ONDERWIJSRAAD OVER CONCEPT-PLAN VAN SCHOLEN ONDERWIJS NOTITIES ONDERWIJSZAKEN ZLM D it is de titel van een ministeriële discussienota over de scholenplanning in het voorgezet onderwijs: ruim 180 pagina's tekst met een aantal bijlagen. Leerlingenbestand In de eerste hoofdstukken wordt een overzicht gegeven van het bestaande onderwijs- en pianningsbeleid. De laatste hoofdstukken geven aanzetten voor veranderingen in het systeem. De wet legt ten aanzien van de planning van het voortgezet onderwijs o.a. via de bekostigings-voorwaarden vast wat mag en niet mag. Door middel van het Plan van Scholen wordt vastgesteld welke scholen (en afdelingen daarvan) voor subsidie in aan merking komen met vermelding van de plaats en het eerste bekostigingsjaar. Overleg hierover vindt regelmatig plaats tussen de aanvragende organisaties (onderwijskoepels) en de overheid in het "Overleg Plan van Scholen". Omdat leerlingenaantallen (minima), vestigingsplaats eerste jaar van bekostiging, deno minatie van de aanvragende instanties, naast schoolsoort of afdeling, criteria zijn voor de aanvrage kunnen deze niet zo maar gewijzigd worden. onder redaktie van L. Anderson Verstarde Planning Verplaatsing naar elders van een minder goed lopende school met de bedoeling een betere toestroom van leerlingen te verkrijgen is b.v. niet zo maar mogelijk. Splitsing, samens melting, dislokatie, nevenvestiging en verplaatsing worden in de nota ter sprake gebracht. Hieraan is in de praktijk soms behoefte, terwijl de wet daarover betrekkelijk summier is. In een tijd van groei van leerlin genaantallen, waarop de regels zijn gebaseerd lag het allemaal wat an ders. Zo moest in de praktijk ook ontheffing worden verleend van de gemiddelde groepsgrootte. Bouwkosten en materiële voorzie ningen spelen bij de Stichting van scholen uiteraard ook een rol. De prognoses en de uitvoering moesten nogal eens achterblijven bij de plan ning op grond van een groeiend leerlingenaantal. Ook aan de rich tingsverandering wordt aandacht geschonken. Een school van een be paalde denominatie zal niet altijd uitsluitend door leerlingen die de in de statuten voorgestane richting zijn toegedaan worden bezocht. Ook hier klopt soms iets niet. Ruimer Planningsbegrip. Oni al deze zaken meer op de praktijk gericht aan te kunnen pakken, acht de nota een ruimer planningsbegrip no dig. Onderwijsontwikkelingen, on derwijsorganisatie, onderwijsstruc tuur, ruimtelijke ordening, economie, en welzijnsbeleid zouden bij de vast stelling van de onderwijsvoorzienin gen moeten worden betrokken. Ook al wordt hier in de praktijk soms re kening mee gehouden, dit zou toch meer systematisch moeten gebeuren. Op provinciaal niveau zou meer sa menhang in de planning kunnen wor den nagestreefd. De nota richt zich vooral op de twee eerste fasen van het voortgezet onderwijs (niveaus van mavo-lbo en het daarop volgend mbo en de top van vwo-havo, waarbij in deze fasen een teruggang aan leerlin gen te verwachten is). Een overcapa citeit zou hier vooral voor het vol wassenenonderwijs kunnen worden ingezet, dat b.v. aan scholen voor be roepsonderwijs verbonden zou kun nen worden en regionaal van opzet zou kunnen zijn. Vooral op grond van een nog niet tot ontwikkeling geko men regionaal pianningsbeleid maar tegen de achtergrond van de proef- projekten voor ontwikkelingsplannen voor voortgezet onderwijs in Noord- Groningen en Zeeland wordt gepleit voor een regionaal/provinciaal plan. Daarbij worden procedures en werk methoden voorgesteld. Men denkt hiermee ook die aspekten van de planning die van meer so ciaal-economische aard zijn in de planning betrokken te krijgen. Nu, bij de landelijke benadering, blijven deze vaak buiten schot. Onderkend wordt dat hiervoor op regionaal, provinciaal niveau informatie en onderzoek