Behandeling van de wachtbedplanten die bestemd
zijn voor de verlate aardbeienteelt.
v
N,
EEG importeerde in 1981
85.100 ton peren uit het ZHR
ITALIAANSE 00GSTRAMING
GROENTEN 1981
I n de komende maanden is er bij de
telers van verlate aardbeien nog vo
lop werk aan de winkel. Het is na
melijk de periode waarin de planten
moeten worden opgerooid en tijde
lijk opgeslagen in de koelcellen.
A
T er voorkoming van uitdroging is
het noodzakelijk de planten op te
sluiten in plastic folie. De laatste ja
ren wordt hiervoor in toenemende
mate gebruik gemaakt van een
daarvoor speciaal gefabriceerde
plastic zak. Het werken hiermee le
vert geen moeilijkheden op. Diege
nen die nog met losse plastic folie
werken, moeten erop toezien dat de
ze goed wordt aangebracht. Voordat
de planten in de kist gaan, dienen
twee stukken plastic folie op de bo
dem van de kist te worden gelegd.
Het beste kan men hierbij één stuk
folie in de breedte en één stuk in de
lengterichting van de kist leggen.
Deze stukken folie moeten zodanig
groot zijn, dat ze na het -inbrengen
van de planten aan alle zijden van de
kist royaal kunnen worden ingesla
gen. In aanmerking komt alleen de
gesloten plastic folie (geperforeerde
folie is volstrekt ongeschikt), waarbij
een doorsnede van 0,03 mm vol
doende is. Bij voorkeur maken wij
gebruik van kisten met opstaande
poten (pootbakken). Van belang is
de planten piet hoger te stapelen dan
de randen van de kist. Het zijn na
melijk juist de poten die. ruimte
OPNIEUW MINDER GUERNSEY
"TOMS" NAAR ENGELAND
Rooiperiode
Werkwijze
Zo snel mogelijk
c
Inpakken.
Veilingdagen
Consulentschap voor
de Tuinbouw te Tilburg,
Ing. A.J. van Oijen.
O fschoon uit de meitellingen blijkt, dat het totale aardbeienarsenaal
in 1981 opnieuw is ingekrompen, geldt dit echter zeker niet voor de
verlate zomerteelt. Overigens zijn hierover geen exacte cijfers bekend,
oat ze bij de tellingen niet worden uitgesplitst. Niettemin durven wij
deze uitzondering toch vast te stellen en wel aan de hand van waarne
mingen op de bedrijven en informaties van ingewijden. Bovendien is
gebleken, uit een recent gehouden inventarisatie, dat alleen al in
Noord-Brabant thans voor circa 180 ha planten op de wachtbedden
staan. Een hoeveelheid, die in het verleden steeds lager is geweest.
Werkzaamheden die met veel zorg
dienen te geschieden, daar deze een
grote invloed hebben op de uit
eindelijke resultaten. In dit verhaal
zullen wij trachten enkele aspekten
rondom het rooien en opslaan van de
planten nader te belichten.
ardbeienplanten voor de Verlate
zomerteelt verblijven, afhankelijk
van het tijdstip van opslag tot het
moment van uitpoten, vier tot zes
maanden in de koelcel. Het ligt voor'
de hand dat hiervoor alleen maar
planten kunnen worden gebruikt die
in een zeer goede conditie verkeren
en daarbij een optimale verzorging
krijgen. Dit geldt nog te meer, daar
een tweede-krachttoer van de plan
ten wordt gevergd, doordat ze bin
nen zeven acht weken na het uit-
planten weer volop in produktie
moeten zijn. Invloed op de plantk-
waliteit heeft allereerst het tijdstip
van rooien. Bekend is dat de planten
pas uit de grond mogen worden ge
haald, zodra deze volledig in rust
zijn. In de praktijk ontstaat hierbij
veelal de eerste moeilijkheid. De
rusttoestand is aan de planten uit
wendig nauwelijks vast te stellen.
"Bovendien treedt deze ook elk jaar
op een andere datum in. Met name
de weersomstandigheden hebben
hierop een grote invloed. Naarmate
het in de herfst vroeger kouder
wordt, mogelijk vergezeld van een
vorstperiode, zal de rusttoestand van
de planten eerder zijn bereikt. Over
igens hebben onderzoek en ervarin
gen aangetoond, dat er best een pe
riode af te bakenen is waarin de
planten volledig -«it de groei zijn en
met een gerust hart kunnen worden
gerooid. Ruim genomen ligt deze
tijdsperiode vanaf half december tot
eind januari. Sommige telers hebbed
de neiging reeds begin december van
start te gaan. Op zich ook heel be
grijpelijk, gezien de. moeilijker rooi-
omstandigheden die verder in de
winter kunnen worden verwacht.
