Graszaadteelt onder druk
Nieuw jaar doet alle problemen
Bieten niet te
vroeg zaaien
In polders komt
het weer op gang
even vergeten
Wat in de toekomst kijken kan
voor niemand kwaad!
Graszaadteelt
Ruilverkaveling
Geduld
Oudere bedrijfshoofden
Op alle fronten
Geweldige steun
zich in een grote belangstelling ver
heugen. Veel praktiserende leden
waren aanwezig. De kringvoorzitter
heeft in zijn openingswoord t.a.v.
verschillende problemen waarmee
de Landbouw te kampen heeft, het
standpunt van de georganiseerde
landbouw nog eens duidelijk voor
het voetlicht gebracht. Hij bracht ó.a.
de gedachte naar voren of het wen
selijk is dat de georganiseerde land
bouw een deskundige aantrekt op
het gebied van de flora en de fauna.
De vraag rijst of sommige plantjes,
bloemetjes en vogeltjes wel zo
schaars en uniek zijn, zoals nogal
eens wordt beweerd. Van de spreker,
ir. D. Luteijn, kregen we een duide
lijke uiteenzetting over de diverse
problemen zoals die worden behan
deld in het Landbouwschap, en in
het K.N.L.C. Dit wat betreft de kon
takten die er zijn met de minister van
landbouw en de EEG in Brussel.
Dankzij de EEG en het landbouw
beleid, is er in W. Europa voldoende,
goed en goedkoop voedsel. Al met al
een zeer goede en leerzame vergade-
Na de vorstperiode waarin heel veel
kunstmest is gestrooid op THOLEN
EN ST. PHILIPSLAND is er weer
een periode ingetreden waarin er op
de bedrijven niet veel werk verricht is
kunnen worden.
Niet alleen is er veel kunstmest ge
strooid, ook is er nog al wat zomer-
tarwe gezaaid op percelen waarin het
afgelopen najaar niet meer mogelijk
was om tarwe te zaaien.
De opgelopen achterstand is thans
weer een heel eind ingehaald en de
droge vorstperiode heeft een gunsti
ge invloed gehad op de struktuur van
de grond.
In de wintertarwe zien we overal toch
nog al eens een natte plek waar de
tarwe het toch niet zal halen en als
het eens flink regent zoals vorige
week, dan ziet men onmiddellijk
weer piasvorming optreden op deze
struktuurplekken.
Overigens is er weinig tarwe overge-
zaaid of bijgezaaid. Over het alge
meen is de stand van de tarwe toch
wat dunner dan anders en daarom
ook kwam het goed uit dat we zo
omstreeks 22 februari konden be
ginnen met stikstof strooien.
Door deze tijdige gift kan men de
tarwe de benodigde extra stimulans
geven voor de uitstoeling.
De stikstofbemesting voor de gras
zaad percelen had reeds vroeger
plaats gevonden, alleen enkele later
gezaaide Engelse Raaipercelen zijn
nu gelijk meegenomen.
Helaas zijn de perspektieven voor de
graszaadteelt nog steeds niet zo heel
erg hoopgevend.
De graszaadstudiegroep konstateert
dat de opbrengsten van veldbeemd en
roodzwenk de laatste jaren in het
gunstigste geval op peil blijven, voor
Engels Raai zit daar nog een kleine
stijging in. Desalniettemin is de oogst
van 1981 vooral dankzij het grote
areaal in Nederland van een forse
omvang geweest. Daarom ook heeft
de markt in 1981 voor graszaden zich
erg flauw gedragen, doch thans is
daar een lichte opleving te konstate
ren, wellicht mede veroorzaakt door
het feit dat het areaal in Nederland
nog al is teruggelopen.
Het teruglopen van de zaadop
brengsten heeft te maken met het feit
dat bij de veredeling van grassen van
begin af aan de aandacht werd ge
vestigd op de zgn. vegetatieve, eigen
schappen zoals droge stofopbrengst,
zodedichtheid en ziekteresistentie,
en nauwelijks is gedacht aan het
ring, waarop het kringbestuur met
genoegen kan terugzien.
