Aardgasprijs en stikstofprijs blijven achter bij die van stikstof Definitieve oogstraming 1981 voor Zeeland en Nrd-Brabant Stikstofprijzen, relatief gezien Invoer van lupinen voor mengvoeders AANTAL LANDBOUWBEDRIJVE- N IN FRANKRIJK DAALDE MET 50% IN 25 JAAR De stijgende aardgasprijzen die een ieder in zijn portemonnee kan voelen, laten ook de prijs voor de stikstof- meststoffen niet ongemoeid. Zoals bekend, is de prijs van ons aardgas gekoppeld aan die van olie. In de vol gende figuur is de ontwikkeling van de olieprijzen weergegeven sinds 1972. Wereldgrondsto/tenpnizen olie Bron: Bank voor Internationale Betalingen Deze figuur maakt duidelijk dat in de periode 1973/74, de tijd van de zogenaamde oliekrisis, de prijsstij ging van de olie veel minder groot is geweest dan die in de laatste drie jaar. De jongste zeer sterke olie prijsstijging komt, ondanks toege paste prijsredukties, in de aardgas- prijzen tot uiting. Prijs van aardgas (ct per m3) 1979 1980 medio 1981 kleinverbruikers- prijs aardgas (inkl. BTW) 31,5 38.0 49,0 grootverbruikers- prijs aardgas 21,0 27,2 36,3 Bron: Centraal Econ. Plan 1981, Centraal Planbureau Voor de grootverbruikers betekent dit dat vanaf 1979 de aardgasprijs per jaar met ca. 33% omhoog ging. Vergeleken met de ontwikkeling in de jaren daarvoor, in het volgende staatje vermeld, is dat uitzonderlijk hoog. Aardgasprijs voor grootverbruik ct per m3 (afgerond) 1973 1974 8 1975 14 1976 17 1977 19 1978 18 De vrij stabiele situatie in de jaren 1976 t/m 1978 is voor een groot deel toe te schrijven aan de toen dalende koerswaarde van de dollar. We be talen de olie in dollars en dat kostte toen minder guldens. Voor het maken van een ton kal- kammonsalpeter (Kas) is 400 m3 aardgas nodig. Wordt de elektriciteit die men gebruikt ook omgerekend op de tegenwaarde van aardgas, dan is de totale behoefte per ton kas 450 m3 aardgas. Het zal duidelijk zijn dat de prijs van aardgas daarmee een zeer grote invloed op de prijs van de stikstofmeststoffen heeft. In 1975 maakten, bij de bereiding van stikstofmeststoffen, de energie kosten nog 25% van de totale kosten uit. Sindsdien is dit aandeel, ondanks de ook sterk gestegen loon- en ande re kosten, opgelopen tot meer dan 40% van het totaal aan kosten. De ontwikkeling in de laatste jaren komt in de verbruikersprijzen duidelijk naar voren. Verbruikersprijzen in ct per kg N 1973/74 103 1974/75 113 1975/76 122 1976/77 130 1977/78 133 1978/79 132 1979/80 144 1980/81 164 Als gevolg van de nieuwe aardgas- kontrakten met het buitenland (Spierenburg) is de aardgasprijs in 1981 aan buitenlandse afnemers met gemiddeld 50% verhoogd. Neder landse groot-verbruikers gaan vanaf eind 1981 ongeveer dezelfde prijs betalen als de buitenlandse afne mers. De inmiddels weer flink gestegen dollarkoersen en de te verwachten verlaging van de reduktie op de grootverbruikerstarieven, zullen tot gevolg hebben dat de stijging van de aardgasprijs - en daarmee de stijging van de verbruikersprijs van stikstof - van 1981 helaas nog niet de laatste is geweest. (bron: L.E.I.) Bij de agrarische produktie maken de kosten voor meststoffen een betrekkelijk gering deel uit van de totale kosten op een bedrijf. Op de graslandbedrijven waren de meststofkosten jarenlang niet meer dan 