Anderzijds dient men toch voorzich
tig te zijn om vóór half december met
het rooien te beginnen en dit alleen
maar te doen plaatsvinden indien er
ook werkelijk een vórstperiode aan
vooraf is gegaan. Planten rooien die
nog in de groei verkeren, hetgeen
vóór half december doch ook na ja
nuari het geval kan zijn, veroorzaakt
vrijwel altijd een aanzienlijke oog-
streduktie.
oordat de planten met een lichter
worden losgereden, dienen alle ran
ken
Vervolgens is het noodzake
lijk dat U, voordat U de planten gaat
losrijden, nacheckt of de grond vol
doende vochtig is. Wachtbedplanten
komen namelijk het beste de be
waarperiode door wanneer ze een
maximum aan vocht bevatten. Na
tuurlijk zal de grond in deze tijd van
het jaar vrijwel altijd vochtig genoeg
zijn. doch bijvoorbeeld na een droge
vorstperiode kan dit anders zijn.
Licht nooit méér planten dan direkt
kunnen worden opgeruimd. Plotse
ling invallende vorst kan aan losge
reden planten veel schade toebren
gen. Bij voorkeur dient het rooien
onder drog& omstandigheden plaatis
te vinden. Tijdens of direkt na regen
rooien geeft veel aanklevende grond
aan de bladeren. Deze grond zet zich
vast en is vaak weken na het uit-
planten nog op de bladeren aanwe
zig. Zeker geen gunstige weggroei-
voorwaarde. Er is veel aan gelegen
de planten na het rooien zo snel mo
gelijk te verpakken. De handigste
methode hierbij is dit op het veld te
doen uitvoeren. Bij koud en guur
weer komt men er echter mee in de
schuur terecht. Op zich niets op
tegen, mits men er dan maar vanuit
gaat, dat snel inpakken dan nog har
der nodig is. Zeker geldt dit, indien
de schuur extra wordt verwarmd.
Het is waarschijnlijk overbodig nóg
te zeggen dat alleen gezonde planten
voor bewaring in aanmerking ko
men. Om hierbij het kaf van het ko
ren te scheiden, dienen afwijkende
planten reeds bij het optrekken te
worden verwijderd.
mg?'*
scheppen voor een goede luéhtcircu-
latie in het koelhuis. Leg de planten
plat in de kist. Bij het rechtop in de
kist plaatsen ontstaat extra gevaar
voor een te grote dichtheid. Het
aantal- planten per kist is sterk af
hankelijk van de zwaarte en varieert
van 80-200 stuks. Als laatste opmer
king bij het inpakken willen wij nog
vermelden, dat de planten niet nat
mogen worden gemaakt alvorens de
plastic folie wordt dichtgeslagen.
Water toevoegen kan nemlijk in be
langrijke mate schimmelvorming
bevorderen.
Een goed gewas verlate zomerteelt.
Wachtbedplanten voor de verlate zo
merteelt.
a het inpakken is het van groot
helang de planten zo vlug mogelijk in
de koelcel te plaatsen. Sommigen
hebben echter nog wel eens de nei
ging het hiermee niet zo precies te
nemen en durven het aan de planten
één a twee dagen in verpakte toestand
buiten het koelhuis te houden.
Sterk oplopen van de temperatuur is
veelal het gevolg, waardoor het bij
het koelen te lang kan duren voordat
de gewenste temperatuur is bereikt.
Bij het plaatsen van de kisten in de
koelcel dient men er steeds op te let
ten dat er voldoende ruimte tussen
de stapels en pallets blijft, in verband
met het verkrijgen van een goede
luchtcirculatie.' Bovendien is ook
steeds Jcontrole op de zogenaamde
dode hoeken (waar nauwelijks
luchtstroming plaatsvindt) noodza
kelijk. Ondanks al deze maatregelen
kan het toch jnog gebeuren dat de
planten in de bovenste kist enigszins
indrogen. Dit kan echter worden
voorkomen door de bovenste kisten
steeds omgekeerd weg te zetten;.
Let hierbij wel op, dat de planten
goed in de plastic folie blijven zitten.
Ten aanzien van de te hanteren koel-
temperaturen zijn goede resultaten te
behalén door de temperatuur de eer
ste week op 1 a 2 graden C. te houden
en deze vanaf de tweede week te laten
dalen tot -2 graden C. Ten slotte is
het nodig geregeld kontrole uit te
oefenen, waardoor de zekerheid op
goede gekoelde wachtbedplanten
toeneemt.
Nu het tomaténseizoen op dit ka
naaleiland bijna afgelopeü is, kan
worden bekeken in hoeverre de da
lende trend, in de expört van Guern-
sey-tomaten, zich in 1981 heeft
voortgezet.
Erg optimistisch is men in Guernsey
niet over de tomatenteelt. Men
klaagt over hoge energiekosten en
over de Nederlandse konkurrentie op
de Engelse markt.
De areaalcijfers laten opnieuw een
inkrimping zien. Was de oppervlakte
in 1979 nog 222 ha en in 1980 nog 192
ha, in 1981 nam deze verder af tot 170
ha. Voor 1982 verwacht men opnieuw
een vermindering en wel tot 150 ha.
