Laten we Kompas 1985 goed richten Z.L.M./ R.P.C.Z. scholenprojekt voor de derde keer van start A Het loont de moeite: I. ALGEMEEN D e titels van de Zeeuwse landbouwnota's doen misschien vermoeden dat we met scheepvaart te maken hebben: Stroomversnelling, Koers, Kompas. Onbedoeld geven ze ook aan dat het Zeeuwse land uit water ontstaan is. De verbondenheid van landbouw met water wordt er in ieder geval duidelijk mee aangegeven. Wat doen we met deze nota? «P Uitreiking H.D. Louwespenning Hoge eisen aan het ondernemerschap v, Andere belangen Aanwijzingen Nieuwe monetair kompenserende bedragen vastgesteld Ut en kompas heeft pas waarde als het goed gebruikt wordt. Het heeft geen waarde als het niet gebruikt wordt, en het is gevaarlijk als het slecht gebruikt wordt. De Zeeuwse landbouw kan Kompas 1985 onge bruikt laten liggen, dat zou jammer zijn, maar het zou verklaarbaar kun nen zijn dat het met de stroom van nota's ongemerkt passeert. Het kan ook zijn dat men het toch opmerkt, maar dat de irritatie over de stroom nota's zo groot is dat Kompas 1985 met een verkeerde bril op gelezen wordt. Ook kan het zijn dat de verwachting te hoog gespan nen is. Dan zal Kompas 1985 met teleurstelling ter zijde worden ge legd. Maar het kan ook zijn dat men het eens goed wil gaan bespreken, dat men er de waarschuwingen uit wil halen zodat we niet op de zandban ken stranden. Dat men de voorzich- "Zonder Kompas vaart hij in den blinde" tige vingerwijzing naar de toekomst ter harte wil nemen en niet zegt het zal mijn tijd wel duren. Dat men er begrip voor heeft dat er geen gewei- Na afloop van de bestuursvergadering van het Landbouwschap op 7 oktober j.l. zijn de eerste erepenningen van het Landbouwschap uitge reikt. De H.D. Louwespenning werd uitgereikt aan de heer Mr. A. van Vuure, F.W. Mikkers en R. Zegering Hadders. De heer Mikkers ontving de penning wegens zijn verdiensten voor de intensieve veehouderij. Hij werd in 1947 lid van de Veehouderijkom missie van de toenmalige Stichting voor de Landbouw. Na zijn lidmaatschap van de Hoofdafdeling Veehouderij werd hij voorzitter van de Commissie Veredelingslandbouw, die begin vorig jaar werd omgedoopt in de afdeling Varkenshouderij. Volgens de voorzitter van het Landbouwschap is het vooral zijn verdienste ge weest, dat de intensieve veehouderij in ons land een specifieke plaats heeft gekregen. Vanaf 1957 tot eind 1980 is de heer Zegering Hadders voorzitter ge weest van de afdeling Paardenhouderij van het Landbouwschap, dat onder meer fungeert als overlegorgaan voor de Nederlandse stamboek organisaties. De grote verscheidenheid aan organisaties in de paar- denwereld heeft Zegering Hadders op een voortreffelijke manier ge leid. Niet zonder trots voegde Luteijn eraan toe, dat de voorzitter van de afdeling Paardenhouderij groot vertrouwen genoot bij alle stam boeken. De heer Van Kempen was twintig jaar lid van de Hoofdafdeling Ak kerbouw van het Landbouwschap, waarvan de laatste elf jaar als voorzitter. Door zijn grondige kennis van zaken en scherpzinnigheid slaagde hij erin op een ontspannen en vaak geestige wijze de Hoofd afdeling uitstekend te "runnen". Na zijn verkiezing als voorzitter van de Europese Organisatie van bietentelers besloot Van Kempen zijn funktie bij het schap op te geven. De heer mr. A. van Vuure heeft sinds 1964 leiding gegeven aan de Hoofdafdeling Sociale Zaken. Voorts fungeerde hij gedurende deze periode als voorzitter van de Sociale Commissie, waarin het c.a.o.- overleg wordt gevoerd. In beide funkties heeft hij in belangrijke mate bijgedragen aan de goede verstandhouding tussen ondernemers- en werknemersorganisaties in de agrarische sektoren. Op de foto overhandigt Landbouwschapsvoorzitter ir. D. Luteijn de erepenning aan de heer K.C. v. Kempen. dig, schokkend nieuws in kan staan. Immers de evolutie in de landbouw gaat geleidelijk en nieuws oppotten voor zo'n nota gaat nu eenmaal niet. De pientere landbouwvoormannen zouden het allang ontdekt hebben. Wat er in grote lijnen in staat hebt u al kunnen lezen uit het verslag naar aanleiding van de aanbieding dat in vele bladen al of niet voorzien van kommentaar is opgenomen. Hier wil ik nog een paar uitroeptekens bij plaatsen. an de ondernemer wordt steeds meer gevraagd. Hij moet technisch op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen, waardoor goede opbrengsten gehaald kunnen wor den. De akkerbouwer moet daarbij de instandhouding van de bodem vruchtbaarheid koesteren en de vee houder de produktiviteit van zijn veestapel. Alleen het voortbrengen van de pro- dukten is niet voldoende, ze moeten ook worden afgezet. Strukturen uit het verleden moeten daarbij wel eens doorbroken worden en daarbij spe len emoties vaak een grotere rol dan de zakelijke belangen. Bij de afzet wordt niet alleen de koncentratie van aanbod steeds be langrijker, maar ook worden er steeds hogere kwaliteitseisen gesteld. Dan moet de ondernemer ook nog proberen tegen zo laag mogelijke kosten voort te brengen. Is hem dat ook nog lukt dan vra gen belangen als