5% van de produktiekosten. Voor de akkerbouwbedrijven schommelt dit percentage tussen de 5 en 10% (5% voor de IJsselmeerpolders en 10% in de Veenkoloniën). In de laatste jaren zijn de meststofprijzen echter sterk stijgend, terwijl het gebruik per ha nog toeneemt. Daardoor worden de prijsstijgingen extra gevoeld. Hoe staat het nu met de prijsverhouding met de belang rijkste landbouwprodukten? Het is interessant, deze vergelijking, die wij al eerder in "Stikstofnieuws" (van april 1977) maakten, nogmaals te doen. 1,50 per kg N, een verhoging van 5% per jaar. In april 1981 moest voor 100 kg KAS gemiddeld 44,20 worden betaald, bij afname van 2-4 ton in fust, inkl. BTW en franko boerderij. Deze prijs komt neer op 1,70 per kg N. De oorzaken voor deze prijsverho gingen zijn in het voorgaande stukje in dit nummer aangegeven. Hoe de prijsverhoudingen tussen de stik stofmeststof en een aantal land- T I I l I i I i I I -J bouwprodukten zich in de loop van de jaren hebben ontwikkeld, hebben wij in de tabel weergegeven. Uitge rekend werd hoeveel kg van een be paald produkt nodig was om 1 kg N (als kalkammonsalpeter) te kunnen kopen. De cijfers zijn gebaseerd op gegevens, ontleend aan de prijzen- statistiek in Landbouwcijfers van het LEI. Omdat voor sommige produk ten van jaar tot jaar prijsfluktuaties zijn opgetreden, geven wij de ge middelden over telkens een korte reeks van jaren. De prijsverhouding van stikstofmeststof en enkele landbouwprodukten aantal kg van een bepaald produkt, nodig om 1 kg N te kopen Hieruit kan men afleiden dat de prijs voor de stikstofmeststof nog steeds in een gunstige verhouding staat tot de prijs, die men voor het eindprodukt kan maken. Om 1 kg stikstof (N) te kopen, is in 1981 2,7 kg melk nodig, 3,2 kg tarwe, 7,4 kg aardappelen of 15,5 kg sui kerbieten. Deze hoeveelheden zijn aanzienlijk minder dan bijvoorbeeld in het midden van de jaren vijftig, maar het is ook duidelijk dat er nu toch sprake is van een verschuiving naar weer minder gunstige prijsver houdingen. Zolang echter 1 kg N nog méér dan deze hoeveelheid produkt opbrengt, is er alle aanleiding die kg N toch te blijven gebruiken! (Uit: Stikstofnieuws) In het begin van de jaren zeventig betaalde een boer ongeveer 1,— voor een kg N in kalkammonsalpe ter. In 1980 bedroeg deze prijs, ge middeld over heel Nederland, al ca. tarwe aardappelen suikerbieten melk 1920-'23 7,8 22,2 54,1 9,3 1938 - '40 3,1 14,9 29,9 3,9 1952 '56 3,7 8,3 21,3 4,1 1962-'66 2,7 6,0 14,4 2,8 1971 - 75 2,8 4,7 13,5 2,4 1976 '80 3,0 5,9 14,9 2,4 april 1981 3,2 7.4 15,5 2,7 Gaven wij de vorige week een overzicht van de opbrengsten van de akkerbouwgewassen in 1980 en 1981 voor Nederland als geheel, thans zijn ook de opbrengsten bekend voor Zeeland en Noord-Brabant als geheel en voor de afzonderlijke landbouwgebieden. Bron: CBS. ft kcA* I960 k«A* 19*1 ft kft/ha I960 kft/S* 1961 kft/W 19*0 ft kft/ha IfSl rv\. in ha In 19*1 kftAa 1900 kftAo 19*1 ST.C.L.N. - ZOlJlND 4WO SjOö' bruine kool- 4100 3S00 34 SO 26 SO tf.C.UX. - ZEEUtt» X ft«6r*ik van das* ft r publicatie la toeges* C.6.S. duidelijk ala bron te C.ft.6. dtudcliik al» e. CENTRAAL BUREAU VOOR 0E STATISTIEKVOORBURG HOOFDAFDELING LANDBOUWSTATISTIEKEN 00GSTRAHING AKKERBOUWGEWASSEN 1981 GRANEN TARWE W.V. WINTERTARWE ZOMERTARWE GERST W.V. WINTERGERST ZOMERGERST ROGGE HAVER PEULVRUCHTEN (droog geooget) GROENE ERWTEN SCHOKKERS KAPUC. GRAUWE ERWTEN BRUINE BONEN VELDBONEN HANDELSGEWASSEN KOOLZAAD KARWIJZAAD BLAUWMAANZAAD VLAS ongerepeld KNOL- BOL- WORTELGEWASSEN AARDAPPELEN incl. uitval W.V. CONS.