Zorg voor duidelijkheid
EN GOED
Problemen bij verkoop
krachtens art. 1223 B.W.
Grote verschillen
KNLC kommentaar
Teeltkontrakten (I)
Martijn
Zekerheid
Huurbeding
Wijziging
glasafbraakregeling
Onderneming en
vergunningen
De teelt van gewassen op kontrakt is
een werkwijze die in land- en tuin
bouw al lang voorkomt. Aanvanke
lijk ging het daarbij met name om
wat handelsgewassen, de vermeer
dering van zaden en de teelt van
specifieke produkten voor de kon-
servenindustrie. Later heeft de kon-
traktteelt zich echter ook uitgebreid
tot tal van andere gewassen. Voor
boer en tuinder gaat het er daarbij
om, zekerheid te krijgen, dat hij met
zo'n teelt een bepaalde geldop-
brengst kan bereiken. Dat kan echter
alleen maar als het kontrakt waar
mee gewerkt wordt goed is. En daar
mankeert helaas nog wel eens wat
aan.
Een kontrakt is de schriftelijke be
vestiging van een overeenkomst die
tussen partijen over een bepaalde
zaak is afgesloten. Het is van het
grootste belang, dat alle afspraken
die zijn gemaakt, daarin op een dui
delijke wijze zijn weergegeven. Dat is
de beste manier om latere menings
verschillen over wat er wel en niet
afgesproken werd, te voorkomen.
De rechten en plichten van beide
partijen die bij zo'n overeenkomst
betrokken zijn, moeten in het kon
trakt terug te vinden zijn. Duidelijk
moet zijn vastgelegd:
tussen wie de overeenkomst
geldt;
waarom het gaat; b.v. welk pro-
dukt. welke hoeveelheid, welke
kwaliteit en. welke prijs;
wat er is afgesproken over zaken
Sedert 1960 verlieten
dagelijks 1300 boeren hun
bedrijf
Ongelooflijk, maar toch waar,
sedert 1960 verlieten dagelijks
gemiddeld meer dan 1.300 aktie-
ve boeren en tuinders hun bedrijf.
In 1960 waren er nog 17 miljoen
aktieve boeren in de E.G., in 1980
nog 8 miljoen, of een daling met 9
miljoen op 20 jaar. Dat vertelde
de heer Fitterer. attaché bij de
Europese Kommissie, op de jaar
lijkse studiedag van de federatie
van de hoerengilden uit Waals
Brabant aangesloten bij de Boe
renbond.
Geboren op 9 februari 1982,
Constatijn Jacob Pieter, Zoon
van Carolien en Jaap van Mal-
degem-Markusse. Esdoornstraat
22.4431 DE's-GravenpoIder.
Rektifikatie Uitgifte
landbouwbedrijven in
Zuidelijk Flevoland
In het artikel "Uitgifte van land
bouwbedrijven in Zuidelijk Fle
voland" dat wij 22 januari plaat
sten is het zetduiveltje storend
bezig geweest. Gegadigden wer
den nl. uitgenodigd 17,50 te
storten op gironr. 859847 om voor
een nieuw bedrijf in aanmerking
te kunnen komen. Dit gironr.
moet evenwel zijn 869847.
als; teeltvoorwaarden, leverings
voorwaarden, - plaats en - ter
mijnen, het dragen van risiko's.
hoeveelheid - en kwaliteitsbepa-
ling.
Alles bij elkaar een hele waslijst van
zaken die in een goed kontrakt gere
geld behoren te zijn. Een opsomming
die overigens niet pretendeert geheel
volledig te zijn.
Uiteraard is de zekerheid
die een kontrakt biedt niet al
leen afhankelijk van het feit of er iets
over al deze zaken geregeld is. Wat
daarover is afgesproken is ook van
het grootste belang. Als de regelin
gen zodanig vaag zijn omschreven of
zoveel ruimte bieden, dat de weder
partij zich gemakkelijk aan zijn ver
plichtingen kan onttrekken, geeft
een kontrakt weinig zekerheid. Het
zelfde is het geval als de bepalingen
zodanig zijn gemaakt, dat het risiko
van de teelt uitsluitend of in hoofd
zaak voor rekening van de teler is.
