DE VOORLICHTING BELICHT ÉS
E én van de vragen luidde: In welke
mate waardeert U de aktiviteiten van
het Konsulentschap en/of de Vere
S inds januari 1976 verschijnt de
serie "Aktualiteiten". De brochures
worden verzonden aan alle leden van
de Verenigingen voor Bedrijfsvoor
lichting en van de Studieklubs. An
deren hebben de mogelijkheid om
deze te bestellen.
H oewel het percentage terugges
tuurde vragenlijsten niet groot was,
heeft deze enquête toch waardevolle
aanwijzingen ppgeleverd. De schrif
telijke voorlichting blijkt het meest
gewaardeerd te worden. Dit is wel
licht ook voor de hand liggend: men
hoeft er niet voor' van huis en men
kan lezen (en herlezen) wanneer dit
het beste past. .Zowel de brochures
als de artikelen in de landbouwbla
den moeten dus als voorlichtings
methodiek de hoogste aandacht krij
gen'
Verslag van een enquête over de voorlichtingsaktiviteiten
Evaluatie
Uitvoering van de enquête
Waardering voor de
aktiviteiten
Brochures
V oorlichtingsakties
Samenvatting
"V oorlichten is geen starre bezigheid. Als we de aktiviteiten van de
voorlichters en de organisatie van de voorlichtingsdiensten nagaan, dan
zien we dat er voortdurend veranderingen zijn geweest in de afgelopen
100 jaren. Zo zal het ook blijven in de toekomst. De inhoud van de
voorlichtingsboodschap, de doelstellingen van de voorlichting en de
organisatie van de voorlichtingsdiensten moeten steeds "bij de tijd"
zijn. De voorlichtingsdiensten zullen zich voortdurend moeten aan
passen bij de ontwikkelingen in land- en tuinbouw. De voorlichting zal
altijd in beweging blijven".
D eze uitspraak van de heer ir. E.F.
Geessink, direkteur van de Direktie
Veehouderij en Zuivel, in "land
bouwvoorlichting in de toekomst"
geldt ook voor het Konsulentschap
voor de Akkerbouw en de Rundvee
houderij te Goes. Het "bij de tijd"
zijn houdt in, dat we niet passief
blijven tot er vragen komen, maar
dat we ons voortdurend moeten af
vragen: "Welk doel willen we berei
ken en hoe kan dat gerealiseerd
worden". De besluiten die hieruit
voortvloeien, worden in een voor
lichtingsprogramma vastgelegd.
Deze aktieve benadering van de
voorlichting dwingt echter ook om
voortdurend bezig te zijn met de
vragen:
"Sjuit onze manier van werken aan
bij de boeren?"
"Hebben de aktiviteiten voldoende,
effekt?"
"Kunnen we onze methoden verbe
teren?"
Op dez^ragen kunnen alleen dege
nen, voor wie de voorlichting be
stemd is, antwoord geven. Vandaar,
dat op geregelde tijden Uw aandacht
gevraagd wordt voor het invullen
van een vragenlijst, wat to.t doel
heeft, ons informatie te verschaffen
over wat U er vaij vindt.
Het verwerken van deze antwoorden
is echter zeer tijdrovend. Tot Uw
troost kunnen we dus wel stellen, dat
daarom het opstellen van vragenlij
sten tot een minimum beperkt zal
blijven. In 1981 kon het C.A.R. voor
de tijd van een halfjaar gebruik ma
ken van de diensten van Peter van
Houweling, student aan de Hogere
Landbouwschool te Leeuwarden.
Hij heeft een schriftelijke enquête
opgesteld en na terugontvangst ver
werkt. De belangrijkste resultaten
van deze enquête vindt U in dit arti
kel.
niging voor Bedrijfsvoorlichting of
de Studieklub? De antwoorden hier
op zijn gesplitst ip die van leden en
niet-leden van een Vereniging of
Studieklub. Het resultaat vindt U in
de volgende tabel.
Mate van waardering voor de ver
schillende aktiviteiten, verdeeld over
leden en .niet-leden van een vak-
Voorlichting te velde.
Evaluatie betekent "waardebepa
ling": de bepaling of de geïnvesteer
de "kosten" de gewenste "baten"
hebben opgeleverd. In dit geval, of
de gekozen kombinatie van voor
lichtingsmiddelen voldoende effekt
heeft gehad. Indien de evaluatie
goed wordt uitgevoerd, -kan met de
uitkomsten rekening worden gehou
den bij het opstellen van een nieuw
voorlichtingsprogramma.
Op welke manieren kan evaluatie
plaatsvinden? Verschillende maat
staven kunnen worden gehanteerd.
