"Je kunt ais boer echt nog wel wat aan je eigen positie doen" "Marges aan opbrengsten en kostenkant zijn smal" Tuinbouw voor werkgelegenheid belangrijke sektor I Bedrijven op maat van de mens Konklusie: ZL M-studiedag: Voorzitter Akkerbouwkommissie v.d. Maas: Ondernemerschap Samenwerking Studieclubs Kwaliteit en afzet Maatschappelijke inbreng Uitslag van de stemming op de Z.L.M.-studiedag - Er is nog best het een en ander te verbeteren aan het ondernemerschap van de boer. - de kwaliteit en de afzet van de produkten behoeven voortdurende zorg en verbetering. - aan de samenwerking tussen boeren en loonwerkers en tussen boeren onderling schort nogal wat, - het belang van studieclubs wordt door veel boeren onvoldoende on derkend, en - de maatschappelijke inbreng van veel boeren is onvoldoende Vooral aan deze 5 aspekten kan en moet in de agrarische sektor het een en ander worden verbeterd. Door de boeren zelf. Aldus de uitslag van een opiniepeiling onder ca. 200 afgevaardigden van ZLM-afdelingen die zich vrijdag 5 februari jl. in discussiegroepen uitvoerig en met veel enthousiasme hebben beraden op het thema "Wat kan een boer er zelf nog aan doen?". Veel ondernemers waren van mening dat aan het ondernemersschap als zoda nig nog wel iets valt bij te schaven, getuige deze opname waarop dit duidelijk tot uiting komt. "Ook een uiterste krachtsinspanning in bedrijfstechnischen en be drijfseconomische zin om te trachten de rentabiliteitsbres in de ak kerbouw te dichten (700,— per jaar, nu verhoogd met 200,— per ha per jaar in de toekomst) zal totaal onvoldoende zijn om de problemen op te lossen en in geen verhouding staan tot de problematiek waar het zuid westelijk akkerbouwbedrijf mee wordt gekonfronteerd". Deze mening debiteerde de voorzitter van de Z.L.M.-akkerbouwkommissie, de heer H.C. van der Maas vrijdag 5 februari j.l. op de studiedag van de Z.L.M. over "Wat kan je er zelf aan doen?". Deze studiedag die was georgani seerd door de ZLM en plaats vond in "De Prins van Oranje" te Goes, moet worden gezien als een vervolg op de vorig jaar gehouden studiedag waar het thema "Wat kan de overheid voor de boer doen?", centraal stond. Het hoofd van de SEV van de ZLM ing. J. Markusse gaf aan het eind van de dag kommentaar op de belang rijkste aspekten die resulteerden uit de diskussiegroepen waarin de ZLM-leden de hand es in eigen boe zem staken. T.a.v. het ondernemerschap vroeg hij zich bezorgd af of bij allerlei mo derne ontwikkelingen de mens niet steeds meer op de laatste plaats gaat komen. "Zijn wij zo vroeg hij zich af, wel gelukkig met steeds meer?" La ten we beseggen dat we in de land bouw niet alleen meer uit de voeten kunnen met begrippen als prestatie en konkurrentie. Voor veel boeren gelden ook andere waarden die we dienen te respekteren." Wat de samenwerking tussen boer en loonwerker en tussen boeren onder ling betreft, is er t.a.v. de arbeid niet zoveel mogelijk maar bij de inzet van werktuigen zou, aldus de heer Mar kusse nog best gespaard kunnen worden, gezien de in de praktijk ge- konstateerde verschillen van soms honderden guldens per ha. Daarbij is de konkurrentie tussen de loonwer kers zo hard dat men elkaar kapot maakt. "Boeren doen daar aan mee door zeer scherpe prijzen te vragen. Zowel de boer als de loonwerker moeten in beider voordeel tot een goede samenwerking komen. Een te sterke overmechanisatie kan daar mee worden voorkomen". In het algemeen is er momenteel geen sprake van spektakulaire ve randering in de tuinbouw in het zuidwesten van ons land. Wel is er een groei van produktie die voorna melijk gerealiseerd wordt door de uitbreiding van arbeidsintensieve gewassen. Hoewel het aantal ar- Veel deelnemers bleken gezien de uitslag van de stemming weel waarde te hechten aan een stimulering van de studieclubs door de landbouwor ganisaties,. Enigszins verbaasd kon- stateerde Markusse dat bedrijfseco nomische begeleiding niet sterk uit de bus was gekomen. "De onderne mer moet vroegtijdig kunnen waar nemen waar de problematiek in zijn bedrijf zit. Eenvoudige kengetallen en of deelboekhoudingen zijn daar bij onontbeerlijk en belangrijke ge gevens moeten snel ter beschikking zijn" De heer Markusse acht het daarbij noodzakelijk dat er meer sa menwerking komt tussen