milieu, planologie e.d. zijn aandacht en hij zal er zich op in moeten stellen, dat dit in toene mende mate het geval zal zijn. Zal rond 1985 de lijn van de afname van het aantal bedrijven duidelijk omgebogen zijn? Dat kan alleen als er een duidelijke koerswijziging in de bedrijfsvoering plaatsvindt of als er nieuwe mogelijkheden geschapen worden zoals b.v. een goede zoetwa tervoorziening. Zal de lagere ener giebehoefte door het gunstige kli maat aangegrepen en benut worden voor intensivering? Het zal de moeite lonen samen deze winter Kompas 1985 eens goed te richten. De Hoofdingenieur-Direkteur voor de Bedrijfsontwikkeling in Zeeland, ir. M. Sanders Met het scholenprojekt dat op initiatief van de Z.L.M. een aantal jaren geleden is gestart en dat door het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland is uitgewerkt, is een formule gevonden die mogelijkheden opent om kinderen op een verkennende wijze kennis te laten maken met een deel van het plattelandsbedrijfs leven. Het is een kenmerk van deze tijd dat zoiets nodig is en het hangt samen met het feit dat wat er op het platteland gebeurt niet meer zo in het huidige samenlevingspatroon ligt opgesloten. Het hiermee samenhangend verlies aan wederzijdse kontakten kan met het scholenprojekt enigszins worden gekorrigeerd. Dit zei de heer R. Hoiting, sekretaris van de Z.L.M. bij de start van het Z.L.M./R.P.C.Z. scholenprojekt op woensdagmiddag 7 oktober j.l. in "De Prins van Oranje" te Goes. Uit de deelname in het verleden en meer nog uit de voortdtfring van de belangstelling blijkt dat het projekt suksesvol genoemd mag worden; voor het komende seizoen hebben zich zo'n 100 scholen aangemeld met ruim 2600 leerlingen en nog steeds ko men er aanmeldingen binnen. Dit zuidwestelijke projekt is in den lande niet onopgemerkt gebleven en de Z.L.M. kreeg er in 1980 de KNLC-prijs voor, die wordt uitgereikt aan die organisatie die zich bijzonder verdien stelijk heeft gemaakt voor de land- en tuinbouw. Verder worden in de Hollanden en in Overijssel ook initiatieven genomen om een dergelijk projekt te beginnen. De heer J. Elstgeest, medewerker van het R.P.C.Z. gaf tot slot énige zeer duidelijke en praktische aanwijzingen mee aan het onderwijzend personeel waarbij hij*er in de eerste plaats op wees dat het een projekt is van en voor het kind en geen projekt van de Z.L.M., het R.P.C.Z. of de onderwijzers. Hij wees erop datje niet al te methodisch te werk moet gaan. Niet alleen vertellen, maar vooral zorgen voor kon takt van de kinderen met de boer, de dieren, de planten en de akker. N.a.v. de vragen, die dan ongetwijfeld opkomen, kun je dan vertellen of (nog beter) de boer laten vertellen. Bij de start van het scholenprojekt waren ook aanwezig de in- spektrice van het kleuter- en lager onderwijs in Zeeuws-Vlaan- deren, mevr. M. de Kroon en de inspekteur voor het kleuter- en lager onderwijs in Noord-Beveland en Walcheren, de heer H. Verboom. Rechts Z.L.M.-voorzitter A.J.G. Doeleman. Ook adviseerde hij de boerderij bezoeken goed voor te bereiden. Het eerste bezoek is een ontmoeten van het kind met de boer, zijn boerderij, zijn dieren en planten. Laat de kinderen maar vragen waarvoor die speenemmers dienen, waarom de koeien van die plaatjes in de oren hebben enz. Hij gaf de onderwijzers de raad wat dingen van de boerderij mee te vragen, een biet, wat verschillende soorten veevoer, wat hooi, een paar uien, wat zaad, wat aardappelen zodat ze er in de klas ook mee bezig kunnen zijn, er waf mee te doen, er over praten en erover schrijven of na te tekenen. Bij het tweede en de verdere bezoe ken raadde hij aan één niet te breed onderwerp te kiezen en dit goed voor te bereiden en evt. gebruik te maken van de werk boekjes. Hij sprak tenslotte de hoop uit dat men er op de scholen elke dag of eens in de twee dagen mee bezig zal zijn: "al is het maar een paar minuutjes, maar houdt het vuurtje wakker en laat ze wat doen, een kalender maken, een almanak maken, een tentoon stelling organiseren of zoiets. Ga op je vrije zaterdag eens in de school kijken, als je dan ziet dat er volop aan het projekt gewerkt wordt is het goed". Naar aanleiding van de revaluatie van de gulden en de Duitse mark en de devaluatie van de Franse franc en de Italiaanse lire heeft de Europese Kommissie met ingang van 8 oktober 1981 de volgende monetair kompen serende bedragen (mcb's) vastge steld. Nederland 4,3% West-Duitsland 8,3% (voor varkensvl.+11,4%) Italië - 3,9% Verenigd Koninkrijk 3,5% De positieve meb's (Nederland, West Duitsland en het Verenigd Konink rijk) omvatten een invoerheffing en een uitvoerrestitutie ter hoogte van het vastgestelde percentage; de ne gatieve mcb's (Italië) een invoerres- titutie en een uitvoerheffing. Voor Frankrijk is het mcb-percenta- ge tijdelijk op nul gesteld. Inmiddels is een schriftelijke procedure op gang gebracht om tot een devaluatie met 1 Vivan de groene Franse franc te ko men. Het mcb-percentage voor de overige EEG-landen is op nul gehandhaafd. 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 5