Graslandverzorging in het najaar AMERIKANEN: HERVATTING KIPPEN00RL0G In- en uitvoer van peulvruchten Pw-voorzitter hoopt op hernieuwd initiatief minister identifikatieregeling slachtrunderen VOORLOPIGE LEVERB0TV00RSPELLING VOOR NAJAAR EN WINTER 1981 - 1982 Eiwittenvoorziening Gemeenschap Aan de weideperiode 1981 zal binnenkort een einde komen. Over de grasgroei in 1981 kunnen we erg tevreden zijn. Hopelijk zullen we dat te zijner tijd ook van 1982 kunnen zeggen. Voor een optimale grasgroei in het volgende groeiseizoen zullen nu reeds maatregelen genomen moe ten worden om dit mogelijk te maken. Graslandverzorging Een goede verzorging en een goed gebruik van grasland zijn voorwaar den voor: - het behoud van een goede gras mat; - het verkrijgen van een hoge gas- produktie van goede kwaliteit; - het regelmatig en vroeg beschik baar hebben van smakelijk en voedzaam weidegras; - het winnen van goed ruwvoer. Om deze doelstellingen te bereiken zullen in het najaar enkele maatre gelen genomen moeten worden. Het grasland moet niet te lang en zonder bossen de winter ingaan. Dit kan bereikt worden door schapen te weiden of bossen te maaien (niet korter dan 6 cm). Bij maaien van lang gras moet het afgemaaide gras afgevoerd worden om verstikking van de grasmat te voorkomen. Indien nog veel mestflatten voorko men verdient het aanbeveling om deze te spreiden voor de winter. Bij aanwending van drijfmest in het najaar kan beschadiging van de grasmat optreden door te grote giften en door insporen van trekker en mengmesttank. Om insporen zoveel mogelijk te voorkomen dient men gebruik te maken van een meng mesttank met brede banden en een trekker op dubbellucht. Om verstik king van het gras te voorkomen, moet men niet meer geven dan 15 a 20 ton drijfmest per ha en dit ook goed spreiden. In nieuw grasland kan in het najaar nog heel wat muur voorkomen. Deze kan worden bestreden met 2-4 liter mecoprop (MCPP), 3-4 liter Actril M of 4-6 liter Asepta Benzan. Bij jong grasland de laagste dosering gebrui ken. Benzan spaart de klavers en mag alleen in de herfst gebruikt worden. Ontwatering Wateroverlast heeft een verslechte ring van de botanische samenstelling van de grasmat tot gevolg. De op brengst en de kwaliteit van het gras laten dan te wensen over. Ook de bruikbaarheid (o.a. vertrappen en be rijdbaarheid) wordt er slechter door. Een goede ontwatering van grasland is daarom van groot belang. Hoe is een goede ontwatering te bereiken? Om een voldoende lage grondwater stand te bereiken moet in de eerste plaats het slootpeil voldoende laag staan (0,80-1,50 meter beneden maaiveld). De sloten moeten in de herfst wor den schoongemaakt om een vlotte afvloeiing van het overtollige water 'te bevorderen. Het aanleggen van drainage kan op de meeste gronden een vlottere af vloeiing van het water geven. Bij aanwezige drainage moet deze in het najaar worden gekontroleerd op goed funktioneren. Bij slecht doorlatende gronden, waar door de lage ligging van het perceel geen drainage kan worden toegepast, zullen greppels gelegd moeten wor den om het oppervlakte water vlot af te voeren. Greppels zijn bij de veld- werkzaamheden bijzonder hinder lijk. Emelten In Zeeland komt de laatste jaren weinig schade door emelten voor. Toch is het raadzaam om in het na jaar hierop het grasland te kontrole- ren. Deze kontrole kan uitgevoerd worden door 10 stukjes zode van 10 x 10 cm enkele centimeters diep uit te steken en deze in een zoutoplossing 1 kg zout op 5 liter water) onder te dompelen. Komt na 5 a 15 minuten meer dan 1 emelt per stukje zode bovendrijven dan is een bestrijding noodzakelijk. Deze bestrijding kan het beste uitgevoerd worden door 2 liter parathion in 500 liter water per ha te spuiten. Ook kunnen 15 kg AA Meltrix korrels of Luxan Emelten korrels worden gestrooid. Na be spuiting drie weken niet weiden. KONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDERIJ TE GOES Serie "Voederwinning nr. 9" Bij aanwending van drijfmest in het najaar kan beschadiging van de grasmat optreden door te grote giften en door insporen van trekker en mengmesttank. Elf handelsorganisaties in de Ver enigde Staten hebben onder aan voering van de (Amerikaanse) Na tional Broiler Council en Pilotry and Egg Institute of America hebben er bij de Amerikaanse regering op aan gedrongen bij de GATT (internatio nale overeenkomst inzake handel en tarieven) te protesteren tegen de huns inziens ontoelaatbare subsidië ring van de uitvoer van pluimvee vlees uit de Europese Gemeenschap. Men gaat zelfs zo ver om te pleiten voor een hervatting van de kuike noorlog van het begin van de 60er jaren. Aangevoerd wordt dat de EEG in 1980 ruim 100 miljoen aan subsidies restituties) heeft uitge geven om de export van pluimvee vlees naar derde landen mogelijk te maken. Daarbij komen dan nog de ook in Amerikaanse ogen ontoelaatbare kapitaalsubsidies in Frankrijk. Het gevolg van de EEG politiek is dat het Amerikaanse aandeel in de afzet naar de landen van het Midden Oosten is gedaald van 96% in 1964 tot ongeveer 18% thans. Het EEG aandeel steeg van 3% in 1966 tot 82% in 1980. In 1967 toen voor het eerst de EG de uitvoer van braadkuikens subsidieerde verzorg de de Verenigde Staten ongeveer 40% van de afeet van hele kuikens naar z.g. Derde Landen. In 1974 was dat nog slechts 8,6%. Begin 60er jaren leidde de restitutie- politiek van de Gemeenschap tot een kippenoorlog, waarbij Amerikaanse tegenmaatregelen nogal fors aank wamen. Zij hadden betrekking op verhoogde tarieven op Franse cog nac, voorts automobielen, zetmeel e.a. vdw In het op 30 juni geëindigde jaar 1980/81 werden in Nederland onge veer 148.000 ton erwten ingevoerd, een nagenoeg gelijke hoeveelheid als in 1979/80. Daarentegen daalde de invoer van veldbonen tot 12.400 ton of ongeveer één derde van vorig jaar, en die van witte bonen was met 28.790 ton on geveer half zo groot als in 1979/80. De invoer van bruine bonen bedroeg 1052 ton, die van andere gekleurde bonen 12.583 ton (22.923) en die van linzen 3385 ton (5276). De uitvoer van peulvruchten was in 1980/81 nagenoeg gelijk aan die in het voorgaande seizoen. De uitvoer van groene erwten hand haafde zich goed op 24.725 ton. Er werden meer schokkers, andere gekleurde bonen en veldbonen uit gevoerd. Gezien de ingenomen standpunten door groeperingen van belangheb benden en de ontwikkelingen van systemen voor de identifikatie van slachtrunderen juicht de voorzitter van het produktschap voor vee en vlees (pw) het toe, wanneer van de kant van de minister van landbouw en visserij een nieuw initiatief zou komen om een dergelijk systeem te realiseren. Bijvoorbeeld met ingang van 1 september 1982. In zijn over weging betrekt de pw-voorzitter ook, dat dan de periodieke tuberculi- natie van jaarlijks een derde van de veestapel achterwege kan blijven. Opstallen van het vee Op de meeste bedrijven is de raw- voervoorraad dit jaar goed. Het is dan ook niet nodig om het vee te lang in de weide te laten lopen; zeker niet bij ongunstige natte weersomstandighe den. Het vertrapte grasland zal vol gend jaar lagere produktie geven ter wijl het onkruid de kans krijgt om te groeien. Het bijvoeren van bietenkoppen in het grasland is vooral onder natte omstandigheden nadelig voor de graszode. Gaat het grasland goed verzorgd en goed ontwaterd de winter in, dan is dit een goed begin voor de grasoogst 1982. ing. R. van der Meer Een voorstel om dat al op korte ter mijn te realiseren, zoals de minister van landbouw op 18 juni jl. aan het pvv-bestuur vroeg, verwierf ondanks de reeds uitvoerige voorbesprekin gen met vertegenwoordigers van de verschillende belangengroeperingen, niet de nodige instemming in het pvv-bestuur. Met name door de vee handel en de vleesgroothandel (de slachterijen) werd de voorgestelde regeling