PRAKTIJK Er moet nog zeer veel gebeuren! Het wachten is op droog weer! Er wordt nogal tarwe van eigen teelt gezaaid! Zuinigheid en vlijt Het lijkt zo lang geleden dat wij in de WESTHOEK op een bui zaten te wachten. In wezen is dat maar enige weken. Nu is het net andersom en, wachten we tot het droog wordt. Terwijl ik dit schrijf tikken de regen druppels tegen de ruiten. De wind is oost, dus geen regenwind maar toch nattigheid. Waar wij totaal niet op zitten te wachten. Van morgenvroeg al was men bezig uien te keren. Het was eigenlijk nog te nat. Maar wat wil je. De kalender wijst de tweede helft van oktober aan en dan hoort geen ui meer op het land te liggen. In onze kinderjaren was dit gewas half september hele maal aan de kant. Je had toen nog geen spuitmiddelen tegen onkruid. Geen stilstand van de groei door die middelen. Uien waren toen vroeger rijp en vroeger rooibaar. De schuldi ge is dus aan te wijzen. Het probleem is, dat wij de schuldige niet kunnen missen. De onkruidbestrijder is in onze huidige landbouwstruktuur niet weg te denken. Geen mensen voor het wieden van onkruid. Geen geld voor die mensen want het eind- produkt wordt dan voor hen te duur. Veel van die mensen krijgen een uit kering, want zij kunnen geen werk krijgen en moeten toch leven. Het gaat dus om geld en werk. Onze re gering is over dezelfde problemen gevallen. Misschien dat voor het uienprobleem Wageningen een duit in het zakje kan doen en een middel kan vinden dat wel het onkruid te lijf gaat maar geen vertraging in de groei van de uien tot gevolg heeft. Voor ons kabinet zie ik zo geen op lossing. De 5% aardappelen in de Westhoek die nog in de grond zit, is ook een probleem. Je kunt zeggen ze hadden er uit kunnen zijn. Moeten ze ze maar vroeger dood spuiten. Met zulke redeneringen haal je ze niet uit de grond. Gewoon laten zitten tot het rooibaar weer is. Eén ding staat, dacht ik, wel vast: We zullen niet gaan tobben met soldaten en school kinderen. Die les hebben we gehad. Laat ze dan maar zitten. Het kostte meer aan soep en koffie dan dat het opbracht. De bieten zijn wat het rooien betreft toch niet zo kwetsbaar. Deze week zijn ondanks het vrij natte land verscheidene blokken gerooid en gelijk weggebracht. Er zit in onze hoek totaal geen voorraad. Wij ver trouwen op de goede en grote kapa- citeit van de bietenrooiers en laten onze bieten zo lang mogelijk op het land. Je ziet dus nog nergens bieten- hopen. Dat groeien is toch in no vember ver klaar en begin november 1980 zijn we niet vergeten. Al met al zijn de dagen al een stuk ingekort. Het is gezellig 's avonds bij de kachel. Gezelliger is het als er niet zoveel werk meer buiten lag. We zullen maar hopen op een wat drogere tijd zodat we vlug de ploeg kunnen op zoeken. Een oud boerenrecept voor het na jaar is, dat eerst gezorgd dient te worden, dat de zware grond gerooid, geploegd en gezaaid is. Op de lichte grond lukken bovengenoemde werkzaamheden later ook nog wel. Wanneer men weinig lichte grond heeft, dan dient men zeker op tijd met de veldwerkzaamheden klaar te zijn. De struktuur van de grond mo gen we geen geweld aandoen, want dan snijden we in ons eigen vlees. Grond droog en op tijd op winter- voor geploegd is ideaal om er heel de winter naar te kijken en om er in het voorjaar in te werken. Modder hoe netjes ook ondergeploegd vindt men in de lente met de eggetanden weer terug. Eenmaal verknoeid vraagt een langdurig herstel en dat remt de groei der gewassen. Speciaal voor aardappelen maar ook voor bieten is vroeg en droog op wintervoor ploe gen dringend gewenst. Dit komt in het daaropvolgende voorjaar het poot- en zaaibed ten goede. Tevens zal het tarrapercentage voor beide gewassen lager komen te liggen. Voor deze campagne bestond bij vele telers de wens om in de vroege pre mietermijnen bieten te leveren. Bouwplantechnisch wordt dat ook steeds meer noodzaak, omdat het gerooide bieteland weer tijdig zaai- klaar gemaakt moet worden voor de wintertarwe. Wie aan moderne tar- weteelt doet, doet ook aan planning en daarin worden de zaaidata gere geld. Bij ons zeer intensieve bouw plan neemt wintertarwe de grootste plaats in en wordt daarna gevolgd door aardappelen, bieten en wat an dere kruimelgewassen. Wordt er echter vanwege slecht oogstweer een perceel van genoemde hakvruchten totaal kapot gereden, dan komen we klem te zitten met ons bouwplan. Hebben we nog wel goede vervan gers voor de wintertarwe? Zomer- gerst, zomertarwe en haver voldoen