f*. KUNNEN BOER EN TUINDER ■N HUN EIGEN COÖPERATIE lp NOG BESTUREN? MEER OVER MELK IN BOEKJE ZUIVELBUREAU N aast kaas en boter konsumeert en exporteert Nederland een stroom aan melk en melkprodukten. Verge leken met de andere EEG-landen slaan we geen gek figuur .wat de konsumptie betreft. Met 132 kilo per hoofd per jaar blijven we alleen achter Engeland (135 kg) en Ierland (195 kg). Bestuur Rolverdeling Samensmelting Aandacht voor strategie Gat Belangrijke positie Bestuurlijk vraagstuk Koncentratie Promovendus ir. J.M. Vrij lichtte topstruktuur van 14 grote landbouwkoöperaties door besluiten en initiatieven en in het laatste geval vrijwel niet. Voor elk bestuur en de andere top organen vormt het taakonderdeel van de strategische besturing het be langrijkste aandachtgebied. Echter bij de ene onderneming is dat "nat- tevingerwerk" en bij de andere wordt een omvangrijke systematische be slissingsprocedure gehanteerd. De promovendus kreeg de indruk dat bij meerdere koöperaties meer aandacht aan die strategie besteed zou moeten worden. In het proefschrift wordt nagegaan wat voor konsequenties dat heeft voor omvang en deskun digheid van het bestuur. Vooral bij de grote ondernemingen is het vaak nodig om de strategische besturing op een hoog niveau van perfektie te laten plaatsvinden. Vrij is ook van mening dat het toe zichthoudend orgaan en de leden vergadering hun rol beter kunnen vervullen naarmate de strategische besturing van de onderneming op een hoger niveau van perfektie plaatsvindt. Welke eisen aan het be stuur gesteld moeten worden bij een middelmatig niveau van strategische besturing en welke bij een hoog ni veau. heeft de promovendus onder gebracht in een goed-overzichtelijk schema. Op grond daarvan kan ook de omvang en samenstelling van het bestuur vastgesteld worden. Bij zijn onderzoek van de statuten van de verschillende koöperaties ontdekte Vrij dat over de relatie di- rektie-bestuur vrij weinig echt vast gelegd is. Hij doet dan ook de aan beveling de statuten meer in over eenstemming te brengen met de praktijk en tegelijk de formele rege lingen met enkele punten uit te brei den. Er zullen vooral bepalingen in moeten komen die vorm geven aan de beoogde werkwijze. Ook doet hij de aanbeveling om re gelmatig de rolverdeling tussen be stuur en direktie aan de orde te stel len. Hij waarschuwt dat als het be stuur een sterk sturende rol wil ver vullen, er onvermijdelijk deskundige buitenstaanders in het bestuur opge nomen moeten worden. Een alge meen recept kan volgens Vrij echter niet worden gegeven; alleen maat werk heeft zin. leden; het delegeert in de praktijk het werk voor een belangrijk deel aan een professionele direktie die dan wel verantwoording moet afleg gen. komt: het bestuur, de algemene le denvergadering en de raad van toe zicht of raad van kommissarissen. —Het bestuur bestaat vrijwel overal uit leden; het delegeert in de praktijk het werk voor een belangrijk deel aan een professionele direktie die dan wel verantwoording moet afleg gen. De raad van toezicht, die ook altijd samengesteld is uit leden, kontroleert het bestuursbeleid namens de leden. De ledenvergadering is de hoogste macht in de koöperatieve vereniging. Dat geldt nog altijd, maar naarmate de onderneming groter is zijn meer bevoegdheden gedelegeerd aan be stuur en raad van toezicht. De toe nemende rol van andere betrokke nen bij de koöperatie, met name het personeel dat inspraak kreeg via de ondernemingsraad, heeft de taak van het bestuur nog ingewikkelder ge maakt en plaatst haar vaak tussen de twee vuren van leden- en perso neelsbelangen. In de toekomst kunnen de bestuur- problemen nog groter worden want deskundigen zijn van mening dat met name afzet- en verwerkingskoö- peraties zich nog meer marktgericht zullen moeten opstellen. Daarvoor zal toenemende research, ontwikke ling en marketing nodig zijn. De daaraan verbonden kosten zullen tot verdere samensmelting van koöpe raties leiden. De bestuurlijke konse quentie hiervan is dat koöperaties in toenemende mate door professionals bestuurd zullen worden, waarbij de leden zich moeten koncentreren op het nemen van algemene beleidsbe slissingen en het toezien op het pro fessionele management. Hiervoor zullen bestuursleden over aanzien lijke bestuurlijke kapaciteiten moe ten beschikken. Bij de veertien koöperaties die Vrij onder de loep nam trof hij drie be stuursvormen aan; sturend bestuur, meedenkend bestuur en toeziend bestuur. In het eerste geval neemt het bestuur nog in beperkte mate zelf De koöperatie is een komplexe on derneming geworden en dat heeft bij de leden (boeren en tuinders) vaak het gevoel opgeroepen dat de zaken buiten hen om geregeld worden. Bovendien wordt soms het verwijt geuit dat bestuur en direktie het be lang van de leden te weinig in de gaten houden door te streven naar een zo groot mogelijke omvang van de koöperatie. Dit kan uit verschil lende motieven gebeuren: financiële overwegingen (hoger salaris bij gro tere onderneming), prestige-overwe- gingen of het verlangen naar dyna