Planning van het
graslandgebruik
Bedrijfslaboratorium ontving
50.000ste gewasmonster
Intern. Vleesraad
over wereldmarkt
rundvlees
De aanleg van
ontsluitingsdammen in het
waterschap Hulster Ambacht
Invoerbehoefte
voergranen Spanje
Voor de heer ing. J. Mies,
specialist voor de
Voedervoorziening bij het
Konsulentschap voor de
Rundveehouderij en de
Akkerbouw te Waalre.
het grasland. Een vuistregel hierbij
is: voor rundveedrijfmest: 1 kgN per
ton drijfmest: voor varkensdrijfmest:
2 kg N per ton drijfmest.
Afwisselend weiden en maaien
Probeer maaien en weiden per per
ceel afwisselend uit te voeren. Dit
wordt bevorderd door de percelen
voor maaien van de eerste snede in
twee of drie partijen uit te maaien
met bijvoorbeeld ca. één week tussen
elke partij.
Maai steeds in jongstadium dat wil
zeggen 25 cm lengte. Percelen die 2
of 3 maal achter elkaar zijn geweid
moeten meestal worden gebost.
Beweidingssysteem
Het meest gewenste beweidingssys
teem is afhankelijk van de veebezet
ting van gve per ha grasland. Bij een
lichte tot normale veebezetting tot
ca. 3.5 gve of melkkoe per ha gras
land heeft dag en nacht weiden (on
beperkt) de voorkeur.
Bij een veebezetting tegen de 4,00
gve of melkkoeien/ha of meer is al
leen overdag weiden het beste.
De verkaveling speelt hierbij even
eens een belangrijke rol.
Voor een goede beweiding met ge
ringe verliezen en regelmatig,goede
kwaliteit weidegras is een bewei-
dingsduur van 2 tot 4 dagen per per
ceel gewenst.
Konklusies
De graslandgebruikskalender is
een nuttig hulpmiddel voor regis
tratie en planning.
Plan de eerste snede voor weiden
maaien en bepaal aan de hand
hiervan de stikstofgift.
- Strooi de stikstof bij het bereiken
van de T-som 200.
- Vóórweiden in april geeft in mei
beter weidegras.
Maai 'de eerste snede in 2 of 3
partijen.
- Afwisselend weiden en maaien
heeft voordelen.
- Na 2 of 3 beweidingen bossen
maaien.
- Laat de koeien zoveel mogelijk
weidegras opnemen.
Het grasland neemt wat oppervlakte betreft de belangrijkste plaats in
op vrijwel alle melkveehouderijbedrijven.
De opbrengsten en de benutting van het grasland via de koeien is zeer
belangrijk en bepalend voor een goed arbeidsinkomen.
Door tijdig een planning voor het graslandgebruik uit te voeren kan in
het voorjaar een goede start worden gemaakt wat voor het verdere
verloop erg belangrijk is. Het bijhouden van een graslandgebruikska
lender kan hierbij veel steun geven. Alles onthouden kan nu eenmaal
niet. Door registratie en planning heeft u een goed overzicht in het
graslandgebeuren op het bedrijf.
Wat is belangrijk voor de plan
ning van het graslandgebruik?
Voor de le snede: - Hoeveel en wel
ke percelen zijn in april en mei nodig
voor beweiding? - Welke percelen
worden gemaaid? - Hoeveel stikstof
strooien voor de eerste snede?
Na de le snede: - Afwisselend wei
den en maaien? - Bossen maaien. -
Verdeling van de stikstof over het
seizoen.
Algemeen: - Welk beweidingssy
steem toepassen en de beweidings-
duur per perceel.
Welke percelen weiden en
welke percelen maaien?
Het is belangrijk om te weten hoe
veel percelen in april en mei voor
beweiding nodig zijn.
Globaal mag ervan uit worden ge
gaan dat in mei gemiddeld 19 groei-
dagen nodig zijn om een weidesnede
van 1.700 kg ds aan weidegras te la
ten groeien.
Voorbeeld: Hebben de percelen een
grootte die voldoende is voor een 3-
daagse beweidingsduur dan zijn 19
3 6+1 perceel 7 percelen no
dig voor beweiding. Bij een 4-daagse
beweidingsduur zijn 19:4 5+ 1
6 percelen nodig. Ook voor de
pinken is grasland nodig voor be
weiding.
