172.000 ha. In
Frankrijk liep het areaal terug
met 6,6% tot 269.000 ha
(288.000); in Italië met 6,7% tot
167.000 ha (179.000), terwijl in
Engeland het areaal steeg tot
205.000 ha.
Per 1 januari van dit jaar bedroegen
de voorraden voergranen in de Ve
renigde Staten rond 205 miljoen ton,
wat 19% meer is dan een jaar daar
voor, aldus mededelingen van het
Amerikaanse ministerie van Land
bouw.
De maisvoorraden waren 18% groter,
die van sorghum 46% groter en die
van gerst 10% groter dan vorig jaar,
terwijl de voorraden haver 7% klei
ner waren.
De voorraden sojabonen waren 8%
groter. De tarwevoorraden waren
met 59,2 miljoen ton ongeveer 14%
groter.
21