INTENSIEVE SAMENWERKING TUSSEN
AKKERBOUWBEDRIJVEN KAN ECONOMISCH
VOORDEEL OPLEVEREN
VERGEET DE KALK NIET!
KORTE WENKEN
C.A.R.- Zevenbergen
Beste resultaten als 3 of 4 bedrijven samenwerken
Enkele honderden akkerbouwbedrijven in ons land hebben op dit mo
ment een samenwerkingsverband met buren of nabijgelegen bedrijven.
De akkerbouwers hebben voor die samenwerking gekozen om efficiën
ter gebruik te kunnen maken van de vaak prijzige landbouwmachines,
om van eikaars specialistische kennis t£ kunnen profiteren en om meer
eigen arbeidsuren produktief te maken.
Voor veel akkerbouwers is het echter de vraag of samenwerken voor
deliger is dan een deel van het machinale werk uit te besteden aan
loonwerkbedrijven.
Om onder andere op die vraag ant
woord te geven, heeft ir.. J.H. van
Niejenhuis, Wetenschappelijk mede
werker van de vakgroep Agrarische
bedrijfseconomie van de Land
bouwhogeschool, met behulp van
bedrijfsmodellen onderzoek gedaan
naar de bedrijfseconomische aspec
ten van samenwerkingsvormen op
akkerbouwbedrijven. Hij heeft
daarover een proefschrift gedaan
naar de bedrijfseconomische aspec
ten van samenwerkingsvormen op
akkerbouwbedrijven. Hij heeft
daarover een proefschrift geschreven
waarop hij op vrijdag 18 december in
de Aula van de Landbouwhoge
school is gepromoveerd. In het
proefschrift wordt ondermeer een
samenvatting gegeven van de te be
reiken samenwerkingswinst in diver
se situaties.
Samenwerkingeffecten
In zijn onderzoek heeft Van Niejen
huis bedrijfseconomische effecten
bestudeerd van het samenwerken
tussen gelijksoortige akkerbouybe-
drijven. Samenwerking van bijvoor
beeld eenmansbedrijven, zonder dat
de oppervlakte per man veranderd
wordt, kan drie effecten hebben. In
de eerste plaats wordt een dfeel van
de vaste kosten over meerdere on
dernemers verdeeld; hiertoe moet de
per bedrijf aanwezige uitrusting
aangepast worden. Daarnaast zal -
voor zover dat voordelig is - loon
werk vervangen worden door eigen
mechanisatie, waardoor meer uren
qiet eigen arbeid produktief gemaakt
'kunnen worden. Tenslotte zal voor
deel gehaald kunnen worden uit de
uiteenlopende teeltkundige kennis
van de deelnemers.
Berekeningen
Van Niejenhuis heeft zijn bereke
ningen gebaseerd op gegevens van
de grotere akkerbouwbedrijven in de
Noord-Oost-Polder. Eerst heeft hij
een serie berekeningen gemaakt voor
een arbeidsbezetting van drie en vier
ondernemers per samenwerkings-
eenheid en met een toenemende op
pervlakte aan grond per man. Hier
uit blijkt dat bij samenwerking van
bedrijven met minder dan 40 hectare
elk', er weinig problemen zijn met de
indeling van het werk en de machi
nes. Boven 40 hectare per man«ijn er
aanpassingen in bouwplan en werk
tuigenpark nodig. Als men naar de
kosten kijkt, dan wordt bij 58 ha per
man een gunstige verhouding bereikt
met een minimum aan bewerkings-
kosten. Voor wat betreft de bedrijfs
resultaten wordt een maximum net-
to-óversch'ot per hectare bereikt met
56 a 60 hectare per man; bij 72 ha
Wtordt de arbeid volledig benut vén
bereiken netto-overschot en arbeids-
opbrengst hun maximum.
Volledig of gedeeltelijk
Als akkerbouwbedrijven gaan sa
menwerken dan kan onderscheid
worden gemaakt tussen volledige en
gedeeltelijke combinaties. In de vol
ledige combinatie wordt de omvang
van het werktuigenpark geheel afge
stemd op de behoefte, maar de ge
bouwen en een deel van de algemene
kosten blijven buiten de samenwer
king (in tegenstelling tot een fusie).
In de gedeeltelijke combinatie blijft
ieder ook zijn werktuigen houden en
kan het machinepark maar zeer ten
dele aangepast worden.
