Zoet en zout water in het Deltagebied Artikelenserie in "De Stem H et Deltagebied van Z.W. Nederland staat vanaf de watersnoodramp in 1953 sterk in de belangstelling. In de eerste plaats door de verwik kelingen rond de afsluiting van de Oosterschelde. Maar daarnaast vroegen ook andere zee-armen de aandacht. Het Haringvliet werd afgesloten, evenals de Grevelingen. Tevens komt er door de aanleg van de Oesterdam en Philipsdam een afgesloten strook water langs W.N. Brabant enerzijds en Flakkee, St. Philipsland en Tholen anderzijds - het Zoommeer. Het Haringvliet is zoet, het Zoommeer wordt ook zoet, over de Grevelingen is nog geen beslissing genomen. G edeputeerde A.L. van Geesber- gen heeft in antwoord op opmerkin gen bij de algemene beschouwingen in de staten meegedeeld, dat GS nog geen beslissing kunnen innemen over de vraag of de Grevelingen in de toekomst zoet moet worden of zout moet blijven. Afhankelijk van de nationale en Zeeuwse studies naar de zoetwaterhuishouding zal te zij ner tijd een besluit genomen worden, aldus de gedeputeerde. PvdA-frak- tievoorzitter mevrouw C.C. van Zanten-Leijsen had zich uitgespro ken voor handhaving van een zout bekken, terwijl VVD-fraktievoorzit- ter J.D. de Voogd juist had gepleit voor een zoete Grevelingen. CDA- fraktievoorzitter drs. H. Eversdijk benadrukte de betekenis van een zoet bekken voor land- en tuinbouw, maar waagde zich nog niet aan een keuze. D e werkgroep zoetwatervoorzie ning Zuid-West-Nederland van het landbouwschap heeft in een onder zoeksrapport gekonkludeerd, dat het gewenst is het Grevelingenmeer als zoetwaterreservoir voor de landbouw te benutten. Het onderzoek had be trekking op het gebied ten noorden van de Westerschelde en gebleken is, dat Zeeland ten opzichte van overig Nederland klimatologisch een droge provincie is. M inister Tuijnman van verkeer en waterstaat verwacht, dat rijkswater staat half 1982 een nota gereed zal hebben over de gevolgen vap een zoete en een zoute Grevelingen. De nota zal in overleg met derden opge steld worden, terwijl bij de uiteinde lijke besluitvorming de raad van de waterstaat betrokken zal worden. H et dagelijks bestuur van het wa- terschap Schouwen-Duiveland staat positief tegenover de wens vanuit de landbouw om de Grevelingen zoet te maken, opdat het water in de polders ingebracht kan worden. S pecialist bodembemesting L. Nootenboom van het rijkstuinbouw- konsulentschap in Goes is voorstan der van het gebruik van zoet water uit het Zoommeer voor de tuinbouw in Oost-Zuid-Beveland. Zeker in droge perioden zou de tuinbouw veel gemak van het water hebben. D ijkgraaf G.J. de Jager veronder stelt, dat het een dure zaak kan wor den water uit het Zoommeer te ge bruiken voor de landbouw. Voor Oost-Zuid-Beveland zullen de tran sportkosten misschien wel zo hoog worden, dat de voordelen niet meer in verhouding staan. H et ZLM-hoofdbestuur heeft tij dens een besloten vergadering beslist bij het provinciaal bestuur te pleiten voor een zoet Grevelingen. Omdat het gaat om de toekomst van de landbouw in zuid-west-Nederland wordt ook de afdelingen en kringen gevraagd aktie te ondernemen, aldus het hoofdbestuur. Ze vindt dat ereen totaal onderzoek moet komen naar de vraag of het Grevelingen zout of zoet moet zijn. (PZC 5 maart 1981). ZOETE OF ZOUTE GREVELINGEN AFHANKELIJK VAN STUDIES WERKGROEP LANDBOUWSCHAP: GREVELINGEN ZOET HALF 1982 NOTA ZOETE/ZOUTE GREVELINGEN SCHOUWS WATERSCHAP WIL ZOETE GREVELINGEN ZOET WATER VAN ZOOMMEER GEBRUIKEN VOOR TUINBOUW 00ST-ZUID-BEVELAND GREVELINGEN ZOET OF ZOUT ZOUT OF ZOET GREVELINGEN Beginliefde voor zout Grevelingen Werkgroep Grevelingenwater gaat ook mogelijkheden Zoommeer onderzoeken In de regionale dagbladen verschijnen regelmatig artikelen over een en ander. Vooral de diskussie rond het Grevelingen kreeg veel aandacht. In het maandelijks verschijnende Zeeuws Bulletin worden deze artike len (en andere) kort samengevat. We nemen hieruit het belangrijkste over