8qï ZD
De moeilijke keuze van het suikerbietensysteem
zuidelijke landbouw maatschappij
Eerst studies afwachten
Provincie Zeeland tegen
opnemen zout milieu in
Streekplan Zuid-Holland-Zuid
EG-COMMISSIE WIL
LANDBOUW HERVORMEN
Granen
Zuivel
Blfil IOTHf
z.l.m
VRIJDAG 30 OKTOBER 1981
68e JAARGANG NO. 3605
land- en
tuinbouwblad
Deze boer is er nog in geslaagd een flinke hoop bieten van het land te krijgen. Vrijwel overal is men met rooien op
moeten houden vanwege de natte toestand op het land. Overigens zal het met de bieten wel los lopen maar het
inzaaien van wintertarwe begint nu toch wel te knijpen. Dit geldt evenzeer voor de nog in de grond zittende
aardappelen en de op het land liggende uien.
In januari '78 heb ik kommentaar geschreven over de
keuze die er toen gemaakt moest worden tussen het
mengprijssysteem of het kontraktenstelsel. De kop van
het artikel was "De moeilijke keuze van het suikerbieten
systeem".
Nu heb ik voor dit kommentaar opnieuw dezelfde titel
gekozen. Evenals in 1 978 staan wij in 1 981 weer voor
dezelfde moeilijke keuze. Tenminste, de diskussie over de
te maken keuze is weer volop op gang gekomen. De
reden daartoe is dat vanuit Brussel het mengprijssysteem
niet meer benadeeld gaat worden ten opzichte van het
kontraktenstelsel. In 1978 immers werd het B-quotum
door Brussel gehalveerd wanneer niet het mengprijssys
teem werd toegepast. Voorstanders van het mengprijs
systeem hadden toen redelijkerwijs geen andere keus
dan voor het kontraktenstelsel te kiezen. Nu ligt de situa
tie anders, aangezien Brussel de strafmaatregel bij het
mengprijssysteem heeft afgeschaft. Daarnaast is er in het
Brusselse beleid een wijziging gekomen in het principe
van de zelffinanciering. Zo wordt er een heffing gelegd
van 2% op de gegarandeerde A-suikerprijs. Dat betekent
dat er een ekstra medeverantwoordelijkheid van de bie
tentelers gevraagd wordt waar deze niet thuishoort! Daar
blijft het echter niet bij, ook op de B-suiker kan een ekstra
heffing gelegd worden wanneer de wereldmarktprijs voor
suiker onder het EEG-prijsnivo daalt. Dat is reeds het
geval bij een prijs van ƒ95,— per 100 kg. Deze heffing
op B-suiker kan oplopen tot 39,5% van de A-prijs. Het
ligt blijkbaar in de bedoeling het telen van B-bieten zoveel
mogelijk af te remmen. En daar schuilt nu het grote ge
vaar in voor Nederland. Immers, wanneer de teelt van
suikerbieten vermindert komt daarmee onze toewijzing
die nu 872.000 ton A- B-suiker bedraagt in gevaar. En
dat zou voor de totale Nederlandse akkerbouw onaan
vaardbaar zijn. 872.000 ton suiker betekent ongeveer
130.000 ha bieten. Deze oppervlakte past in het bouw
plan en is ook nodig om de fabrieken optimaal te laten
werken. De diskussie tussen voor- en tegenstanders van
het kontraktenstelsel of het mengprijssysteem gaat er
vooral om hoe de teelt het beste gewaarborgd kan wor
den op een zo rendabel mogelijke wijze. De voorstanders
van het mengprijssysteem menen dat de teelt via het
kontraktenstelsel niet dynamisch genoeg is. Deze opvat
ting blijkt niet juist te zijn wanneer wij zien dat dit jaar
onder het kontraktenstelsel toch een behoorlijke uitbrei
ding heeft plaatsgevonden. Bij de individuele teler gaat
het om de prijs die hij uitbetaald krijgt. Bij de bietenteelt
blijkt het niet anders te zijn dan bij de teelt van andere
gewassen dat er achter de markt wordt uitgezaaid. Bij het
mengprijssysteem komt het er wel op neer dat bij uit
breiding van de teelt bij de onregelmatige telers de re
gelmatige (stabiele) telers daarvan de nadelen ondervin
den in de uitbetalingsprijs. Het Landbouwschap heeft
hierover berekeningen gemaakt. Bij eeri areaal van
140.000 ha wordt er gemiddeld 70.000 ton C-suiker
geproduceerd. Bij een wereldmarktprijs van ƒ80,— is de
opbrengst bij het mengprijssysteem ƒ70,— per ha
lager dan op opbrengst bij het kontraktenstelsel voor de
teler die alleen A- en B-suiker teelt. Bij een wereldmarkt
prijs van ƒ40,wordt dit bedrag ƒ250,lager. Bij deze
berekening is er uitgegaan van gemiddelde landelijke
opbrengst. Wanneer deze opbrengst hoger zou zijn zijn
de nadelen nog beduidend groter. Verder missen wij een
berekening van de nadelen van het vroeg rooien van
bieten bij een lange kampagne. Een lange kampagne is
voordelig voor de fabrieken maar vroeg rooien betekent
voor de bietenteler een lagere opbrengst en suikergehal
te. Deze twee zaken dienen met cijfers tegenover elkaar
geplaatst te worden. Een nadeel van het opnieuw over
gaan op het mengprijssysteem is dat dit gebeurt nu
iedereen weet waar hij aan toe is bij de toewijzing van zijn
quotum via het kontraktenstelsel. Wel is het mengprijs
systeem administratief veel eenvoudiger en goedkoper.
