Enkele tientallen pootaardappelrassen zitten tegen rassenlijst Nieuws uit; Brussel Nederlandse ambtenaar in Brussel waakt over boerenbelangen Wageningen De kwekers Selekteren Rassenlijst Tenslotte Drs. Frans Bruins bij terugkeer naar Den Haag: JanWerts/Brussel Ze zijn goed onderlegd, ijverig en van nature figuren die hun zaken af handelen, dus niet voor zich uit schuiven. Maar in Nederland kent men ze nauwelijks: De diplomatieke ambtenaren werkzaam bij onze am bassade (permanente vertegenwoor diging) bij de Europese Gemeen schappen te Brussel. Onder leiding van mr. Ch. Rutten behartigen zij dag na dag onze Ne derlandse belangen. Voor wat de landbouwsektor betreft is daar onze landbouwraad met zijn medewer kers. Over een periode van precies vijf jaar gezien luidden wij met on derstaand interview alweer de derde man uit: drs. Frans J.B. Bruins. Hij keert terug naar Den Haag en wordt bij het ministerie van Landbouw en Visserij adjunkt-direkteur Interna tionale Ekonomische aangelegenhe den. Ook Bruins's voorgangers maakten vanuit Brussel promotie. Gerrit Braks werd in 1977 CDA-kamerlid en later minister op zijn "eigen" de partement. Carlo Trojan was na zijn vertrek van de Brusselse post, direk- teur-generaal bij het ministerie van landbouw en is momenteel kabinet chef (hoogste medewerker) van onze Nederlandse konkurrentie-kommis- saris mr.Frans Andriessen hier in Brussel. Een verblijf in de Belgische hoofdstad schijnt dus lonend te zijn. Wat is eigenlijk een landbouwraad- landbouwattaché? Zo zal de lezer zich afvragen. Bruins: "Het houdt in feite vooral in datje als hoofd van de afdeling Landbouw bij zo'n Neder landse vertegenwoordiging de voort durende stroom van informatie ka naliseert naar Den Haag en de EG- instellingen, met name naar de Eu ropese Kommissie toe. Datje op alle punten waar je belangen hebt - dat zijn er ontelbaar veel voor ons land - inspringt. Dat je bijvoorbeeld snel reageert wanneer blijkt dat de Euro pese Kommissie ergens op broedt. Drs. F. Bruins, plv. direkteur van de Direktie Internationale Ekonomi sche Aangelegenheden van het Mi nisterie van Landbouw en Visserij. Daar bij die Kommissie is men voortdurend doende met allerlei plannen om de landbouwpolitiek zo goed mogelijk lopend te houden. Ik zat hier vooral voor het Nederlandse belang in dat geheel. Hoor je bij voorbeeld over nieuwe plannen voor bijvoorbeeld een heffing op de in voer van graanvervangers, dan ga je meteen bij de betrokkenen informe ren om te bekijken hoe je zoiets kunt tegenhouden of uitstellen. Lobbyen noemen ze dat tegenwoor dig. Belangenbehartiging zou beter Ne derlands zijn", aldus Bruins. Tuinbouw Een tweede aspekt is het adviseren. Zodra je merkt dat ze hier weer den ken aan een superheffing op uitbrei ding van de melkproduktie, dan weet je meteen dat de Fransen aansturen op een maatregel tenlaste van de grotere veehouders. Waarvan vooral de Nederlanders slachtoffer zouden worden. Als er op een bepaald mo ment veel kritiek is op Nederland, dan merk je dat overal. Niet alleen in de ministerraad, maar ook in de wandelgangen en bij de voorberei dende vergaderingen. De laatste tijd, met het zogenaamd goedkope gas voor de verwarming van tuinbouwkassen, de import van massa's goedkope buitenlandse graanvervangers voor onze veehou derij, de Nederlandse wet op de in vesteringsrekening WIR, dat kan al lemaal te samen op een gegeven moment een soort van anti-Neder land-stemming kweken, hier bij de