KNLC kommentaar EN GOED Schenkingen in 1982 Grondpolitiek Kies de goede kontraktvorm Voorlichtingsbijeenkomst over Grevelingen zoet-zout Teeltkontrakten (II) Hoofdvormen Regelingen rond prijs Deelteelt Besparing belasting Vrijstellingen Bij de kontraktteelt van gewassen wordt gewerkt met een groot aantal soorten en vormen van kontrakten. Daarbij is ook nogal eens sprake van kontrakten die in wezen helemaal geen "teeltkontrakten" zijn. Dat is b.v. het geval als zo'n kontrakt alleen maar inhoudt, dat de teler (verkoper) op een bepaald tijdstip een zekere hoeveelheid produkt zal leveren. Zo'n kontrakt is in feite een zuiver koopkontrakt, hoewel de praktijk het wel vaak een teeltkontrakt noemt. Maar de verkoper (teler) is in zo'n geval helemaal niet verplicht het verkochte produkt zelf te telen. In de bloembollensektor worden ook nogal eens kontrakten gebruikt, die eigenlijk geen echte teeltkontrakten zijn. Ze worden dan ook wel "heen en weer koopkontrakten" genoemd. Het gaat er daarbij om, dat de leve ring van een partij uitgangsmateriaal wordt overeengekomen. Tegelijker tijd koopt de leverancier echter ook de opbrengst daarvan voor een be paalde prijs. De teelt van de bollen komt in zo'n kontrakt echter niet ter sprake en het risiko daarvan is geheel voor de teler. De zuivere teeltkontrakten zijn in verband met de verdeling van het teeltrisiko in een paar hoofdvormen te onderscheiden, n.l.: Kontrakten met een prijs per op pervlakteeenheid. Deze prijs is onafhankelijk van de opbrengst van het betreffende gewas. Het teeltrisiko ligt hier volledig bij de afnemer, evenals het marktrisiko. Kontrakten met een prijs per ge wichtseenheid. Hierin is wel de teelt van een zekere oppervlakte van een gewas overeengekomen, maar de prijs is gebaseerd op de afgeleverde hoeveelheid. Op deze wijze is het teeltrisiko voor de te ler en het marktrisiko voor de af nemer. Een variant op de laatste kontrakt- vorm is de overeenkomst die de teelt van een zekere oppervlakte met een prijs per gewichtseenheid inhoudt, maar waarbij tevens de te leveren hoeveelheid wordt genoemd. Hierbij moet duidelijk geregeld zijn wat er gebeurt in geval door een tegenval lende opbrengst de afgesproken hoeveelheid niet geleverd kan wor den. Ook hoort hierbij een regeling voor een eventuele meeropbrengst (van wie is die; eventueel welke prijs). Op grond van de afspraken die zijn gemaakt over de prijs zijn er ook verschillende soorten kontrakten te onderscheiden, zoals: Vaste prijs-kontrakt. Er is een vaste prijs afgesproken (per op pervlakte-eenheid of per gewicht) die voor het geteelde produkt wordt betaald. Prijs- en marktri siko is dus geheel voor de afne mer. Participatie-kontrakt. Hier geldt geen volledig vaste prijs; de prijs wordt (mede) bepaald door de opbrengst van het produkt bij verhandeling door de afnemer. Vaak wordt wel een bepaalde minimum prijs gegarandeerd. De meeropbrengst wordt dan in een bepaalde verhouding verdeeld tussen teler en afnemer. Het te verdelen bedrag kan worden be paald aan de hand van de werke lijke opbrengst die afnemer ont ving, maar ook wel op basis van beursnoteringen. Het prijs- en marktrisiko blijft hierbij ook voor een deel bij de teler. Pool-kontrakt. Als regel wordt hierbij geen prijs bepaald. De prijs wordt helemaal bepaald door hetgeen de afnemer voor het produkt maakt. De opbrengst van de totale hoeveelheid produkt van een aantal telers gezamenlijk wordt bij deze kontraktvorm in een bepaalde verhouding ver deeld tussen telers en afnemers. Bij de poolkontrakten komt ook een vorm voor, waarbij sprake is van een gegarandeerde mini mumprijs. Een