Verslag van de studiereis van het Dagelijks Bestuur van de Z.L.M. naar
Frankrijk
Algemene indruk
Landbouworganisatie
Pachtrecht
Frankrijk
SAFER
Financiering
Produktie en afzet
Bedrijfsopvolging
Bedrijfsontwikkeling
De algemene indruk van deze studiereis is toch wel dat het niveau van
de agrarische ontwikkeling in de bezochte departementen nog op een
duidelijk lager peil staat dan bij ons. Er zijn echter duidelijke tenden-
zen dat men bezig is de achterstand in te lopen. Zij hebben het wat dat
betreft ook wat gemakkelijker, omdat zij een doel hebben inzake de
haalbaarheid, nl. Nederland. Wij zullen dus bepaald niet stil mogen
zitten. Men weet ook erg veel van onze agrarische ontwikkeling en'men
komt hier graag kijken, zoals bij voorbeeld bleek bij een bezoek aan
een KI-station.
Verder is de indruk bevestigd dat de Franse overheid het belang van
een gezonde land- en tuinbouw duidelijk als een prioriteit ziet en
daarom daadwerkelijk meewerkt (NB: hoe dit onder de Mitterand-
administratie zal gaan, is nog niet geheel duidelijk).
Konkluderend mag gesteld worden dat het werkbezoek aan zijn doel
heeft beantwoord. Bij het afscheid heeft voorzitter Doeleman de
Fransen uitgenodigd voor een tegenbezoek in het voorjaar van 1982.
Het lijkt goed dit soort kontakten als regionale organisaties onderling
ook in de verdere toekomst voort te zetten.
Mr. J. Oggel
Bijgaand verslag van de studier
eis van het dagelijks bestuur van
de Z.L.M. naar Frankrijk heeft
geen andere pretentie dan onze
ervaringen in bredere kring be
kend te maken. Door het bestuur
van de Z.L.M. is derhalve geen
enkele konklusie getrokken: dit
neemt niet weg dat op onderdelen
de Franse methode ons zeer wel
aansprak. Het is echter niet ver
antwoord op basis van kortston
dige indrukken - een werkbezoek
van slechts enkele dagen - ver
gaande konklusies te trekken.
Wellicht dat onze ervaringen
voor anderen aanleiding kunnen
zijn om zich eens wat verder in
een en ander te verdiepen.
Oggel
zeer wel aan en zou ook in Neder
land bruikbaar zijn. Ook landbouw
raad ir. Kruse is positief over een
dergelijk systeem en heeft hierover
ook gerapporteerd ("Contouren van
een nieuw beleid voor de Franse
agrarische- en voedingsmiddele
nindustrie").
Door de door ons bezochte vleeskoö-
peratie (Socopa) wordt het slachtvee
aangekocht via producentengroepe
ringen, waarmee leveringsovereen
komsten zijn gesloten. Elke donder
dagavond wordt in een overleg tussen
producenten (boeren) en verwerkers
onderhandeld over de prijs en voor
waarden. Via inventarisaties wordt de
verwachte aanvoer op termijn vast
gesteld. Eventueel wordt elders aan
gekocht. Tenslotte zij op dit onder
deel vermeld dat ons tijdens een be
drijfsbezoek bij een Franse mester-
bleek, dat men bepaald in staat is een
efficiënt bedrijf op te zetten. Opval
lend was ook hoe goed deze mester
was georiënteerd op zijn sektor.