miek en spektakulaire daden. In deze gévallen is er een gat ontstaan tussen leden die in het bestuur zitten en de rest. Maar in veel gevallen is daar niet zo duidelijk sprake van en is de enjge oorzaak voor gevoelens van onbehagen dat de onderneming te ondoorzichtig en ingewikkeld is ge worden. Die konsumptie neemt overigens niet toe, want tien jaar geleden ver bruikten we nog 145 kilo. We zijn vooral minder melk gaan drinken. Daar stond een stijging van de kon sumptie van yoghurt, vla en karne melk tegenover. De export betreft vooral de melkprodukten gekonden- seerde melk en melkpoeder. Daar van ging er in 1980 zo'n 800 miljoen kilo over de grenzen, wat ons land bijna 2 miljard gulden opleverde. Boekje Over dat voor Nederland zo belang rijke produkt is onlangs een boekje verschenen bij het Nederlands Zui- velbureau. In "Dit is melk" wordt in 44 pagina's uiteengezet hoe melk wórdt geproduceerd op de boerderij, verwerkt op de fabriek, welke pro- dukten ervan gemaakt worden, wel ke voedingsstoffen melk bevat en hoe d e kwaliteitskontrole funktio- neert. Dertig kleuren- en zwart-wit foto's, tekeningen en tabellen vullen de tekst aan. Het boekje kost 3,50 plus 2,10 portokosten, over te maken op post giro 34.97.31 ten name van Het Ne derlands Zuivelbureau, onder ver melding van "Dit is melk". Het boekje kan zonder portokosten wor den afgehaald bij het NZB, Cort van der Lindenstraat 7, te Rijswijk of in de vier zuivelkeukens te Arnhem, Eindhoven, Groningen en Leids- chendam. De afgelopen dertig jaar zijn de landbouwkoöperaties in ons land door fusie en koncentratie uitgegroeid tot grote of zeer grote ondernemingen. Dat heeft vragen opgeroepen, zoals: in welke mate kan de boer of tuinder nog zelf inbreng hebben in het bestuur van zijn eigen koöperatie? En: op welke wijze moet er vorm gegeven worden aan de zeggenschap van de leden, nu de besturing van de groot-gegroeide koöperatie zeer komplex is geworden? Ir. J.M. Vrij (29), wetenschappelijk medewerker van de vakgroep Industriële Bedrijfskunde van de Land bouwhogeschool, heeft geprobeerd antwoord te geven op deze (en andere) vragen door een onderzoek in te stellen naar de topstruktuur van 14 grote landbouwkoöperaties in ons land. De resultaten daarvan heeft hij samengevat in een proefschrift, waarop hij op vrijdag 30 oktober in de Aula van de Landbouwhogeschool in Wageningen hoopt te promoveren. Ir. Vrij begint zijn proefschrift met een terugblik op de levensloop van het koöperatiewezen in ons land. Op dit moment nemen de agrarische koöperaties een belangrijke positie in, want bijna de helft (13 miljard) van de opbrengsten van de totale Nederlandse land- en tuinbouw (24 miljard in 1979) komt via deze orga nisaties tot stand. Die sterke positie heeft de koöperatie in ruim honderd jaar bereikt. In 1877 werd de eerste opgericht, de aankoopvereniging. "Welbegrepen Eigenbelang" te Aar denburg in Zeeuws-Vlaanderen. Deze koöperatie werd gevolgd door een groot aantal andere: koöperatie ve zuivelfabrieken, tuinbouwveilin gen. kredietverleningsinstellingen, aardappelmeelfabrieken, suikerfa brieken, strokartonfabrieken, gras drogerijen, werktuigenkombinaties, boekhoudverenigingen en verzeke ringsmaatschappijen. Kort na de Tweede Wereldoorlog, in 1948 wa ren er meer dan 3000 koöperaties in ons land. Daarna nam dit aantal sterk af. Op 1 januari 1980 waren er nog 2125 koöperaties over, verdeeld over 988 Rabobanken, 700 agrari sche aankoop-, verwerkings-, afzet- en dienstenkoöperaties en 436 on derlinge schadeverzekeringsmaat schappijen. Ir. Vrij laat in zijn proefschrift zien dat het probleem zit in de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de zeggenschap van de leden. Dat is een bestuurlijk probleem, waarvoor vol gens hem oplossingen te vinden zijn. Een moeilijker op te lossen probleem is het feit dat van bestuursleden steeds meer deskundigheid, betrok kenheid en tijd gevraagd wordt. Er zijn drie organen waarin de zeg genschap van de leden tot uiting komt: het bestuur, de algemene le denvergadering en de raad van toe zicht of raad van commissarissen. Het bestuur bestaat vrijwel overal uit Er heeft de afgelopen dertig jaar een sterke koncentratie plaatsgevonden bijvoorbeeld bij aan- en verkoop- koöperaties, die in aantal van 1160 naar 268 teruggingen, maar wel hun aandeel in de nationale land- en tuinbouwproduktie van 29 procent naar 53 procent wisten op te voeren (het betreft hier mengvoeders). Uit bovenstaande cijfers is af te lezen dat de eenvoudige dorpskoöperatie vaak opgenomen is in een grote landbouwkoöperatie die regionaal, provinciaal en soms landelijk geor ganiseerd is. Er zijn ondernemingen ontstaan waarvan de jaaromzet va rieert van enkele miljoenen guldens tot 1.5 miljard of meer, met een per soneelsbestand van enkele honder den tot 5200 en een aantal leden dat varieert van 1000 tot 10.000. Eén van de vele Zeeuwse koöperaties, de Coöperatieve Zeeuwse Aan- en Verkoopvereniging C.Z.A.V. bestond in 1979 een halve eeuw. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 9