w e zullen <^it soort mogelijkhe den'zeker gebruiken als ze er zijn, want een bedrijf van 40 ha is niet te groot, eerder aan de krappe kant", zo meent Bram Schermer, "de beste grootte voor een veebedrijf als het onze lijkf mij 45 50 ha". Hij is het dan ook beslist niet eens met dege nen die pleiten voor kleinere bedrij ven in de Flevopolder. De lasten per ha worden dan naar zijn mening te groot en ook de sociale positie van de boer komt op de kleinere bedrijven D e erven van de nieuwe bedrijven moeten ook nog afgewerkt worden en zijn in veel gevallen ook maar moeizaam begaanbaar. Bij de Schermers zijn ze zo gelukkig, dat de erfverharding al grotendeels klaar is. Zij kunnen met droge en schone voeten woning en bedrijfsgebouwen bereiken. Ook is de verharding zover gereed, dat het kuilvoer zonder grote moeilijkheden in de stal gehaald kan worden. "Zonder voldoende verhar ding op je bedrijf ben je hier ner gens", zo konstateerden de gebroe ders Schermer. "Het vraagt wel een fikse investering, maar je hebt het toch beslist nodig". D e ligboxenstal die ze hier hebben biedt ligplaats aan 135 stuks grootvee met daarnaast het nodige jongvee. Totaal kunnen er zo'n 200 dieren in deze lichte, royaal ge bouwde stal een plaats vinden. De melkstal is een visgraatstal met 2 keer 8 standen. De hele apparatuur in de melkstal is zo gemechaniseerd D e afgelopen zomer hebben we op 2 plaatsen geboerd", zo vertellen de Schermers. "Het vee was nog al lemaal op het oude bedrijf en hier werd alle gras ingekuild, pas in de nazomer en herfst kwam het vee naar de polder. Het is de bedoeling hier zo'n 120 a 130 melkkoeien te houden met het nodige jongvee. We hebben dat aantal nu al haast doordat we op het oude bedrijf al wat extra'jongvee aanhielden en verder hebben we nog wat melkvee bijgekocht. Nieuw begin in Zuidelijk Flevoland Pionieren Eigen investeringen Produktieverbètering Geen kleinere bedrijven d.H. Start van een weidebedrijf in de nieuwste polder VJ eleidelijk aan beginnen de eerste boeren zich in Zuidelijk Flevoland te vestigen, nadat al bijna een jaar geleden de eerste bedrijven daar werden uitgegeven. Enkele van de nieuwe polderboeren kwamen deze zomer al in een noodverblijf op hun bedrijf wonen. Maar daar bleef het voor eerst bij, want de nodige gebouwen ontbraken nog overal. In de afgelopen weken kwamen echter op een aantal weidebedrijven be drijfsgebouwen en woning zover gereed, dat ze in gebruik konden wor den genomen. Daarvan is door de betreffende veehouders ook een vlot gebruik gemaakt. Tot de allereersten die met heel hun hebben en houden naar de nieuwe polder kwamen behoorden de gebroeders Abraham en Joop Schermer met hun gezinnen. Ze komen uit het Noord-Hollandse Groot Scher mer. De oudste van de twee, Bram (34), boerde daar samen met zijn vader op een weidebedrijf in het ruilverkavelingsgebied Eilandspolder. Joop (26) was tot voor kort in loondienst bij anderen in de veehouderij werkzaam. Hij gaat nu met zijn broer samenwerken in een maatschap op het polderbedrijf waarvan Bram de pachter is.' Het bedrijf ligt aan de Lepelaarsweg. Een weg die zoals hij er nu bij ligt duidelijk toont, dat niet alles hier voor de nieuwe polderbewoners nog ideaal is. Het (te smalle) wegdek is door de laag modder die er op ligt. nauwelijks te onderscheiden van de bermen, die volkomen kapotgere- den en onbegaanbaar zijn. Dat alles ook mede door de bouwaktiviteiten voor de boerderijen aan deze weg en het daarmee gepaard gaande zware verkeer. Kortom een vreselijk modderbrij, die Lepelaarsweg waaraan de veehouderijbedrijven nu in gebruik genomen worden. De boerderij waar de familie Scher mer vandaan komt, had zijn gebou wen in het dorp. De 45 ha veengras- land die er bij hoorde was sterk ver snipperd, wel in een 60 percelen, merendeels alleen maar over water bereikbaar. De stal daar - een ou derwetse grupstal - was ook lang niet groot genoeg en het vee was dan ook op verschillende plaatsen onderge bracht. Een bedrijf waar het toch wel bijzonder moeilijk werken was. "Je. kwam er met het werk nooit klaar en je had eigenlijk nergens voldoende tijd voor", zeggen de Schermers nu. Met de overgang naar de polder zijn ze dan ook best ingenomen. Ook al zitten ze nu met maar enkele buren midden in een wijde, nog lege polder zo'n 20 km van het dichtsbijzijnde dorp verwijderd. En ook al moet er hier eerst nog wel wat gepionierd worden. Het nieuwe bedrijf, 40 ha kleigrasland aaneengesloten in één kavel, geeft met minder werk heel wat meer mogelijkheden dan het oude en~ hetzelfde geldt voor de nieuwe gebouwen. De gebroeders Schermer. en geautomatiseerd dat één man al leen er vlot in kan werken. Ook de melkkamer is op moderne wijze in gericht. De koelinstallatie van de melktank is zo gebouwd, dat de warmte die bij het koelen aan de melk onttrokken wordt, weer wordt benut voor de warmwatervoorzie ning van het bedrijf. Dit betekent volgens de berekeningen een be langrijke energiebesparing. Een dergelijk moderne en efficiënte inrichting brengt uiteraard heel wat kosten met zich mee, die wel hele maal voor eigen rekening van de fa milie Schermer kwamen. De Staat stelt als verpachter van de polderbe- drijven, alleen nog maar een romp gebouw aan de pachters beschik baar. De gehele inrichting daarvan moeten de pachters zelf verzorgen. Dat vergt grote bedragen. Begrotin gen van de voorlichtingsdienst ko men hiervoor op een bedrijf van 40 ha op rond 200.000,— Voor ver hardingen moet op zo'n bedrijf op ongeveer 150.000,— gerekend worden. Alles bij elkaar een bedrag aan pachtersinvesteringen van zo'n f 350.000,— De investeringen in vee en werktuigen komen daar nog overh en. Op grotere pachtbedrijven in de polder (45 ha en meer) moeten de pachters ook zelf hun woning bou- werj. De Schermers hebben wel de beschikking over een door de ver pachter gebouwde woning, want hun bedrijf blijft beneden die maat. Joop, die als eerste van de beide broers naar de polder verhuisde, woont daarin met zijn gezin. Voor Bram Schermer moet nog een tweede wo ning op het bedrijf worden gezet, die uiteraard wel weer voor hun eigen rekening is. De bouwvergunning daarvoor liet helaas even op zich wachten. De bouw is daardoor ver traagd en er kan nu pas volgend voorjaar mee begonnen worden. Voorlopig woont de oudste van de Schermers daarom in een stacaravan op het erf van het bedrijf. Waar we op dit moment precies zit ten met de produktie van ons vee is nog niet goed te overzien. Maar we hebben wel gemerkt dat die door de verhuizing zeker niet teruggelopen is. We melken hier nu al beslist niet minder dan op het oude bedrijf. Maar daar hadden we, door de om standigheden waaronder we moesten werken, ook wel eens wat te kort", zo konstateeraen de beide Schermers. De .produktieverbetering zal op het nieuwe bedrijf wel voorop staan, maar ook de fokkerij zal de aandacht krijgen. "We proberen te komen tot een stal goeie zwartbonte Noord- Hollandse koeien", zegt Joop Scher mer. "Nu lopen er nog wel eens met een andere kleur tussen, maar die zullen moeten verdwijnen". Het ligt niet direkt in de bedoeling om voor de produktieverbetering te gaan werken met Amerikaanse stieren. Maar bij de aangekochte koeien zit ten wel een paar met Amerikaans bloed en de resultaten daarvan wor den met belangstelling afgewacht. Een overzicht in de stal van de Schermer. Om de produktie van het grasland voor hun veebezetting voldoende op peil te houden zijn de Schermers van plan het grasland regelmatig te ver nieuwen. Ze willen proberem om in ongeveer 5 jaar het hele bedrijf een keer opnieuw in te zaaien. Daarbij is ook al gedacht aan landruil met een akkerbouwbedrijf. De akkerbouwer kan dan b.v. een gewas pootaardap- pelen telen op het geploegde gras- land, in ruil voor een oppervlakte, kunstweide op zijn bedrijf en na de aardappels wordt dan weer gras in gezaaid. Maar op dit moment is dat in Z.Flevoland nog niet goed te or ganiseren. in het gedrang. Zijn vrouw valt hem daarin volledig bij. "Op het kleine veebedrijf is de boer nooit vrij; een groter bedrijf geeft op dit punt meer mogelijkheden. Wie pleit voor klei nere bedrijven denkt te weinig aan de boerengezinnen"", is haar oordeel. Uiteraard werd met Bram en Joop Schermer ook gesproken over de zuivelproblematiek. Een strafheffing zal daaraan weinig oplossen, maar wel de middenbedrijven nog meer in moeilijkheden brengen, zo verwach ten zij. "De overschotten die er zijn brengen zeker veel kosten met zich mee. Maar bij dit alles blijft te veel buiten beschouwing, dat het ook re- Kuilvoer binnenhalen. servevoorraden zijn die we nooit he lemaal kunnen missen. Daar zou wel eens wat meer op gelet mogen wor den", vindt Bram Schermer. Ondanks de wolken aan de zuivel- hemel hebben de Schermers toch wel vertrouwen in de toekomst met hun nieuwe bedrijf. "We zullen hier nog wel het nodige moeten leren, voordat alles loopt zoals het moet", zo menen ze. "Maar je leert hier snel. En als het met een bedrijf zoals we nu hebben niet lukt, dan zal het ook nei^ens meer kunnen". 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 13