Bij de rondvraag werd nog geïnfor
meerd naar de stand van zaken wat
betreft de instelling van de voorbe
reidingskommissie voor de ruilverka
veling. De agrarische leden zijn be
kend, die zijn of zullen worden voor
gedragen aan het Kollege van Ged.
Staten. Er komt nu wat schot in deze
procedure en we zien met belangstel
ling de officiële benoeming van de
voltallige kommissie tegemoet. Het
wordt overigens wel steeds duide
lijker dat er tussen deze aktiviteit en
de werkelijke uitvoering van de ruil
verkaveling tien of méér jaren zullen
zitten. Ook Ir. Luteijn gewaagde in
zijn rede van de verwachting, dat ge
zien de financiële middelen van de
overheid, kultuurtechnische werken
vertraagd in uitvoering komen. De
vraag is alleen hoeveel kultuurtech
nische werken er in ons gebied nodig
zijn. Vermoedelijk is er administra
tief meer te regelen.
zaadopbrengend vermogen wat van
zelfsprekend juist voor de boer zo
belangrijk is.
Op zichzelf is dat wel begrijpelijk en
ook niet zo erg als men dan maar de
prijs van het ras daarbij aanpast. Dat
is naar onze mening onvoldoende
gebeurd en dan komt de graszaad
teelt onder druk te staan, zeker als
men dat vergelijkt met de stijgende
tarweopbrengst.
Via verbetering van de teelttechnie
ken is mogelijk nog wel iets te berei
ken, we zien dat van Tholen en St.
Philipsland waarvoor Engels Raai de
opbrengsten beter zijn dan landelijk
het geval is, maar of het voldoende zal
zijn om de konkurrentie met de tarwe
aan te kunnen zal de toekomst leren!
De 25 mm regen, welke de eerste da
gen van maart in WEST ZEEUWS-
VLAANDEREN is gevallen was zeer
welkom. Het zaaien werd daardoor
afgeremd, wat zeker voor de bieten
beter zal zijn. Een paar perceeltjes
werden reeds op 1 maart gezaaid en
wanneer er geen regen was gekomen
waren meerdere gevolgd. Wanneer
wij dit schrijven zijn wederom de
weersomstandigheden en het land wel
ideaal om te zaaien, maar ook de
tweede week van maart lijkt ons nog
te vroeg, omdat bij vroege zaai de
kieming onder minder ideale om
standigheden plaatsvindt en bij de
huidige teeltwijze de jonge biet al ge
noeg wordt geplaagd met allerlei in-
sekticiden en herbiciden. Eind maart
is dan ook de mooiste tijd, maar
doordat we zo afhankelijk zijn van het
weer is dit niet zo maar te regelen.
Gunstig was de regen ook voor de
wintertarwe. De planten konden zich
beter vastzetten en doordat de stik
stof opgelost is kan de groei begin
nen. In vergelijking met vorig jaar is
van een behoorlijke achterstand in
ontwikkeling sprake.
Alles bij elkaar is er naar schatting
zo'n 300 ha wintertarwe in onze
streek uitgereden of pleksgewijs
doorgezaaid met zomertarwe. Dat
lijkt veel, maar deze oppervlakte
vormt toch maar enkele procenten
van het totaal.
De bodemtemperaturen zijn nog
laag, getuige de trage opkomst van
de gezaaide zomertarwe. Je vraagt je
af hoe het dan zal aflopen met dc
reeds 3 weken geleden gezaaide
erwten en zaaiuien.
Vanmorgen scheen er een stralende
zon over de witgevroren akkers van de
WESTHOEK. Hoewel nog koud,
geeft het toch een voorjaarsgevoel.
De elzenkatjes hangen te wiegen in
de wind. Ze geven al weer wat meer
volume aan de windsingels rond de
boerderijen.