nodig zal zijn. Regionaal Plan Bij een regionaal/provinciaal plan zou gedacht kunnen worden aan herschikking en integratie tussen schoolsoorten b.v. het stichten van brede scholengemeenschappen voor b.v. vwo-avo-lbo voor elke denomi natie één of meer. Al met al wil men streven naar een nieuw "evenwichtig geheel van on derwijsvoorzieningen in de regio". Het begrip ruilverkaveling wordt ge hanteerd, maar dan zonder de daar van bekende stemmingsprocedure: de meerderheid moet niet de min derheidsbelangen in het gedrang kunnen brengen. Randvoorwaarden Bij dergelijke ontwikkelingen spelen autonome schoolbesturen een grote rol, schoolteams eveneens. De rijks overheid zou, bij meer provinciale planning vooral de randvoorwaar den moeten regelen op het gebied van betrokkenheid van besturen, ouders en leraren, rechtspositie, so ciaal-economisch beleid, ruimtelijke ordening, onderwijsstructuur, cijfer matige gegevens en bekostiging. Daarnaast moet de centrale overheid de regionale planning stimuleren, coördineren en ondersteunen. De volksvertegenwoordiging heeft al leen een controle achteraf op de gang van zaken. Er zouden, voor dit alles te kunnen realiseren wel wettelijke aanpassingen nodig zijn, aldus de nota, die in onderwijskring, maar ook politiek in discussie zou moeten komen. Samengevat In een tijd van schaarste aan geld en leerlingen moet gezocht worden naar verbetering in de bestaande situatie van de planning van scholen, niet door uitbreiding maar door her schikking. Daarbij moeten ook so ciaal-economische ontwikkelingen (arbeidsmarkt) in het oog gehouden worden. Planning moet via meer flexibele normen plaatsvinden, waarbij samenwerking en regionali sering van de planning voorop moe ten staan. Tijdelijke bekostiging moet mogelijk worden. De centrale overheid moet zich vooral richten op het scheppen van randvoorwaarden. Ouders, besturen en leraren moeten meer bij de planning betrokken worden, aldus de nota. Voor het eerste leerjaar van de acht huishoud- en nijver heidsscholen der ZLM hebben zich 414 leerlingen aange meld (vorig jaar 420) Voor de Groene School te Kapelle bedraagt dit aantal 52 (50). Het totaal aantal dagschool leerlingen aan de hno scholen bedraagt thans 1612 tegen vorig jaar 1629. In Kapelle bezoeken 270 leerlingen de agrarische school (vorig jaar 286). Een opmerkelijk stabiel beeld, zeker tegen de achtergrond van de landelijk te constateren terugloop van het aantal leerlingen bij het voortgezet onderwijs. In elk geval ook een teken, dat het onderwijs aan onze scholen bij de be volking goed aanslaat. En dat houdt weer een compliment in voor hen, die het onderwijs aan de scholen verzorgen. Over tal van beleidszaken op onderwijsgebied geeft de Onderwijsraad advies. Zo ook over de plannen van scholen die jaarlijks verschijnen en waarin nieuwe scholen of af delingen voor subsidiëring in aanmerking worden ge bracht. Bij de verschijning van het concept-plan van scho len 1982-1984 heeft de Onderwijsraad zich vooral afge vraagd of het voor de jaren tachtig nog redelijk is met scholenplannen van deze opzet door te gaan met de be doeling om te komen tot een evenwichtig geheel van on derwijsvoorzieningen. Volgens de Onderwijsraad bestaat er al een vrij dicht net werk van onderwijsvoorzieningen. Bij een teruglopend leerlingenaantal en een benarde financieel-economische situatie krijgt de planning een ander karakter dan in tijden van expansie. De maatstaven voor de planning zijn gericht op een situatie van groei, van het invullen van "witte plek ken". Daarbij werden ook wel niet-wettelijke stichtings normen gehanteerd. Nu zou het criterium "evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen" anders benaderd moeten worden, aldus de Onderwijsraad. Bouwzaken OOSTKAPELLE De problemen rond de grondaan koop