boekhoud- bureaus en de SEV, en of de land bouwvoorlichtingsdiensten Door nauwer kontakt en onderlinge uit wisseling van gegevens kan de boer snel op de hoogte gebracht worden van zijn fouten. beidsplaatsen een afbuigende lijn geeft te zien, blijft ook in het kader van werkgelegenheid de tuinbouw een belangrijke sektor. Dit zei de voorzitter van de tuinbouwkommis- sie, de heer M.J. Goud, vrijdag 5 febr. j.l. op de studiedag van de Z.L.M. in de "Prins van Oranje" te Goes. Voorlopig los gezien van het al dan niet beschikbaar komen van zoet water zal de tuinbouw in de nabije toekomst in ons-gebied bij eenzelfde infrastruktuur zich volgens Goud moeten blijven richten op vernieu wing, aanpassing en modernisering van het produktieapparaat. De be drijfstak fruitteelt bevindt zich b.v. momenteel in zulk een renovatie proces. De heer Goud gaf alvast enige voor zetten voor de groepsdiskussie over de vraag "Wat kun je er zelf nog aan doen?". Zo dient de ondernemer zich af te vragen: - Waar ben ik mee bezig gelet op aard en gerichtheid van produk- Ook zijn volgens het hoofd van de SEV vervolgkursussen op het be drijfseconomische vlak nodig om de cijfers van het eigen bedrijf beter te leren kennen. Uitdrukkelijk wees Markusse erop dat niet het telen alleen belangrijk is maar dat ook de afzet van de pro dukten van zeer grote betekenis is. Hij bepleitte dan ook een kollectieve benadering van de markt. "Noch de boer noch de handel moet enkel naar de kwaliteit en winst van vandaag kijken maar moet ook de perspektieven op lange termijn zeer goed onder ogen blijven zien, anders rijzen er problemen". Hij verwees daarbij naar de uien en aardappelen op de West-Duitse markt die het in de harde konkurrentieverhoudingen steeds moeilijker krijgen. Veel deelnemers bleken ook hun stem te hebben gegeven aan de maatschappelijke inbreng van de boer die in veel gevallen wel beter zou kunnen zijn. Markusse onder streepte dat nog eens: "We zitten midden in dat maatschappelijk ge beuren en hebben er als boer erg veel mee te maken. Dat hebben milieu mensen ook en zij komen goed voorbereid op allerlei bijeenkom sten. Ook wij als boeren zullen ons buiten het eigen bedrijf moeten bezig houden met de dingen die daar ge beuren en ons daarin bekwamen". J. Wierenga tie naar volume en kwaliteit; - ben ik als technisch vakman, slagvaardig genoeg in het snel evaluerende proces van produkt- vernieuwing, aanpassing, uitbrei ding van teelten en afstemming op afzetmarkt; - Andere gerichte kwaliteiten van de ondernemer: Kom ik b.v. met behulp van een bedrijfsekonomi- sche boekhouding tot juiste ana lysering van zijn bedrijfsresul taat? Is er een gericht streven om te komen tot een beter inzicht - overzicht, betreffende investerin gen, financiering, liquiditeit en vermogensontwikkeling? Maak ik voldoende gebruik van be schikbare deskundigheid buiten bedrijf (S.E.V.-voorlichting); - ben ik als individuele onderne mer in mijn opstelling en instel ling voldoende offensief gericht t.a.v. verbetering in de afzet? (methode en afzetkanalen). - Worden de mogelijkheden tot samenwerking, in mechanisatie, opslag en bewerking voldoende benut? De heer van der Maas kwam tot deze konklusie na een betoog waarin hij met behulp van veel cijfers aantoon de dat de akkerbouw in het Zuid westen in de netto-opbrengst kapa- citeit per ha sterk is achter gebleven en dat dit gat ieder jaar groter wordt. "Zelf iets doen aan dichting van dat gat is aan de opbrengstenkant slechts zeer ten dele mogelijk, terwijl aan de kostenkant veel minder zelf te doen is dan sommigen beweren". Van der Maas zei tamelijk skeptisch te staan t.a.v. de deeloplossingen en of aanbevelingen die via de diskus siegroepen in de eindstemming boven zouden komen drijven. "Ze zullen te vergelijken zijn met een aantal losse kruimels die met elkaar nog niet één boterham uit zullen maken", merkte hij voor de gespreksrondes op. Naar zijn stellige overtuiging zal de werke lijke voeding moeten komen van za ken zoals de studiedag die vorig jaar ("Wat kan de overheid doen?") aan gegeven en uitgesproken heeft. "Op straffe van een totaal nederlands akkerbouwfaillisscment blijft daarom de primaire taak van een landbouw organisatie de behartiging van de ge zamenlijke en individuele