Hierna kunt u bepalen wat in prin
cipe voor maaien over blijft.
Gericht vóórweiden absoluut
nodig
Op veel bedrijven gaan de koeien
reeds begin april of soms nog vroeger
al de weide in. Dit is gezond voor het
vee en geeft tevens de mogelijkheid
tot gericht voor weiden. Meestel gaat
de grasgroei begin mei zéér snel. Om
nu ook in de laatste percelen van de
eerste beweidingsronde goed weide
gras te nebben, dienen deze percelen
in de 2e.helft van april voorgeweid te
worden.
Stikstof strooien naar behoefte!
De stikstof is prijzig geworden. Voor
een hoge grasopbrengst en efficiënt
stikstofverbruik is afstemming van
de N-gift/ha op het gebrujk gewenst.
Door vooraf het gebruik te plannen
kan op de meeste bedrijven in be-
mestingskosten worden bespaard.
Hoogte van de eerste stikstofgift:
bij vóórweiden ca. half april:
bij weiden eind april - mei:
bij zomerstalvoeren in mei:
bij maaien voordroog in mei:
Deze koe heeft er zo zijn eigen ideeen over. Voor haar is eigenlijk één zaak
belangerijk en dat is dat het gras lekker mals moet zijn. Is aan die voorwaarden
voldaan dan komt de rest vanzelf.....
per ha
150 kg KAS of 200 MAS
300 kg KAS of 375 MAS
350 kg KAS of 400 MAS
450 kg KAS of 500 MAS
Als percelen ca. half april zijn voor-
geweid dient direkt weer 300 KAS of
375 MAS/ha gegeven te worden.
Houd bij de stikstofgiften rekening
met de eerder gegeven drijfmest op
Rekord-inzending hij gewasonderzoek
Begin februari ontving het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Ge
wasonderzoek te Oosterbeek het 50.000ste gewasmonster van oogst
1981.
Dit betekent een rekord inzending, die uniek is in de dertigjarige
geschiedenis van het ruwvoederonderzoek. En naar het zich Iaat aan
zien zal de groei van de inzendingen zich in de komende jaren voortzetten.
De feitelijke doorbraak bij het ruw
voederonderzoek kwam tot stand
aan het begin van de zeventigerjaren
toen de schaalvergroting in de rund
veehouderij tot stand kwam door de
bouw van loopstallen. De kracht-
voerrekening op de vergrote bedrij
ven steeg daarbij dusdanig dat er een
toenemende belangstelling voor
rantsoenberekening kwam en hier
door werd het ruwvoederonderzoek
in hoge mate gestimuleerd.
In de vijftiger en het begin van de
zestiger jaren lag het motief voor
ruwvoederonderzoek voornamelijk
in het uittesten van de verschillende
konserveringsmethoden. Vele daar
van zijn gekomen en gegaan, waarbij
onder meer genoemd kunnen wor
den de AlV-zuur-, Hardeland-,
maaikneus- en wringmethode. Al
leen de voordroogmethode is geb
leven en is inmiddels algemeen in
gevoerd. In die jaren werden zo'n 15
a 17.000 monsters per jaar ontvan
gen. De rantsoenberekening werd in
belangrijke mate gestimuleerd door
inschakeling van de komputer. Zo
kwam in de zeventigerjaren Centra
le Voederplan- en Rantsoenbereke
Het nemen van ruwvoedermonsters is mannenwerk. Het dichtplakken van de
boorgaten in het plastik dient zorgvuldig te geschieden.
ning (CVR) tot stand, terwijl daar
naast vele duizenden veehouders
krachtvoeradviezen ontvangen via
de Koppeling Melkkontrole - Vee
voeding. Verder worden op vele
duizenden veehouderijbedrijven
voederrantsoenen berekend door
bedrijfsvoorlichters en vertegen
woordigers van de veevoederindus
trie.
Uit bedrijfsekonomische boekhou
dingen blijkt dat een derde deel van
de ontvangsten uit melkgeld nodig is
om de krachtvoerrekeningen te beta
len en daarom is het een noodzaak
om zo ekonomisch mogelijk te han
delen en daarbij werden ruwvoede
ronderzoek en rantsoenberekening
een belangrijke steun.
De Internationale Vleesraad van het
GATT heeft zich in zijn laatste zit
ting bezig gehouden met de situatie
op de wereldmarkt voor slachtvee en
rundvlees. De marktsituatie werd als
onevenwichtig gekenschetst.
