LANDBOUWPLOEG IN BRUSSELSE ARENA Gedoemd tot samenspel Het duurt meestal even voordat een club een beetje op elkaar ingespeeld is, zeker als er af en toe ook nieuwe spelers ingezet worden. Behalve zijn eigen, aparte plaats in het veld. beeft ieder zijn hebbelijkhe den, trainings- en speelwijze. De bedoeling is dat er doelpunten worden gescoord, dat de club hoger op de ranglijst komt en dat de aanhang enthousiast blijft. Het loopt lang niet altijd lekker, maar toch moet een zo goed mogelijk samenspel nagestreefd worden. Zo ook de landbouwploeg in Brussel, in zijn thuis wedstrijden (COPA) en zijn uitwedstrijden bij de Commissie, de Ministerraad e.d. Moeilijke competitie De hele ploeg weet best waar het om gaat. Om suc ces in de competitie, om een beter inkomen voor land-en tuinbouw in de Europese Gemeenschap. Elke speler heeft zijn eigen voorstellingen van het te spelen spel, elk ervaart zijn eigen kostensituatie en is uit op dekking daarvan. Maar het blijkt heel moeilijk te zijn om één tactiek te handhaven. Als het veld glad en slechter bespeelbaar wordt, gaat de ene eer der onderuit dan de ander. De zogenaamde objectieve methode is bedoeld om alle kostensituaties onder één noemer te brengen, dus echt gemeenschappelijk. In theorie prachtig; over drie jaar terug en met inhaal van het tekort in de prijsstelling, maar de nationale ontwikkelingen moeten gecorrigeerd worden vanwege de verschil lende muntwaarde-wijzigingen. Zo raakt de uitkomst nogal eens vertekend, lager of soms hoger dan de ei gen ervaring. Vaak moeilijk te volgen voor de be langhebbende toeschouwer. De spelers zijn het ondanks die éne aanvalstactiek (de gemiddelde noodzakelijke prijsverhoging) vaak niet eens over de spelverdeling. De Nederlander mag dan op grond van zijn LEI-prognoses bijvoorbeeld menen dat granen, suikerbieten en melk een gelijk verhogingspercentage behoeven, de Fransman legt meer nadruk op een beter veehouderij-inkomen en zweert bij een veel lagere rundvleesprijs. Ook de Duitser blijkt zich bijvoorbeeld om de melkprijs niet zo druk te maken, hij lijkt soms meer oog te hebben voor de vijandelijke tribune (de schatkist). Waarom wil die Deen per se een zo hoge basisprijs voor var kens, die in de praktijk weinig voorstelt? De Italiaan móet en zal meer voor olijven en verwerkte tomaten. Van huis-uit is de Nederlander dan tenslotte zorg om de fabrieksaardappelprijs meegegeven. Dat is indus- triesteun, vindt de Fransman, regel het liever in een algemene aardappelregeling met bodemprijsmaatre gelen. Maar dat is nu juist niet Neerlands opvatting van een vrije, gezonde, aardappelmarkt! KNLC-secretaris ir. G. J. Struikenkamp is een van de Nederlandse Landbouwdeskundigen die vanaf het eer ste uur in Brussel met collega 's, uit andere EG-landen de boerenbelangen verdedigt. Dat gebeurt dan vooral in het huis van de Europese boerenorganisatie COPA. Op verzoek van de redactie heeft hij voor dit KNLC- nummer eens een wat andere invalshoek gekozen om over het verdedigen van de boerenbelangen in de EG te schrijven. Langs de buitenlijn Over de vleugel spelen, snelle rushes langs de bui tenkant en zo naar voren. Zo heeft de Nederlander dat geleerd: exporteren was en is de boodschap en het allerbelangrijkste hulpmiddel moet een goede exportrestitutie zijn. Hij hoeft er tot zijn verbazing niet eens zo'n moeite voor te doen om deze opvatting aanvaard te krijgen. Fransen, Ieren. Denen etc. zeg gen het zo mogelijk nog overtuigender. Maar er blijken afwijkende opvattingen over het no dige spel op andere linies mee samen te hangen. In de verdediging moeten en zullen per se volgens an deren alle optredende gaten goed gedicht worden. De Nederlander wordt murw gepraat over de „ge- meenschapspreferentie". Hij accepteert dan maar het pleidooi voor een importheffing op plantaardige 38

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 60