In een goed kontrakt is vaak ook
aangegeven hoe eventuele geschillen
over de overeenkomst dienen te
worden opgelost. Dat is van belang,
omdat een normale gerechtelijke
procedure zich daarvoor als regel
niet zo goed leent. Deze is daarvoor
vaak te omslachtig en ook te duur.
Daarom is een goede arbitragerege
ling in een kontrakt, waarmee ge
schillen op een snelle en niet te kost
bare wijze kunnen worden geregeld,
erg belangrijk.
En tenslotte nog dit. Ook al moeten
in een goed kontrakt voor de duide
lijkheid een heleboel zaken vrij strak
omschreven zijn, het is niet persé
nodig dit altijd als een "ijzeren wet"
te hanteren. Het hoeft niet altijd on
der alle omstandigheden bij de uit
voering tot de laatste letter te worden
uitgeplozen. Integendeel: het plezie
rigste is een wat soepele hantering
van het kontrakt door beide partijen.
Maar het blijft de basis waarin de
gemaakte afspraken goed vastliggen.
Op grond daarvan moet de overeen
komst op een goede, zakelijke wijze
kunnen worden uitgevoerd.
Sj. de Haan
Tegenwoordig kan men in de advertenties waarin de verkoop van on
roerende goederen worden aangekondigd menigmaal lezen dat dit ge
beurt krachtens artikel 1223 B.W.
Vrijwel ieder weet dan dat de schuldeiser die hypotheek heeft bedongen
als zekerheid voor geldlening gebruik maakt van zijn recht tot verkoop
van het onderpand omdat de verplichtingen tot betaling van rente en
aflossing niet zijn nagekomen.
Er doen zich in zulk een situatie al
tijd verschillende problemen voor.
Problemen voor de schuldenaar,
wiens positie meestal zeer precair is.
Hij zal het onroerend goed binnen
korte tijd moeten verlaten en of dat
nu een huis dan wel een zakenpand
is, moeilijkheden zijn er vrijwel al
tijd.
Maar ook voor de verkoper; degene
die de verkoop op touw zet zijn er
levensgrote problemen. Zo onder
andere de vraag of de verkoper om
zetbelasting verschuldigd is of dat dit
de notaris is, omdat deze de veiling
verricht.
Een moeilijke vraag is nog, hoe de
koper op de veiling krachtens art.
1223 zichzelf het bezit kan verschaf
fen als de eigenaar weigerachtig is het
perceel te verlaten.
Problemen doen zich ook voor op het
terrein van de huur- en pachtover
eenkomsten, als de huurder het
verkochte huis niet wil verlaten staat
de koper machteloos.
De oude rechtsregel "Koop breekt
geen huur" wordt hier volle toepas
sing.
Hoe echter gaat het als op het on
roerend goed een hypotheek rustte
en de huur- of pachtovereenkomst in
strijd met de hypothecaire akte is tot
stand gekomen.
In elke hypotheek-akte staat name
lijk dat schriftelijke toestemming van
de hypotheekhouder vereist is voor
het aangaan van een huur- of pacht
overeenkomst van het onderpand.
Deze bepaling werkt ook tegen der
den, dat wil zeggen dat ook de huur
der of pachter gebonden is aan de
bepaling.
Dat komt omdat de hypotheek-akte
wordt ingeschreven in de openbare
registers. Iedereen kan er kennis van
nemen. Als hij, ook de huurder of
pachter, dit niet doet, is dit tot zijn
eigen schade.
Het beroerde is dat men in de prak
tijk doorgaans niets merkt van de
werking van het huurbeding.
De eigenaar heeft verhuurd of ver
pacht zonder vergunning te vragen
aan de hypotheekhouder maar zo
lang rente en aflossing regelmatig
worden betaald komen er van de
hypotheekhouder geen protesten.
Eerst dan wordt een beroep op het
huurbeding gedaan wanneer de
schuldenaar in gebrek blijft en de
schuldeiser tot executie overgaat.
Hij kan zich dan beroepen op de
nietigheid van de huur- en pachtover
eenkomst, en de rechter verzoeken
deze nietigheid uit te spreken. In het
algemeen zal de rechter dit doen en
dan rest de huurder of pachter niets
anders dan het gehuurde of gepachte
te ontruimen.