Bij buurman hebben de eerste lam
metjes het levenslicht gezien. Ook
dat is voorjaar. De hele nacht brandt
er licht in de schuur. Het is een
drukke tijd voor al dat grut weer op
de wereld staat. Nachtrust schiet er
nogal eens bij in. Het geeft voldoe
ning als moeder en kinders gezond
en wel de wei inkunnen. Ook heeft
buurmans kater op de scheurkalen
der gekeken en gezien dat het maart
was. Sindsdien is hij van ons erf niet
weg te krijgen. Allemaal van die
voorjaarsboden.
In de polders begint het ook weer op
gang te komen. Hier en daar is een
stukje gerst gezaaid. Ik denk dat die
gerst het gevolg is van de schaarste
van zomertarwe. Dit laatste is bijna
niet te krijgen en we kunnen toch
alles niet vol met pootuitjes zetten.
Er is trouwens al een groot aantal
ha's volgeplant met pootuitjes zodat
het toch een beetje beangstigend
wordt. Waar gaat dat heen? Ook is er
hier en daar op wat verzopen koeken
in de wintertarwe bijgezaaid.
Het blijft altijd maar lapwerk. Ik zag
vanmiddag koeken in een perceel die
deze week overgezaaid waren.
Evenwel direkt regen er op en weer
plassen op het land. Je kunt het dan
wel vergeten. Met de regenmeter
naar buiten ligt tegelijk de porte-
monnaie in weer en wind. Het kan in
de winter wel eens rustig zijn als je
zonder zorg naar het weerbericht
kunt luisteren. Het maakt dan niet
uit hoeveel millimeter ervalt. Die tijd
is voorbij, alle druppels worden weer
gemeten. Zo zie je dat de landman
een afwisselend leven leidt.
Met stijgende verbazing heb ik in ons
lijfblad deze week Buitenstaander
gelezen. Hij miste de schuldbelijde
nis van de Nederlandse boer.
Ik vraag me af of Buitenstaander alle
opiniebladen wel echt goed leest. Zo
ja, dan weet hij dat de landbouw niet
anders kan. Dat met de hoge kosten
stijging, waar geen prijzenkompensa-
tie tegenover staat, er maar één weg
openstaat: Zo hoog mogelijk aantal
kilo's en ook nog graag goede kwali
teit. Als men zich daar voor inzet en
ook nog meehelpt 's lands ekonomie
een beetje op te vijzelen, dan hoeft
men zich als boer toch niet een soort
schuldgevoel aan te kweken? Voor
mij hoeft het niet. Buitenstaander
wordt vriendelijk uitgenodigd eens
een paar daagjes mee te gaan wieden.
Ook kan bij eens informeren hoeveel
mensen bereid zijn om minstens 2 x
zoveel voor de landbouwprodukten te
betalen?
Ook «de veldboon (wierboon) zal dit
jaar worden geteeld voor zaaizaad
vermeerdering. De teelt van erwten
en stambonen zal ongetwijfeld uit
breiden. De prijzen waarvoor ge-
kontrakteerd kan worden liggen op
een redelijk niveau. Door een verbe
terde teelttechniek op bepaalde on
derdelen, is ongetwijfeld een hogere
opbrengst mogelijk. We denken dan
aan zaaizaadontsmetting en de bes
trijding van bijv. de bladrandkever
bij erwten en bestrijding van be
paalde schimmels. Bij deze teelten
zijn vast nog enkele toelatingen van
bepaalde chemische middelen ge
wenst.
Bij de teelt van aardappelen blijkt een
bepaald produkt, toegepast in de rug,
de opbrengst soms te verhogen, ter
wijl niet bekend is waardoor dit komt.
Voorzichtigheid en geduld lijkt in de
ze zeer op zijn plaats. Laten we wel
bedenken dat in Nederland de teelt
van konsumptieaardappelen op zo'n
grote schaal slechts mogelijk is,
doordat we zoveel kunnen exporteren
naar het buitenland!!!
