Grondpolitiek op herhaling
Zegge en Schrijve
Kleine bedrijf staat of
valt met ondernemer
Overgang naar
mengprijssysteem voor
suikerbieten 1982
zuidelijke landbouw maatschappij
Tenslotte
z.l.m
VRIJDAG 15 JANUARI 1982
68e JAARGANG NO. 361^
land- en
tuinbouwblad
n et lijkt er een beetje (veel) op alsof de grondpolitiek op
herhaling is. Her en der verschijnen er in serieuze kranten
en tijdschriften weer artikelen waarin min of meer ge
leerde heren (nooit dames!) betogen dat de wet agrarisch
grondverkeer (W.A.G.) eigenlijk van geen kanten deugt.
Ook in landbouwkringen steekt de frisse tegenzin weer
béhoorlijk de kop op. Het lijkt er op of de praktijk zicTTnu
pas, nu de wet in zijn uitvoeringsstadium gaat komen,
realiseert wat er aan de hand is. N.R.C./Handelsblad van
maandag 11 januari 1 982 meldt onder de kop notariaat
bestudeert nog problemen van grondpolitiek: "Het ge
brek aan vakjuristen in'de Tweede Kamer wreekt zich bij
de behandeling van ingewikkelde wetten. Een voorbeeld
is de Wet Agrarisch Grondverkeer, een wet die niet be
paald uitblinkt door een perfekte wetgevingstechniek".
En in De Pacht van december schrijft Mr. A.T.H. Heister
kamp: Een bewijs te meer "hoe moeilijk het is om in een
zo delicate materie als de grondpolitiek een evenwicht te
vinden tussen iets wat politiek voldoende weerklank kan
vinden en daarnaast zowel wetstechnisch sluitend als
werkbaar is". Maar de klap op de vuurpijl werd vorige
week door het bestuur van het Landbouwschap afgege
ven. Daar kwam men tot de konklusie dat er eigenlijk
geen adviezen over de konkrete invulling van de W.A.G.
konden worden gegeven omdat er nooit een behoorlijk
onderzoek is gedaan naar het funktioneren van de
grondmarkt zodat daar dus ook geen inzicht in bestaat.
Daar kömt men nü mee terwijl de wet er al lang is. Al deze
kritiek komt op mij over als de bekende mosterd na - de
inderdaad slechte - maaltijd. Nu de wet er is moeten we
ons er op richten er zo goed mogelijk mee te leven: de
huidige situatie van onzekerheid is nu ook niet bepaald
bevorderlijk voor het agrarisch grondverkeer. Wel moet
geprobeerd worden de bij de Wet Agrarisch Grondver
keer gemaakte fouten in soortgelijke gevallen te voorko
men. Zoals bijvoorbeeld bij het nu voorliggende ont-
werp-wijziging Pachtwet. Evenals bij de Wet Agrarisch
Grondverkeer zijn nogal wat opmerkingen uit de praktijk
(van o.a. de Z.L.M.) in het ontwerp-wijziging Pachtwet
buiten beschouwing gelaten. Wat dat betreft ben ik het
geheel eens met het genoemde N.R.C.-artikel waar ges
teld wordt: het schrijven van een wet vereist nu eenmaal
het nodige juridische handwerk. Dit handwerk moet
steunen op drie pijlers: juridische opleiding, permanente
studie en dagelijkse praktijk. Met name dit laatste -
dagelijkse praktijk - is bij de W.A.G. buiten beschouwing
gebleven en dreigt ook bij de wijziging van de pachtwet
buiten beschouwing te worden gelaten. Een en ander
moet duidelijk gemaakt worden aan de verantwoordelijke
ministers c.q. aan de Tweede Kamer. Want de grondpo
litiek mag dan wel op herhaling zijn, wat betreft de ge
maakte fouten mag bepaald niet in herhaling gevallen
worden. Ik houd u op de hoogte.
Vanuit de algemene vergadering van de Z.L.M. werd in
december een brief gezonden a3n de minister van land
bouw waarin gesteld werd dat de ontwikkeling van de
graanprijzen onaangetast moet blijven. Inmiddels heeft
de minister ons geantwoord. En wat we al vreesden is.
waar: ook onze minister vindt dat er een voorzichtig
Het bestuur van het Landbouwschap heeft op 5 januari
haar goedkeuring gehecht aan een nota over de proble
matiek van de kleine(re) bedrijven. Daaronder worden
bedrijven verstaan die bij een moderne bedrijfsvoering
aan minder dan één man een volledige dagtaak bieden.
Ruwweg de helft van alle Nederlandse bedrijven valt in
deze kategorie.
