DE GOUDEN DRAAD OVERAL VASTHOUDEN W. J. Lokhorstvoorzitter Geldersche Mij: „Je moet goed in de gaten houden dat vele Geldersen Saksen zijn. Hij beoordeelt een situatie heel rustig. Hij is ook bereid tot een ze kere grens te accepteren dat iets niet gemakkelijk anders kan. Maar als hij in beweging komt, dan is het ook ernst. De meeste Gelderse boeren hebben een ge mengd bedrijf. Ze hebben hun be langen gespreid. Dat maakt hen iets minder kwetsbaar als het in een bepaalde sector tegenzit. Is de situatie precair geworden, dan komt hij in actie." Aldus karakteriseert W. J. Lok horst (60), voorzitter van de Gel- dersche Maatschappij van Land bouw, zijn 'achterban'. Zelf geeft hij duidelijk de voorkeur aan het voeren van overleg om problemen te behandelen en oplossingen te bereiken. ..Ik geef wel signalen, wanneer ik problemen aan zie ko men." Dat zijn dan als het ware schoten voor de boeg. Lokhorst is full time-bestuurder. die tijd en aandacht in hoofdzaak verdeelt tussen de Geldersche, Cebeco- Handelsraad en Stichting Ge zondheidszorg voor Dieren. „Ik heb niet het gevoel dat ik in deze functies verschillende petten op moet zetten," zegt hij. „Ik heb een duidelijk doel voor ogen en dat is op alle posten het belang van boer en tuinder dienen. Hoe dat het beste kan is afhankelijk van plaats en tijd. Maar dat is wel de gouden draad die je steeds terugvindt in het beleid en die vastgehouden moet worden." Lokhorst woont in Deil, gelegen in de Betuwe. Veredelingslandbouw Gelderland is één van de provin cies waar varkens-, pluimvee- en vleeskalverhouderij een belang rijke plaats in het scala van agra rische activiteiten innemen. Lok horst is dus bij uitstek de man om te vertellen wat de standsorgani satie voor deze bedrijfstak bete kent. Naast algemene zaken als W. J. LokhorsI markt- en prijsbeleid, fiscaal be leid, voorlichting en dergelijke noemt hij als voorbeeld de oprich ting van de Mestbank, als initia tief vanuit de standsorganisaties. Ter verbetering van sociale om standigheden op de bedrijven is de Bedrijfsverzorgingsdienst op gericht. „Deze organisatie heeft een grote vlucht genomen en ik heb de indruk dat het zich nog wel voort zal zetten." meent Lok horst. Volgens hem is ook een soort 'gemeenschappelijk arbeids- reservoir' nodig, waarop elk be drijf naar behoefte een beroep kan doen als er extra werk gedaan moet worden. Een heel belangrijke opdracht voor de standsorganisatie is vol gens Lokhorst er voor te zorgen, dat de veredelingslandbouw vol doende ruimte heeft om te produ ceren en om zich te ontwikkelen. In het kader van de ruimtelijke ordening is dat zelfs heel letterlijk het geval. ..Ik denk daarbij spe ciaal aan de Hinderwet, die nu door de politieke ontwikkelingen vooral als doel lijkt te krijgen de boeren te hinderen. Dat kan toch nooit de bedoeling geweest zijn." zegt Lokhorst. Hiertegen trekt de organisatie vol vuur ten strijde. Veel waarde hecht Lokhorst zelf aan een goed georganiseerde ge zondheidszorg voor dieren. Hij is voorzitter van de landelijke stich ting in Den Haag, waar de pro vinciale gezondheidsdiensten bij aangesloten zijn. Ook hier weer staat het belang van de boer voor op: het in stand houden van een gezonde veestapel tegen de laagst mogelijke kosten. Winst niet voorop Regelmatig reist Lokhorst naar Rotterdam, naar het hoofdkan toor van Cebeco-Handelsraad. Hij is voorzitter van het bestuur. Daar houdt hij de gouden draad weer vast: „In feite wordt het ei gen ondernemersbelang onderge schikt gemaakt aan het belang van de leden, de boeren." Ter ver duidelijking voegt Lokhorst eraan toe: „Bij ondernemen gaat het om winst maken. In onze coöperaties worden beslissingen genomen, waarbij winst niet voorop staat, maar waar het boerenbelang vraagt je er voor in te zetten, zon der dat de continuïteit in gevaar komt." Als voorbeeld noemt hij het opzetten van het veredelings- bedrijf voor landbouwgewassen. ..Dat moetje niet doen als je pure winst wilt maken. Het kweekbe- drijf blijkt nu een geweldige on dersteuning te zijn voor de land bouw. We hebben meer dan hon derd rassen op de rassenlijst." De Geldersche heeft in het verle den heel bewust gekozen voor het ondersteunen van de coöperatie in land- en tuinbouw. „Wij vin den dat daardoor de zakelijke be langen van de leden het best ge diend worden." Daarom ook pro beert de Geldersche invloed uit te oefenen op het functioneren van coöperaties, zeker als de eenhe den te klein dreigen te worden om nog een goed antwoord te kunnen geven op de concentratie van macht buiten het boerenerf. De aankoopsector en de zuivel zijn voorbeelden in welke richting de coöperatie haar kracht moet zoe ken. De fruitveilingen hebben pas de eerste schreden op die weg ge zet. „Men wil het nog te veel geza menlijk zelf doen." zo is Lokhorst zijn korte maar duidelijke analyse van de situatie. ..Wanneer je vol staat met je produkten voor de veilingklok te brengen, is dat in feite een zeer passieve marktbena dering. Men zal wat agressiever moeten optreden om de bunde ling aan de vraagkant goed te kunnen pareren." Aldus Lok horst. die meent dat zijn standsor ganisatie zeker een taak heeft hier stimulerend te werken. B. A. B. 23

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 45