hetgeen, er de laatste 2 jaar over zoet en zout water in het Delta gebied werd gepubliceerd. (PZC 17 en 20 november 1979) In het voorjaar en in de zomer valt er minder regen, terwijl de verdamping groter is. Bovendien is het grondwa ter zout en dus niet bruikbaar voor de landbouw. Al deze faktoren samen geven een lagere opbrengst. Een zoet Grevelingenmeer zou aan deze be zwaren tegemoet kunnen komen; Schouwen-Duiveland, Goeree-Over- flakkee en West-Brabant zouden er van kunnen profiteren. Samen met het Zoommeer zou de zoetwater- voorziening aanzienlijk verbeterd worden en zouden meer intensieve gewassen, vooral in de tuinbouw, ge kweekt kunnen worden. Het onder zoek werd ingesteld, nadat bekend werd, dat de Oosterschelde zout zou blijven. In de werkgroep hadden zit ting vertegenwoordigers van het landbouwschap, rijks- en provinciale waterstaat, landinrichtingsdienst, dienst bedrijfsontwikkeling, instituut kuituurtechniek ^n waterhuishou ding, kommissie waterbeheersing en ontzilting en de watermaatschappij Zuid-West-Nederland. (Dagbladen 25 oktober 1979) 14 Een interessante serie artikelen ver scheen begin 1981 in "De Stem". Een tweetal hiervan, die de mening weergeven van dr. ir. C. van den Berg en drs. C.J. Kalden vindt u volledig elders in dit nummer. Van de andere thans een samenvatting, zoals die in het Zeeuws Bulletin is weergegeven. Naar aanleiding van het onderzoek dat rijkswaterstaat instelt naar de gevolgen van een zoet en zout Gre velingen heeft Piet de Bont in enkele artikelen in De Stem vraaggesprek ken gehad met vertegenwoordigers uit de landbouwwereld. Eerst kwam ZLM-voofzitter A.J.G. Doeleman aan het woord, die als voorzitter is opgetreden van een werkgroep van de gewestelijke raad voor het landbouwschap tot onder zoek van de behoefte aan zoet water. Uit het onderzoek is gebleken, dat ruim 28.000 ha van het landbouwge bied ten noorden van de Wester schelde te droog is, wat neerkomt op ongeveer 40 procent van het totale landbouwareaal. Goede zoetwater voorziening kan er toe leiden, dat de landbouwinkomsten met miljoenen guldens kunnen stijgen. Die inkom sten moeten nu ontbeerd worden, aldus het onderzoekrapport. Volgens de heer Doeleman lijden boeren in droge gebieden tijdens een droog jaar een inkomstenverlies van zo'n kleine 80 miljoen, doordat de op brengst van de produkten veel lager is. Voordat het rijkswaterstaat-on- derzoek op gang is gekomen, is al teveel kostbare tijd verloren gegaan; bovendien strekt het zich maar uit tot de gevolgen voor Schouwen-Duive land en Goeree-Overflakkee, terwijl eigenlijk heel Zuid-West-Nederland onder de loupe zou moeten worden genomen. Speciaal voor Schouwen- Duiveland echter is een zoet Greve lingen van groot belang, zowel voor de groente- als voor de bollenteelt. (De Stem 3 februari 1981). Dijkgraaf ir. P. van der Burgh van het hoogheemraadschap West-Bra bant hield eveneens een pleidooi voor ruime zoetwatervoorziening in Zuid-West-Nederland. Hij hoopte dat de op stapel staande wet op de Van landbouwzijde zijn al bruikbare gegevens over de zoetwatervoorzie ning overgelegd. (PZC 19 januari i980) De minister liet bij de begrotings behandeling voor zijn departement weten, dat hij streeft naar een beslis sing over de Grevelingen ruim voor 1985. (De Stem 17 januari 1980) Tegen het eind van 1982 moet het doorlaatmiddel in de Grevelingen gereed zijn. Tot het tijdstip waarop de Oosterscheldewerken klaar zijn - 1985 - kan dan onderzocht worden hoe de zoute doorstroming van het Grevelingenmeer in de richting van Mastgat en Oosterschelde zo gunstig mogelijk kan verlopen. Ook de ef- fekten van die doorstroming op de Grèvelingen zelf kunnen dan onder zocht worden, aldus ir. C. Kooman, hoofd van de compartimenterings- werken. Omdat de uiteindelijke be slissing rond het meer pas rond 1985 zal vallen is het zaak in de tussentijd de Grevelingen zo zout mogelijk te houden. (PZC 15 februari 1980) Vier eerste kamerledefi hebben de ministers