Onderscheid moet worden gemaakt
tussen de zgn. Chambres d'Agricul-
ture en de zgn. syndicale organisa
ties. De Chambre d'Agriculture is
globaal te vergelijken met ons Land
bouwschap. De syndikaten zijn te
vergelijken met onze boerenorgani-
satie. De opbouw van de boerenor-
ganisatie is zoals bij ons, van plaat
selijk naar landelijk. In Frankrijk is
de organisatie echter meer produkt-
gericht. Voor ons zat het nieuws dan
ook niet zozeer in de organisatie-op
bouw, maar veel meer in de opstel
ling en de politiek van deze organi
saties. Bedacht moet daarbij worden
dat met name dit jaar (1981) de
Fransen zich rondom de vaststelling
van de Brusselse landbouwprijzen
duchtig hebben geweerd. Wij waren
werkelijk verrast door de zeer strijd
bare opstelling van met name de
voorzitter van de departementale
landbouworganisatie. Deze man liet
er geen. misverstand over bestaan dat
de Franse boeren bereid zijn voor
hun belangen te knokken en harde
akties te voeren. Van bij voorbeeld
produktiebeperking wilden ze niets
weten met het argument dat "jullie
toch ook doorgegaan zijn" en "we
zullen wel zien wie het dan redt".
Ook op Copa had men ernstige kri
tiek. Copa zou zich veel te veel laten
beïnvloeden door andere belangen
dan het pure boerenbelang en dus
niet (meer) representatief zijn voor
de (Europese) boeren en tuinders.
Wat deze woordvoerder betreft moet
er een nieuwe, aparte, sterke en
strijdbare Europese boerenorganisa-
tie komen, die niet bereid is nog lan
ger koncessies te doen.
G.A.E.C. is het best te omschrijven
als een maatschap als groepsland-
bouw. De doelstelling van de
G.A.E.C. is verbetering van de le
vensomstandigheden en van de ar
beid van de personen die in de
.landbouwonderneming werken en
van hun familieleden; de maten
werken samen op gelijke voet, bren
gen voortdurend hun hulp in, bren
gen hun produktiemiddelen tezamen
en werken gemeenschappelijk samen
op de wijze en onder de voorwaarden
Het pachtrecht is niet principieel af
wijkend van onze pachtwetgeving.
De positie van de pachter in Frank
rijk is wellicht nog sterker dan bij
Thuisslachtingen zijn in Frankrijk nog de gewoonste zaak van de wereld
Het voltallige Dagelijks Bestuur van de Z.L.M. bracht van 5 mei tot en met 9 mei 1981 een werkbezoek aan
de departementen Sarthe en Mayenne (ten zuidwesten van Parijs, met als basis Le Mans) in Frankrijk.
Omdat het grondgebruik een belangrijke plaats innam in het programma, maakten de voorzitter van de
Europeen du Droit Rural (CEDR) en oud-sekretaris van het Landbouwschap Mr. N.M. Zijp de reis op
uitnodiging van de Z.L.M. mee. Bijzonder prettig was de spontane deelname aan het programma van de
landbouwraad van de Nederlandse ambassade in Parijs, ir. K.W. Kruse en diens medewerkster mejuffrouw
Alexandra Feekes. Ook mevrouw Kruse maakte het gehele programma mee.
Met name ir. Kruse zijn wij veel dank verschuldigd voor het welslagen van de studiereis. Zonder meer mag
namelijk.gesteld worden dat het bezoek bijzonder goed is geslaagd en als zodanig aan het gestelde doel heeft
beantwoord. Dit doel was vooral eens te ervaren hoe de land- en tuinbouw zich in het belangrijkste
EEG-partnerland ontwikkelt. Een en ander zou blikverruimend kunnen werken en eventueel zouden de
opgedane ervaringen ook in Nederland toepasbaar kunnen zijn.
Voor de opstelling van het program
ma voor het werkbezoek is vooral
een jonge advokaat uit Le Mans, Mr.
Patrick Villeneuve, verantwoordelijk
geweest. Mr. Villeneuve is een zoge
naamd "agrarisch advokaat". Hij
studeerde af op de skriptie "L'agri-
culture dans les organisations pro-
fessionelles agricoles". Deze skriptie,
die is toegespitst op het departement
Sarthe, is in ons bezit. Ook aan Mr.
Villeneuve zijn wij zeer veel dank
verschuldigd. Voorzover hij maar
enigszins kon, maakte hij de pro
grammaonderdelen mee.