Uit maatschappelijk oogpunt is een
andere situatie niet mogelijk. In het
•algemeen heeft verhuring en ver
pachting een sterk waardeverminde-
rend effekt.
De schuldeiser zou zeer in zijn be
langen kunnen worden getroffen als
de schuldenaar zonder toestemming
van de hypotheekhouder tot verhu
ring kon overgaan.
Het gehele systeem van hypotheek
verlening zou daardoor worden aan
getast en dat is uit maatschappelijk
oogpunt niet aanvaardbaar.
Attent zijn bij het sluiten van een bij
voorbeeld een pachtovereenkomst
tussen vader en zoon maar ook met
derden is echter vereist. Als er een
hypotheek op rust en er geen toe
stemming van de hypotheekhouder is
verkregen kan de huur- of pachtover
eenkomst die is tot stand gekomen
na de inschrijving van de hypotheek
nietig worden verklaard met alle be
roerde gevolgen vandien.
C. Paauwe
Bij alle discussie over het markt- en
prijsbeleid in de EG trekt vooral het
cijfer van de gemiddelde verhoging
der richt- en interventieprijzen aller
aandacht.
Door dit gemiddelde cijfer worden
de steeds grotere wordende verschil
len binnen de EG van de tien min of
meer naar de achtergrond gedron
gen. En toch zijn het juist die grote
verschillen, die ons voor de toekomst
de nodige zorgen geven.
Belangrijkste gegeven is wel de sterk
uiteenlopende inflatie per land en
daarmee de kostenontwikkeling voor
betrokken boeren en tuinders. De
ruim 16% prijsverhoging die door het
COPA wordt verlangd, is opge
bouwd uit een gemiddelde kosten
ontwikkeling voor de EG van circa
12% gedurende het afgelopen jaar,
met daarnaast ruim 4% inhalende
achterstand door te lage prijsverho
gingen in het voorjaar van 1980 en
1981. Beseft moet worden, dat die
12% evenwel het gemiddelde is van
een kostenontwikkeling in West-
Duitsland en de Benelux van circa
8% tot boven de 20% in Italië, Ierland
en Griekenland. Het zal duidelijk
zijn, dat daardoor een gemiddelde
prijsverhoging voor diverse landen
heel anders uitwerkt. Weliswaar
vindt enige correctie via de onder
linge waardeverhouding van de di
verse munteenheden (monetair-
compenserende bedragen) plaats,
maar dat is toch vooral voor landen
met zeer hoge inflatie onvoldoende.
De boereninkomens in deze landen
blijven dan ook relatief meer bij de
inkomens in de rest van de maat
schappij achter dan bijvoorbeeld in
ons land.
Een tweede verschil betreft de struc
turele ontwikkeling van de agrari
sche sector als zodanig. Hier speelt
naast factoren als klimaat, bodem
gesteldheid, ligging ten opzichte van
grote havens en dergelijke zeker ook
het gevoerde nationale landbouwbe
leid een belangrijke rol. Zeer duide
lijk is dat in die landen waar hef be
leid gericht is op versterking op de
factor ondernemer via combinatie
van voorlichting, onderwijs en on
derzoek, verbetering van cultuur
technische omstandigheden en con
centratie en samenwerking bij aan
koop en afzet, de ontwikkeling van
land- en tuinbouw belangrijk verder
is voortgeschreden dan daar waar
men vooral het beleid gericht heeft
op inkomensverbetering op korte
termijn via toeslagen zoals in Frank
rijk of verregaande belastingfacili
teiten zoals in West-Duitsland.
In wezen gaat de discussie over het
toekomstig Europees landbouwbe
leid ook over deze principiële be
leidslijn. Blijven streven naar een
agrarische sektor die zo goedkoop
mogelijk produceert met gebruik
making van alle technische moge
lijkheden, of wel het beleid richten
op handhaving van alle bestaande
bedrijven, meer part time-landbouw.
contingentering met veel hogere kos
ten voor consument en belastingbe
taler. Het is duidelijk dat Nederland
als groot agrarisch exportland zonder
meer voor een zo efficiënt mogelijk
producerende land- en tuinbouw zal
moeten blijven kiezen op straffe van
drastische aantasting van werkgele
genheid in onze agrarische sector.