van verkeer en waterstaat en van landbouw en visserij ge vraagd om inzicht in de nu bekende gegevens over de zoetwatervoorzie ning in Zeeland. Het gaat hen vooral om de informatie van de gewestelijke raad voor Zeeland van het land bouwschap. De leden willen verder geïnformeerd worden over de schelpdierkultures in de Grevelin gen. (Dagbladen 15 februari 1980) Ook het hoofdbestuur van de Ne derlandse fruittelersorganisatie heeft zich uitgesproken voor een zoete Grevelingen, daarmee de mening volgend van de Zeeuwse fruittelers. (PZC 15 februari 1980) waterhuishouding een goede rege ling biedt "voor wie wat krijgt als er in droge zomers tekorten zijn". Voor de Nieuwe Waterweg zijn grote hoe veelheden zoet water nodig om de verzilfing tegen te gaan rond Rotter dam. Op zulke momenten dreigt een tekort aan zoet water van goede kwaliteit. Voor West-Brabant is het daarom van belang, dat het Zoom meer goed zoet wordt, aldus de dijk graaf. Als alle belangen van een zoete of zoute Grevelingen tegen el kaar worden afgewogen, geeft hij de voorkeur aan zoet water. (De Stem 10 februari 1981) Algemeen ZLM-sekretaris rar. Jan Oggel vindt, dat als er problemen ko men met de Grevelingen en het Zoommeer de waterpijpleiding tussen de Biesbosch en het Sloegebied inge schakeld moet worden. De leiding is destijds aangelegd om de industrieën in het Sloegebied van ruw water te voorzien. Er kunnen vertakkingen gemaakt worden naar Walcheren, de Bevelanden, Tholen en Schouwen- Duiveland. Het Biesboschwater zou dan tegen een schappelijke prijs ge leverd moeten worden aan de boeren, wat waarschijnlijk betekent dat de overheid moet meebetalen. Drs. J. Visser van de afdeling milieu-onder zoek van de Deltadienst vraagt zich af of een goed zoetwatermilieu voor de Grevelingen gegarandeerd kan wor den. (De Stem 24 februari 1981) Milieugedeputeerde W. Don, die ook voorzitter is van de watermaat schappij Zuid-West-Nederland, zei begrip te hebben voor het streven van de landbouw naar een zoete Grevelingen. De landbouwers van Schouwen-Duiveland zijn met een zoet Grevelingenbekken uit de pro blemen, maar aan de andere kant moet veel waarde toegekend worden aan het milieu van een zoute Greve lingen. Bovendien moet er op gelet worden, dat niet teveel water aan de grond onttrokken wordt. Dit is evenzeer in het belang van de land bouw. Hoofdingenieur-direkteur ir. L. Eel- kema van de landinrichting grond en bosbeheer in Goes beaamt, dat de (PZC 11 juni 1980) Minister Braks van landbouw en visserij heeft in de landbouwkom- missie van de tweede kamer gezegd, dat de belangen van de Zeeuwse, landbouw terdege overwogen zullen worden voordat uiteindelijk beslist wordt of het water in de Grevelingen zout of zoet moet zijn. De minister verwacht, dat de werkgroep die on derzoek zal doen, naar een zoet of zout Grevelingen haar werkzaamhe den uiterlijk eind 1982 afgerond zal hebbn. (PZC 20 juni) (PZC 15 januari 1981) (PZC 4 februari 1981) opbrengst van sommige gewassen in Zeeland minder is dan elders in het land. Per gewas kan een verschil van tien tot twintig procent optreden. Volgens de heer Eelkema en hoofd ing. J.W. Busser van de afdeling on derzoek van de landinrichtingsdienst kan de Zeeuwse landbouw geen slechte jaren meer verdragen. Zij zien bij het zout blijven van de Gre velingen een oplossing via een pij pleiding vanuit het Zoommeer. Er moeten dan in eerste instantie lei dingen komen naar Tholen, Sint- Philipsland en een deel van de Be velanden en later misschien naar Schouwen-Duiveland. Ir. Eelkema zei overigens te verwachten, dat gro te delen van de Bevelanden, Wal cheren en ZeeuWs-Vlaanderen pro bleemgebieden zullen blijven, ook als het Zoommeer en de Grevelingen beide zoet zijn. (De Stem 17 februari 1981) Ir. Gerrit Jan Schiereck, koördina- tie waterhuishouding voor Zuid- West-Nederland van rijkswaterstaat is een van de samenstellers van de nota over een zoete of zoute Greve lingen voor de minister. Met nadruk