BLIJVEN PRATEN OF
JE GAAT DE BOOT IN
Jhr. J. W. Steengracht van Oostcapelle:
„Blijven praten of je gaat de boot
in," zegt Jonkheer J. W. Steen
gracht van Oostcapelle. Hij doelt
>daarmee niet op zijn functioneren
als voorzitter van het Utrechts
Landbouw Genootschap. Nee, de
uitspraak rolt hem over de lippen
als hij praat over zijn positie in de
Natuurbeschermingsraad, een ad
viescollege voor de overheid waar
in vertegenwoordigers van natuur,
milieu en landbouw zitting heb
ben.
„Als vertegenwoordiger van de
agrarische sector wordt je in krin
gen van natuur en milieu met een
zeker wantrouwen bekeken. Je
wordt versleten voor een van die
mateloos ruwe lieden uit de land
bouw. Evenwel, ook de eigen club
koestert argwaan: hij doet aan na
tuurbescherming. Dat je op een
buitenplaats woont, doet er even
min goed aan." aldus Jonkheer
Steengracht. En hij voegt er laco
niek aan toe: „Als ik het niet goed
doe. dan hoor ik het wel en mag
een ander die lollige baan heb
ben." Eveneens komt hij op voor
de boerenbelangen in de Jacht-
raad, ook'een adviesorgaan voor
de overheid waar diverse belang
hebbende groeperingen in zijn
vertegenwoordigd.
Ondernemer blijven
Uitgangspunt voor Steengracht's
werk in de Natuurbeschermings
raad en Jachtraad is dat het de
boer mogelijk gemaakt wordt on
dernemer te blijven. Men kan
hem niet zomaar beperkingen in
zijn bedrijfsvoering opleggen.
Daar moeten financiële vergoe
dingen tegenover staan, zoals ge
beurt met beheersovereenkom
sten. „Een moeilijke zaak." erkent
Steengracht, „want werk je er niet
aan mee dan is er de kans dat
boeren via bestemmingsplannen
beperkingen opgelegd krijgen,
zonder dat er vergoedingen tegen
over staan. Daarom moet je blij
ven praten. Ik vergelijk mijn posi
tie wel eens met de man in de
laatste wagon van zo'n ouderwet
se goederentrein. Vanaf zijn
plaats kon hij de hele trein over
zien en moest hij aan de rem trek
ken indien nodig. Wel, die man
Jonkheer Steengracht van Oostcapelle
voor zijn buitenplaats
van de rem, dat ben ik: voorko
men dat de zaak botst."
Overigens zal Steengracht de laat
ste zijn om niet te erkennen dat de
landbouw bepaalde verant
woordelijkheden heeft ten opzich
te van flora en fauna. Als voor
beeld noemt hij de ganzen die in
ons land fourageren. Voor de we
reldpopulatie van ganzen heeft
Nederland een belangrijke ver
antwoordelijkheid. „Maar je kunt
boeren die toch al moeite hebben
het hoofd boven water te houden,
toch niet voor schade laten op
draaien die de ganzen veroorza
ken?" Het gaat hier om een totale
schade die met zes nullen geschre
ven wordt. De gemeenschap zal
deze schade moeten vergoeden.
Waar landbouw beperkingen op
gelegd krijgt, zal het ondernemer
schap toch moeten blijven func
tioneren. meent Steengracht, ze
ker wanneer er veel pacht is.
„Pacht is een belangrijke financie
ringsbron voor de landbouw. In
vesteerders moet je niet afschrik
ken met maatregelen waardoor de
grond minder waard wordt." al
dus de voorzitter van het ULG.
die ook lid is van Provinciale Sta
ten voor de VVD.
Men kent elkaar
Binnen de KNLC-organisatie is
het ULG één van de kleinere
standsorganisaties. „Toch willen
wij absoluut onze zelfstandigheid
niet prijsgeven," zegt Steengracht,
„net zoals wij ook onze Gezond
heidsdienst voor Dieren willen
houden." Dat laatste is een heet
hangijzer, want volgens 'Den
Haag', zou de Utrechtse Gezond
heidsdienst met een groter geheel
moeten samengaan. Het ULG
functioneert uitstekend, naar het
oordeel van de voorzitter, waarbij
hij lof toezwaait aan de enthousi
aste jonge staf op het secretariaat.
Opvallend vindt hij het dat er een
vrij hechte band is tussen de le
den. „Men kent elkaar, zelfs wan
neer men ver van elkaar woont.
Dat komt vooral doordat men sa
men veel heeft opgetrokken in de
Plattelands Jongeren Gemeen
schap Utrecht. Dat is een onge
looflijk sterk bindend element,"
zo zegt Steengracht en hij voegt
eraan toe, dat mede daardoor zijn
organisatie een aantal heel be
kwame bestuurders heeft, die nu
op verschillende posten opereren,
zoals bijvoorbeeld voorzitter van
een ruilverkavelingscommissie.
Dat er een groep kritische jonge
boeren in Utrecht opereert ver
ontrust hem niet. Integendeel:
„Als standsorganisaties zouden
wij wel eens wat meer naar jonge
ren mogen luisteren, juist omdat
zij kritisch zijn."
Dat het ULG het niet slecht doet,
blijkt volgens Steengracht ook uit
het feit dat een geringe stijging
van het ledenaantal plaatsvindt.
Ook ongeorganiseerden melden
zich als lid. De jaarvergadering
van het ULG wordt heel druk be
zocht. Vijftien tot twintig procent
van de leden is er en velen nemen
hun echtgenote mee," zegt Steen
gracht niet zonder voldoening.
B. A. B.
28