Pootgoed- en konsumptieteelt op
gespecialiseerde bedrijven?!!
RAK-West
Zeeuws-Vlaanderen wil
wettelijke kavelruil
Export en kwaliteit,
sleutelwoorden in de
Nederlandse land- en tuinbouw
Bedrijfshygiëne
Specialisatie
Risiko spreiding
Zeer gespecialiseerd
C.C.C. Jongerenmiddag in Bruinisse:
Aardappelen geplant maar
dan in koopmanshand
Kwaliteit
Zuivelprodukten in
olielanden
Aardgas of landbouw
Contingentering?
Uruguay gaat tarwe
inporteren
Ook voor 2 personen
India voert rijst uit
en voert tarwe in
worden met scherpe keuringen, met
scherpe normen die katastrophaal
kunnen aflopen wanneer daar niet
aan voldaan kan worden! Zware
sankties in verband met onze kwets
bare export-situatie. Wij moeten zeer
hoge eisen stellen aan de kwaliteit
van het te keuren pootgoed om in de
ze de konkurrentie de baas te blijven
en onze klanten blijvend de voorkeur
te laten uitspreken voor Nederlands
pootgoed. Vooral daar onze kostprijs
aan de hoge kant is.
Onze klanten in binnen- en bui
tenland zullen de bereidheid moe
ten hebben voor Nederlands-
NAK-gekeurd pootgoed wat extra
te betalen.
Maar dan moeten we in dat Neder
landse pootgoed scherpe normen in
bouwen; een zeer hoge toegevoegde
waarde meegeven!
En dat vraagt een hoge discipline;
zeer geringe risiko's nemen om aqn
die scherpe normen te kunnen vol
doen!
Dat leidt naar volledige specialisatie.
Pootgoed telen dat op geen enkele
manier in kontakt komt met ander
pootgoed, in ieder geval niet in kon-
takt komt met fabrieksaardappelen
of/en konsumptieaardappelen.
Om klasse-aardappelen te krijgen
Ik pleit voor specialisatie!!
Gespecialiseerde pootgoedbedrij-
ven maar ook gespecialiseerde
konsumptie- of fabrieksaardap-
pelbedrijven.
Arbeidspieken en prijsdifTerenties
zal men op een andere manier
moeten oplossen!
Om aan de scherpe normen het
hoofd te bieden zal men grote zorg
moeten besteden aan het te kiezen
uitgangsmateriaal; in de herfst
ontsmetten met kwik; alle raad
gevingen bestuderen van het u
aangeboden boekje "bedrijfshy
giëne voor de pootgoedteelt",
looftrekken en op tijd rooien. Als
de pootaardappel die aandacht
krijgt, dan komt hij vast en zeke£
in de klasse.
A. Vermeer
Binnen de kommissie-bedrijfshygiëne die vanaf oktober 1981 regelma
tig naar buiten treedt over de toepassing van bedrijfshygiëne is voort
durend het woord "specialisatie" gevallen.
Het is op z'n minst interessant om als telers van aardappelen stil te
staan bij de vraag of het wel verstandig is om op één boerderij poot- en
konsumptieaardappelen of poot- en fabrieksaardappelen te verbouwen!
Een hakselaar in vol bedrijf
En dat is geen geringe opgave!
Mijn voorlopige konklusie voor de
komende jaren: naast pootaardappe-
len géén andere aardappelen op het
zelfde bedrijf!!
Zware normen: Wilt u nog eens rus
tig afwegen welke normen er gelden
voor de pootaardappelen van de ko
mende jaren? Normen voor phoma,
zwartbeen, rhizoctonia, A.M.!!!
Het zijn praktisch gesproken nul
normen!
Op een enkele knol of enkele planten
worden we verwezen naar "afkeu
ren". En dat is geen "mode-gril".
Neen, dat zijn de eisen van onze
klanten die iets extra's willen betalen
voor Nederlands pootgoed!
Verplaatsing en verspreiding van de
diverse "parasieten" die onze aard
appelen belagen vindt plaats via
grond, machines, aanraking.
En als we die termen binnen het be
drijf aanwezig hebben, dan heet dat:
de kat op het spek binden!
Uit het oogpunt van werkverdeling,
maar vooral ook voor risikospreiding
is het in veel gevallen ekonomisch
gezien interessant om naast pootaar
dappelen een bepaalde oppervlakte
konsumptie- of fabrieksaardappelen
te telen.
Vooral nu het aantal medewerkers
nog steeds drastisch terugloopt, van
wege de hoge vaste kosten, komen
steeds meer akkerbouwers er alleen
voor te staan of samen met hun ge
zin! En dan moet er opnieuw gewo
gen worden hoe het bouwplan er in
de komende jaren uit gaat zien.
