Kan het "vriezen en dooien" met het vetgehalte? In EG geen twee soorten batterijkooien Invloed van huisvesting tijdens opfok na spenen op latere mesterijresultaten PRIJSVERGELIJKING RUNDVEEVOEDERS Minder winst Sperry New Holland NIEUWE FREESHAKEN RUMPTSTAD B.V. Bij het nemen van voederproeven met melkgevende koeien worden de resultaten gemeten aan melkgift, vetgehalte en eiwitgehalte. Voor het fokkerijbeleid worden eveneens melkgift, vet- en eiwitgehalte, naast een aantal andere gebruikseigenschappen, als maatstaf gehanteerd. Dit geldt zowel voor de selektie bij koeien als bij stieren. Hieruit blijkt wel hoe belangrijk de betrouwbaarheid van de melkkon- trolecijfers is. Daarnaast is voor elk veebedrijf de nauwkeurigheid van de vet- en eiwitbepaling in de melk van een direkt ekonomisch belang. Globaal kunnen we stellen dat 0,1% vet een opbrengst van 1 cent per liter melk vertegenwoordigt. In het blad Feedstuffs stond onlangs een artikel over de monstername in verband met de nauwkeurigheid van de cijfers. De literatuur vermeldt dat 60 a 70% van de verschillen in vetgehalte wordt veroorzaakt door de erfelijke aanleg. De rest, 30%, zou veroorzaakt worden door uitwendige omstandig heden. De praktijkverschillen zien de, zou je het idee krijgen dat de uit wendige faktoren een veel grotere invloed uitoefenen. Duitse gegevens lieten een verschil, bij individuele koeien, zien van 0,8% tot 2,7% vet in een korte tijdsperiode. - Vooral de verschillen tussen avond en morgenmelk vielen daarbij op. Om dit eens na te gaan werd bij een voederproef met melkgevende koei en de avond- en mdrgenmelk apart bemonsterd. De gemiddelde uitkomsten staan vermeld in tabel 1. (Betrekking over 20 koeien, 65 melkdagen met 19 kontroledagen). van de melk voor het huidige sys teem van melkkontrole waarbij een gelijke hoeveelheid melk als monster wordt genomen en als mengmonster wordt onderzocht? De resultaten hiervan zijn vermeld in tabel 2. De uitkomsten hebben betrekking op 369 melkmonsters. Bij gescheiden onderzoek (avond- en morgenmelk apart onderzoeken) zou het vetgehalte gemiddeld 0,09% lager uitkomen. Bij 30 (4 26) monsters zou het vetgehalte bij gescheiden onderzoek hoger uitkomen. Daarentegen zou bij 147 monsters (is 40%) het vet gehalte bij gescheiden onderzoek 0,1 tot 0,3% lager zijn. Omdat het vetgehalte in de fnelk zo'n belangrijke rol speelt in onze vee houderij, is een goede werkwijze bij het verzamelen van gegevens van groot belang. Daarnaast spelen waarschijnlijk Vee! faktoren buiten de erfelijke aanleg, een rol op de melkvetvorming. Tabel 1. avondmelk morgenmelk verschil morgen t.o.v. avond melkgift in 1. 12,10 16,10 4,00 vetgehalte in 4.47 3,17 - 1,30 eiwitgehalte in 3,20 3,08 -0,12 vetgrammen 541 510 - 31 eiwitgrammen 387 496 110 tabel 2 Vetgehalte -verschil bij avond- en morgenmelk apart bemonsteren ten opzichte van het huidige melkcontrole- Aantal monsters systeem. 