Een inkrimping van het areaal gaat
over het algemeen gepaard met een
kleinere export. Gevolg is hiervan
dan ook dat Guernsey in 1981 7%
minder tomaten naar Engeland ex-
pórteerde dan in 1980. Dat is een
minder sterke vermindering dan van
1979 op 1980 (15%). Ook de export
van Jersey naar Engeland werd dit
jaar opnieuw kleiner.
Nederland profiteerde van deze si
tuatie door ruim 13.000 ton tomaten
méér naar Engeland te exporteren
dan vorig jaar. Die export nam in
1981 toe met 23% tegen 40% in
1980.
De landen van het Zuidelijk Halfrond die peren naar de EEG exporte
ren: Zuid-Afrika, Chili, Argentinië, Australië en Nieuw-Zeeland heb
ben de laatste jaren een gezamenlijke perenproduktie van ruim 400.000
ton (in 1970 nog 300.000 ton); hiervan wordt ongeveer een vijfde naar
de EEG geëxporteerd.
In januari l^omt de ZHR-import op gang met de eerste Zuidafrikaanse
peren. Eind maart begint het exportseizoen van Australië, Argentinië
en Chili en in april volgt Nieuw-Zeelafid.
In 1981 werd er 85.100 ton vanuit deze vijf ZHR-landen naar de EEG
verscheept, iéts meer dan in 1980 toen er 82.700 ton in de Gemeenschap
ingevoerd werd
In Italië heeft de produktie van de
meeste groenten in vergelijking met
1980 op eenzelfde niveau gelegen.
Dit blijkt uit een oogstraming die
door het ISTAT is gepubliceerd.
Van de totale Nederlandse import
van verse groenten, in 1980 ruim
205.000 ton, komt jaarlijks ca. 10%
uit Italië. Italië staat hiermee na de
Canarische Eilanden, Frankrijk en
Spanje op de 4e plaats van groente
leveranciers. Andijvie, sperziebonen,
bloemkool en uien zijn de belang
rijkste groenten die de Italianen naar
ons land exporteren.
In West-Duitsland heeft Italië een
marktaandeel van ca. 15% en hier
mee neemt het op grote afstand van
Nederland een tweede plaats in. De
Italiaanse groenteproduktie is dus
zowel van direkt als van indirekt be
lang voor Nederland.
Bijna de helft van de EEG-perenim-
port van het ZHR komt uit Zuid-Af
rika. Dit land exporteerde in 1981
17% (6.000 ton) méér dan vorig jaar
naar de EEG. De Argentijnse peren
vertegenwoordigden in 1980 nog
22% van het totaal, in 1981 daalde dit
marktaandeel tot 16%. Australië
daarentegen zag z'n aandeel stijgen
van 13% in 1980 tot 15% dit jaar.
In 1981 nam de import vanaf het
Zuidelijk Halfrond, zoals gezegd,
maar weinig toe. Alleen de import
van Engeland en België is flink ge
stegen, nl. met resp. 30% en 24%. Ook
dit jaar importeren Italië en West-
Duitsland de grootste hoeveelheden
peren van het Zuidelijk Halfrond.
(Agrex nr. 45).
Geen koeling buitenlands fruit
Tijdens de vergadering van het alge
meen bestuur C.V.Z. op 7 december
j.l. is gediskussiëerd over de vraag of
er in de veilingkoelhuizen wel of
geen buitenlands fruit gekoeld zal
worden. De meningen daaromtrent
waren verdeeld. Evenals in het ver
leden staakten de stemmen, zodat
het koelen van buitenlands fruit niet
zal plaats vinden. Volgens de statu
ten van de C.V.Z. berust namelijk
het beheer van de veilingkoelhuizen
bij de C.V.Z.
In 1982 wordt weer begonnen met
veilen op dinsdag 5 januari en dan op
die dag alleen in Goes. Op donder
dag 7 januari begint Kapeile. De
week daarop wordt er in Kapeile niet
geveild vanwege de fruitteeltshow
van de N.F.O. op vrijdag 15 januari
in Kapeile. De leden van Kapeile die
in de tweede week van januari fruit
willen aanvoeren, moeten dit dus
doen voor de veiling van dinsdag 12
januari in Góes of Krabbendijke. We
willen hierover desgewenst altijd
nader overleg met u plegen.
Vervolgens zal er dan op de drie
Zuid Bevelandse veilingen weer
eenmaal per week worden geveild.
Het bestuur doet een dringend be
roep om te zorgen voor een regel
matig aanbod. Er zijn minder appe
len beschikbaar dan in andere jaren,
maar dat wil niet zeggen dat we ze
moeten vasthouden, omdat de prij
zen wel blijven stijgen.
Arbeidstijdverkorting
Nadat reeds vanaf september op de
veiling in Terneuzen door een deel
van het personeel korter wordt ge
werkt, is op 14 december j.l. ook bij
de veilingen in Kapeile en Krabben
dijke een werktijdverkorting inge
gaan. Een groot aantal medewerkers
werkt thans 3 dagen per week. Per
^es weken wordt bekeken of deze si
tuatie verlengd moet worden. De
opzet is wel, dat er steeds mensen op
de veilingen aanwezig zijn en wan
neer er werk is, zal dat altijd uitge
voerd worden.
19