Steeds weer blijkt de praktijk de
noodzaak van officieel onderzoek te
stimuleren, en komen we tot de ont
dekking dat we nog zo weinig weten
in de wereld van de gewasbescher
ming.
Geduld is een mooie gave en in deze
zeker op zijn plaats!
In het LAND VAN HULST is er
vóór de 20 mm. regen al veel werk
over de vorst verzet. Kunstmest
strooien, zaaien e.d. waren aan de
orde van de "vroege morgen".
Ook is er de Z.L.M. -vergadering
geweest met een interessante inlei
ding van de heer J. Markusse. Er zijn
terecht dingen waar we ons zorgen
om maken. Gelukkig voor hen die
nog niet verkocht hebben; aardap
pel- en uien prijs zijn goed.
Wat is er veel werk verricht op het
laatst van de maand februari. Op
sommige bedrijven is alle kunstmest
gestrooid, en staan ze te trappelen
om straks - in mei de overbemesting
te doen. De zomertarwe en gerst zijn
gezaaid. Bijna overal is de schade in
de wintertarwe bijgeboed of zijn hele
percelen opnieuw gezaaid. Ook zijn
er wintertarwe akkers uitgereden, die
nu liggen te wachten om met een
heel ander produkt te worden inge
zaaid. Zelfs hier en daar zijn er al
uien gezaaid; onder vrij goede om
standigheden. Dat belooft wat voor
de toekomst.
Waar moet het naar toe met de sui
ker, van de bieten die ook al gezaaid
zijn?
De aardappelprijzen zijn tot een for
midabele hoogte gestegen, de enke
ling die er van kan profiteren zal dit
hopelijk ook doen.
't Is en blijft moeilijk om goed gein-
formeerd te zijn. De P.Z.C. is een
graadmeter; als er geen beursberich
ten gemeld worden, kun je er donder
op zeggen dat de prijzen opgelopen
zijn. Deze slordigheid wordt door de
Aan de bespreking over het rapport
van de 15-30 ha akkerbouwbedrijven
in het Zuid-Westelijk-Zeekleigebied
mochten we laatst met genoegen
deelnemen. Reeds in mei 1980 had
een gespreksgroep uitvoerig van ge
dachten gewisseld over bovenge
noemde bedrijven in ons gewest. In
deze bespreking werd gesproken over
de akkerbouw in de regio, het aantal
bedrijven met 15-30 ha, welk bouw
plan er gevoerd kan worden, de keuze
van part-time of andere mogelijkhe
den en niet te vergeten de bedrijfsop
volging.
Al de opmerkingen hierover hebben
mede een inbreng gehad in de tot
standkoming van het rapport. Dit is
opgebouwd uit een veelvoud van
hoofdstukken welke weer onderver
deeld zijn in diverse belangrijke
punten. Door deze opbouw is het
zeer overzichtelijk en bij he-t besturen
ervan groeit vast en zeker ieders be
langstelling. Het zou jammer zijn als
dit rapport in de kast bleef liggen.
Diverse details uit gebieden van
Zuid-Holland, Zeeland en West-
Brabant zijn met elkaar vergeleken.
Per provincie zijn meerdere ver
schillen alleen al een studie waard.
Jammer genoeg mist onze provincie
echter als êén van de genoemde ge
bieden de beschikbaarheid van zoet
water. Vollegronds groenteteelten
welke in Holland en Brabant wel
mogelijk zijn moeten wij nog steeds
onze neus voorbij laten gaan. Deze
teelten zijn niet alleen belangrijk
voor de werkgelegenheid op de be
drijven, maar ook voor die bij de af
zet en de verwerking. Een extra on
derzoek naar zoet water is daarom
dringend gewenst.
In het rapport lezen we verder, dat in
vergelijking met het totaal van de
akkerbouwbedrijven in het Zuid-
Westen er op de 15-30 ha bedrijven
meer oudere bedrijfshoofden zijn.