zoals bekend niet meer aan onze wensen. Beter lijkt het ons om in het najaar dan tijdig wit op wit te zaaien; dus tarwe op tarweland. Dit is een rekensommetje wat helemaal niet slecht uitkomt en waar de praktijk al druk mee bezig is. Opvallend is, dat men er zo weinig over leest. Onze tarwerassen zijn prima en het is al leen zaak om het gewas gezond te houden. Bewezen is, dat we dat kun nen en dat zal bij wit op wit ook wel gaan. De suikerfabrieken zijn door het slechte weer even in de knel geraakt. Bij de telers raakten de gerooide voorraden uitgeput en het slechte weer gaf bij herhaling geen kans om met het zware materiaal op het land te komen. Een lastige zaak voor de binnen- en de buitendienst van de suikerfabrieken. Duidelijk is weer gebleken, dat de fabrieken praktisch geen voorraad aan bieten hebben. Dat is een risiko wat de campagne zal verlengen. Passend bij het gehele bieten-gebeuren is de wolk met damp rond de fabriek, de zoete geur en het drukke transport op de wegen. Wonderlijk is het eigenlijk, dat ze uit die vuile bieten nog witte suiker kunnen maken. Een gesprek met enkele rustende boeren kan nooit geen kwaad. Afge lopen week waren we daarvoor in de gelegenheid tijdens een receptie in het dorpshuis. Onze vraag was: "Hoe kan men met wat taai weer toch win tertarwe zaaien en daarbij zorgen, dat de korrels goed gedekt zijn en niet te diep komen te liggen?" Voor ons een aktueel onderwerp, maar het bleek, dat genoemde heren daar in het ver leden al dikwijls mee te maken heb ben gehad. In zulke gevallen zaaiden zij de tarwe breedwerpig over het on- geploegde land en met een stoppel- ploeg werd dit direkt daarna 2-3 cm ondergedekt. Over energiebesparing gesproken waren zij hun tijd al ver vooruit. Dit alles was mede een ge volg van de krisistijd in de dertiger jaren. Toen ging het in onze bedrijven nog met centen en nu bij onze jonge regering met miljarden en dat is wel een groot verschil. Zuinigheid en vlijt zal daarom nu nog meer geboden zijn, want met lijmen alleen komen we er niet. zeer ver gedaald, de laatste dagen is het weer wat verbeterd. Ten opzichte van de start toch enigszins een tegenvaller. Ook het ploegen op zaaivoor heeft een aantal dagen geheel stil gelegen. Wat er voor de vele regen al gezaaid was, is maar een heel klein beetje van de totale oppervlakte die verwacht wordt. Er zijn zo kreten dat er 1 a 2% gezaaid zou zijn. Dit zou dan zo'n 70 tot 140 ha van de te verwachten 7000 ha op Zuid-Beveland kunnen zijn. De weersomstandigheden hebben er op WALCHEREN niet aan meege werkt om voor een aantal werkzaam heden "schoon schip" te maken. Voor het rooien van de 25 ha aardappelen was het te vochtig. Juist toen het redelijk droog was viel er weer wat regen. Wel werden nog wat uien verzameld en bruine bonen ge- dorsen! Toch zijn er nog een aantal percelen bruine bonen te dorsen, ter wijl het aantal te verzamelen uien nog 150 ha bedraagt. Wanneer de omstandigheden nog gunstig worden kan al dit werk in enkele dagen klaarkomen, althans op de meeste bedrijven. De inzaai van de zomertarwe begint wat op gang te komen. Het meren deel van het te verwachten areaal moet echter nog gezaaid worden. Een vroeggezaaid perceel staat reeds op rijen. Wanneer we ons oor zo te luisteren leggen bij de kollega's dan zijn er nogal wat waar tarwe van ei gen teelt gezaaid wordt. Wanneer dit goed geschoond wordt, zeker met het oog op onkruidzaden en op de juiste wijze ontsmet, dan is dit geen afkeu renswaardige zaak. Het komt echter ook voor dat er ongeschoond en minder juist ontsmet wordt inge zaaid. Dit geeft toch wel te denken. Een dergelijke handelwijze kan het streven naar een optimale opbrengst mogelijk doorkruisen. Natuurlijk moeten we rekening houden met een mogelijke kostenbesparing wat het zaaizaadgebruik betreft. Anderzijds is die kostenbesparing nooit meer dan 100 kg tarweopbrengst of éénmaal de kosten van een onkruid- Leek het er op dat we een week of wat terug al ver gevorderd waren met on ze werkzaamheden, nu met enige tegenstand moeten we konstateren, dat er nog zeer veel moet gebeuren. Voor de wintertarwe moet nog zeer veel geploegd worden, eerdat er ge zaaid kan worden, bovendien zullen de laatste uien en aardappelen ook nog heel wat mankracht en trek kracht vragen. Op twee plaatsen te gelijk bezig zijn gaat toch niet. De keuze van de rassen bij de win tertarwe is sterk gericht op twee al goed bekende en ook al veelvuldig geteelde rassen. De idee is dat bij de keuze