Er zitten veel aantrekkelijke kanten
aan deze "gemengde bedrijven". Het
pootgoed vraagt zijn speciale aan
dacht zoals voorkiemen, zorgvuldig
poten om de verkregen spruiten te
behouden, selekteren, looftrekken,
vroeg rooien! Bij konsumptie- en fa-
brieksteelt is dat allemaal wat "ex
tensiever", wat minder tijdrovend of
zelfs in een ander tijdvak als ik denk
aan het oogsten.
Goede en minder goede "prijs-ja-
ren" en "opbrengstjaren" wisselen
elkaar af. Zowel uit het oogpunt van
A. Vermeer
arbeidsverdeling als uit het oogpunt
van "financiële-opbrengstverdeling"
lijkt dat "gemengde-aardappelteelt"
bedrijf aantrekkelijk.
En toch? Als ik het zoeklucht zet op
de poterteelt van de komende ja
ren!??
Heeft u als pootgoedteler één van de
vergaderingen van de keuringsdien
sten van de NAK bezocht??
Als rode draad is daar overduidelijk
naar voren gekomen, dat de telers in
de komende jaren gekonfronteerd
Om de agrarische jongeren in het Zuidwesten de gelegenheid te bieden
kennis te maken met de koöperaties, werd 18 februari j.l. in Bruinisse
een jo.igerenmiddag georganiseerd. In zijn openingswoord plaatste
voorzitter Bas van Nieuwenhuyzen enige kritische kanttekeningen bij
de gevolgen van de export voor de boer. Zo vroeg hij zich af of grotere
export ook betere inkomens opleverde.
Hij was bang in een vicieuze cirkel te belanden: lage inkomens; meer
produceren; meer exporteren; konkurreren met lage prijzen; lage in
komens.
Hij konstateerde een toenemende afgunst ten aanzien van onze export
bij andere landen resulterend in grenssluitingen, hogere eisen aan onze
exportprodukten en stimulering van de produktie in de eigen landen.
Voor langere termijn ruilverkaveling
Op een vergadering van de R.A.K. West Zeeuws-Vlaanderen waar na
een inleiding door de heer J. Markusse over de mogelijkheden van de
wettelijke ruilverkaveling, de vrijwillige kavelruil en de wettelijke vrij
willige kavelruil in 5 groepen werd gediskussieerd bleek het volgende.
Men vond dat er aan de struktuur van de West Zeeuws-Vlaamse be
drijven iets moet gebeuren, dit zou gerealiseerd kunnen worden door op
korte termijn een vrijwillige kavelruil toe te passen tussen 3 of meer
grondgebruikers. De gedachte van een wettelijke kavelruil kreeg veel
weerklank.
Voor de langere termijn vond men dat er gestreefd moest worden naar
een wettelijke ruilverkaveling. Stil blijven zitten en wachten vond men
een slechte zaak.
De heer A. Vermeer belichtte vanuit
zijn specialisatie de positie van de
Nederlandse aardappel.
Hoe komt het dat Nederland z'n
sterke exportpositie heeft kunnen
opbouwen?
Vermeer hanteerd daarvoor de slo
gan: "aardappelen geplant, maar
dan in koopmanshand", daarmede
doelend op het belang van de boer
om er voor te zorgen dat zijn produkt
ook inderdaad voor export beschik
baar is, op elk moment dat daarom
gevraagd wordt.
Gelukkig, zegt hij, hebben ook vele
partikuliere handelshuizen zich naar
het koöperatieve model ingericht.
Poolvorming en uitbetaling naar
kwaliteit zijn nu welbekende begrip
pen.
De kwaliteit zal een steeds belang
rijke rol gaan spelen. Het ziet er
naar uit dat de konkurrentie sterker
wordt. Frankrijk geeft veel aandacht
aan de aardappelteelt en ook Duits
land wordt zich opnieuw bewust van
de markt die zij verloren hebben.
Voor Nederlandse aardappelen blijft
er een plaats als ze maar beter zijn
dan de anderen!
Ir. L. Aardema, direkteur ledenza
ken van Melkunie Holland gaf een
overzicht van de ontwikkelingen in
de zuivelproduktie.
De EEG exporteert 15% van zijn to
tale produktie.
Nederland neemt daarvan 'A deel
voor zijn rekening. Aardema's
grootste kritiek betrof de houding
van "Brussel". "Brussel", zo zei hij is
slechts produktiegericht, maar houdt
nauwelijks rekening met export, ex
portkansen en nieuwe markten.
Voor de toekomst ziet Aardema een
toename van de produktie in de
EEG. Vanwege nog ruime onbenutte
produktiemogelijkheden.
Hij verwacht in het binnenland een
lichte afzetstijging, terwijl de export
naar de Oostbloklanden, de OPEC-
landen en de rijkere 3e Wereld-lan
den zich verder zal ontwikkelen.