EG. De boer of tuinder, zo gaat de heer Bruins verder, merkt daar niks van. Maar het is toch zeer gevaarlijk voor hem. Je wordt als landbouwraad dus geacht al dergelijke ontwikkelingen snel op te sporen en door te geven aan het ministerie in Den Haag, soms ook wel aan het bedrijfsleven rechtstreeks, wanneer je eens een le zing houdt voor landbouworganisa ties bijvoorbeeld. Een andere taak is het bijwonen van reeksen vergaderingen hier. Van be lang is daarbij het speciaal komité Agrikultuur CSA dat wekelijks de tien landbouwraden bijeen brengt. Daar worden dus de vergaderingen van de raad van ministers landbouw voorbereid. Dat CSA is zogezegd het cristallisatiepunt van alle aktiviteiten die hier, voor dat de problemen aan de bewindslieden worden voorge legd en ze een meer politiek karakter krijgen". Hoe kijkt nu een hoge ambtenaar als Bruins met zijn ervaring aan tegen het verschijnsel dat hier onlangs zelfs een betoging van tuinders was, uitsluitend en alleen gericht tegen de Nederlan ders? Bruins: "Ik spreek nu volstrekt voor mijzelf. Ik denk dat Nederland er goed aan zou doen en zijn eigen be lang uiteindelijk behartigen wanneer wij lieten blijken die gasprijs weer ter diskussie te willen stellen. Niet om dat onze tuinders nu oneerlijk zou den konkurreren, zoals de buiten landers beweren. Maar omdat je ge woon merkt dat er anders hier een anti-stemming groeit, waar een zwaar exporterend land als het onze het risiko loopt slachtoffer te worden van vervelende maatregelen. De Duitsers bijvoorbeeld hebben al eens serieus gedreigd met maatregelen (een heffing bijvoorbeeld) aan de grens op Nederlandse tuinbouwpro- dukten. "Strikt juridisch kan ons waarschijnlijk bij dat aardgas niets verweten worden. Maar daar gaat het ook niet alleen om", aldus de so cioloog Bruins. "Want de opinie denkt nu eenmaal langzaam aan dat wij binnen die ene Euro-markt als Hollanders wél de konkurrentie ver valsen. En daar draait het nu een maal om". MelkhcfTing Ieder jaar als de bladeren vallen, komt de Europese landbouwkommissaris weer met allerlei plannen die er mees tal op neer komen het landbouwbeleid ten laste van de boeren en tuinders wat uit te kleden. Dat begon al in 1976 onder kommissaris Lardinois, toen die het idee van medeverantwoordelijk heid voorde veehouder lanceerde. Zijn gedachte is later via de melkheffing overgenomen. Maar dal is dan ook alles wat sedert vele jaren aan het landbouwbeleid is veranderd. Toch gaat men in Brussel iedere herfst weer voort met het voorstellen van reeksen bij de landbouw impopulaire maatre gelen. Die bij de ministers vervolgens echter geen schijn van kans maken. Zeker nu niet aangezien er voorlopig hier geen echte financiële problemen zijn. Irritant of niet? Bruins: "Ach ik geloof dat het ook wel zijn voordelen heeft, als er steeds weer over de kosten van het ge meenschappelijk landbouwbeleid wordt gesproken. Het bewijst om te beginnen dat leidende groeperingen in onze samenleving aandacht heb ben voor de landbouw". Het is Bruins wat tegengevallen, dat rege ringen die soms de landbouwpolitiek bekritiseren vanwege de kosten, nu er onlangs een meevaller was, die miljarden meteen gingen bestemmen voor de nationale portemonnee van de minister van Financiën thuis. Nu er dankzij de landbouw eens een meevaller was zou het geloofwaardi ger geweest zijn, wanneer die besteed was aan projekten waarvan men an ders altijd beweert geen geld be schikbaar te hebben, juist vanwege