De kwaliteitskontrole van groentezaden bestemd voor professionele afnemers G U: D, N adat het zaad op de zaadbedrij- ven is binnengekomen vindt de schoning (vaak in meerdere bewer kingen) plaats. Niet zelden volgt daarna een graduering (sortering in grootteklassen) of het tellen ten be hoeve van het afleveren van zaden per aantal. Met name voor kool, maar ook bij hybriderassen van wortelen e.d. wordt het afleveren van zaden per stuk steeds meer toege past. Tegelijkertijd met het bewerken van de partij vinden tal van kontroles op de kwaliteit plaats; de kiemkracht en eventueel de vitaliteit; een ge zondheidsonderzoek en bij hybride rassen van kool in alle gevallen een onderzoek naar het percentage in- teeltplanten. Uiteindelijk vindt bij die gewassen waarvoor dat nodig is een zaadontsmetting of eventueel een pillering plaats waarna het af pakken kan beginnen. N, E en van de gewassen waarmee de N.A.K.G. nogal wat bemoeienis heeft is het gewas ui. De reden hier van is o.a. gelegen in het feit dat de N.A.K.G. is betrokken bij de ken merking van uienzaad dat vrij is van stengelaaltjes. Door de zaaiuienteler in binnen- en buitenland wordt, me de op advies van de S.N.Ui.F. (Stichting Nederlandse Uien Fede ratie), meer en meer gebruik ge maakt van aaltjesvrij uienzaad. Daarnaast is voor de teelt van plan tuitjes het gebruik van aaltjesvrij zaad verplicht. Jaarlijks wordt 300 a 400 ton uienzaad door de N.A.K.G. bemonsterd voor onderzoek op sten gelaaltjes. Dit onderzoek vindt plaats op het Bedrijfslaboratórium voor Grond en Gewasonderzoek (B.L.G.G.) te Oosterbeek. Alle door de N.A.K.G. als "aaltjesvrij" geken merkte partijen, herkenbaar aan een groene sticker of aan een opstempe- ling worden op kiemkracht. rasecht heid en raszuiverheid onderzocht. De resultaten van het kiemkracht- sonderzoek over seizoen 1979/1980 zijn in onderstaande Figuur weerge geven. D e N.A.K.G. richt zich bij haar keuringswerk in de eerste plaats op de vraag welke verwachtingen a'an het verhandelde groentezaad mogen worden gesteld. Het spreekt derhalve vanzelf dat de N.A.K.G. bij de uit voering van haar keuringswerk zich enerzijds laat leiden door de inzich ten van de afnemers en anderzijds Kontrole basiszaad Zaadteelt standaardzaad Aflevering Plantenkwekers en konservenindustrie Uienzaad Kontakten met de beroepstuinbouw lobaal gesproken valt de keu- ringstaak van de N.A.K.G. uiteen in vier delen. t.w. de keuring van plan tuitjes en plantsjalotten en de kwali teitskontrole van bloem- en groente zaden. Voor groentezaden is bij de uitvoering van de werkzaamheden door de verschillen in het rassensor- timent en met name door het verschil in wijze van distributie van de zaden min of meer spontaan een scheiding ontstaan tussen het keuringswerk betrekking hebbend op zaden be stemd voor de amateurtuinders enerzijds en voor de professionele afnemers (boeren en tuinders) an derzijds. In onderstaand artikel wordt nader ingegaan op de kwaliteit (en de kontrole daarop) van groen tezaden voor de beroepstuinder. itgaande van de lijst van gewas sen waarvoor de diverse groente- zaadselektiebedrijven bij de N.A.K.G. zijn aangesloten, wordt jaarlijks van de rassen waarvoor men als instandhouder is geregistreerd een kontrole op de basiszaadpro- duktie uitgevoerd. Dit kan beteke nen een keuring van plantgoed, van basiszaadteelt .te velde of een mon- stername van het in voorraad zijnde basiszaad. Bij hybriderassen waar in feite niet kan worden gesproken van een teelt van basiszaad vindt bezich tiging van de teelt van de ouderlijnen plaats, terwijl de identiteit van het ras nauwgezet wordt gekontroleerd door middel van veldproeven op de proeftuin van de N.A.K.G. 'e teelt van het groentezaad be stemd voor aflevering, in de regle mentering van de N.A.K.G. (en van de E.E.G.) standaardzaad geheten, wordt voor zover deze in Nederland (buiten of onder glas) plaatsvindt, steekproefsgewijs gekontroleerd. De selektiebedrijven, die in de regle menten van de N.A.K.G. als zelf- keurende bedrijven worden be schouwd, zijn verplicht de zaadteelt op rasechtheid, raszuiverheid en ge zondheid te kontroleren. Dit geldt niet alleen voor de teelt in Nederland doch ook voor de vermeerderingen op Nederlands basiszaad in het bui tenland. Uiteraard wordt deze bui tenlandse teelt niet door de N.A.K.G. aan een veldkeuring on derworpen. Niettemin wordt door middel van de bemonstering van vele in het bui tenland vermeerderde partijen, ook wel importpartijen genoemd, een goede indruk verkregen van de kwa liteit van het zaad dat in het daarop volgende seizoen voor de afnemers beschikbaar zal zijn. Deze partijen worden op het laboratorium van de N.A.K.G. op kiemkracht onderzocht en indien gewenst op de proeftuin uitgezaaid. Vóórdat de zaden