Zoet water i n Zeel and D e vraag dringt zich nu op of bij D e tabel onderstreept nog eens de moeilijke konkurrentiepositie die uit het tekort aan zoet water voortvloeit. Het rapport van het Landbouwschap konkludeert, dat 26 miljoen meer bruto inkomen wordt verkregen in het gebied ten noordén van de Wes- terschelde bij een volledige water voorziening. D e tijd ligt achter ons dat Zeeland met zijn agrarische opbrengsten aan de top stond. Dat was in de tijd dat er sprake was van afsluiting van de zeearmen, met vorming van een groot zoet Deltameer. Juist omdat men toen hogere opbrengsten had dan elders in ons land, twijfelden som migen aan het nut van zo'n zoet meer. 2e. velen belang kunnen hebben bij een inzicht inzake de kans van slagen die men heeft om binnen het eigen bedrijf zoet water in de bodem aan te treffen. Zoetwatervoorraden in de bodem worden meestal aangetroffen op plaatsen waar het veen ontbreekt en waar de ondergrond tot grote diepte uit een goed doorlatend zandig pak ket bestaat. Een voorbeeld hiervan is de kree krug tussen Wemeldinge, Kapelle en Goes. Plaatselijk is het mogelijk om, even tueel verdeeld over een aantal ge koppelde bronnen, dit water in vol doende mate uit te ondergrond te halen en in droge perioden te benut ten. Benutting van het neerslagoverschot en de sterk toegenomen behoefte aan zoet water rechtvaardigen een her nieuwde aanpak van dit onderzoek. Gezien in het licht van de Wet Wa terhuishouding die-binnenkort wel haar beslag zal krijgen, alsmede op het provinciale belang dat er mee is gemoeid lijkt de provincie de meest aangewezene om een dergelijk on derzoek te koördineren. De landbouwproduktie en de kwali teit van de produkten dreigen in Zee land als gevolg van de ongunstige agro-hydrologische struktuur steeds meer achter op te raken. In een provincie waar 87% van het grondoppervlak een agrarisch ge bruik heeft lijkt het gerechtvaardigd dat alle potentiële mogelijkheden van vochtvoorziening in die landbouw grondig worden onderzocht. Aldus de heer Van de Weerd, die deze inleiding hopenlijk een nieuwe impuls heeft gegeven bij het streven naar verbete ring van de vochtvoorziening in de Zeeuwse land- en tuinbouw! 17 Opp. cultuurgrond in ha Beregende en bevloeide oppervlakte in 1976 ha 9 Groningen 178470 4615 2,6 Friesland 233157 24866 1 0,7 Drente 172937 6453 3 ,7 Overijssel 212033 22056 1 0,4 Gelderland 263516 - 51011 1 9.4 Utrecht 70384 10842 1 5,4 Noord Holland 148084 37097 2 5,1 Zuid Holland 160433 23830 1 4,9 Zeeland 128016 334 0,3 Noord Brabant 283615 41298 1 4,6 Limburg 115139 17133 1 4,9 IJsselmeerpolders 93893 18090 1 9,2 Nederland 2059747 257625 1 2,5 kunnen laten, is door de Commissie Waterbeheersing en Ontzilting in samenwerking met het I.C.W. op Tholen een proefgebied uitgezocht. De verkregen gegevens werden via een computer verwerkt. Het bleek dat om voldoende water in te kunnen laten een deel van de leidingen eventueel zal moeten worden ver breed en kunstwerken verwijderd zullen moeten worden of vergroot. Het grootste deel van het water zal de hoofdleidingen volgen. Op enkele plaatsen zal het naar de hoog gelegen gebieden moeten worden opge pompt. Onderzoekingen op Flakkee toon- cheren, Noord-Beveland en Zuid- Beveland westelijk van het kanaal door Zuid-Beveland zal het onttrek ken uit Zoommeer en Grevelingen vermoedelijk financieel niet haal baar zijn. Andere mogelijkheden om het vochttekort aan te vullen zijn be perkt. a. Gedacht kan worden aan het