praktisch onuitvoerbaar ge noemd. Gezien alle overleg en de - eigen - waarnemingen in de praktijk, werd het pvv-bestuur - dat op 14 ok tober in openbare vergadering in Rijswijk bijeenkwam - gemeld, dat de in juli voorgestelde regeling in principe uitvoerbaar is en dat dit het enige systeem is, dat op redelijke termijn zou kunnen worden doorge voerd. Zij het dat dan aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan. Die behelzen o.a. dat bij invoering inderdaad vrijstelling wordt verkre gen van de tuberculinatieplicht (jaarlijkse besparing geschat op 2 miljoen), dat de vleeskeuringsdien sten in de slachthuizen medewerking verlenen, als ook de veehandel en de grossiers. De Stichting Gezondheidszorg voor Dieren gaat intussen voort met de opbouw van een identifikatiesysteem op basis van komputermatig ge administreerde oormerken voor het leven. Overigens is van de kant van het de partement van landbouw en visserij overduidelijk te verstaan gegeven, dat een dergelijke pvv-regeling slechts een tijdelijk karakter zal dra gen. In een verplichte identifikatie regeling voorziet namelijk de ko mende gezondheidswet voor dieren. Maar dat kan nog wel enkele jaren duren. Voor de 22e keer is in Nederland het Nationaal Kaaskeurkonkours gehouden, deze keer in Bodegraven. De hoofdprijzen werden uitgereikt door drs. H. Schelhaas en de bronzen medailles werden uitgereikt door de heer Kaper die dit weer op zijn eigen ludieke manier deed. Op de foto winnaar van de Zilveren medaille de heer J.P. Huisman uit Nieu- werkerk a.d. IJssel. Hij behaalde 226 punten. (foto Ab Westerbeek) Het najaar van 1980 was erg nat en maakte daardoor reeds een begin voor veel leverbotbesmetting voor het volgende jaar. In maart 1981 viel er meer regen dan in de laatste 140 jaar in deze maand het geval was. Ook de maanden mei en juni waren iets natter dan gewoonlijk. Gelukkig viel er in de tussenliggende maand april weinig neerslag en was de periode in juli, augustus en begin september aanmerkelijk dro ger dan we in deze tijd van het jaar gewend zijn. Hierdoor verminderde het aantal leverbotslakjes sterk. De percentages van de leverbotbes- mettingen van de slakken wisselen, maar zijn over het algemeen laag. Daardoor zijn dit jaar de percentages afgekeurde levers van lammeren ten gevolge van leverbot eveneens laag. In augustus bedroeg dit in Friesland 1,5% en in Noord-Holland ongeveer 4% van de levers. Dit alles sluit niet uit dat er lever- bot-infekties kunnen ontstaan in natte gebieden. Het verdient dan ook aanbeveling om in de herfst de lage en natte percelen niet voor beweiding van schapen of jongvee te gebruiken. Deze dieren dienen zoveel mogelijk op droge per celen te worden geweid. Met de behandeling van schapen of runderen tegen leverbot kan op de definitieve leverbotvoorspelling wor den gewacht, die in november zal worden gepubliceerd. Op bedrijven waar in voorgaande jaren een flinke besmetting werd gekonstateerd dient men nu wel aan te vangen met het behandelen van schapen. Stichting Gezonsheidszorg voor Die- Sinds 1973 is er in de Gemeenschap een zeker streven op te merken om ten aanzien van de eiwittenvoorzie ning voor de veevoedersektor minder afhankelijk te worden van import. Een streven dat vooral is ingegeven door Franse belangen. Om dat te bereiken heeft men tot nu toe vergeefs - getracht de invoer van eiwithoudende grondstoffen te belas ten met heffingen. Anderzijds is getracht door opvoe ring van de produktie van raapzaad, zonnebloempitten en sojabonen minder afhankelijk te worden. Zo steeg tussen 1973 en 1980 de pro duktie van raapzaad in de Gemeen schap tot 2 miljoen ton oftewel met rond 100%. De produktie van zon nebloempitten steeg tot het drievou dige in die periode te weten tot 300.000 ton. De produktie van sojabonen in Frankrijk steeg tot het zevenvoudige van 1973. 13 V'

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 13