p 5^'
Hoe je het bekijkt
zuidelijke landbouw maatschappij
z.l.m
DINSDAG 22 DECEMBER 1981
land-en
tuinbouwblad
I n het laatste nummer van het jaar is het de gewoonte
een ietwat beschouwend verhaal over het wel en wee van
de maatschappij in het algemeen en de land- en tuinbouw
in het bijzonder te geven. Soms denk ik wel eens dat het
eigenlijk wel een beetje gezocht is om juist rond de jaar
wisseling de filosoof uit te willen hangen. Natuurlijk is het
mogelijk om dit op elk willekeurig ander moment ook te
doen maar althans deze traditie van rond de jaarwisseling
heeft de stormen gelukkig weten te trotseren. Ik heb er
trouwens geen enkele moeite mee: mensen hebben het
nodig van tijd tot tijd eens achterover te leunen en wat te
mijmeren over wat ons bezighoudt. En daarbij vooral de
betrekkelijkheid van alle dingen te overwegen Een keer
per jaar mag dat best, maar het moet nu ook weer geen
gewoonte worden. En wat ik ook vind: mensen mogen
best eens trots zijn op wat ze in de afgelopen periode
gepresteerd hebben, dat ze het ondanks alles weer gered
hebben. Ik vind dat je je zelf dan ook best eens op een
borrel mag trakteren. En ik vind ook dat je zo al mijme
rend rond de jaarwisseling, voor jezelf ook wel eens
luchtkastelen mag bouwen. Je dingen voornemen waar
van je eigenlijk al bij voorbaat weet dat ze niet gehaald
zullen worden. Wat geeft het: een mens mag toch idealen
hebben? Het optimisme van rond de jaarwisseling heeft
er vast ook mee te maken dat we weer naar het licht toe
gaan: de dagen gaan immers weer lengen wat voor met
name de boer inhoudt dat er weer nieuw leven in aan
tocht is en leven doet toch hopen, (en omgekeerd!) op een
goed boerenjaar (om maar eens een zijstraat te noemen).
Een goed boerenjaar is natuurlijk iets wat we al onze
leden van harte toewensen. Toch is een goed boerenjaar
alléén niet bepalend voor het wel en wee van boer en
tuinder. Dit wordt heel duidelijk geïllustreerd door een
onlangs door het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt
(Z.A.J.K.) gehouden enquête onder jonge (aankomende)
boeren in Zeeland en West Brabant. Hieruit blijkt onder
meer dat ondanks lange werktijden en een lage beloning
men toch in grote meerderheid kiest voor de zelfstandig
heid van het boer zijn. Gevraagd of men zou willen ruilen
met Jan Modaal zegt vrijwel niemand met het werk te
willen ruilen en slechts een minderheid wil wel het mo
dale inkomen. Gevraagd naar de toekomst blijken de
jonge (aankomende) boeren nog zeer bepaald het élan en
de geestdrift van de jeugd (die immers de toekomst heeft)
te bezitten. Liefst 79% ziet de toekomst in het boerenbe
drijf middels vergroting en of intensivering en niemand
gelooft dat hij of zij failliet zal gaan! Nu moet niet het
misverstand ontstaan dat er dus geen problemen zouden
zijn. Natuurlijk zijn die er: zelfs te veel om op te noemen.
Het gaat mij er om dat er niettemin toch een groep (jonge)
mensen klaarstaat die ook in 1982 de uitdaging wepr
aandurft. Als Landbouworganisatie mogen we ons dit
bepaald aantrekken.
Het is trouwens geen schande om ook eens van de jon
geren te leren. Hoe dan ook staat 1982 weer voor de
deur. We zullen individueel of met z'n allen natuurlijk
weer van alles meemaken. Maar nu mogen we even af
stand nemen en uitblazen. Even denken dat we alles
kunnen. En daarna er weer lekker tegen aan, met beide
benen op de grond. Ik mag u hele prettige Kerstdagen
toewensen en het allerbeste voor het nieuwe jaar en be
denk: het is maar hoe je het bekijkt.
Oggel