De landbouw in Europa 8^5 D Luteijn: Agrarische export bereikt rekordhoogte N u, enkele weken na de revaluatie van de Mark en de gulden en de devaluatie van de Franc en de Lire, is er wel een globaal beeld te schetsen van de gevolgen van deze koerswijzigingen. D irekt zijp er dus voor de land- en tuinbouw geen be langrijke problemen ontstaan door de revaluatie van de gulden. Maar zeker ook geen voordelen zoals voor de Franse boeren. De Franse boer krijgt door de devaluatie automatisch een behoorlijke prijsverhoging voor zijn ge garandeerde produkten. Groot deel uienareaal nog steeds op het land zuidelijke landbouw maatschappij Het slechte weer van de laatste weken heeft een behoorlijke vertraging in het werk op het land veroorzaakt Bij de "Wilhelminapolders" gaat het werk zo lang mogelijk door want er moet op dit bedrijf zo'n 600 ha wintertarwe worden ingezaaid. Met groot materieel gaat men er daar tegenaan zoal op de foto is te zien. Door ongunstige weersomstandigheden z.l.m VRIJDAG 23 OKTOBER 1981 68e JAARGANG NO. 3604 land- en tuinbouwblad Voor de akkerbouw waren wij bezorgd over de konkur- rentiepositie van onze aardappelen op de Duitse markt ten opzichte van de Fransen. Tot nu toe is dat alles mee gevallen. De prijzen zijn de laatste weken nog iets aan getrokken. Of dit een gevolg is van minder aanbod vanuit Frankrijk of de sterke positie van Nederland op de Duitse markt is niet helemaal duidelijk. In elk geval blijkt dat de Nederlandse aardappeltelers samen met koöperatie, handel en industrie een bijzonder sterke positie hebben opgebouwd op de eksportmarkt. Daarbij is het belangrijk dat er een open markt is zonder marktordening. Ook voor de tuinbouw zijn de nadelen van de herwaardering van de valuta's beperkt gebleven, daar ook voor deze sektor Duitsland een van de belang rijkste afnemers is. Voor de gegarandeerde produkten als de granen maar vooral voor de zuivelprodukten waarvan grote hoeveelheden geëxporteerd worden zijn er weinig problemen. Voor de gegarandeerde produkten vindt er aan de grens een prijskorrektie plaats waardoor de nade len van onze duurdere gulden grotendeels verrekend worden. Dit gebeurt door middel van monetair compense rende bedragen. Deze M.C.B.'s bedragen voor Neder land nu 4,3%. Op langere termijn echter zal de Nederlandse boer wel nadelen ondervinden van de revaluatie. De nieuw ont stane M.C.B.'s moeten namelijk in twee jaar worden af gebroken. En dit betekent voor de komende twee jaar dat de prijzen die in Brussel voor de gegarandeerde produk ten wordt vastgesteld met 4,3% verminderd gaan wor den. Wij hebben weinig vertrouwen in de redenering van sommigen dat dit nadeel goed gemaakt kan worden door een beperking van de inflatie dus minder kostenstijging op onze bedrijven. Ons lijkt wat dat betreft de revaluatie van de gulden meer een sprong in het duister. Even duister als het regeerakkoord tussen C.D.A., P.v.d.A. en D66 blijkt te zijn geweest. Aan de onverkwikkelijke gang van zaken in de Neder landse politiek kunnen wij nu maar beter voorbijgaan en verder aandacht besteden aan de landbouw in Europa. De aanpassing van de munteenheden was niet te vermij den door de grote verschillen die waren ontstaan door de inflatie o.a. in Duitsland-laag en Frankrijk en Italië hoog. En zo blijkt de ekonomische eenheid in de E.E.G. nog ver weg te zijn. Deze verschillen dreigen eerder nog toe te zullen nemen in de komende jaren wanneer Griekenland, Spanje en Portugal lid worden van de E.E.G. Nu links in Grieken land heeft gewonnen is er de grote vraag hoe de houding van de nieuwe regering daar zal zijn ten opzichte van de N.A.V.O. en de E.E.G. Ik noem bewust eerst de N.A.V.O. omdat het politiek voor West Europa bijzonder belangrijk is dat Griekenland in de N.A.V.O. blijft. De vrees is zeker niet ongegrond dat Griekenland de N.A.V.O. als handelsobjekt zal gebruiken om ekstra toezeggingen van de E.E.G. af te dwingen. Daarbij zal het voorstel ook gaan om groenten en fruit. Op het C.E.A.