4 o, 17 tot 0, 10 26 O, 10 tot 0,00 10 - 58 - 0,01 tot 0,05 124 - 0/05 tot 0, 10 79 - 0, 10 tot 0,15 50 - 0, 15 tot 0,20 18 - 0,20 tot 0,30 tabel 3 sPü tsing" melkcontroleciJfers naar produktieniveau minder oO •0 28 1. of meer 1- per dag/koe per dag/koe aantal controledagen 182 185 avond avond morgen gemiddelde melkgift 10,28 13,50 13,94 18,63 vetgrammen 454 427 628 591 vetgehalte in 442 3, 16 4,51 3,17 Proef verslag no. 21 r In deze uitgave vergelijkt ir. W.D. Ogink van het konsulentschap in de algemene dienst voor varkenshouderij te Utrecht de mesterijresultaten van een groep biggen die is opgefokt in een open stal met stro en een groep die is opgefokt in biggenopfokhokken met verhoogde draadbo dem. De proef heeft plaatsgevonden op het varkensproefbedrijf "Zuid en West Nederland" te Sterksel in stallen die, indien nodig, verwarmd werden. Ir. Ogink is hierbij o.a. tot de vol gende konklusies gekomen: De opfok van gespeende biggen in een open stal met stro lijkt voor een-vermeerderaar uit oogpunt van ekonomie en uit oogpunt van welzijn dieren, een reëel alterna tief voor de opfok op verhoogde metalen bodems. Het mesten van varkens opgefokt in een open stal met stro lijkt voor een mester financieel aantrekke lijker, dan het mesten van var kens opgefokt op een metalen bodem. Het eindgewicht van de varkens wordt bijna 4 dagen eer der bereikt, met circa 8,5 kg min der voer. Bovendien zijn de kos ten voor behandelingen wegens gezondheidsstoornissen lager. Een globale berekening toont aan dat het ruim 8,— per varken voordeliger is, om in een open stal met stro opgefokte varkens te mesten, dan varkens te mesten die zijn opgefokt op verhoogde metalen bodems. U kunt in het bezit komen van het proefverslag door 7,50 over te ma ken op postrekening nr. 3725140 ten name van varkensproefbedrijf "Zuid- en West Nederland", Vlaam- seweg 17 te Sterksel, onder vermel ding van "verslagnummer 21". Ook is het mogelijk een abonnement te nemen op alle nog uit te geven proefverslagen. De kosten hiervoor zijn 30,— per jaar. Wat opvalt is het grote gemiddelde verschil in vetgehalte tussen avond en morgenmelk. Ondanks de hogere melkgift is het aantal vetgrammen van de morgen melk toch lager dan van de avondr melk. Het zal duidelijk zijn dat de indivi duele koeverschillen nog groter wa ren. Wat voor gevolgen heeft het ge scheiden monsteren en onderzoeken Uit deze cijfers blijkt dat zowel bij lagere als hogere dagprodukties de verschillen in vetgehalte tussen avond- en morgenmelk praktisch ge lijk zijn. Dit betekent tevens dat bij hogere produkties (met een groter verschil tussen avond- en morgen- melkgift) het vetgehalte verschil tus sen gescheidenonderzoek en meng- monsteronderzoek toeneemt. P. van Nes Landbouwschap Het Landbouwschap heeft kritiek op de plannen van de Europese Com missie om minimumeisen te stellen aan legbatterijen die na 1 juli 1983 in gebruik worden genomen, terwijl de bestaande batterijsystemen nog tot 1995 mogen worden gebruikt. Hier door zouden binnen de Gemeenschap twee soorten batterijkooien ontstaan met alle gevolgen daarvan voor de onderlinge konkurrentiepositie van de gebruikers. Voorzitter Luteijn van het Land bouwschap zei woensdag tijdens de bestuursvergadering dat zijn organi satie voorstander is van Europese normen voor batterijkooien. Zolang er nog onvoldoende bekend is over' de beste omstandigheden voor het houden van ligkippen zouden deze normen echter zo dicht mogelijk bij het ekonomisch meest wenselijke moeten liggen. Daarmee wordt voorkomen dat er konkurrentiev.er- storing