Frankrijk is een groot land en op
agrarisch gebied in de EEG min of
meer toonaangevend. Men dient zich
daarom goed te realiseren dat met dit
werkbezoek slechts een klein gebied
(departement) is bezocht. Veelal
verschillen de diverse regelingen van
departement tot departement. Wij
hebben gekozen voor Sarthe en
Mayenne (op advies van ir. Kruse)
omdat de bedrijfsstruktuur in deze
departementen ongeveer vergelijk
baar is met de onze. De beroemde
grote graanbedrijven hebben wij dus
niet bezocht. Wat de Franse over
heid betreft, is bij ons de indruk nog
versterkt dat deze zich zeer veel
moeite getroost de agrarische bevol
king te helpen zich te ontwikkelen.
Zonder de Franse overheid van
konkurrentie-vervalsing te beschul
digen, mag toch wel gesteld worden
dat in Frankrijk alle mogelijkheden
op het gebied van nationale en/of
EEG-regelingen tot het uiterste wor
den uitgebuit. Overigens moet be
dacht worden dat ons werkbezoek
viel in een periode dat er een andere
regering (van Giscard d'Estaing) aan
de macht was en dat het volop ver
kiezingstijd was. Vanuit de land
bouworganisatie zei men zich overi
gens politiek neutraal op te stellen.
Het gaat er hen slechts om dat de
agrarische belangen worden veilig
gesteld.
Sedert 1960 kent Frankrijk het insti
tuut van de Société d'Amenagement
et d'Etablissement Rural (SAFER).
Gemakshalve kan gesproken worden
over de Franse grondbank. Heel
globaal gezegd is de SAFER te ver
gelijken met de bepalingen van onze
nieuwe Wet Agrarisch Grondver-
keer. Er zijn echter enkele principiële
verschillen.
a) De landbouworganisaties, dus de
boer zelf, hebben een zeer be
langrijke stem in de toedeling en
de verkaveling van landbouw
gronden; en
b) De SAFER heeft een voorkeurs
recht op alle landbouwgronden
en koopt c.q. verkoopt zelf.
In de door ons bezochte departe
menten was men nogal enthousiast
over het funktioneren Van de SA
FER. (In gebieden met een grote
bedrijfsstruktuur zou men daar an
ders over denken). Hoewel ook in
onze kring terughoudend wordt ge
reageerd op een gereglementeerd
grondverkeer, sprak ons dit in de
Franse regeling wel aan, vanwege de
centrale rol van de landbouworgani
saties daarbij, waardoor de boeren
zelf min of meer verantwoordelijk
zijn voor de toedeling van de grond.
brengen. Hij verkrijgt, verkoopt, ruilt
alle onroerend goed, levende en do
de inventaris, vereist voor de be
drijfsvoering.
De groep heeft in het bijzonder tot
doel de bedrijfsopvolging te bevor
deren.
Hoewel de G.A.E.C. - m.u.v. de va
der/zoon maatschap - een moeizame
ontwikkeling doormaakt en zeker
niet zonder meer in Nederland toe
pasbaar is, is zij wel een treffend
voorbeeld van de wijze waarop de
Fransen voortdurend bezig zijn de
meest gunstige vorm van bedrijf
sontwikkeling en -opvolging te vin
den.
Eeê bijzonder interessant onderdeel
van het bezoek betrof de bedrijfsfi-
nanciering van zowel grond als in
ventaris. Bij deze Financiering wordt
veel gewerkt met rentesubsidies. De
verstrekking van deze subsidies loopt
via het Credit Agricole, dat wil zeg
gen plaatselijke koöperatieve ban
ken met een landelijke overkoepe
ling, waarin de Franse overheid een
belangrijke invloed heeft. Onze kon
klusie was dat het instrument rente
subsidie op grote schaal wordt ge
bruikt. Opvallend was ook dat deze
subsidie geen vast percentage heeft,
maar meegaat met de rentestand, dat
wil zeggen: degene die rentesubsidie
krijgt, betaalt zelf een vast renteper
centage, ongeacht de rentestand.