-kongres vorige week in Lissabon heeft een Griekse vertegenwoordiger uitvoerig en nogal eenzijdig de belangen van de Griekse tuinbouw aan de orde ge steld. En wanneer je verder ook in de gelegenheid bent een indruk te krijgen van de situatie waarin Portugal verkeert dan zal de toetreding tot de E.E.G. van dit land zeker niet zonder problemen gaan. Portugal, een land met grote tegenstellingen, ook nog na de revolutie. Er heerst in Portugal nog veel armoede, zeker ook op het platteland. Het is duidelijk dat de E.E.G. nog een heel lange weg heeft te gaan vooraleer er van een eenheid gesproken zal kunnen worden. Soms vrees je dat deze eenheid gewoon niet haalbaar zal zijn. Toch is het goed om als landbouworganisaties en koö- peratieve instellingen kontakten te hebben met kollega's uit andere landen van West Europa. Zoals het zo dikwijls gaat kun je niet de direkte resultaten meten. Wat wel valt te meten zijn de grote verschillen op sociaal ekonomisch gebied in de verschillende landen. Dat bleek vooral in de diskussie over het familiebedrijf waarbij ook de voor- en nadelen van het nevenbedrijf in de land- en tuinbouw is besproken. De voordelen van het nevenbe- Het ziet er naar uit dat de waarde van de agrarische uitvoer dit jaar vrij dicht in de buurt van de 40 miljard zal uitkomen en de positieve bijdrage aan onze beta lingsbalans op bijna 12 miljard. Dat is respektievelijk 8 miljard en 3 miljard méér dan in 1980. Dit zei de voorzitter van het Landbouwschap, ir. D. Luteijn, op 20 oktober in Rijswijk waar hij twee nieuwe agrarische ex portzegels in ontvangst nam. De zegels, met frankeer- waarden van 60 en 65 cent, zullen vanaf nu op de post kantoren verkrijgbaar zijn. Het zal, zo zei Luteijn, in de komende jaren veel inventi viteit en doorzettingsvermogen eisen om de opgaande lijn in de agrarische export vast te houden. Het versterken van de konkurrentiepositie is ook niet uitsluitend een zaak van het bedrijfsleven zelf. De overheid zal moeten bijspringen. Het Landbouwschap heeft enkele jaren ge leden al aangedrongen op meer aandacht voor zaken als overheidsbijdragen in keuringskosten, mogelijkheden voor exportkredietverzekeringen en het konkretiseren van het EG-beleid op het vlak van exportrestituties en harmonisatie van veterinaire en fytosanitaire eisen. De heer Luteijn zei het te betreuren dat aan deze wensen van het Landbouwschap tot nu toe slechts ten dele is tege moetgekomen. Luteijn noemde het gelukkig, dat de Nederlandse sa menleving steeds meer gaat beseffen dat boeren tuinders en de daarmee verbonden handel en industrie voor de Nederlandse samenleving van onschatbare betekenis zijn. De reputatie van Nederland in de wereld, het dage lijks voedsel, de Nederlandse ekonomie en het Neder landse landschap worden in grote mate door hen be paald. Van de 3.300 ha uien die dit voorjaar in Zeeland gezaaid zijn was eind vorige week pas zo'n 1.430 ha binnen. Nog niet de helft dus. De andere 1.870 ha ligt nog buiten en 100 ha zit zelfs nog vast in de grond! Ook in Noord-Brabant ligt nog een aanzienlijk deel van het areaal op het land. De kwaliteit van de uien die voor vorige week binnen waren is goed te noemen. Van de uien als gevolg van het slechte weer nog steeds buiten liggen, zal eerst de kleur, maar na verloop van tijd zeker ook de kwaliteit teruglopen hetgeen belangrijke gevolgen zal kunnen hebben voor zo wel de binnenlandse markt als voor de export. Het is dan ook van groot belang dat de weersomstandigheden het binnenhalen van de uienoogst op korte termijn mogelijk maken. drijf bleken in veel landen duidelijk de overhand te heb ben. Maar ook hier duidelijk verschillen tussen de landen onderling. Om twee uitersten te noemen: Engeland met veel grote bedrijven met daartegenover Oostenrijk waar het part-time boeren een bijzonder belangrijke rol speelt. Nederland neemt, denk ik, een middenpositie in als het gaat om het familiebedrijf en de opvattingen over part-ti- meboeren. De sociale voorzieningen zijn in Nederland echter zeer hoog ten opzichte van de meeste andere lan den. En daaraan mogen wij niet voorbijgaan als wij het hebben over ondernemers in de land- en tuinbouw met een nevenberoep. Het is goed te weten hoe anderen over deze zaken denken en daarvoor kunnen diskussies tussen de organisaties uit de verschillende landen van West Eu ropa belangrijk zijn. Doeleman

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 1