Wie over export praat, praat over
getallen en cijfers. Ir. F. Pape, me
dewerker van het ministerie van
landbouw en visserij, somde het nog
eens op. De agrarische export beliep
39 miljard dat is 'A van de totale Ne
derlandse export en vormt een bij
drage van, 13 miljard op de handels
balans.
Met deze 13 miljard tegenover de
15,8 miljard inkomsten uit ons veel
geprezen aardgas en bedenk vervol
gens dat aardgas opraakt en land
bouw blijft, dan is duidelijk dat land
en tuinbouw de stevigste poot onder
's Nederlands ekonomie is.
Tijdens de diskussie bleek dat inlei
ders en agrarische jongeren op één
lijn zaten.
Men was van mening dat de aardap-
pelafzet nog sterker gekoncentreerd
moest worden.
Bang was men dat Bintjes, geteeld op
zand- en veenkoloniale gronden een
bedreiging vormden op de kon-
sumptieaardappelmarkt. Een duide
lijk onderscheid in de aanduiding
vindt men noodzakelijk.
Een belangrijke taak zag men ook
voor de koöperaties in de begelei
ding van de aardappelteelt.
Een aspekt, wat vooral in de zuivel
veel aandacht krijgt is dat van de
produktiebeheersing. Niemand kon
echter een goede argumentatie hier
voor aandragen. Met in het achter
hoofd het belang van een grote zui-
velexport voor de Nederlandse vee
houder vindt men beide uitgang
spunten moeilijk verenigbaar.
Ook de export van agrarische tech
nologie kwam aan de orde. Men was
niet bang dat dat zou leiden tot een
sterke konkurrentie. Integendeel.
Juist door de ontwikkeling van
achtergebleven landen zou ook de
koopkracht zich ontwikkelen. Dat
leidt tot handel en dan zal wel blijken
welke producenten in staat zijn
daarop in te spelen.
Een zinvolle middag zo oordeelden
de aanwezigen. Waarin de betekenis
van export en exportbevordering een
stuk duidelijk geworden is.
Jos Akkermans
Door steunprogramma's aan de te
lers was Uruguay in staat in de eigen
behoefte aan tarwe te voorzien.
Nu dit steunprogramma ten einde
gaat lopen, verwacht men een ver
mindering van het tarwe-areaal en
een noodzaak tot importen.
Voor het eerst sedert geruime tijd zal
Uruguay dan binnenkort ook weer
als koper op de internationale tar-
wemarkt aantreden.
De meeste waarde hechtte men aan
samenvoeging van percelen, met
daaraan nauw verbonden een goede
interne ontsluiting. Een goed funk-
tionerende drainage hoort op ieder
perceel grond aanwezig te zijn,
daarover bestond geen meningsver
schil. Men vond de wegen en het
waterlopenstelsel goed, daar hoefde
in de ogen van de jonge boeren wei
nig meer aan verbeterd te worden.
Dat er een grondpot gevormd moest
worden voor bedrijfsvergroting vond
men vanzelfsprekend, dat dit niet
meer gebeurd in ruilverkavelingen
vond men een slechte zaak. Op de
vraag welke bedrijven vergroot
moesten worden liepen de meningen
uiteen, sommigen stelden alleen de
middenbedrijven, anderen stelden
als we nu alleen de middenbedrijven
vergroten, dan komen de grotere be
drijven later in moeilijkheden als de
ontwikkelingen verder gaan. Een
grondpot louter en alleen gebruik
voor bescherming natuurgebieden
en bebossing ontmoette bij allen
grote weerstand.
Wat de mogelijkheden van de vrij
willige kavelruil betreft vond men,
dat die te weinig bekend zijn. Hier
ligt een taak voor Landbouw- en
jongerenorganisaties. Sommigen
vonden dat met een vrijwillige ka
velruil maar een klein deel van je
bedrijf opgeknapt kan worden. De
jongeren pleitten ervoor om de rege
ling in zoverre te wijzigen dat ze ook
voor 2 personen van toepassing kan
zijn.
Unaniem was men van mening dat er
ook minimaal één jongeren in zo'n
kommissie zitting zou moeten heb
ben. Aan deze persoon moet als eis
worden gesteld een brede visie, het
behartigen van de belangen van de
streek en van de jonge boer. Men
vond tevens dat een kommissie goed
voorbereid moet worden voor zijn
taak.
Ondanks een betrekkelijk kleine
voorraad van 10 miljoen ton, heeft
de regering van India besloten
1.100.000 ton rijst uit te voeren,
waarvan 500.000 torn van extra kwa
liteit.
De voorraad van 10 miljoen ton
wordt algemeen als te klein be
schouwd om een aanvaardbare
voorziening te waarborgen. India
ziet zich tot deze stap genoopt, we
gens de gestegen kosten van de in
voer van olie.
Voorlopig heeft de regering van In
dia tot eind van dit jaar 2,25 miljoen
ton tarwe aangekocht van Australië
en de Verenigde Staten.
15