Natuurbeschermings -
raad adviseert zout
Grevelingen
Milieubelang tegen belang
van boeren
CHRIS KALDEN:
Zout of zoet
Grevelingenmeer
Zout water gunstig voor
het milieu
Zout water
schaars artikel
Dogma
Tegenstrevers
Rijke fauna
Half dozijn
De natuurbeschermingsraad heeft in het voorjaar van 1980 zijn Na
tuurwetenschappelijke Commissie (NWC) gevraagd advies uit te bren
gen over de ontwikkelingen in de Grevelingen. Daarbij ging het niet
alleen over zoet of zout water, maar vooral ook om natuurbehoud,
rekreatie, e.d.
In april 1981 heeft de NWC het gevraagde advies uitgebracht. De
Natuurbeschermingsraad heeft dit advies, met de erbij behorende kon-
klusies, overgenomen en toegezonden aan de toenmalige staatssekre-
taris van CRM, de heer Wallis de Vries.
Het luidt als volgt:
EREE-
H et water in de Grevelingen is op het
ogenblik zout/ In 1984 zal een be
slissing worden genomen over het
waterbeheer dat in de Grevelingen
moet worden gevoerd na sluiting van
de Philipsdam en voltooiing van de
stormvloedkering in de Oosterschel-
de. De huidige situatie met een zoute
Grevelingen en gedeeltelijk ontzilte
platen en oeverlanden kenmerkt zich
door een goede waterkwaliteit en in
teressante milieugradiënten op de
overgang van zout open water naar
het verzoete land. In deze over
gangsgebieden zijn waardevolle en
zeldzame plantengemeenschappen
tot ontwikkeling gekomen. Ook in de
overige delen van het gebied is zowel
het planten- als het dierenleven van
uit natuurwetenschappelijk oogpunt
zeer waardevol. In het bijzonder
moeten de onderwaterflora en -fau
na worden genoemd, die mede dank
zij de grote helderheid van het water
natuurwetenschappelijk van groot
belang zijn. Daar komt bij dat ver
gelijkbare omstandigheden (een diep
zout meer zonder getijdeverschillen)
elders in Europa niet voorkomen.
In principe zou zich ook in een zoete
Grevelingen een waardevol ecosy
steem kunnen ontwikkelen.
De omstandigheden zijn daarvoor
echter zo ongunstig, alleen al door de
toevoer van vervuild Rijnwater, dat
een positieve,natuurwetenschappelijk
waardevolle ontwikkeling in een
zoete Grevelingen uitgesloten moet
worden geacht. Daar komt bij dat
een dergelijk ecosysteem meer inter
nationaal gezien zeer algemeen is.
De Raad is daarom van mening dat uit
het oogpunt van natuurbehoud en
-beheer een zoute Grevelingen verre de
voorkeur verdient boven een zoet
meer. Ten behoeve van de uiteinde
lijke belangenafweging die aan de be
slissing over zoet of zout vooraf moet
gaan, dient een procedure voor een
milieu-effektrapport (m.e.r.) op gang
gebracht te worden. Het materiaal
hiervoor wordt nu in feite reeds verza
meld in het kader van de projektorga-
nisatie Grevelingen zoet-zout, onder
verantwoordelijkheid van het Minis
terie van Verkeer en Waterstaat.
Met een m.e.r. kunnen de verschillen
de alternatieven systematisch op de in
het geding zijnde aspekten worden
beoordeeld en vergeleken.
In het NWC rapport van de Natuur
beschermingsraad worden o.a. de
volgende voordelen van een zoute
Grevelingen genoemd:
De goede waterkwaliteit.
De aanwezigheid van een om
vangrijke Zeegraslevensgemeen
schap die de enige is van derge
lijke omvang in stagnant water in
geheel West-Europa.
Op harde substraten van dijken
en grinddammen is, o.m. als ge
volg van de goede waterkwaliteit
een grote helderheid van het wa
ter, een rijk ontwikkelde levens
gemeenschap aanwezig.
De bodemfauna is goed ontwik
keld, terwijl een deel van het bo
demoppervlak door mossels en
oesters wordt ingenomen. Deze
oesters vormen de enig overgeb
leven oorspronkelijke oesterpop
ulatie van Zuidwest-Nederland
na de strenge winter van
1962-1963.
De aanwezigheid van een rijk ge
varieerde visfauna. Na het ope
nen van de Brouwerssluis is de
betekenis van de mdriene
(trek)vissen aan het toenemen.
Er komen veel plantenetende
(o.m. Rotgans en Smient) en vi-
setende (o.m. Fuut en Aalscho-
ver) vogels voor, evenals zoö-
bentos-etende soorten.
Er komen interessante milieu
gradiënten voor, m.n. in het
overgangsgebied van het zoute
open water naar bet deels ontzilte
(zoete) landgebied, die zich uit in
de aanwezigheid van een rijk ge
differentieerde plantengroei met
een aantal voor Nederland zeld
zame soorten.
Een zoute Grevelingen vormt een
aantrekkelijke situatie in de reeks
van het zoete Haringvliet-Hol-
lands Diepgebied, brak Veerse
Meer, zout stagnant Grevelin
genmeer, (gedempt) zoutwater-
getijdengebied van de Ooster-
schelde, zout en brak (deels zoet)
getijdengebied van de Wester-
schelde.