optreedt tussen de pluimvee houders onderling. Ondertussen moet het onderzoek naar de beste huisvesting uit een oogpunt van wel zijn worden "voortgezet. Afhankelijk van de resultaten daarvan zouden de normen later kunnen worden bijge steld. Het Landbouwschap heeft Minister De Koning van Landbouw en Visse rij schriftelijk van dit standpunt op de hoogte gesteld. Thailand exporteerde in oktober minder tapioca De export van tapioca door Thailand heeft in oktober 1981 360.940 ton bedragen tegen 615.036 ton in sep tember. Verleden jaar werd in okto ber 436.452 ton tapioca geëxpor teerd. De totale tapioca-export in de eerste tien maanden van dit jaar bedroeg 5,07 miljoen ton, vergeleken met 4,11 miljoen ton in dezelfde periode ver ledenjaar. (Financial Times) Landbouwmachinefabriek Rumpt- stadt b.v. te Stad aan 't Haringvliet komt met ingang van 1 december a.s. met een nieuwe freeshaak op de markt. Deze freeshaak is voorzien van een geheel nieuw ontwikkelde slijtlaag. Na uitgebreide proefnemingen blijkt, dat deze haak een 3 tot 4 maal langere levensduur heeft dan de bestaande haak. De nieuwe frees haak zal niet bij eerste montage worden toegepast, maar alleen gele verd worden als vervangingsonder deel. De prijs van deze freeshaak ligt aanzienlijk hoger dan de prijs voor de standaard freeshaak, die eveneens leverbaar blijft. De levering van deze freeshaken zal, evenals van alle an dere originele onderdelen en machi nes, geschieden door Cebeco Han- delsraad te Steen wijk en G.W. van Driel van Dorsten b.v. te Hoofd dorp. Uit de door het C.V.B. berekendeivoederwaardeprijs per 16 oktober bleek dat de kVEM-prijs 0,43 en de eiwittoeslagprijs 0,74 bedroeg. Ten opzichte van de maand september een lichte daling van de kVEM-prijs bij een gelijkblij vende eiwittoeslagprijs. Alle prijzen exkl. b.t.w. Ruwvoeders Produkten Aardappelen 3i<rbos tel Aard.afvallen 15 da Mix 50/50 20 f, da Mix 70/30 20 S da Spoeling Snijmaia 24%da Per:-pulp 19»21 ds BLe lepuntjes Witofwortelen ge. assen) Appelpulp Spruitestokken Aard.vezelat l-J). da a P21 vezels 1 da f.EA) ^r.ivezels 1:5' da Ier} 1) Voederwaarde 231 215 150 195 192 77 220 200 120 163 105 180 109 196 197 13 50 6 28 20 16 13 10 9 12 29 5 9 19 Marktprijs per 100 kg 11,50 12,00 >*.50 11,50 9,75 3,50 8,73 8,00 3,80 7.50 3,75 7,50 3,90 6,95 6,25 bij bev 5 15 20 13 15 5 15 10 t 30 10 20 10 f. 15 10 10 Marktprijs incl.verl. 12, 10 14, 10 5,63 13,53 11,47 3.68 10,29 8,89 5,43 8,33 4.69 8,33 4.59 7,72 6,94 aarkt Voederu.pr.prijs per 100 kg in% v. 10,90 12,95 6,89p 10,46 9,74 4,50 10,42' 9,34 5,83 7,90 4,52 9,89 5,06 9,09 9,88 111 109 129 118 82 99 95 93 105 104 84 91 85 70 De transportafstand bepaalt vrij sterk de marktprijs van deze produkten. De aangegeven marktprijs zal waarschijnlijk niet overal geldend zijn. De goedkoopste ruwvoeders zijn aardappelpersvezels-eiwitrijk, aard.afvallen, graan-spoeling, spruitestokken en aardappelpersvezels-eiwitarm. Daarna volgen aardappelvezels, bietestaartjes, perspulp en snijmais. Duur zijn de mixprodukten en aardappelen. Avebe geeft als richtlijn aan dat de eiwitrijke aardappelpersvezeis bij hogere buitentemperatuur moeilijk houdbaar zijn. Snel opvoeren of afdekken met aardappelvezels van 10% drogestof is het