Een belangrijke konklusie in de nota is dat de bestaans
mogelijkheden op het kleine bedrijf in vergaande mate
worden bepaald door de persoon van de ondernemer.
Het is om die reden moeilijk een beleid uit te stippelen
dat zich specifiek op deze groep bedrijven richt. Verbe
teringen zullen dan ook voornamelijk moeten komen van
een goed gebruik van bestaande beleidsinstrumenten,
zoals onderwijs, voorlichting en onderzoek, subsidies en
financieringsregelingen, verbetering van de werkom
standigheden, een aanvullend inkomensbeleid en beëin
digingsmaatregelen.
Krappe meerderheid bestuur Landbouwschap
prijsbeleid voor granen dient te worden gevoerd dat er op
gericht is dat de prijs voorbanen in de loop der jaren niet
te ver boven de wereldmarkt komt te liggen. Het is beslist
niet de bedoeling van de minister de graanteelt hiermee
onaantrekkelijk te maken want gezien de stijging van de
hektare-opbrengsten, die ook in de toekomst wordt ver
wacht, zal de teelt van granen naar des ministers mening
voldoende aantrekkelijk blijven. Kijk, dèt bedoel ik nu,
van die dingen: om razend van te worden. Ik kan wel
zeggen dat het de hoogste tijd wordt de akkerbouwkop-
pen eens heel dicht bij elkaar te steken. De eerste kon
takten zijn al gelegd. Ook daarvan houd ik u op de hoogte.
Oggel
Zal het mengprijssysteem tot een uitbreiding van het bie-
tenarèaal leiden??
In dit «norme komplex wordt in Amsterdam van 18 t/m 23 januari De Landbouw RAI '82 gehouden. In totaal 9 hallen (waarvan
3 nieuwe) wordt door 288 exposanten een rijk geschakeerd expositieprogramma gepresenteerd. Een greep uit de stands:
werktuigen en machines voor land- en tuinbouw, agrarische bedrijfsgebouwen en uitrusting, veevoeders, zaden, meststoffen,
bestrijdingsmiddelen, gereedschappen, motoren enz. enz. Daarnaast is er een speciale hal ingericht voor in ons land gefabri
ceerde werktuigen en machines voor de mechanisatie van tropische landbouw in ontwikkelingslanden. Hieraan is een
internationaal kongres gekoppeld over de mechanisatie van aardappelteelt, grondbewerking, rijstteelt en opslaan van pro-
dukten (Zie ook de pagina's 16 en 17)., Op maandag 18 januari a.s. zal Prins Claus de Landbouw RAI '82 officieel openen.
Het bestuur van het Landbouwschap heeft met een krappe
meerderheid besloten voor het suikerbeleid 1982 over te
stappen van het kontraktenstelsel naar het mengprijssys
teem. De drie ondernemersorganisaties kozen in meer
derheid voor de mengprijs. De Voedingsbond FNV en de
Voedingsbond CNV kozen unaniem voor het kontrakten
stelsel.
De voorstanders van het mengprijssysteem verbonden aan
hun keuze wel nadrukkelijk de voorwaarde, dat een in
strument achter de hand moet worden gehouden om in te
kunnen grijpen, indien zich in de praktijk een ongewenste
uitbreiding van de bietenteelt voordoet. Dit houdt in, dat
weer snel teruggeschakeld kan worden naar het kontrak
tenstelsel, als het bietenareaal zich snel uitbreidt. Hierbij
zal de positie van de stabiele bietentelers worden veilig
gesteld.
Het mengprijssysteem houdt in, dat de suikerindustrie
geen individuele teeltkontrakten afsluit naar te leveren
A- en B-bieten. Voor A- en B-bieten wordt een door
Brussel verplicht gestelde minimumprijs uitbetaald. Voor
C-bieten éeldt geen prijsgarantie. De invoering van het
mengprijssysteem leidt ertoe, dat voor alle telers in ons
land de verhouding tussen A-, B- en eventueel C-bieten
gelijk is. De uiteindelijke bietenprijs voor een teler komt
dan tot stand door het gewogen gemiddelde van alle
bieten.
Bij toepassing van het kontraktenstelsel krijgen de telers
jaarlijks wel een vaste hoeveelheid A- en B-bieten toege
wezen, waardoor zij individueel de gevolgen van een
eventuele teeltuitbreiding ondervinden. Volgens de Voe
dingsbond FNV en de Voedingsbond CNV zou bij toe
passing van dit stelsel de kans op uitbreiding van de teelt
het geringst zijn. De voorstanders van het mengprijssys
teem voerden aan, dat het kontraktenstelsel niet in vol
doende mate aansluit bij het flexibele karakter van de
Nederlandse suikerbietenteelt.