Er kan gekeken worden naer:
de deelname van de boeren aan
de verschillende aktiviteiten.
De deelname aan de groepsakti-
viteiten is bekend. Zo werden
bijvoorbeeld de drainreinigings-
demonstraties zeer goed bezocht.
Gegevens over de "deelname
aan" individuele kontakten en
massa-aktiviteiten zijn mirfber
bekend. Daarom is gevraagd naar
de mate en de wijze van kontakt
met de bedrijfsvoorlichter en de
intensiteit waarmee de brochures
in de serie "Aktualiteiten" en de
artikelen in de landbouwbladen
worden gelezen.
de mening van de boeren over de
verschillende aktiviteiten;
de gedragsverandering bij de
doelgroep (de boeren).
Dit laatste is de belangrijkste maat
staf. Voorlichting is erop gericht be
paalde gedragsveranderingen te be
werkstelligen, waardoor de bedrijfs
voering van de boer effektiever
wordt. Het is echter zeer moeilijk na
te gaan welke voorlichtingsaktivitei-
10
ten tot welke verandering in hande
len hebben geleid.
Bij vorengenoemde enquête werden
vragen gesteld over vele aktiviteiten
van het Konsulentschap, zoals over:
1De individuele kontakten.
2. De groepsaktiviteiten -
de gespreks- of studiegroepen
- de exkursies
de denfonstraties
de kursussen
3. De massa-aktiviteiten -
de artikelen in de regionale
landbouwbladen
de brochures in de serie "Ak
tualiteiten"
de Studiedagen.
"V oor de enquête werd een vragen
lijst opgesteld met 28 vragen. Deze
vragenlijst werd rond 1 mei 1981
verzonden naar de leden van de Ver
enigingen voor Bedrijfsvoorlichting
op de Zeeuwse eilanden en naar de
leden van de Studieklübs in
Zeeuws-Vlaanderen. Daarnaast ook
naar akkerbouwers en veehouders in
Zeeland, die geen lid zijn van één
van deze organisaties, voor zover de
adressen daarvan bij ons bekend
waren. In totaal werden 3500 vra
genlijsten verstuurd.
Van deze 3500 vragenlijsten werden
er bijna 400 ingevuld terug ontvan
gen, dat wil zeggen: ruim 11%. Dit
vfij lage percentage kan veroorzaakt
zijn door:
de tijd vari toezending: 1 mei,
dus midden in de voorjaarswerk
zaamheden;
de lengte van de vragenlijst.
Hoewel het invullen niet veel tijd
hoefde te vragen, kan de eerste
indruk negatief hebben gewerkt.
Het blijkt dat naar verhouding meer
jongere ondernemers met wat grote
re bedrijven de vragenlijst hebben
ingevuld en teruggestuurd. De ver
deling naar lidmaatschap van een
standsorganisatie kwam wel overeen
met het totaal in de provincie Zee
land.
Het is dus de vraag in hoeverre de
antwoorden van de inzenders de
mening van alle boeren weergeveh.
Uit andere enquêtes blijkt echter, dat
een lager percentage inzenders toch
wel de gemiddelde mening kan be
naderen'
technische organisatie in procenten
van het aantal inzenders.
hadden 72 inzenders één van de&e
bijeenkomsten bezocht. Hiervan had
93% veel waardering voor de opzet
van deze soort bijeenkomst.
NHet blijkt, dat van de leden 23% alle
brochures en 55% alle op het eigen
bedrijf gerichte brochures leest. Ook
worden door 78% van de inzenders
alle brochures of alle op het eigen
bedrijf gerichte brochures bewaard.
Op de vraag of de onderwerpen, die
in de brochures behandeld worden,
goed op het bedrijf zijn afgestémd,
antwoordt 83% bevestigend.
S inds 1979 zijn er door het C.A.R.
te Goes de laatste 2 jaar in samen
werking met de twee andere Konsu-
lentschappen in Zuid-West Neder
land (het C.A.R. te Zevenbergen en
het C.A. te Barendrecht) voorlich-
tingsakties gehouden. Deze hadden
als onderwerp organische stofvoor-
zigning ("Zeeland Groenbemes-
tingsland 1979" en "Zuidwest bodem
welke aktiviteiten speciaal in het
kader van de akties werden op
gemerkt;
in welke mate de artikelen wer
den gelezen;
op welke manier, men van de to
tale voorlichting betreffende de
aktie-onderwerpen gebruik heeft
gemaakt of gebruik denkt te ma
ken bij de bedrijfsvoering.