aanleggen van een bovengronds reservoir. Dit zal echter in het al gemeen niet doenlijk zijn. Zelfs als wordt uitgegaan van een druppelbevloeiing met een be perkte gift van 1 mm /dag gedu rende 150 dagen, dan zal voor iedere ha die bevloeid moet wor den een reservoir nodig zijn met een inhoud van 1500 m3. Bij een waterhoogte in het reservoir van 1 m betekent dit dat de bodem een oppervlakte van 40 x 40 m moet hebben. b. Benutting van het effluent van zuiveringsinstallaties. Hier zijn nogal wat risiko's aan verbonden. Uit een in Delfland uitgevoerd onderzoek kwam naar voren dat: 1. het effluent in kustgebieden een te hoog chloridegehalte heeft; 2. bacteriologisch moeilijkheden kan veroorzaken; 3. het gevaar in zich herbergt vreemde stoffen aan te voe ren. c. Als laatste alternatief geldt de onttrekking van grondwater. Ook hier zijn de mogelijkheden beperkt. Toch wordt hier iets dieper op ingegaan omdat: le. een aantal aspekten die nauw met de grondwateronttrek king in Zeeland te maken hebben nog onvoldoende zijn. onderzocht. het grondwaterbeheer in Zeeland een optimalisering van de zoet-zout- waterhuishouding nog tot de moge lijkheden behoort om op deze wijze de beschikbare hoeveelheden zoet water in de bodem uit te breiden die dan weer kunnen worden gebruikt in het groeiseizoen. Hierop kan' naar de mening van de heer Van de Weerd een positief ant woord worden gegeven, wel is hier onderzoek naar nodig. Jaarlijks worden bijvoorbeeld in pe rioden met neerslagoverschot grote hoeveelheden goed water geloosd op de Scheldestromen. Momenteel vermengt in de polder waterlopen het zoete polderwater uit de relatief hogere gebieden zich met het zoute water uit de lage delen. Technisch vormt het geen enkel pro bleem om het waterlopenstelsel zo in te richten dat voorkomen wordt dat kwalitatief voor de landbouw ge schikt water afstroomt naar of via zoute polderleidingen. Dit water zou vervolgens via een systeem van infil- tratieputten die reiken tot in het wa tervoerend pakket kunnen worden benut voor het uitbreiden van bes taande zoetwatervoorkomens in de bodem of om op deze wijze nieuwe te kreëren. De verdringing van zout door zoet grondwater kan nog worden vers neld door het gelijktijdig afpompen van zout water, dat vervolgens via de kortste weg kan worden afg.evoerd. Op het gebied van de retourbema ling is in de praktijk bij de bouw van kunstwerken al heel wat ervaring opgedaan. Van die ervaring zou gebruik ge maakt kunnen worden. Ongeveer 25 jaar geleden is op be scheiden schaal dergelijk onderzoek al eens opgezet door Prof. Edelman en Ir. van 't Leven. De technologische ontwikkelingen Zelfs op de "zeer goed vochthoudende" grond van de proeftuin voor fruit te Numandsdorp worden goede resultaten verkregen met druppelbevloeiing. genmeer kunnen in de eerste plaats Schouwen, St. Philipsland, Tholen en O.Z. Beveland daarvan profijt hebben. De betrekkelijk hoog gelegen gron den hebben over het algemeen de grootste behoefte aan water. Het ligt voor de hand bij het inlaten van wa ter zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande waterlopen. Deze zijn echter gebaseerd op afwatering, dus de inlaat zal vanuit een hoog gedeel te van het poldergebied moeten plaatsvinden. Om enig inzicht te hebben over de aanpassingen die nodig zijn om de hoeveelheid voor doorspoeling en aanvulling van het vochttekort in te Dat kwam omdat men zich niet rea liseerde dat na de ramp, in het kader van herverkaveling, in Zeeland