LANDBOUWORGANISATIE
HEEFT VEEL INVLOED
Burgemeester Vuursteen van Zuidwolde:
Burgemeester Vuursteen van Zuidwolde bij het wapen
van zijn gemeente
„Je staat er versteld van op hoeveel plaatsen je verte
genwoordigers van de landbouworganisaties tegen
komt." Dat vindt burgemeester W. J. Vuursteen van
Zuidwolde, een Drentse gemeente met ruim negen
duizend inwoners. Sinds 1978 is hij burgemeester van
die gemeente.
Wij vroegen hem naar zijn ervaringen met de stands
organisaties.
..In een plattelandsgemeente kom je „de landbouw"
en dus ook de landbouworganisaties natuurlijk meer
tegen dan in een stedelijke gemeente. Met name is
dat het geval op het terrein van de ruimtelijke orde
ning en alles wat daarmee samenhangt," aldus de
heer Vuursteen.
„Hoeveel contacten je als bestuurder van een ge
meente direct en indirect met de georganiseerde
landbouw hebt. bleek mij nog eens duidelijk toen ik
het ambt hier overnam. Namens de gemeente kreeg
ik toen ook zitting in de voorbereidingscommissie
voor de ruilverkaveling die voor onze gemeente op
stapel staat. De directeur Gemeentewerken leek het
toen goed. dat hij mij de eerste vergadering aan een
ieder voorstelde en mij een beetje wegwijs maakte.
Het bleek echter, dat ik de meeste aanwezigen in de
een of andere hoedanigheid al eens ontmoet had. Zo
zie je maar, dat de landbouw goed georganiseerd is
en datje de vertegenwoordigers van de landbouwor
ganisaties op veel plaatsen tegen kunt komen. Er lo
pen zo verschillende lijnen van de ene naar de ande
re organisatie."
Verwevenheid
Burgemeester Vuursteen was voor hij eind 1970 zijn
loopbaan als burgemeester van Oosterhesselen start
te. directeur van de Stichting Noord-Groningen,
waarin 28 Noordgroninger plattelandsgemeenten
deelnemen. „Ook in die functie had ik de nodige
contacten met de landbouworganisaties, onder ande
re met de afdelingen van de Groninger Maat
schappij van Landbouw," aldus de heer Vuursteen.
„Daar merkte je een grote verwevenheid van allerlei
functies en kwam je bepaalde organisatiemensen,
dan weer met de ene en (Jan weer met de andere pet
op, in je werk tegen. Want of het nu als water
schapsbestuurder of als wethouder is, het zijn en blij
ven meestal mensen die nauw bij de landbouw en de
landbouworganisaties betrokken zijn. Daardoor is de
invloed van de georganiseerde landbouw veel groter
dan men op het eerste gezicht geneigd is te denken."
Keerzijde medaille
De landbouw wordt in toenemende mate geconfron
teerd met voorschriften en beperkingen. „Dat bete
kent dat men ook als lagere overheid de boer steeds
vaker tegenkomt. Ook in Zuidwolde is dat het geval.
Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de discussie over
behoud en herstel van de Reest Drenthe's grensri
vier met Overijssel en aan de problematiek van de
ruimtelijke ordening."
Als gemeentelijke en provinciale overheid de heer
Vuursteen is ook lid van Provinciale Staten in Dren
the kun je het daarbij de landbouw niet altijd volle
dig naar de zin maken. „Want je hebt als bestuurder
niet het landbouwbelang te dienen, maar het alge
meen belang. Je moet de belangen die in het geding
zijn dan ook steeds tegen elkaar afwegen; hoe goed
en hoe duidelijk de organisaties die belangen ook
naar voren brengen. Iedere medaille heeft immers
zijn keerzijde, hoe mooi die medaille aan één kant
ook wordt opgepoetst."
Overlegsituaties handhaven
„Wij proberen hier in Zuidwolde de problemen naar
goed Drents gebruik steeds in overleg met de betrok
kenen op te lossen," aldus de heer Vuursteen. Vaak
is er al veel gewonnen, als men maar wat begrip voor
elkaar kan opbrengen. Mede daarom woraen in
Zuidwolde bijvoorbeeld Drentse cursussen georgani
seerd voor de nieuwe inwoners. Door die cursussen
krijgt men veel meer inzicht in de historie en de ge
bruiken in dit gebied en in het taalgebruik. Die ge
schiedenis is nauw met de landbouw verweven en
daardoor ontstaat begrip bij de burger voor het doen
en laten van de boer. Anderzijds mag je van de boer
en zijn organisatie ook een positieve instelling tegen
over de burgers verwachten. Helaas, schort daaraan
wel eens wat. Dat is begrijpelijk want te vaak nog
worden ten nadele van de landbouw uitzonderingen
tot norm verheven. De boer heeft zich er dan maar
naar te schikken. Dat diens organisatie vanuit de be-
langenbehartigende taak er dan in het geweer komt,
kan ik me goed voorstellen."
J. BEERMAN
11