Pootgoedteelt: wat nog te doen in 't voorjaar tegen rhizoctonia Landbouwschap is voor stabilisatie invoer graanvervangers Goede aardappelexport naar Engeland - Verwerking aardappelen sterk gestegen Knolbehandeling Grondbehandeling Teeltmaatregel Invoervoorwaarden Door de NAK zijn sinds kort de normen voor Rhizoctonia verder verscherpt. Voor de pootgoedteler betekent dit nog meer inspanning om toch een goed produkt te oogsten. Strengere normen waren nodig omdat de afnemers in binnen- en buitenland hogere eisen zijn gaan stellen. Hier geldt ook de klant is koning. Als pootgoedteler zal men zich afvragen wat kan en moet ik nog doen om straks knollen te oogsten die goed van vorm zijn en waarop zo weinig mogelijk sklerotiën zitten. Is het nodig om bij het poten nog wat te doen of is het verstandiger dit achter wege te laten. De beste maatregel is nog altijd het poten van blank pootgoed. Dit is pootgoed waarop zich geen sklero tiën bevinden. Sklerotiën op de knol vormen de grootste bedreiging voor de jonge spruiten. Volkomen blanke partijen pootgoed zijn zeldzaam. Daarom dient al het pootgoed bestemd voor de teelt van pootgoed in de herfst te worden Aardappelknol zwaar bezet met scle- rotiën. Ongeschikt om te poten. ontsmet met kwik. Naast Rhizocto nia worden door kwik ook andere schimmelziekten die zich op de knol bevinden bestreden en wordt de ver spreiding van bakterie-ziekten tegen gegaan. Voor de gezonde pootgoed teelt kan kwik nog niet worden ge mist. Kwik doodt echter alleen skle rotiën die maximaal 0,7 mm dik zijn. Het seizoen is thans zover gevorderd dat het ontsmetten van pootgoed met kwik niet meer verantwoord is. Dit zelfde geldt nu ook voor de Rhizo- tox-bom. Bij gebruik van pootgoed dat nog niet werd ontsmet of dat be zet is met sklerotiën dikker dan 0,7 mm is het een goede zaak om kort voor of tijdens het poten nog een behandeling uit te voeren. Voor dit doel zijn verschillende poedervormi- ge en vloeibare middelen toegelaten. Vloeibare produkten zijn Solacol vloeibaar, Rovral vloeibaar en Dup- har Dithane M 45-vloeibaar. In proeven gaf Solacol in 't algemeen de beste bestrijding. Bij Rovral was het opvallend dat pootgoed behan deld met dit middel heel vaak een duidelijk hogere opbrengst te zien gaf in de duurdere maat 35-45 mm. Aan het gebruik van vloeibare pro dukten tijdens het poten kleeft een groot gevaar. Bij partijen pootgoed waarin zich nat-rot knollen bevinden wordt besmetting van gezonde knol len met bakterie-ziekten sterk in de hand gewerkt. Pootgoed waar in dergelijke rotte knollen aanwezig zijn dient daarom niet met vloeibare middelen te worden behandeld. Ook niet wanneer de natte knollen er voor het poten worden uitgehaald. Beter kan hier gebruik worden gemaakt Voorgrond onregelmatig gewas, als gevolg van het niet ontsmetten van het pootgoed. van een van de vele toegelaten poe- dervormige middelen en als het gaat om een vrijwel blanke partij valt te overwegen elke behandeling tijdens het poten achterwege te laten. De Rhizoctonia-schimmel bevindt zich ook in de grond en kan van hieruit de jonge spruiten aantasten. De ervaring heeft geleerd dat dit per bedrijf en per grondsoort sterk kan verschillen. Een duidelijke verkla ring is hiervoor nog niet te geven. Waarschijnlijk spelen andere schim mels hierbij een rol. Pootgoed telers Ing. D. van der Wal CAD voor Planteziekten en Onkruidbestrijding in de Landbouw Wageningen die weten dat op hun bedrijf aantas ting vanuit de grond problemen kan geven hebben de mogelijkheid hier tegen iets te doen. Kort voor het po ten kan quintozeen PCNB) wor den aangewend. Quintozeen heeft bewezen het percentage niet en licht besmette knollen gunstig te beïn vloeden. Ook is vastgesteld dat quintozeen onder droge omstandig heden de groei van de aardappelen kan remmen wat kan resulteren in een lagere opbrengst. Ook is groei- remming nadelig voor het op tijd kunnen beginnen met selekteren. Verder moet niet worden vergeten dat quintozeen de smaak van de aardappelen ongunstig beinvloedt. Hierdoor zijn grote knollen moeilijk af te zetten in de konsumptiesektor. Het gebruik van quintozeen moet worden gezien als een noodmaatre gel en dient derhalve beperkt te blij ven tot die bedrijven waarvan be kend is dat aantasting van uit de grond belangrijk is. De dosering dient zo laag mogelijk te zijn. In veel gevallen zal 15 kg van een 75 pro- centig produkt voldoende zijn. De mogelijkheid bestaat dat dit voorjaar nog een ander produkt on der dê naam Rhizolex wordt toege laten. Dit middel heeft grote voor delen t.o.v. quintozeen. De verwach ting is dat dit nieuwe produkt in een zeer geringe hoeveelheid beschik baar komt en de prijs nogal hoog zal uitvallen. Een aantasting van de spruiten door de Rhizoctonia-schimniel is voor een belangrijk deel te voorkomen door te zorgen voor een vlotte opkomst. Dit kan worden bevorderd door niet te vroeg en niet te diep te poten. En verder door er voor te zorgen dat het pootgoed goed is voorgekiemd. Produktschap voor Aardappelen Nadat in de eerste helft van het afzetseizoen 1981/82 de prijzen van aardappelen vrij langzaam stegen, trad er in de loop van januari voor de grote Bintjes (50 mm opwaarts) een forse prijsstijging op,van