Het- voordeel van de volledige ten
opzichte van de gedeeltelijke combi
natie ligt in een betere afstemming
Ir. J.H. van Niejenhuis.
van de capaciteit van het werktui
genpark (in combinatie met loon
werk) op de behoefte. De gedeelte
lijke combinaties bieden slechts be
perkte economische voordelen, maar
wel kunnen reeds alle arbeidsuren
produktief gemaakt worden.
Aantal deelnemers
Van Niejenhuis heeft in zijn onder
zoek bekeken hoeveel bedrijven het
best in een combinatie kunnen gaan
samenwerken. Hij bestudeerde com
binaties van twee tot en met zes be
drijven, telkens vergeleken met indi
viduele exploitatie. Hieruit is geble
ken dat samenwerking van meer dan
vier bedrijven niet aantrekkelijk is,
omdat er dan maar een geringe extra
stijging van de arbeidsopbreng^t is,.
De overgang van een zelfstandig be
drijf van 48 hectare met loonwerk
naar een tweemanscombinatie met
96 hectare zonder loonwerk is om
dezelfde reden evenmin aantrekke
lijk. Bovendien hebben tweemans
combinaties nadelen op het terrein
van de arbeidsorganisatie. De con
clusie is dus dat alleen combinaties
van drie of vier bedrijven aantrek
kelijk zijn. Maar bij een beperkte sa
menwerking zijn de economische
voordelen niet bijzonder groot.
Naarmate de samenwerking meer
gaat omvatten nemen de voordelen
toe, maar wordt ook de binding tus
sen de deelnemers sterker. En dat
kan weer andere - niet door Van
N.iejenhuis bestudeerde bezwaren
qproepen, zoals het gevoel dat de
combinatie niet meer zonder kleer
scheuren kan worden ontbonden als
er eens meningsverschillèn ontstaan.
Gebruik schuimaarde aanbevolen
De resultaten van het grondonderzoek-tonen overduidelijk aan dat het
met de kalktoestand van zeer veel percelen bouwland op onze zand- en
dalgronden ernstig gesteld is. Deze toestand wordt verergerd, doordat
er jaarlijks grote hoeveelheden kalk verloren gaan, enerzijds door op
neming door het gewas/anderzijds door uitspoeling.
Het g'evaar voor verzuring van bnze
gronden is de laatste jaren nog groter
geworden, doordat verschillende
meststoffen minder kalk aanvoeren
of zelfs zuur reageren. De kalktoe
stand van de grond kan men zonder
twijfel het het goedkoopste verbete
ren én op peil houden met schuim
aarde. Bij de sterk gestegen kunst-
mestprijzen van dit ogenblik is de
waarde van dé nevenbestanddelen
(stikstof, fosfor, kali en magnesium)
Telerscombinaties
Naast de eerder genoemde volledige
en gedeeltelijke combinaties kunnen
zogenaamde telerscombinaties on
derscheiden worden. Van Niejenhuis
onderscheidt vier typen telers: de
matige teler, de gemiddelde teler, de
teeltdeskundige en de teeltspecialist
voor een bepaald gewas. Gaat bij
voorbeeld een suikerbietenspecialist
samenwerken met een pootaardap-
pelenspecialist dan heet zo'n samen
werking een telerscombinatie.
Elk gewas dat de combinatie gaat
verbouwen wordt dan geteeld door
die deelnemer die in het verleden
met een bepaald gewas de hoogste
opbrengsten haalde. Om te voorko
men dat deelnemers aan een combi
natie geen gewassen toegewezen
krijgen is de mogelijkheid onder
zocht hoe de gewassen verdeeld
kunnen worden met behulp van zo
genaamde "stuurprijzen" (bijvoor
beeld het saldo van opbrengst minus
variabele kosten) over de deelne
mende telers. Van Niejenhuis heeft
een drietal mogelijkheden hiervoor
bestudeerd en komt tot de conclusie
dat gebruik van stuurprijzen leidt tot
lagere samenwerkingswinst.
De aanwezigheid van de teeltspecia
list voor' consumptie-aardappelen
leidt, vergeleken met het bouwplan
voor het individuele bedrijf, tot een
andere bedrijfsorganisatie. Binnen
combinaties van drie man fungeren
in het algemeen slechts de specialis
ten voor suikerbieten en pootaar-
dappelen als echte specialisten, in die
zin dat ze geen andere gewassen toe
gewezen krijgen.