die landbouwpolitiek. Bijvoorbeeld het sociaal beleid of de regionale politiek ten bate van achtergebleven gebieden binnen de Europese Ge meenschap. Frans Bruins erkent onze suggestie dat de druk in Brussel momenteel van de ketel is. Tot 1984, zo hebben nog niet gepubliceerde berekeningen hier uitgewezen, is er eigenlijk geen enkel probleem om de EG-aktiviteiten te fi nancieren. Er blijft ieder jaar binnen de marge van de befaamde I. BTW dan zelfs gemiddeld nog ongeveer 7 mil jard gulden over. Dat is ruim vol doende om de Britse kontributie te verlagen èn eventuele tegenvallers te betalen. Bruins: Ik kan je moeilijk tegenspre ken. Bovendien zie ik dat ondanks alle slechte verhalen over de Euro pese Gemeenschap men op allerlei terreinen steeds weer denkt aan uit breiding van haar aktiviteiten. Dus een verbetering van het Europees muntstelsel, uitbreiding van het po litiek overleg, het transportbeleid waar Nederland aan gaat trekken, de sociale politiek die Frankrijk wenst, het zijn allemaal tekenen dat men bepaald niet van die EG af zou wil len. De Landbouwpolitiek? Je zult moeten aksepteren dat de aandacht wat verschuift van het Noorden naar de zuidelijke landen van de Ge meenschap. Dat wordt een van de hoofdpunten van de diskussies de komende jaren. Euro-parlement Onze scheidende zegsman in Brussel maakt zich wel zorgen over de toe komst van het Europese parlement. "A Is dat niet goed gaat funktioneren, zal het een erg negatieve weerslag krijgen op de ^publieke opinie in Eu ropa. Het parlement moet zich duide lijk gaan prononceren om over ruim twee jaar bij de Europese verkiezingen voor de dag te kunnen komen Kunnen ze dat dan, gezien hun be perkte bevoegdheden? "O ja, ze hebben mogelijkheden ge noeg. Het parlement brengt bijvoor beeld advies uit over alles wat Brus sel voorsteld aan de ministers. Dat gebeurt via dikke, meestal degelijke rapporten die overigens weinig aan dacht krijgen. Waarom zou zo'n parlement niet verlangen dat het in de ministerraad mondeling advies uitbrengt? In Brussel en Luxemburg, daarbij de ministers, zit de Europese pers. Dan krijgt het parlement wer kelijk aandacht en zouden de be windslieden zich dus meer van de volksvertegenwoordiging moeten aantrekken". Onze nieuwe landbouwraad bij de Europese Gemeenschappen in Brussel is ir. H.T. Klevering. Hij werkte van 1970 tot 1975 hier al als adjunkt. Hij komt uit.Tunnis, waar hij tot voor kort Nederlands landbouwraad was. Op tal van plaatsen in Nederland wordt in deze periode van het jaar weer de balans opgemaakt, met daarin verwerkt de resultaten van honderden rassen in wording. Van enkele tientallen kan gezegd worden dat er reeds zoveel bekend is dat ze om zo te zeggen "tegen de rassenlijst aanzitten". De Neder landse pootaardappeiwereld mag zich gelukkig prijzen over een breed assortiment rassen te beschikken en dat er nog steeds met grote inzet aan dat assortiment wordt gewerkt. In de diverse instituten in Wagenin gen wordt een belangrijk deel van de tijd besteed aan aardappelonder- zoek. De aardappelveredeling is daarbij een belangrijk onderdeel, waarbij steeds weer wordt getracht aktuele erffaktoren, b.v. (resisten ties) op te sporen en vast te leggen in zijn geniteurs. Met gepaste trots kunnen we stellen dat het Wageningse aardappelon- derzoek op wereldniveau ligt. Op een groot aantal onderdelen zijn we stel lig toonaangevend. In de bezuini gingswoede van de overheid is het voor de aardappelorganisaties