rond 10 per 100 kg, aldus mededelingen van het Produktschap voor Aardappe len. Deze prijsstijging kwam vooral door de gestegen vraag uit Groot-Brit- tannië, waarbij de wekelijkse export naar deze bestemming verdubbelde tot rond 10.000 ton per week. Het grootste deel daarvan gaat naar de verwerkende industrie, doch ook voor de direkte konsumptie vraagt Engeland aardappelen in de grovere maten, waardoor vooral de prijzen van de aardappelen van 50 mm opwaarts aantrokken. De Duitse markt bleef zonder enige opleving. Marktontlastend in de Gemeen schap werkte ook de export naaf Al- gerije. Eind januari liepen de prijzen weer wat terug, doch vanaf 8 februari was <er weer van een opgaande lijn in de prijzen sprake. Dat zal mede verband gehouden hebben met het in de markt komen van Portugal en mogelijk ook door de grotere export naar Finland. De prijs van voeraardappelen is vrij hoog, ook al omdat de pureeindus- trie een deel van deze aardappelen opneemt. Het prijsverschil tussen de tafelaard appelen en de fritesaardappelen bedraagt momenteel ruim 10, Door de goede export en de nog steeds stijgende vraag van de kant van de fritesindustrie zijn de prijzen op een voor de telers bevredigend niveau aangeland. Men verwacht dat de export van oogst 1981 tot 1,2 miljoen ton zal kunnen oplopen. Export Tot 1 februari werden van oogst 1981 667.000 ton uitgevoerd, vergeleken met 575.000 ton in de overeenkom stige periode van het voorgaand sei zoen, waarbij de cijfers van de export naar België nog niet volledig ver werkt zijn. De gemiddelde exportprijs steeg van 27.30 tot 31,07 per 100 kg. Bij de export is inbegrepen een kwantum van 50.000, ton aardappelen bestemd voor de Duitse zetmeelindustrie. Vorig seizoen waren dat 62.000 ton. Engeland nam tot nu toe 17% van de totale export op. De export naar Duitsland was ook niet onbevredi gend. Algerije was afnemer van niet min der dan 44.500 ton, overeenkomende met 25% van de totale export naar landen buiten Europa. De import van 1 juli 1981 tot 1 februari 1982 bedroeg 90.000 ton of 18.000 ton minder dan vorig seizoen. Aardappelverwerking In 1981 werden 822.000 ton aardap pelen verwerkt tot konsumptiepro- dukten. De uitvoer steeg van 210.100 ton tot 252.390 ton. De stijging is vooral toe te schrijven aan het geste gen aandeel van de voorgebakken produkten, dat 222.400 ton bedroeg (185.200). vdw Er dient gestreefd te worden naar een stabilisatie van de EG-invoer van graanvervangende produkten. Gezien de belangen van de veehouderij en de handelspolitieke rela ties tussen de Gemeenschap en de betrokken exporteren de landen, is het niet verantwoord een beleid te voeren dat is gericht op een vermindering van die invoer. Dit stand punt nam het bestuur van het Landbouwschap in tijdens de openbare vergadering van 3 maart j.l., nadat de proble matiek van de graanvervangers maandenlang in diskussie is geweest bij de diverse adviesorganen van het Land bouwschap. Jaarlijks voert de Europese Gemeenschap ongeveer 15 miljoen ton graanvervangende produkten in uit onder meer de Verenigde Staten en Thailand. Daarbij gaat het voornamelijk om manioc (tapioca), graanzemelen, maisgluten en citruspulp. Het vraagstuk van de toegenomen invoer van graansub- stituten in relatie met het te voeren EG-graanbeleid treedt steeds meer op de voorgrond. Dat komt enerzijds door de huidige netto-exportpositie van de Gemeenschap voor granen en anderzijds door de beperkte mogelijkhe den voor een verdere groei van de EG-landbouwuitga- ven. In Rotterdam komen dagelijks schepen vol graanvervangers «n om gelost te worden. Voor de hoeveelheden, die uitgaan boven de met de naar de EG expor terende landen op vrijwillige basis overeengekomen invoer, kunnen de invoervoorwaarden zodanig worden bepaald, dat een verdere toename niet of nauwelijks meer mogelijk is. Drie jaar geleden heeft het Land bouwschap in verband met de tapio- ca-invoer al een dergelijk standpunt ingenomen. Het bestuur van het Landbouwschap stelde nadrukkelijk dat bij het streven naar stabilisatie van de invoer de belangen van de veehouderij niet in de verdrukking mogen komen. Overigens werd benadrukt, de ver vanging van de granen in de meng voeders door onder meer ingevoerde grondstoffen geen negatief effekt mag hebben op de prijsvorming van de granen in de Gemeenschap. Een aktief EG-marktbeheer voor de gra nen wordt hierdoor des te meer noodzakelijk. In het bestuur werd opgemerkt dat het nu ingenomen standpunt herzien moet kunnen worden, indien er sprake is van een ingrijpende wijzi ging van de omstandigheden. H ierbij werd gedoeld op een mogelijk grote schaarste aan granen in de wereld. De EG heeft een paar jaar geleden op basis van vrijwilligheid een ak koord gesloten met de Thaise rege ring over een beperkte uitvoer van tapioca. In navolging van deze afspraak dient de EG volgens het Landbouwschap ook met andere landen die de EG van graanvervangers voorzien, af spraken te maken over een stabilisa tie van de invoer. Het bestuur van het Landbouwschap is van mening, dat met het nu geko zen standpunt de belangen van zowel de akkerbouw als de veehouderij op zo evenwichtig mogelijke wijze wor den gediend. 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 7