Beperkende factoren
Gebleken is dat in de praktijk de sa
menwerkingsmogelijkheden voor ak
kerbouwbedrijven beperkt worden
door de volgende factoren:
- om een aanzienlijke samenwer-
kingwinst te boeken zijn er ook
aanzienlijke veranderingen nodig
in de bedrijfsorganisatie;
- geschikte bedrijven met geïnte
resseerde ondernemers moeten
binnen niet al te grote afstand te
vinden zijn;
- onnodige uitbreiding van het ma
chinepark kan ook voorkomen
worden door loonwerk;
samenwerking geeft een grotere
administratieve belasting;
de genoemde verschillende typen
telers zijn in de praktijk wellicht
moeilijk herkenbaar;
- er is een grotere kans op moei
lijkheden tijdens de uitvoering van
het werk, bijvoorbeeld met de
oogstvolgorde.
Tenslotte noemt Van Niejenhuis sa
menwerking geen eindstadium in de
bedrijfsontwikkeling en geen doel op
zichzelf, maar een middel om een an
der doel te bereiken.
al hoger dan de aankoopprijs van
schuimaarde. De kosten van een
schuimaardebemesting worden
daardoor al in één jaar terugver
diend. Degrondverbeterehdewerking
ervan houdt evenwel een aantal ja
ren aan.
Een goede kalktoestand is het funda
ment voor een hoge plantenproduk-
tie. Een verwaarlozing van de kalk-
voorziening leidt onherroepelijk tot
slechte bedrijfsresultaten.
AKKERBOUW
SA MEN WERKINGS VOR-
MEN ZIJN er in de landbouw al
tijd geweest. Meestal vrijblijvend,
hoewel soms ook zeer intensief.
Het voordeel van gezamenlijk ge
bruik van werktuigen en machines
bedraagt dikwijls enkele honder
den guldens per ha.
Ook is het vaak de enige manier
waarop deze dure machines ren
dabel te maken zijn.
WEET U WAT UW TREKKER
per uur kost? Aan rente 6,6%, af
schrijving 10%, onderhoud enyer-
zekering 5%. Totaal 21,6%. Bij
een vervangingswaarde van
f 50.000,— bedragen de jaarkos-
ten f 10.800,—
Bij 600 uur per jaar komt dit neer
op f 18,— bij 500 uur f 21,60per
uur eksklusief brandstof
DIT NATTE NAJAAR viel het
op een groot aantal percelen niet
mee fatsoenlijk ploegwerk te leve
ren. Op erg ongelijke percelen
kunt U alsnog een egaliserende
bewerking uitvoeren. Dit kan ech
ter alleen wanneer de ondergrond
droog is of de bovengrond bevro
ren.
EVALUEREN EN ANALYSE
REN van storingen die zich het
afgelopen jaar voordeden, kan erg
nuttig zijn. Wat was de oorzaak
dat U met een bepaalde teelt niet
mee kon.
Waaraan was die dunne stand van
de bieten te wijten. Werd er tarwe
gemorst bij het maaidorsen enz.
Ga al deze dingen eens na en trek
er lering uit.
HET IS EEN GOEDE GE
WOONTE om in de maand de
cember eens na te gaan hoe het
met diverse bedrijfsverzekeringen
gesteld is. KJopt de hoogte van het
verzekerde bedrag nog wel? Voor
al t.a.v. gebouwen, werktuigen en
voorraden is het goed dit eens
grondig te bekijken.
VEEHOUDERIJ
GROND MET VOLDOENDE
plantenvoedende stoffen kan
maksimaal produceren. Op de
meeste bedrijven zijn wel uitslagen
van grondmonsters bekend, maar
vaak van verschillende jaren en ze
zijn in diverse stapels opgeborgen.
Neem er eens een halve dag voor,
als het toch slecht weer is, om alles
in een ordner op te bergen. Pas als
U een goed overzicht hebt, kurüU
een bemestingsplan opstellen. Dit
is een richtlijn bij de verdeling van
drijfmest en de aankoop van
kunstmest.
ONDERGRONDS KNAGEN de
mollen aan uw inkomen. Ze ver
zetten zo enorm veel grond dat aan
de zode belangrijke schade wordt
toegebracht. Door middel van
draadklemmen, die in de hoofd
gangen worden geplaatst, kunnen
veel mollen worden weggevangen.
Nu het in het grasland rustig ge
worden is, trachten de mollen
hiervan weer bezit te nemen. Sta
echter klaar om dit te beletten.
SCHAPEN ZIJN SOBERE
DIEREN maar als sneeuw en
vorst optreedt, is het beter ze bij
huis te hebben om te kunnen bij
voeren. Góed gevoed hebben ze een
mooie witte vacht en een spreken
de kop. Een grauwe vacht wijst op
tekorten. Bij normaal weer is het
verstandig na half december te
gaan bijvoeren met hooi of kuil-
gras en zonodig met krachtvoer.
8