Wel is het duidelijk dat dit ook in
houdt marktgeoriënteerd produce
ren en rekening houden met de
noodzaak om een politiek klimaat in
de EG te handhaven, wat er voor
zorgt dat de Europese markt voor
onze produkten open blijft.
Kortweg dus, oppassen met een te
sterke produktietoename in sectoren
waar de markt in wankel evenwicht
is (melk, varkens, suiker, aardappe
len. bloemen) en ook oppassen dat
wij niet onze Nederlandse positie op
zodanige wijze binnen de EG uit
breiden dat daardoor de politieke
besluitvorming ons ernstig gaat hin
deren. In dit kader is het zeker niet
steéds meer een boerenbelang om
ons aandeel op de EG-markt te blij
ven vergroten.
LUTEIJN.
Het bestuur van het Ontwikkelings-
en Saneringsfonds voor de Landbouw
heeft besloten tot wijziging van de
bijdrageregeling in de kosten van af
braak van ekonomisch verouderde
glasopstanden.
In de gewijzigde opzet zijn de premie
die worden gegeven bij afbraak van
staand glas, samengaand met volle
dige bedrijfsbeëindiging, bepaald
op:
- 16,— per m2 voor de eerste
4.000 m2;
- 14.— per m2 voor de volgende
4.000 m2;
Vergunningen en de problemen rond
het verkrijgen ervan vormen voor
veel ondernemers een dankbaar on
derwerp van gesprek, om niet te
zeggen een bron van ergernis.
Om te trachten in elk geval overbo
dige problemen uit de wereld te hel
pen geven de ministeries van Volks
gezondheid en Milieuhygiëne en van
Ekonomische Zaken een brochure
uit, onder de titel:
"Onderneming en Vergunningen".
In deze brochure wordt een aantal
belangrijke vergunningen, waarmee
ondernemers te maken kunnen krij
gen, behandeld. Enkele weken gele
den kwam de nieuwste, geheel her
ziene druk van "Onderneming en
Vergunningen" uit. Deze is verkrijg
baar bij het Bureau Informatie van
het ministerie van Ekonomische Za
ken.
Een aantal belangrijke vergunningen
waarmee een onderneming te maken
kan krijgen:
Hinderwet - Mijnreglement - Wet-
verontreiniging oppervlaktewater -
Wet inzake de luchtverontreiniging
- 12,— per m2 voor de daarop
volgende 4.000 m2;
- boven de 12.000 m2 wordt geen
bijdrage in de afbraakkosten ge
geven, zodat de totale premie dus
nooit meer dan 168.000,— per
bedrijf kan bedragen.
De aanvraagmogelijkheid voor de
regeling is opengesteld tot uiterlijk
eind 1983.
De bijdrageverlening op grond van
dit besluit vindt plaats indien de
Kommissie van de Europese Ge
meenschappen hiertegen geen be
zwaren heeft.
Opnieuw varkenspest in West
Zeeuws-Vlaanderen
Woensdag 3 februari j.I. is in Zeeuws
Vlaanderen opnieuw varkenspest
gekonstateerd en wel op een bedrijf
naast dat waar een maand geleden
varkenspest werd ontdekt.
Ook nu zijn weer alle varkens en
biggen van dit bedrijf afgevoerd naar
de destruktor en geldt een handels
verbod binnen een straal van 8 km.
Dit handelsverbod zal duren tot 15
dagen na de laatste "pest-melding".
Voorlopig zullen geen verdere maa
tregelen worden genomen.
Bij het ter perse gaan van dit num
mer vernamen wij dat in dezelfde
omgeving op dinsdag 9 febr. op
nieuw een geval van varkenspest
heeft voorgedaan.
Dierenartsen in Frankrijk
Vanaf 1 januari 1982 wordt in
Frankrijk b.t.w. heven op de ho
noraria van de dierenartsen. Dit
wil zeggen dat vanaf dan elk be
drag dat de dierenarts van zijn
kliënt vordert met 17% verhoogd
wordt, zijnde de b.t.w.
Deze regeling geldt zowel voor de
landelijke- als voor de stadsprak-
tijk.