op grote schaal de ontwatering werd verbeterd. Andere provincies kwa men toen tijdelijk achterop. Maar na verloop van jaren werd ook elders de waterhuishouding verbeterd. En toen kwam men daar in 't voordeel, omdat men niet alleen de ontwate ring aanpakte, maar ook de moge lijkheden voor beregening in toene mende mate ging benutten. Dit tekort aan zoet water breekt Zeeland dus in bepaalde jaren op. De achterstand die onze provincie heeft worden duidelijk gedemon streerd door de volgende cijfers over de oppervlakten die in de droge zo mer van 1976 beregend of bevloeid werden. Beregening kan leiden tot flinke opbrengstverhogingen. Bij een optimale wa tervoorziening in heel Zeeland zou het bruto inkomen van land- en tuinbouw met 40 50 miljoen kunnen stijgen. Vooral Noord Holland komt in deze tabel gunstig voor de dag. In die provincie waren de opbrengsten in 1976 dan ook bijzonder hoog. Zee land valt sterk op in negatieve, ter wijl toch veel grond droogtegevoelig is. Nadeel tientallen miljoenen guldens Als ook Oost en West Zeeuws- Vlaanderen van water zouden kun nen worden voorzien dan moet ge dacht worden aan een bruto meer opbrengst van 40 45 miljoen gulden gemiddeld per jaar. Voor het groot fruit is bij watervoor ziening een effekt van gemiddeld 12% meer opbrengst te verwachten, afgezien nog van de kwaliteitsverbe tering die optreedt. Het L.E.I. heeft berekend dat bij 10% meer opbrengst en 10% prijsstijging het netto meer inkomen 1.750,— per ha bedraagt. Dat zijn bedragen die het waard maken dat in het pro vinciaal beleid extra aandacht wordt besteed aan onderzoek naar alle mo gelijke facetten van watervoorzie ning. Doelbewust is hier het accent gelegd op alle mogelijke facetten. O p de kort geleden gehouden "Fruitteeltdag" stond de watervoor ziening centraal. Een der sprekers was ing. B. van de Weerd, verbonden aan de Commissie Waterbeheersing en Ontzilting van het I.C.W. De inleider benadrukte dat goed water onontbeerlijk is voor mens, dier en plant. Tevens dat zoet water relatief schaars is. Wel is 72% van het aardoppervlak bedekt met water, maar slechts een zeer klein deel hiervan is zoet. Dat is ook de situatie die in Zeeland bestaat. water uit deze meren. Voor die ge bieden is onderzoek noodzakelijk naar andere mogelijkheden van zoetwatervoorziening, zoals kunst matige uitbreiding van bestaande zoetwatervoorkomens in de bodem, vorming van nieuwe zoetwatervoor raden enz. Distributie via bestaande waterlopen Is we er van uitgaan dat er straks zoet water kan worden onttrokken uit een Zoommeer en een Grevelin- den verder aan dat de hoeveelheden zoet water die nodig zijn voor door spoeling om het zoutgehalte in het waterlopenstelsel tot een aanvaard baar kriterium terug te brengen veel minder zijn dan algemeen wordt ve rondersteld. Dit mag ter geruststel ling dienen voor de milieu-organisa ties die zich zorgen mochten maken over de uit de doorspoeling voort vloeiende zoetwaterlozingen op de Schelde. Andere mogelijkheden 'V oor Zeeuws-Vlaanderen, Wal- Zeeuwse voorsprong werd achterstand Want hoe belangrijk en onontbeer lijk het onderzoek naar de water voorziening uit het Zoommeer en Grevelingen ook is, het onderzoek mag hier niet tot beperkt blijven. Immers een groot gedeelte v&n de provincie dreigt door zijn geografi sche ligging verstoken te blijven van De inlaat van zoet water zal in hoofdzaak via de bestaande waterlopen moeten plaatsvinden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 17