Ongeveer 60% ervan is al ouder dan
50 jaar en dat wil zeggen, dat.er over
10 jaar grote veranderingen op
komst zijn. De vraag rijst daarom of
landbouw helemaal niet gewaar
deerd.
De uien'zijn eveneens goed bij prijs.
Nu in ieder geval om er weer te
zaaien.
De bietenzaai wordt bedenkelijk,
zeker met die C-suiker. die velen
geld gekost heeft, door de oneerlijke
verdeling. Het mengprijssysteem zal
ook wel weer zijn bezwaren geven.
Maatregelen op korte termijn zijn
altijd inpopulair.
Kijk maar in ons Nederland. Als
landbouw zijn we op alle fronten al
gepakt en te kort gedaan. B.T.W. op
vermoedelijke of geschatte winsten
en over eigen arbeid, premieheffing
en andere sociale premies is nog maar
een kleine opsomming. Onredelijk
grondaanbod van de staat, belemme
ringen in bedrijfsvoering, vergunnin
gen, die onnodig veel geld kosten zijn
een paar voorbeelden. Rekenen we
dan nog de prijsverhogingen voor on
ze grondstoffen als kunstmest e.d.
dan is het begrijpelijk en redelijk dat
de landbouw bezorgd is. O ja, de staat
geeft - zegt ze zelf - royaal W.I.R.,
rentesubsidie en P.C.W. Er is echter
verschil in heffen over alles en reke
nen zonder kosten en B.T.W. Met
een nieuw jaar voor de boeg, goede
aardappel- en uien prijzen, en een
schijnende zon kunnen we ons weer
toeleggen op zaaien en verzorgen van
het land.
Dit vraagt zoveel aandacht dat men al
de andere problemen even vergeet.
We moeten toch doorgaan met op de
Boerderij Te Werken.
we deze bedrijven laten uitsterven
zoals dat met de bakker-, wagenma
ker-'en smederijen is gegaan? Dat is
geenszins de bedoeling, want dan
verliezen we ook het schaarse aantal
opvolgers op deze bedrijfstypen. Een
korte definitie wat een opvolger ei
genlijk is vernamen we zo pas en die
luidt: "Een opvolger is iemand die
niet te zijner tijd het ouderlijk bedrijf
kan overnemen, maar moet wachten
tot de oudere generatie er mee
stopt". Goede afspraken vooraf zijn
daarom gewenst, want in genoemde
wachttijd is er bij het huidige bouw
plan voor twee gezinnen niet vol
doende werkgelegenheid en niet
voldoende inkomen.
Extra scholing voor de jongeren is in
die periode daarom geboden en van
belang is om ook elders stage te lo
pen met de bedoeling om te leren
van de kennis en de kunde van een
ander. In deze periode van toene
mende werkeloosheid moeten we
zoeken naar werk en dat kan door
intensivering bepaald nog wel ge
vonden worden. Ondernemingslust
is er en ondernemerschap kan aan
geleerd worden. Soms hoort men nog
wel eens beweren, dat een te goede
vader zijn zoon in de regel te veel
beschermt en hem daardoor te wei
nig zelfstandig maakt. Wij geloven
daar niet meer in, maar we geloven
veel meer, dat een aktieve met kennis
van zaken meewerkende zoon een
geweldige steun in de rug is van een
wat ouder wordende vader. Openlijk
willen we dat niet direkt bekennen,
maar het is wel zo.
De volgende vraag is wat we nu als
praktijk gaan doen met dit rapport,
want er staat veel meer in dan in deze
bijdrage is beschreven. Hopelijk
zullen het C.A.R. en de Verenigingen
voor Bedrijfsvoorlichting het in hun
programma 1982-1983 opnemen. Te
vens zal het voor de jongeren bij hun
beroepskeuze als goede gespreksstof
kunnen dienen. Wat in de toekomst
kijken, kan voor niemand kwaad, dus
ook niet voor de Zeeuwen.
9