Elk van de genoemde (voormali
ge) estuaria van Zuidwest-Ne
derland neemt zijn eigen karak-.
teristieke plaats in deze reeks in.
In Europees verband gezien komt
een meer als de Grevelingen ner
gens voor. Er zijn geen soortge
lijke situaties die op deze manier
zo lang zout gebleven zijn. Ver
gelijkbaar, door de afwezigheid
van getijden, zijn sommige medi
terrane étangs- hafachtig zout
meer -; de klimaatkondities zijn
er echter anders en de diepte is
geringer.
RUIM 28.000 hectare van het land
bouwgebied ten noorden van de Wes-
terschelde zijn te droog.
Bij een goede zoetwatervoorziening
kunnen de inkomsten van de land
bouw in dit gebied miljoenen guldens
per jaar hoger worden en geen wonder
dan ook dat de landbouw alles op al
les zal zetten om gedaan te krijgen
dat de Grevelingen, die nu zout is, te
zijner tijd zoet wordt. Dat schreven
we in de eerste aflevering van deze
serie.
Vooral de Zuidelijke Landbouw-
maatschappij (ZLM), die de belan
gen van duizenden landbouwers be
hartigt, laat niet na erop te wijzen dat
het zout houden van de Grevelingen
verregaande consequenties voor de
land- en tuinbouw in Zuidwest-Ne
derland zal hebben. De man in Zee
land die ijvert voor het zout houden
van de Grevelingen is Chris Kalden
(32), nu ruim drie jaar medewerker
van de stichting Zeeuws Coördina
tieorgaan voor Natuur-, Land-
schaps-en Milieubescherming te
Goes.
Hij zegt: "Je stort je in het onzekere
q|s je kiest voor een zoete Grevelin
gen. Een eerste voorwaarde voor een
goed milieu is,, een goede waterkwa
liteit en als je daarvoor afhankelijk
bent van het Rijnwater, dan vraag ik
me wel af of je voor de Grevelingen
water van goede kwaliteit kunt krij
gen, en dus een goed milieu. Je geeft
zekerheid op voor onzekerheid".
Volgen? Kalden, wiens instelling
door 26 Zeeuwse organisaties, werk
zaam op het terrein van natuur en
milieu, W9rdt geschraagd, is het een
biologisch dogma dat je van een
hoogwaardig milieu verzekerd bent,
als je zo min mogelijk afwijkt van de
bestaande toestand.
De Grevelingen is daarvan naar zijn
mening een goed voorbeeld, zij het
dat het milieu in dat bekken niet
meer is wat het was. "De Grevelin
gen heeft een goed ontwikkelde bo
demfauna. Je treft er werkelijk inte
ressante vissen en planten aan".
Kaldens betoog wordt ondersteund
door een uitgebreide, van zeer veel
kleurrijke foto's voorziene-reporta
ges, in het toonaangevend maand
blad over de natuur, waarin in lyri
sche taal de rijkdom aan dieren en
(onderwater-) planten van de Gre
velingen wordt beschreven.
Kalden gaat uitvoerig in op het
standpunt van zijn tegenstrevers, de
boeren van Zuidwest-Nederland, die
- zoals wij hebben geschreven - voor
een zoete Grevelingen desnoods de
barricaden op willen gaan. "Hun
verhaal klopt wel, maar het zal toch
een kwestie van afwegen worden:
milieubelang tegen boerenbelang".
Volgens Kalden mag ook niet uit het
oog worden verloren dat intensive
ring van de landbouw in Zuidwest-
Nederland op zich ook nadelen voor
het milieu meebrengt (verhöogd ge
bruik van bestrijdings- en bemes
tingsmiddelen). Bovendien is hij van
oordëel dat Zuidwest-Nederland op
dit moment niet het slechtste land
bouwgebied van ons land is.
Voor Kalden is het de vraag of de
zaidelijke Delta, vanouds een zout-
watergebied, zich wel leent voor die
vorm van landbouw, die de agrariërs
voor ogen staat. Wat de Grevelingen
betreft, is hij zeer nadrukkelijk van
menig dat een zoet eco-systeem niet
even waardevol is als een zout'
"Het zoutgehalte van de Grevelin
gen blijft goed, je hebt er geen grote
peilwisselingen en je vindt er overal
een rijke fauna, zowel in samenstel
ling als in aantal.
Het zoute karakter van het Deltage
bied is al te vee| aangetast", zo zegt
hij.
Het Zeeuws Coördinatieorgaan, dat
over deze za^Jc nog een definitief
standpunt moet innemen, weet zich
in goed gezelschap. Op een sympo
sion in Utrecht hield dr. P. Nienhuis
van het Delta Instituut voor Hydro-
biologisch Onderzoek te Yerseke,
een gloedvol pleidooi voor een zoute
Grevelingen en voor een goed be
heer van dat bekken, dat zich volgens
mensen die het weten kunnen, heeft
ontwikkeld tot een type natuurge
bied, dat wij in Nederland nog niet
kenden'
Zoute of zoete Grevelingen: zoet
water voor de boer van Schouwen-
Duiveland en aanpalende gebieden
daarover wordt over een paar jaar
beslist.
PIET
DE BONT
13