kontraktvorm die wel gebruikt wordt bij de witlofteelt, willen we hier ook noemen. Het gaat daarbij om de z.g.n. "deelteelt". Teler teelt hierbij witlofwortelen voor de wit lof-trekker. Een vaste prijs daarvoor is niet afgesproken. De teler ont vangt een vergoeding voor zijn pro dukt in de vorm van een deel van de opbrengst die de witloftrekker ont vangt voor het afgeleverde witlof. Het zal duidelijk zijn dat de soort kontrakt waarmee men werkt zeker van belang is, met het oog op de ver deling van de risiko's tussen teler en afnemer. De zekerheid die een kon trakt aan de teler kan bieden is daar van in hoge mate afhankelijk. Sj. de Haan In verband met eventuele schenkingen te doen in 1982 gaarne aandacht voor het volgende. Voor de rechtsgeldigheid van schenkingen is in 't algemeen vereist dat zij bij notariële akte geschieden; voor schenkingen in kontanten, in goederen of in effekten of andere waardepapieren die niet op naam gesteld zijn, die door overgifte van hand tot hand tot stand komen, behoeft men echter niet naar de notaris te gaan. Voor het bestaan van een schenking lingen voor het recht van schenking. is nodig, dat zij geschiedt uit vrijge vigheid, d.w.z. dat het de bedoeling moet zijn een bevoordeling tot stand te brengen. Een bevoordeling is er alleen, indien de begiftigde - degene die geschonken krijgt - een vermeer dering van vermogen ondergaat. Dit kan plaatsvinden, doordat men een bepaalde zaak (bijv. kontanten of sieraden) verkrijgt en ook doordat een schuld wordt kwijtgescholden. De bevoordeling dient te geschieden ten koste van het vermogen van de schenker, terwijl het motief van de gene die schenkt niet van belang is. Het recht van schenking en het recht van successie - beide belastingen - worden geheven krachtens dezelfde wet, de Successiewet 1956. De hef fing vindt plaats van degene die ver krijgt. Het recht van schenking wordt geheven van de waarde van al wat door schenking wordt verkregen en het recht van successie van dc wet krachtens erfrecht wordt verkregen. Het op het door schenking verkrege- ne toe te passen tarief is gelijk aan liet tarief voor het recht van succes sie. Omdat de tarieven hoger worden naarmate men meer schenkt of bij overlijden meer nalaat, kan het inte ressant zijn om tijdens het leven schenkingen te doen. Dat kan leiden tot besparing van belasting. Heeft een schenking onroerende zaken - gronden, gebouwen - tot voorwerp, dan bedraagt het recht van schenking niet minder dan de overdrachtsbelas ting welke verschuldigd kan zijn ter zake van de verkrijging daarvan. Die belasting bedraagt in het algemeen 8% van de waarde van de onroerende zaken. Gehuwde personen, die niet van ta fel en bed zijn gescheiden, worden als één persoon aangemerkt, zodat splitsing van een schenking over een man en een vrouw geen zin heeft. De naaste verwantschap beslist over de hoogte van het recht van schenking. Schenkingen, welke binnen een be paalde periode tussen dezelfde schenker en dezelfde begiftigde tot stand zijn gekomen, worden samen gevoegd tot één schenking. Deze pe riode is in 't algemeen twee jaar; voor schenkingen tussen ouders en kinde ren geldt echter het kalenderjaar. Aandacht verdienen ook de vrijstel- Voor schenkingen door ouders aan kinderen geldt een vrijstelling tot een bedrag van 5.602,- per kalender jaar. Dit bedrag is steeds vrijgesteld. Voorbeeld: Ouders schenken aan een kind op 15 februari 1982 1.000,— op 15 mei 1982 1.000,— en op 15 december 5.000,—In één kalenderjaar wordt in totaal 7.000,— geschon ken. Hiervan is vrijgesteld 5.602,— zodat over 1.398, recht is verschuldigd. Kinderen die niet