Traditionele importlanden als de
Verenigde Staten, de Europese Ge
meenschap, Canada en Japan bleken
een geringer importbehoefte te heb
ben, terwijl de traditionele export
landen waaronder Australië, Nieuw-
Zeeland. Argentinië en Uruguay
over een vrijwel gelijk aanbod be
schikten als voorgaand jaar.
Het betekent dat een surplus op an
dere markten afgezet moest worden
met name in enkele Afrikaanse lan
den, naar landen in het Nabije Oos
ten en in Oost Europa.
Aangenomen mag worden dat de
afzet naar deze bestemmingen voor
de exportlanden niet al te lukratief
(winstgevend) zijn geweest.
Voorts konstateerde de Vleesraad
een toenemende konkurrentie met
varkens- en pluimveevlees.
In verband met onder meer eén ra
tionelere bedrijfsvoering blijken
verschillende grondgebruikers de
mogelijkheden van ontsluiting te
willen uitbreiden, middels het aan
brengen van dammen op die plaat
sen en op die breedte die hen het
beste uitkomt.
Dit zal niet altijd stroken met het al
gemeen belang van een goede door-
en afvoer van het polderwater, de
ontwatering van de weg en de ver
keersveiligheid. Vandaar ook dat dit
soort voorzieningen, waardoor wa
terlopen (wegsloten) gedempt en ge-
rioleerd worden en partikuliere uit
wegen worden aangesloten op open
bare wegen van het waterschap, op
grond van het Reglement van politie
op de waterkering en de waterbe
heersing in Zeeland en het Wegen
reglement Zeeland, zonder vergun
ning van het waterschap verboden
zijn.
Bij het verlenen van deze vergun
ningen worden normen gehanteerd
die op de eerste plaats het algemeen
belang dienen en daarnaast andere
partikuliere belangen mogelijk kun
nen maken. Hierbij dient te worden
uitgegaan van een gelijkheidsprinci
pe, hetgeen inhoudt dat gestreefd
moet worden naar een zoveel moge
lijk voor ieder gelijke verdeling van
lusten en lasten.
Zo worden bij het verlenen van ver
gunningen voor de aanleg van dam
men normen gehanteerd betreffende
de plaats, het benodigd aantal en de
breedte van de dammen.
In de vergunning worden voorwaar
den gesteld die onder meer bedoeld
zijn om de benodigde werken met de
daarvoor geschikte materialen, op de
juiste plaats deugdelijk te konstrue-
ren.
Een vergunning voor een te leggen
dam dient schriftelijk bij het dage
lijks bestuur van het waterschap te
worden aangevraagd. In deze aan
vraag dient o.a. te worden aangege
ven: de plaats waar de dam gewenst
wordt (aan de hand van een tekening
of schets); het kadastraal nummer
(met sektie) van het perceel en de
naam van de weg waarop het perceel
wordt aangesloten: de bovenbreedte
die gewenst wordt (7 m1 of tussen de
16 en 20 uri); zo mogelijk een teke
ning waarop de in de omgeving ge
legen grondpercelen, met aanwezige
dammen, van de aanvrager zijn ge
legen.
Alhoewel getracht wordt de beno
digde vergunning zo spoedig moge
lijk te verlenen, toch wordt geadvi
seerd de benodigde aanvrage, al of
niet na vooroverleg met één van de
distriktsambtenaren, vroegtijdig aan
te vragen.
Over één en ander kan geïnformeerd
worden hij de technische dienst van
het waterschap Hulster Ambacht.
Gentsestraat 38 te Hulst, tel.
01140-13553.
Gelet op het hiervorengestelde dient
het voor eem ieder duidelijk te zijn.
dat dammen die zonder vergunning
of niet volgens de vergunningsvoor
waarden zijn aangelegd niet meer
getolereerd kunnen worden en derhal
ve opgeruimd moeten worden.
Spanje wil in het komende haltjaar
ongeveer 334.000 ton voergranen in
voeren. De grote droogte van vorig
jaar heeft tot een zeer krappe positie
in voergranen geleid.
In de laatste twee maanden van 1981
werd reeds 266.000 ton aan voergra
nen ingevoerd, waarvan 212.000 ton
gerst en 54.000 ton sorghum.
7