advies. Voor de meeste saprijke ruwvoeders is het kopen op drogestofgehalte een noodzaak. Spruitestokken zijn praktisch niet via de ruwvoederhandel ver krijgbaar. Dit geldt eveneens voor het produkt bietekop- en blad. Voor een marktprijs van 90% v.d. voederwaardeprijs mag bietekop- en blad kosten: Versvoeren 59,00/ton Ingekuild voeren 39,00/ton Hooi- en stroprijzen Marktprijs per 1000 kg Voederwaardeprijs bij gem. kwaliteit ton V. ide hooi le snede 350,00 310,00 C.aszaadhooi 165,00 -tot 240,00 216,00 Haverstro 170,00 194,00 G-rstestro 200,00 192,00 T.rwestro 170,00 163,00 Erwtestro 210,00 230,00 GRANEN E.D. Produkten Mnismeel Tarwemeel G-rstemeel Havermeel Tapioca Eietepulp -C ^truspulp Voeder a uz de Marktprijs Voederwuh rde Marlctpr in vvd VEM VRE per 100 kg pr, p. 100 kg Vöederw. prijs 1053 54 64,85 49,28 132 1068 t 60,65 5 199 117 971 £•7 58,50 48, 19 12 1 865 £•7 56,25 43,63 129 918 42,00 39,47 106 939 59 42,00 44,74 94 980 26 41,75 44, Oo 95 1027 61 49,50 48,68 102 De pulpsoorten zijn de goedkoopste eiwitarme stoffen. De granen zijn duur. evenals tapioca. EIWITRIJKE GRONDSTOFFEN Produkten Voeder "i aai de Marktprijs Voederwaarde Marktpr in 51 v.d VEM VKE per IOO kg pr.per 100 kg voederw prijs lijnschilfers 1020 282 76,65 64,73 118 Soyaschroot 1014 385 69,00 72,09 96 Maisglvoerm 983 163 53,50 54,33 98 Kokosschilfei t 1078 164 56,65 58,49 97 Tarwegries 835 130 46,00 45,53 101 Tarwegrint 762 123 46,00 41,87 110 Luce me brok 688 118 43,65 38,32 - 114 Grasbrok 750 112 43,65 40,54 108 Raapschroot 812 299 53,00 57,04 93 Raapschroot, soyaschroot, kokosschilfers en maisglutenvoermeel zijn de goedkoopste eiwitrijke grondstoffen. Lijnschilfers, lucernebrokjes zijn duur. Mengvoeders A. brok B. brok Voederwaarde VEM VRE 940 120 940 150 Voederwaardeprijs per 100 kg 49,30 51,52 P. van Nes Voornamelijk door-de slechte weer somstandigheden in de Verenigde Staten en Europa, de hoge rentes tanden en de verzwakte ekonomi- sche situatie op de belangrijkste markten, nam de omzet van Sperry New Holland in 1981 ten opzichte van 1980 slechts met 5% toe tot 1086,5 miljoen dollar over 1981 en daalde de winst vóór belastingen van 116,5 miljoen dollar met 16%. De markt was in het bijzonder moeilijk in Europa, waar de prijsstij gingen van landbouwwerktuigen onvoldoende waren om de kombi- natie van de verminderde omzet en ongunstige wisselkoersen te kom- penseren. De omzetstijging was voor een groot gedeelte het gevolg van prijsstijgin gen. Als gevolg daarvan moest de divisie op haar Europese aktiviteiten inboe ten op de winst vóór belastingen in vergelijking met het resultaat over 1980. Sperry New Holland bevindt zich in een goede uitgangspositie om te kunnen voldoen aan de te verwach ten stijgende vraag naar landbouw werktuigen als gevolg van de huidige slapte in de vraag naar landbouw werktuigen. Ook op langere termijn is de ver wachting dat de vraag naar land bouwwerktuigen zal toenemen als gevolg van de groeiende wereldbe volking en de daarmee gepaard gaande noodzaak tot een grotere produktiviteit in de landbouw. Sperry New Holland machines wor den in Nederland geïmporteerd door G.W. van Driel van Dorsten B.V., te Hoofddorp. 14

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 14