jonger zijn dan 18 jaar en niet ouder dan 35 jaar mogen éénmalig een vrijstelling van 28.010,— per kalenderjaar genieten. In welk jaar men daarvan gebruik maakt, kan men zelf bepalen. De éénmalige vrijstelling is echter geleidelijk inge voerd in die zin dat in de hierna ver melde jaren alleen de daarachter ge noemde kinderen ervan gebruik kunnen maken: 1981: kinderen van 18-22 jaar, 1982: kinderen van 18-26 jaar, 1983: kin deren van 18-30 jaar, 1984 en vol gende jaren: kinderen van 18-35 jaar. Voorbeeld: Ouders schenken aan een dochter, die 22 jaar is: op 15 april 1982 10.000,'en op 15 de cember 1982 20.000,— De schen kingen in 1982 zijn in totaal 30.000,— Men doet een beroep op de vrijstelling van 28.010,— zodat over 1.990,— recht van schenking wordt geheven. Schenkingen aan anderen dan be paalde instellingen en kinderen zijn vrijgesteld, indien het verkregen 3.361,niet te boven gaat. Over treft een schenking dit bedrag, dan is het geheel belastbaar. Voor het recht van schenking dient aangifte bij de belastingen te worden gedaan. De termijn van aangifte is in het algemeen twee maanden na de dag waarop de schenking is tot stand gekomen. Voor schenkingen van ou ders aan kinderen dient de aangifte van de in een kalenderjaar gedane schenkingen te geschieden vóór 1 maart van het volgende jaar. In 't algemeen moet geen aangifte* wor den gedaan voor schenkingen die geheel van recht zijn vrijgesteld. Overweegt men iemand uit vrijgevig heid te bevoordelen of denkt men ge schonken te krijgen, dan is het goed van het bovenstaande kennis te ne men. Na het vaststellen van de wet Agra risch grondverkeer door het parle ment, staat nu de konkrete invoering via het nemen van een algemene maatregel van bestuur door de rege ring ter diskussie. Zoals bekend heeft de regering voorgesteld om enkel aan de persoon van de koper of pachter verbonden voorwaarden te stellen. Met name gaat het dan om eisen kwa opleiding en ervaring. De regering is wettelijk verplicht advies aan het Landbouw schap te vragen. Inmiddels heeft het Landbouwschap een nogal terug houdend advies opgesteld, waarin om een aantal aanvullende gegevens wordt gevraagd en invoering op dit moment dan ook niet wenselijk wordt geacht. Met name de werking van de grondmarkt blijkt nog zo on doorzichtig dat de invloed van onder meer het weren van niet agrariërs op de grondmarkt en van het rentepeil onzeker is. Overigens blijkt dat de voorgestelde kriteria ten aanzien van opleiding en ervaring zoveel vraag tekens bevatten, dat ook heel wat boeren die hun hoofdberoep in de landbouw hebben of als bedrijfsop- volger zullen krijgen, voor grond verwerving uitgesloten dreigen te worden. Alle reden om zeker niet overhaast tot invoering van de per soonsgebonden kriteria te besluiten. Overigens lijkt ook het kabinet geen haast te willen maken, getuige de mededeling van minister De Koning dat het wel de tweede helft van dit jaar zal worden. Intussen zullen dan in elk geval nog heel wat wijzigingen in de voorstel len noodzakelijk zijn. Zorgelijk vin den wij, dat aan de positie van de weduwe volstrekt is voorbij gegaan. En dat terwijl ook de regering de mond zo vol heeft van het gezinsbe drijf. Intussen wordt er ook weer aan regionale invoering van de wet ge dacht. Me dunkt dat dit voor per soonsgebonden kriteria volstrekt on zinnig is. Dat zou immers betekenen dat men in het ene deel van het land over ervaring en opleiding dient te beschikken en in het andere deel van het land niet. Om over de "grensgevallen" nog maar niet te spreken. Bedrijfsgebon den kriteria worden voorlopig ge lukkig niet noodzakelijk geacht. Ik wil