nood zakelijk om de vinger aan de pols te houden. De Nederlandse aardappel blijft voor de akkerbouwer het pro- dukt van eerste orde en dat zal ver dedigd moeten blijven worden. Het doorgaan van aardappelonderzoek op essentiële plaatsen is daarbij van buitengewoon belang. Als er aan de basis wordt geknaagd begint het fundament te wankelen. De Nederlandse aardappelkwekers staan in nauwe relatie met het Wa geningse onderzoek. Zij gebruiken de moderne meest gevraagde erffak toren voor kruisingswerk ter verbe tering van ons rassenassortiment. Een klein aantal "kwekers" heeft zich ontwikkeld tot "kruisingsgigan ten" en starten telken jare met enkele tienduizenden kruisingen, om dan in opvolgende jaren via selektie op één of op nul uit te komen. Een gelukkige omstandigheid dat op deze manier enkele grotere bedrijven zijn ont staan die in feite een klein stukje van het Wageningse werk kunnen over nemen en reeds overgenomen heb ben. Kruisen, zaadwinnen, uit zaad plantjes optrekken (zaailingen), ge wonnen aardappelen vermeerderen en selekteren. Dat is in 't kort het werk van de kwekers. Vooral op het selekteren komt het aan. Steeds weer minder gewenste weggooien en de gewenste overhouden. En met dat selekteren zijn vooral ook een groot aantal kleinere kwekers bezig. Men zou kunnen zeggen een groot aantal boeren-kwekers, hob by-kwekers. Vaak pootaardappelte- lers die een grote voorliefde hebben voor de aardappel; zich aangetrok ken voelen tot die aardappel met zijn veelzijdige boeiende eigenschappen, boeiende aspekten. En juist deze groep van kwekers boekt nogal eens resultaten. Nog meer samenwerking van grotere kweekbedrijven met boerenkwekers met boerenselekteurs zal het resultaat stellig ten goede ko men. Samenwerken met mensen die "hun hele hebben en houen" aan die aardappel besteden. En van dat soort mensen heeft Nederland er nogal wat. Het uiteindelijke doel is om vanuit een zaailing, een nummer op de ras senlijst te krijgen. Vanaf zaailing tot rassenlijstras duurt in het algemeen minstens 10 jaren. In al die jaren steeds maar selekteren en de beste nummers met een groot aantal ge wenste eigenschappen overhouden. Tenslotte komen de beste nummers in officiële beproeving uitgevoerd door het RIVRO in Wageningen, op tal van plaatsen in Nederland. In oktober vinden op tal van plaatsen uitstallingen plaats van de bereikte De presentatie van de nieuwe rassen op het bedrijf van de heer Keijer, 2e van rechts de koördinator van e.e.a. de heer Zingstra van het RIVRO. resultaten. Zowel bij de kweker, zelf als door het RIVRO. De "hoogste plaats" ligt in Zeerijp (Groningen) op het bedrijf van de heer Keijer. "Kanshebbers" komen na strenge voorselektie daar terecht. Daar lagen vorige week weer meer dan 400 nummers tentoongesteld in verschil lende rubrieken; zeer vroeg en vroeg, fabrieks- of konsumptie, export of binnenland, maar ook naar leeftijd. Een schitterende kollektie. De ko mende maanden zal blijken, na in tensieve studie, welke nummers be kroond worden. De Rijkskommissie heeft daarin een moeilijke en zware taak. Nederland beschikt over een uniek aardappelkweekpotentieel. Speciali satie op onderdelen lijkt de beste weg; basisonderzoek, kruisingswerk, selektie. Meer dan de helft van het pootaar- dappelareaal bestaat reeds uit nieu we moderne rassen. Dat zal verder toenemen. Een groot aantal ligt weer "met spanning" te wachten. A. Vermeer 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 17