Voor ons dus de omgekeerde wereld.
Speciale regelingen zijn er voor de
jonge boeren. Deze jonge boeren
kunnen zich op zeer aantrekkelijke
voorwaarden vestigen. Vooral op dit
onderdeel van de rentesubsidie lag
het woord konkurrentie-vervalsing
wel op de tong.
Volgens de nuchteren onder ons zou
een totale vergelijking tussen Neder
land en Frankrijk de balans echter in
evenwicht houden. In eerste instantie
bleken de Fransen ook niet zo ge
lukkig met onze ietwat opgewonden
reaktie. Later stuurden ze ons echter
allejnformatie op schrift gesteld na
Bezocht worden een zuivelkoöpera-
tie en een vleeskoöperatie. Met name
Het dagelijks bestuur als vleesmeesters bij Socopa, de modernste vleesver
werkingsfabriek van Europa
zoals die op bedrijven met een fami
liekarakter gebruikelijk zijn.
De groep exploiteert het onroerend
goed waarvan zijn leden (of hijzelf)
eigenaar, pachter, deelpachter zijn,
en die in eigendom of in genot zijn
ingebracht of te zijner beschikking
zijn gesteld.
Hij kan alle handelingen uitvoeren
die direkt of indirekt samenhangen
met de uitoefening van het land
bouwbedrijf, mits zij in het juridische
karakter van de groep geen wijziging
de vleesverwerking was zeer modern
van opzet (volgens zeggen de mo
dernste in Europa). Het nieuws voor
ons betrof echter vooral de afzet. De
afzet is namelijk van de produktie
gescheiden, dat wil zeggen: vrijwel
alle zuivelkoöperaties zetten hun
produkten af via één en dezelfde
aparte afzetorganisatie onder één en
dezelfde merknaam (Yoplait). Op
deze manier komt men sterker op de
markt, terwijl ook de promotie van
de produkten gebundeld kan wor
den. Deze wijze van afzet spreekt ons
Op het K.l.-station: veel Amerikaanse stieren
ons. Opvallend is overigens dat
Frankrijk ons in allerlei ontwikke
lingen is voorgegaan, zoals bij voor
beeld de pachtbeëindiging op een
bepaalde leeftijd (60 of 65 jaar).
Blijkbaar is men in Frankrijk veel
meer met de agrarische problema
tiek bezig: voortdurend is men op
zoek naar verbeteringen. Voorbeel
den daarvan zijn de SAFER, de
pachtwetgeving en met name ook de
bedrijfsopvolging. Steeds probeert
men deze zaken nog beter te regelen.
Een instelling die door ons als zeer
positief werd ervaren.
i Uiteraard is de bedrijfsopvolging i
S ook in Frankrijk een zaak die zeer
in de belangstelling staat. Zoals J
i hierboven gesteld, is men ook op i
dit onderdeel naarstig aan het
J zoeken naar oplossingen. De i
i daarvoor gevonden konstrukties J
J zijn overigens nog steeds in ont- J
wikkeling. Een van die konstruk- i
i ties is de Groupement Foncier J
Agricole (GFA), d.i. een rechts-
persoon in de vorm van een
Maatschap op aandelen waarbij J
j de mede-erfgenamen de aandeel- i
i houders kunnen zijn. Het steeds J
J weerkerende probleem bij deze i
i GFA-konstruktie is vooral het feit i
S dat aan derden (familie, de bank) j
J op grond van de aandelen opening i
i van zaken moet worden gegeven.
L1
In hun zoeken naar mogelijkheden
om de bedrijfsontwikkeling en -op
volging zo soepel mogelijk te laten
verlopen, is de zgn. G.A.E.C.
(Groupement Agricole d'Exploita-
tion en Commun) ontwikkeld. De
13