materiële In de melkveehouderij: de melkgift per koe, de gehaltes van de melk, tussenkalftijd, gezondheidstoestand van de veestapel, de geboorte en op fok van kalveren en zeker niet in de laatste plaats de ruwvoedervoorzie- ning. de mestveehouderij: het uitgangsma teriaal, gezondheidszorg, alsmede een voldoende groei per dier per dag. de varkenshouderij: uitgangsmate riaal, gezondheid, voederkonversie, uitvalpercentage en in de zeugen- houderij het aantal biggen per zeug per jaar. de pluimveehouderij: percentage leg per opgezette hen, uitvalpercentage en gezondheidszorg. Naar de mening van Van Veldhuizen is konstante aandacht van groot be lang om een efficiënte produktie te verwezenlijken. Ook andere zaken zoals: bedrijfsopzet en financiering zijn van het allergrootste belang. Rendabel investeren alsmede een rendabele arbeidsbenutting beïn vloeden zeer sterk het uiteindelijk resultaat. Van Veldhuizen onderstreepte dat bedrijven op maat van de mens moe ten zijn. "Ieder bedrijf moet afges temd zijn op de ondernemer. Wat voor ondernemer A geldt, kan voor ondernemer B geheel anders zijn. Niet hét getal of de grootte zijn van doorslaggevende betekenis. Een te zware belasting van de ondernemer gaat ten koste van dit ondernemer- belangen van de leden t.o.v. de maat schappij en de overheden". Desalniettemin kwam de heer van der Maas met een proeve van enige aanbevelingen. Een greep daaruit: een zo goed mogelijke samenwer king tussen akkerbouwbedrijven of tussen akkerbouwbedrijven en loon bedrijven en of veehouderijbedrij ven (mest). Het verhogen van de in- brengsten en een goede bedrijfseko- nomische boekhouding, saldoverge lijkingen en kostenbewaking. Als andere mogelijkheden meende hij intensivering van het bouwplan met tuinbouwgewassen, het aantrekken van een veehouderijtak op een ak kerbouwbedrijf of zelfs gaan men gen. Ook een betere kwaliteitsbewa king en bevordering van de afzet en export zijn van groot belang, aldus Van der Maas, die ten slotte wees op het belang van lobbyen in de natio nale en Brusselse politiek en op de noodzaak van een betere deelname in de politiek door de boeren. De akkerbouwkoppen moeten we bij elkaar steken om meer gebundeld en beter gekoördineerd de akkerbouw- belangen bij de overheid op tafel te kunnen leggen. schap en heeft tot gevolg een onvol doende of geheel niet funktioneren in gezin en maatschappij". Hij waar schuwde ervoor dat de ondernemer niet doorslaat en te intensief bezig is met z'n bedrijf want dat gaat vaak ten koste van de maatschappelijke be trokkenheid en van het gezin. Ander zijds een te grote betrokkenheid bij het maatschappelijke gebeuren gaat ten koste van het bedrijf. Ondernemerschap 152 Kwaliteit van het produkt 125 Afzet 122 Samenwerking no Studieklubs joo Maatschappelijke inbreng van de boer 9-7 Public Relations 73 Bodemstruktuur verbeteren 59 Boekhouding 59 Verkaveling $g Intensivering 44 Opbrengstverhoeing -ja De boer moet zich positiever opstellen 34 Financiering 31 Inschakelen van de vrouw 11 Part-time 8 1134 Bezien we de tuinbouw in het zuidwesten van ons werkgebied dan blijkt deze 23% van de agrari sche produktie te leveren. Er valt over de afgelopen 10 jaar een lichte uitbreiding van het totale areaal te konstateren. De opper vlakte van zowel klein fruit als appelen en peren is echter afge nomen. Mede door het gemis van een centrumfunktie is er in ons werkgebied geen groei van de glastuinbouw. De teelt van knol len en bollen blijft vrijwel gelijk. Wel is door verdere mechanisatie en specialisatie de gemiddelde oppervlakte per bedrijf groter ge worden. Dit vertelde de heer M.J. Goud vrijdag 5 febr. j.l. op de stu diedag van de Z.L.M. Tuinbouw laatste 10 jaar in Zuidwesten iets toegenomen De heer W. van Veldhuizen gaf de deelnemers aan de studiedag dis- kussiemateriaal mee door te wijzen op een aantal belangrijke zaken in de veehouderij. Bekend is, zo zei de voorzitter van de veehouderijkom missie, dat bedrijven die onder hetzelfde markt- en prijsbeleid en in dezelfde regio onder vergelijkbare omstandigheden werken, toch heel sterk verschillende resultaten weten te bereiken. Hij gaf aan waar de invloed van de ondernemer bepaald duidelijk aanwezig kan zijn. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 13