nog eens benadrukken dat we vanuit het KNLC bedrijfsgebonden kriteria ook volstrekt ongewenst achten en ons daartegen zullen blij ven verzetten. Ik vraag mij tevens meer en meer af of het, de bewegingen op de grond markt overziend en de grote proble men die al beperkte persoonsgebon den kriteria in de uitvoeringssfeer opleveren, niet beter is de hele wet Agrarisch grondverkeer nu maar gauw te vergeten. En of het weren van niet-agrariërs op de grondmarkt, hetgeen binnen het KNLC toch de enige belangrijke reden is om even tueel met persoonsgebonden kriteria akkoord te gaan, op deze wijze niet meer na- dan voordelen voor de boerenstand oplevert. De grote ver scheidenheid van grondprijzen die we op dit moment waarnemen van een te laag niveau van krap 15.000,- per ha tot het te hoge ni veau van circa 50.000,- per ha, laat zien dat we eigenlijk met deze wet geving niet wezenlijk zinvol de grondmarkt kunnen beïnvloeden. Minister De Koning wil kennelijk de grondprijzen stabiliseren op een ni veau van 20 tot 25 duizend gulden. Ik vind dat maar een zinloze, theo retische uitspraak, die niet strookt met de praktijk van de grondmarkt, waar een veel grotere prijsdifferen tiatie zonder meer noodzakelijk blijft om de vele facetten, die aan de "waarde" voor de eigenaar en ge bruiker van agrarische grond vastzit, tot uitdrukking te brengen. Luteijn J. Spijk Landbouwschap gewestelijke raad voor Zeeland Over deelrapport landbouw Op het moment worden studies uitgevoerd ter voorbereiding van de keuze zoet-zout voor het Grevelingenmeer. Deze studies hebben betrekking op diverse sektoren die belang hebben bij deze keuze zoals, vanzelfsprekend, de landbouw maar ook visserij, natuurbehoud en rekreatie. De studie over het landbouwgedeelte is nu gereed. Er is onderzocht welke voordelen aan een goede landbouwwa- tervoorziening voor het eiland Schouwen-Duiveland verbonden zijn. Daarbij zijn verschillende ontwikkelingsmogelijkheden in de bedrijfsvoering nader bekeken. Tevens is nagegaan welke voorzieningen moeten worden getrof fen om het water bij de percelen te krijgen en welke kosten hiervoor gemaakt moeten worden. Over deze onderzoekresultaten zal op 26 februari een voorlich tingsmiddag worden gehoucjen door het Landbouwschap waar door de onderzoekers van de verschillende diensten een toe lichting zal worden gegeven. Het programma van de middag ziet er globaal als volgt uit: Na de opening door de heer L.J. van Gastel, voorzitter van de distriktsraad van het Landbouwschap zullen inleidingen wor den gehouden door: Ir. H. Ton (Landinrichtingsdienst), voorzitter van de onder zoekswerkgroep over de achtergronden en enkele algemene as- pekten van het onderzoek, door Ir. P.K. Cevaal, Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (P.A.G.V.), over baten van een goede zoetwatervoorziening en de mogelijkheden in de bedrijfsontwikkeling en door Ing. J.W. Busser (Landinrichtingsdienst) over de kosten van de water voorziening en een ontwerp wateraanvoerplan. Hierna is er de mogelijkheid tot het stellen van vragen en diskussie. Deze voorlichtingsbijeenkomst wordt gehouden op vrijdag 26 februari a.s. om 14.00 uur in "Het Huis van Nassau", Lange Nobelstraat 2 te Zierikzee. De bijeenkomst is openbaar; iedere belangstellende is van harte welkom. In de 2e helft van april zal door Rijkswaterstaat een integrale presentatie worden verzorgd van de resultaten van alle werk groepen gezamenlijk, (d.w.z. landbouw, visserij, natuur en land schap, rekreatie). Plaats en tijdstip van deze bijeenkomst zal nog nader bekend worden gemaakt. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 3