Maar na drie jaar ervaring met het kontraktenstelsel zijn
de kinderziektes er nu grotendeels uit en levert de admi
nistratie geen grote problemen meer op. Het bezwaar bij
het opnieuw invoeren van het mengprijssysteem is dat er
niet de zekerheid bestaat dat deze beslissing voor een
groot aantal jaren genomen kan worden. Brussel kan na
drie jaar weer een ander besluit nemen. Bij handhaving
van het kontraktenstelsel moet er wel rekening gehouden
worden met telers die om bepaalde redenen uit willen
breiden. Bijvoorbeeld in de Veenkoloniën. De regelmati
ge teler zal daar begrip voor moeten hebben en daarvoor
A-suiker aan die telers af moeten staan. Daartegenover
staat dat telers die uitbreiden, bereid moeten zijn ook
stabiele telers te worden. Zij mogen de fabrieken en hun
kollega's na enkele jaren niet in de steek laten. Door
middel van het kontraktenstelsel zal de groep stabiele
telers groter zijn dan met het mengprijssysteem omdat
men het toegewezen quotum op peil zal willen houden.
Stabiele telers zijn van belang voor de industrie maar ook
om het quotum in Nederland op peil te houden.
Doeleman
Het provinciaal bestuur van Zeeland heeft per brief bij
het provinciaal bestuur van Zuid-Holland bezwaar aan
getekend tegen het opnemen van het handhaven van het
zoute milieu in de Grevelingen als kernpunt in het Ont
werp Streekplan Zuid-Holland-Zuid.
De provincie Zeeland acht het prematuur en daarom
onjuist reeds nu in het ontwerp streekplan een duidelijke
keuze te maken voor het handhaven van het zoute milieu
van de Grevelingen. Dit vooral gelet op het feit dat stu
dies met betrekking tot de voor- en nadelen van een zout
respektievelijk zoet milieu in de Grevelingen nog volop
in uitvoering zijn.
Ook de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap heeft
zich zoals wij in het nummer van 16 oktober j.l. meldden,
uitgesproken tegen een zout milieu in de Grevelingen.
G. Thorn
Een nieuwe start voor de Gemeenschap
Luxemburg - De EG-commissie, "het dagelijks bestuur"
van de Europese Gemeenschap heeft plannen ontwikkeld
voor een zeer stringent Europees landbouwbeleid dat, op
het eerste gezicht, nadeliger zal uitvallen voor de Euro
pese en dus ook voor de Nederlandse boer. De commissie
gaat namelijk voor een aantal belangrijke takken van de
landbouwproduktie ieder jaar produktiedoelstellingen
vaststellen, waarbij ze rekening houdt met de marktsitua
tie en de vooruitzichten voor de komende vijf jaar. Pro
ducenten die deze richtcijfers voor de produktie over
schrijden kunnen geen aanspraak meer maken op de ge
bruikelijke garantie.
Voor granen wil de com
missie de prijzen geleide
lijk
gelijk maken aan die welke
de graanproducenten in de
Verenig
de Staten uitbetaald krij
gen en dat betekent dat ze
ongeveer
twintig procent naar bene
den moeten.
Tegen 1988 wil de com
missie de produktie niet meer dan 130 miljoen ton laten
zijn.
Vorig £ar en het jaar daarvoor was dat 118 miljoen ton.
Het
naar beneden brengen van de graanprijzen zal tot gevolg
hebben dat de invoer in de EG van graansubsituten, zoals
maniok en maisglutten, daalt.
Wat de zuivelsektor betreft is de commissie van mening
dat de melkaanvoer naar de zuivelfabrieken voortaan
met niet meer mag stijgen dan de stijging van de kon-
sumptie in de EG. Dat komt neer op ongeveer een half
procent per jaar. De commissie wil de bestaande mede
verantwoordelijkheidsheffing handhaven op 2,5 procent
maar zij wil voor alle producenten de eerste 30.000 kilo
gram melk daarvan vrijstellen, hetgeen gunstig werkt
voor kleine bedrijven. Als de leveringen aan de melkfa
brieken met meer dan een half procent per jaar stijgen
komt er een extra heffing die wordt opgelegd aan de
zuivelfabrieken die ze kunnen omslaan over de indivi
duele producenten. Verder heeft de commissie plannen
voor een bijzondere heffing op melk van bedrijven met
intensieve produktiemethoden. Zo'n heffing zal waar
schijnlijk in het nadeel werken van Nederlandse bedrij
ven. Ook de produktie van rundvlees mag voortaan niet
sneller stijgen dan het verbruik en dat houdt onder meer
in dat de commissie voor 1988 een maximale produktie
van 7,6 miljoen ton op het oog heeft. In 1980 was de
produktie 7,2 miljoen ton.
De EG-commissie wil ook produktie-richtcijfers gaan
hanteren, voor verwerkte tomaten, appelen, en voor kool-
en raapzaad. Omdat voor suiker onlangs de quotaregeling
voor vijf jaar is verlengd, acht ze voor dit produkt geen
produktie-richtcijfers nodig. Ook voor varkensvlees, eie
ren en slachtpluimvee acht ze vooralsnog geen nieuwe
maatregelen nodig. (Zie verder op pag. 7 Nieuws uit
Brussel).