verklaarde hij, dat rijkswaterstaat de zaak objektief bekijkt. Op het ogenblik is weinig bekend over de behoefte aan zoet water voor de landbouw in Zeeland. Landelijk is het eigenlijk een beetje delen van de armoe, detordat er maar beperkte voorraadvorming mogelijk is. Ook hij merkte op, dat de Nieuwe Wa terweg het grootste probleem is. Een deel van dit probleem is opgelost door de afsluiting van het Haring vlieten hqt Volkerak, maar af en toe ontstaan er toch konfliktsituaties tussen het noordelijke en het zuide lijk^ Deltabekken. In het zuidelijk deej, kan stopzetting van extra door spoeling"'van het Zoommeer dan nog enige uitkomst bieden; dit levert vijftig kuub per sekonde op, terwijl door terugwinning bij de sluizen van zoet water nog twintig kuub per se konde vergaard kan worden. De wet op de waterhuishouding zal een op lossing voor het gehele Deltagebied moeten bieden. (De Stem 3 maart 1981) De visserijaktiviteiten die op de Gre velingen worden bedreven geven aan, dat het zoute alternatief het meest gunstige zal zijn-, aldus drs. R. Dijke- ma, hoofd van de dependance van het rijksinstituut voor visserij-onderzoek in Yerseke. Als de Grevelingen zoet wordt, moet de schelpdiersektor volle dig het veld ruimen, terwijl ook de oesterbroedwinning in gevaar komt. De Grevelingen is uitermate geschikt voor oesterbroedwinning, omdat - in tegenstelling tot de Oosterschelde - de Japanse oester hier nog niet is gesig naleerd. (PZC 14 februari 1981) Na een werkbezoek aan Zeeland ver klaarden landbojAwspecialisten uit de PvdA -tweede kamerfraktie, dat de Grevelingen zout moet blijven, omdat de handhaving van het huidige milieu en de kraamkamerfunktie voor de Visserij niet te verwaarlozen elemen ten zijn. Het zoetwaterprobleem dat door het zout houden van de Greve lingen ontstaat, zou ondervangen kunnen worden door een zoetwater bassin bij Kapelle, terwijl ook water uit Noord-Brabant aangevoerd zou kunnen worden. (De Stem 16 februari 1981) In het kommentaar van de Zierik- zeesche Nieuwsbode van 20 maart worden als argumenten voor een zoet Grevelingen aangedragen de miljoenenschade in 1979 in land- en tuinbouw door de droogte en de noodzaak tot uitbreiding van de tuinbouw als toekomstperspektief voor vooral jonge boeren. Het waterschap Schouwen-Duive land is ontstemd over opmerkingen van staatssecretaris G.C. Wallis de Vries van CRM bij de installatie van de voorlopige raad van bestuur voor de Grevelingen. In een brief aan gs schrijft het waterschap, dat de be windsman een eenzijdig oordeel heeft gegeven over een zoute Greve lingen, terwijl de Zuidhollandse ge deputeerde J. Hoek van Dijke zelfs sprak van een "beginliefde" voor een zout milieu. Dit zijn voortijdige uit spraken, aldus het waterschap, die het vertrouwen in objectieve onder zoeken en afwegingen niet dienen. Een afschrift van de brief werd aan de staatssecretaris gestuurd' (Zi.erik- zeesche Nieuwsbode 6 juli). De statencommissie voor het water beheer vindt dat de werkgroep die voor de landbouw bestudeert of de Grevelingen zoet moet blijven, een zelfde onderzoek moet doen voor het Zoommeer. De werkgroep moet daartoe uitgebreid worden met ver tegenwoordigers uit Noord-Brabant. Besloten werd dat ook het Rijksin stituut voor de Drinkwatervoorzie ning aan het onderzoek mee zal doen. Dat gebeurde op verzoek van direkteur ir. P. Stoter van de water maatschappij zuid-west-Nederland die betoogde dat de zoetwaterpro- blematiek Zoommeer een duidelijke relatie heeft tot de drinkwatervoor ziening. (Dagbladen 2 september 1981) Tijdens een vergadering van de raad voor de bedrijfsontwikkeling in de landbouw in Zeeland heeft direk teur akker- en tuinbouw ir. W.F.S. Dufhues van het ministerie van land bouw en visserij gezegd dat het voqr de fruitteelt en vollegronds groente teelt in Zeeland van wezenlijk belang is dat men over voldoende goed zoet water beschikt. (PZC 4 september 1981)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 14