van dezelfde rassen, nogal eens naar eigen zaaizaad gegrepen wordt, niet onmogelijk is het dat dit wat goedkoper kan zijn. Voor één ding echter zullen we moeten zorgen en wel dat we deze eigen partijen eerst goed moeten (laten) schonen. Laten we er voor zorgen dat we niet via onze eigen zaaizaad nog kleef kruidzaad op onze eigen tarweper- celen gaan brengen. Verder dient er voldoende en goede zorg besteed te worden aan de ontsmetting, dit mo gen we absoluut niet vergeten in ons huidige teeltplan. weer verdwenen. bestrijding. Het is goed, zeker in deze tijd met stijgende kosten, ook op de kleintjes te letten. Daarnaast dient men ook de gevolgen van een be paalde na te laten maatregel niet te verwaarlozen, m.a.w. 50,— /ha besparen is mooi, maar wanneer dit 75,— /ha aan opbrengstderving of kosten onkruidbestrijding kost, dan schieten we er niets mee op. Het rooien van de bieten is nog re delijk gevorderd. Het aantal rooiba- re dagen viel nog niet tegen. De af voer ging zeer vlot. De behoefte van de fabrieken bleek groter dan het aanbod. Op veel percelen valt de kg-opbrengst niet tegen. Het gehalte is echter wisselvallig. Er zijn echter ook percelen waar de kg-opbrengst beneden 30 ton/ha bleef. De oogst van de snijmais is vrijwel klaar. Ook dit gaf nog wat proble men de laatste tijd. Met de regen is de grasgroei in het weiland nog wat op gang gekomen. 1 miljoen kg melk! De melkveehouderij is en blijft in ons gebied een tak van grote betekenis. Soms is er een bedrijf dat er mee stopt, anderzijds zijn er bedrijven die uitbreiden en overwegen een ligbox- enstal te bouwen. De koncentratie van de melkveehouderij op een be paald aantal bedrijven tekent zich steeds meer af. Onlangs vernamen wij dat er op een melkveehouderijbedrijf in ons gebied weer een mijlpaal is be reikt, namelijk binnen êén jaar weer de 1 miljoenste kg melk gewonnen. Ja, u leest het goed een 1 met zes nullen. We zullen er maar niet verder op ingaan wat daar allemaal voor komt kijken. Het klaar maken van het zaaibed voor wintertarwe is onder de huidige natte weersomstandigheden geen eenvoudige opgave. Vooral op een groot bedrijf als de "Wilhelninapolders" waar ca. 600 ha met wintertarwe wordt ingezaaid, moeten de werkzaamheden zoveel mogelijk voortgaan. De eerste helft van oktober hebben we op ZUID-BEVELAND heel wat regen gehad. We zitten nu zo tegen de 100 mm in totaal, al duidelijk veel meer als het gemiddelde van vele jaren voor de hele maand oktober. Alle werkzaamheden hebben zowat geheel stil gelegen en deze keer eigenlijk wel ALLE werkzaamheden, het was zowel te nat voor het verzamelen en binnenhalen van de uien, als voor het rooien van aard appelen, het rooien van suikerbieten, maar zelfs ook voor alle grond bewerkingen en zelfs het ploegen. Er is nu zo ongeveer 1 Zi week verlo ren gegaan. Van de aardappelen moet nog zo'n 7 a 10% gerooid wor den. Op enkele percelen in onze allerjongste polders in het Oosten van Zuid-Beveland kon nog wat ge rooid worden, met de rest zullen we nog even moeten wachten. Ook bij de uien hebben we een grote achterstand. Daar lag nog wel iets meer als 50% in stroken op het veld. De kleur gaat er niet op vooruit. De kansen dat er met het oprapen meer grond mee naar binnen wordt ge bracht wordt steeds groter. Het zal nu zeker veel aandacht, maar ook veel energie vragen om ze in de be- waarruimten voldoende droog te kunnen krijgen. Zowel bij de aardappelen als bij de uien was er bij de handel even wat meer'belangstelling naar droge par tijen. Ondanks soms even een wat hogere prijs is er bij de telers dan toch niet zo veel animo om vanuit de koelcellen te gaan afleveren. Tot 1 oktober werden er regelmatig en vlot suikerbieten gerooid, er wa ren wel geen voorraden van beteke nis, maar de aanvoer naar de fabrie ken was toch voldoende. Na het be gin van de regenperiode is het rooien drastisch verminderd en daarna ook geheel stil komen te liggen. Uit eindelijk bleek het rond 12 en 13 ok tober zo te zijn dat de voorraden vrijwel nihil waren. Toen de 14 ok tober de zaak weer wat begon te draaien waren er toch weer snel ge noeg voldoende voorraden om het vervoer naar de fabrieken weer vlot te doen verlopen. Gezien de te ver wachten opbrengst mogen we niet te veel dagen meer voor oogst en ver werking verliezen, anders zal het einde van de oogst wel eens heel laat kunnen worden. Het suikergehalte is De bietenkoppen die er liggen zijn gauw 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 9