Van de inzenders vond 83% dat de
onderwerpen "organische stofvoor-
ziening" en "ontwatering" belang
rijk genoeg waren om er akties aan te
wijden. Van de aktiviteiten werden
vooral de artikelen in de landbouw
bladen het meest opgemerkt. Ruim
70% gaf op, dat alle of de meeste
artikelen werden gelézen. Dit komt
overeen met de reeds eerder gekon-
stateerde grote waardering voor
schriftelijke voorlichting. -
Andere aktiviteiten in het kader van
de voorlichtingsakties, die velen op
gemerkt hadden, waren: de borden
in percelen groenbemesting in
Zeeuws-Vlaanderen, de stickers, de
groenbemestingswedstrijd en vooral
ook, dat er in de omgeving meer
aandacht geschonken wordt aan
groenbepiesting en ontwatering.
In totaal zegt 48% dat ze de laatste
twee jaar meer aandacht dan voor
heen aan de organische stofvporzie-
ning van de grond hebben besteed en
dat ze het laatste jaar meer aan
drainreiniging hebben gedaan.
---^mate van waardering
activiteiten
leden
niet-leden
veel
matig
weinig
veel
matig
weinig
brochures "Actualiteiten"
78
19
3
74
17
.9
artikelen in landbouwbladen
73
24
3
80
20
-
gespreksgroepen
61
28
11
20
24
56
individuele contacten
60
29
11
56
22
22
demonstraties
45
41
14
54
36
10
excursies
43
43
14
37
45
17
cursussen
41
31
28
50
29
21
Uit de tabel blijkt, dat de zoge
naamde "massa-voorlichting" het
méést gewaardeerd wordt, namelijk
de schriftelijke voorlichting in bro
chures en artikelen. Daarna volgen
gespreksgroepen en de individuele
kontakten. De gespreksgroepen
worden meest georganiseerd voor
leden van de vaktechnische organi
saties, zodat de niet-leden deze min
der kennen.
best 1980") efi ontwatering ("Zuid
west Ontwatering 1981"). Op het ge
bied van de rundveehouderij orga
niseerde het C.A.R. te Goes in 1980
de aktie "Veevoeding 1980" en in
1981 "Voederwinning 1981". In het
kader van deze akties werden ver
schillende aktiviteiten georgani
seerd. In de landbouwbladen werd
steeds eefi serie artikelen gepubli
ceerd over het betreffende aktie-on-
Via groepsvoorlichting kan het tot waardevolle gedachtenuitwisselingen ko
men.
Een nieuw soort bijeenkomst is de
"Kijk- en Praatbijeenkomst", Tij
dens een dergelijke bijeenkomst kan
men met begeleiding van een be
drijfsvoorlichter met behulp van fo
to's, grafieken, demonstratiemodel
len en dergelijke van gedachten wis
selen met een voorlichter of met
kollega's..
In het winterseizoen van 1980-1981
zijn op twee plaatsen in Zeeuws-
Vlaanderen en op één plaats op
Schouwen-Duiveland dergelijke bij
eenkomsten gehouden. In totaal
derwerp. Er werden stickers ver
spreid en voorlichtingsvergaderin
gen gehouden. Ook waren er de
monstraties en bij de eerste aktie or
ganische stofvöorziening werd een
groenbemestingswedstrijd gehou
den.- Hiernaast werd bij de indivi
duele kontakten extra aandacht aan
de betreffende onderwerpen bes
teed.
In de enquête is gevraagd:
of de aktie-onderwerpen belang
rijk genoeg werden geacht om de
akties eraan te wijden;
Ook veel waardering was er voor de
gespreksgroepen en de individuele
kontakten. Deze - vragen echter de
meeste mankracht. Daarin ligt dus
de grootste beperking voor deze ak
tiviteiten, zodat deze niet sterk uit
gebreid kunnen worden.
De Kijk- en Praatbijeenkomsten
hebben op de bezoekers in 1981 een
goede indruk gemaakt. De ervarin
gen in het vorige seizoen hebben er
toe geleid, dat in januari en februari
1982 op zeven plaatsen in Zeeland
weer van deze bijeenkomsten wor
den gehouden. Bovendien is dit
voorlichtingsmiddel ook overgeno
men door de Konsulentschappen in
Barendrecht en Zevenbergen.
Al met al is het zeer nuttig geweest
om een dergelijke enquête te hou
den. In dit verslag zijn slechts enkele
konklusies in het kort genoemd.
Degenen die het gehele verslag, sa
mengesteld door de heer Van Hou
weling, willen hebben, kunnen dit
aanvragen bij het Konsulentschap
voor de Akkerbouw en de Rundvee
houderij, Westsingel 58, 4461 DM te
Goes.