worden afgeleverd worden vele partijen bestemd voor de professionele afnemers door de zaad bed rijven op enigerlei wijze aan een onderzoek op rasechtheid en raszuiverheid onderworpen. Dit on derzoek kan geschieden door een veldproef, doch de konsequentie daarvan zal in vele gevallen zijn dat het zaad pas een jaar later kan wor den afgeleverd hetgeen bezwaarlijk is. Een andere mogelijkheid is echter een rasechtheidsproef door een beóordeling op jong gewas onder kunstlicht in de winter. In principe is dit voor vrijwel alle gewassen tech nisch haalbaar alhoewel de kosten hoog zijn en de benodigde kennis en 16 Beoordeling van kroten op jong gewas. ervaring aanzienlijk is. Door de N.A.K.G. worden jaarlijks op deze wijze meer dan 500 partijen wortel-, uien- en krotenzaad op jong gewas beoordeeld. Door de zaad bedrijven worden dit soort proeven voor tal van andere gewassen toegepast. Uit het staatje blijkt dat de kontrole op de in het buitenland geteelde partijen groentezaad niet onaan zienlijk is. kiemkracht, rasechtheid, raszuiver heid en gezondheid. Daarnaast moeten op het gele standaardzaad- label de vereiste gegevens betreffen de gewas, ras, partijnummer en slui tingseizoen zijn vermeld. Indien een zaadbedrijf of een afne mer dat wenst kan een partij groen tezaad worden gekenmerkt met N.A.K.G.-labels. Deze kenmerking houdt in dat de betreffende partij op Bemonsterde importpartijen in seizoen 1979/1980 Aantal partijen Gewicht Peulvruchten (bonen, doperwten, tuinbonen) Grofzadige gewassen (augurk, komkommer, kroot etc.) Koolgewassen Fijnzadige gewassen (andijvie, prei, sla, tomaat, ui, wortel etc.) 1.208.918 kg 247.898 kg 84.113 kg 406.174 kg 1.470 1.947.103 kg Het afleveren vindt plaats onder de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijf. Uiteraard dient echter elke in het verkeer te brengen partij groentezaad te voldoen aan mini mum eisen met betrekking tot de het laboratorium van de N.A.K.G. op kiemkracht wordt onderzocht en daarna op de proeftuin wordt beoordeeld. Een mogelijk verschil van mening tussen leverancier en af nemer over de kwaliteit van een be paalde leverantie is, in het geval dat kenmerking met N.A.K.G.-labels is toegepast, in de regel vrij snel op te lossen aan de hand van de bevindin gen van de N.A.K.G. aast de kontroleaktiviteiten op de zaadbedrijven (bij voorbeeld wanneer het gaat om exportbedrij ven) trekt de N.A.K.G. ook kontro- lemonsters bij de afnemers van za den om een indruk te verkrijgen van de kwaliteit van het in Nederland afgeleverde groentezaad. Met name richt de N.A.K.G. zich hierbij op de plantenkwekers en de konserve nindustrie, zijnde twee kategorieën afnemers waarop met recht het woord "grootverbruikers" van toe passing is. Soms echter worden ook individuele tuinders gevraagd kon- trolemonsters af te staan. In seizoen 1979/1980 werden bij 10 plantenk wekers 58 kontrolemonsters getrok ken van de gewassen andijvie, kool rabi, Chinese kool, witlof en sla. Alle partijen voldeden (ruimschoots) aan de minimum kiemkrachtsnor- men. Bij de beoordeling op de proeftuin werd op één partij een op merking op de rasechtheid gemaakt. Bij de konservenfabrieken (of kom- missionairs) werden in seizoen 1979/1980 52 monsters van afgele verde partijen groentezaden getrok ken. Deze monsters hadden betrek king op de gewassen stamslaboon, tuinboon, doperwt, wortel, spinazie en postelein en vertegenwoordigden ruim 250 ton groentezaad. Ook deze leveranties voldeden alle aan de mi nimum kiemkrachtsnormen. De ra-' sechtheid van alle partijen was ver zekerd, doch op enkele partijen werd een opmerking op de raszuiverheid gemaakt. Zoals de aangesloten bedrijven steeds worden gevraagd de monsters basiszaad en de nakontrolemonsters op de proeftuin te komen bekijken, worden ook de door de keurmeesters bezochte plantenkwekers en konser- venindustrieën voor een bezoek aan de proeftuin uitgenodigd. De heren Koomen en Koning Ir. N.C.A. Koomen Direkteur van de Nederlandse Al gemene Keuringsdienst voor Groente en Bloemzaden In 1979/1980 voldeden vrijwel alle partijen aan de minimum kiem- krachtsnorm. De haalbaarheid van de aanbeveling aan de praktijk om bij de teelt van zaaiuien niet uit te gaan van zaad dat minder dan 80% kiemt is sterk afhankelijk van het gemiddelde kiemkrachtspeil van de nieuw geoogste partijen en zou in minder goede oogstjaren, zeker wanneer men zijn rassenkeuze zeer gericht doet, wel eens prohlemen kunnen geven. Dat uienzaad voor de N.A.K.G. onbetwist het belang rijkste gewas is, blijkt uit het feit dat op een totaal van meer dan 40 groentegewassen meer dan 10% van het aantal onderzochte partijen (zo wel op het laboratorium als op de proeftuin) het gewas ui betreffen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 16