- EN VOERAARDAPPELEN OP: KLEIGROND incl. uitval excl, uitvol ZAND- S VEENGROND incl. uitval... excluitval FABRIEKSAARDAPPELEN SUIKERBIETEN VOEDERBIETEN ZAAI-UIEN GR0ENV0EDERGEWAS 'SNIJMAIS STRO VAN TARWE W.V. WINTERTARWE ZOMERTARWE GERST W.V. WINTERGERST ZOMERGERST ROGGE HAVER N.B. OPPERVLAKTE OPBRENGST PER HA GEMETEN MAAT. OPBRENGST PER HA AFGEROND. CONSUMPTIE- EN VOERAARDAPPELEN INCL. VROEGE- EN POOTAARDAPPELEN FABRIEKSAARDAPPELEN INCL. POOTAARDAPPELEN. NOORD- -BRABANT BETEELDE OPBRENGST OPPERVL PER HA TOTAAL MEI 1981 HA KG 10OOKG 10019 6800 67883 9661 6800 65967 358 5600 1916 «166 «500 18871 557 «700 2606 3609 «500 16265 1206 3300 «307 278 «800 13«2 130 3650 502 5 2200 11 13 1900 25 9 3300 30 66 2750 181 198 1100 220 60 1650 98 69 8150 561 9630 ««000 «22186 6660 «2000 281593 6668 38500 2S7«71 2966 «7500 1«0«33 2966 «2000 12«213 «0500 161 13955 S«500 762«76 «06 88500 35901 520 «2500 22183 «9980 «6500 230«903 9616 «800 «610« 9259 «800 ««536 356 ««OQ 1568 «1«2 3200 13107 557 3600 2027 3585 3100 11080 1286 3800 «950 272 3700 1002 De Western Australian Grain Pool heeft 40.000 ton lupinen verkocht naar Europese kopers. Deze zullen in december/januari verscheept worden. De lupinen zullen aangewend worden bij de produktie van mengvoeders. Het is voor het eerst sedert vijf jaar dat er uit Australië lupinen naar Europa verscheept werden. ln Frankrijk is in een periode van 25 jaar het aantal landbouwbedrijven met bijna 50% gedaald. In 1955/56 werden nog 2.285.700 bedrijven geteld, welk aantal daalde tot 1.899.100 in 1963 (-17%) en 1.262.000 in 1979/80 (-45%). Het aantal bedrijven van 50 ha en meer steeg in die 25 jaar van 95.100 tot 149.000, een toename van 37%. Ook het aantal bedrijven van 20 tot 50 ha steeg en wel met 13% van 377.400 tot 448.000. Daarentëgen daalde het aantal bedrijven van 1-10 ha met 51% van 1.125.500 tot 404.000. terwijl het aantal bedrijven met 10-20 ha met 50% daalde van 536.000 tot 243.000. De daling van het aantal bedrijven met 1-20 ha kwam vooral ten goede aan de kategorie van 20-35 ha, waarvan het aantal steeg met 14% van 281.200 tot 332.000 en van 35-50 ha, waarvan het aantal toenam met 11% van 96.200 tot 116.000. Tsjechoslowakije: Landbouwsituatie 1980 Ofschoon de landbouwresultaten in 1980 duidelijk beter waren dan in 1979 konden vele plannen in het laatste jaar van het vijfjaren-plan 1976-1980 niet worden vervuld. Een te vroeg ingezet zeer warm voorjaar gevolgd door perioden van regenval en overstromingen waren hiervan mede oorzaak. Het jaar 1980 ver toonde een aanzienlijke verbetering van de handelsbalans, speciaal met het Westen, het negatieve saldo ad. 500 miljoen in 1979 verkleinde zich in 1980 tot circa 100 miljoen dollar. Het zijn echter vooral de stijgende energie- en grondstoffen prijzen, het gebrek aan geschoolde arbeids krachten en een achterblijvende in- frastruktuur die een grote rem op de verdere ontwikkelingen vormen. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 9