voor nieuwbouw in het be stemmingsplan "Halve Maan" zijn inmiddels opgelost. Er ligt nu een voorstel bij het Ministerie tot aan koop van 3000 m2, waarbij wordt uitgegaan van één bouwlaag. Uit het gepubliceerde scholenbouwplan blijkt dat Oostkapelle voor uitvoe ring in 1984 staat genoteerd. In de toelichting staat echter vermeld, dat realisering door middel van I.T.H. bouw eerder zal geschieden dan is aangegeven. Desgevraagd werd ons door Bouwzaken het volgende me degedeeld: a. Om financiële redenen zal de grondaankoop niet vóór eind 1981/begin 1982 kunnen plaats vinden. b. Oostkapelle zal in 1983 worden gebouwd. Bij schrijven van 7 augustus j.l. heeft Herverkaveling De planning zou meer gericht moe ten worden op herverkaveling van de bestaande opleidingen. De niet-wet- telijke getalsnormen die wel gebruikt zijn zouden opnieuw overwogen moeten worden. Alleen als echt niet aan nieuwe stichtingen te ontkomen is zou nog van uitbreiding sprake kunnen zijn. De investeringen in nieuwe gebouwen zijn tegenwoordig te hoog om anders te handelen. Ook financiële aspecten zouden weer mee moeten gaan tellen in de planproce dure. Ook de relatie tot de arbeids markt zou in het voortgezet en hoger onderwijs meegenomen moeten worden in de planning. Alleen bij aanzienlijke bevolkingsverplaatsing (satellietsteden, nieuwe polders) zou nog aan uitbreiding te denken zijn. Ook de verbindingen per openbaar vervoer zouden in de planning be trokken moeten zijn. Ruil van afde lingen zou ook tot een betere plan ning kunnen leiden. Het onderwijs beleid zou verder in moeten spelen op de industriële vernieuwing (microelectronica, management en informatica). Daaraan moet ook bij de planning worden gedacht, evenals aan het streven om via onderwijs de emanciaptie te bevorderen. Scholen voor beroepsonderwijs zouden dan ook verbreed moeten worden met een ruimer aanbod van beroepsop leidingen. Aanvragen voor afdelingen uiterlijke verzorging, consumptieve techniek of l.e.a.o. moeten in dat licht worden bezien. Ook het individueel lager beroep sonderwijs zal meegenomen moeten worden, aldus de Onderwijsraad, in het streven om de zorgbreedte van het onderwijs te vergroten. Bij ver schuiving van de belangstelling van leerlingen moet verder differentiatie aan bestaande scholen worden na gestreefd. Aanvragen om uitbreiding van scholen zouden meer in dat licht moeten worden bezien. Procedure Wat de procedure betreft pleit de Onderwijsraad voor meer inschake ling bij de planning van specifieke lo kale en regionale maatschappelijke organisaties in verband met het ar- beidsmarkt-aspekt. De Raad ziet in de inschakeling van de provincies bij de planning geen oplossing voor de knelpunten bij de planning van de te ruggang. Voor zo'n decentralisatie is volgens de Raad het land te klein en de provincie een te kostbaar en on doelmatig beleidsinstrument. Daarbij is volgens de wet aan de mi nister en niet aan de prov. de plan ning opgedragen. Juist planning bij teruggang vraagt een krachtig cen traal bestuur, opdat geen rechtson gelijkheid ontstaat. Minder sympat hieke beslissingen zullen nodig zijn en daarvoor is bestuurskracht en be- stuurservaring nodig, aldus de On derwijsraad. M.B.O. Over het Middelbaar beroepsonder wijs oordeelt de Onderwijsraad dat de toekomstige structuur daarvan nog lang niet duidelijk is, en dat daarom voorzichtig gehandeld moet worden. Dit kan door uitbreiding met afdelingen eerder dan door het stichten van nieuwe scholen. Het toenemend aantal doorstromen de leerlingen uit l.b.o. en m.a.v.o. zal goed opgevangen moeten kunnen worden, maar het m.b.o. is daarop niet altijd goed ingericht met voor zieningen. De Onderwijsraad blijkt tenslotte een voorstander van uitbreiding van l.h.n.o. en andere vormen van lager beroepsonderwijs met een l.e.a.o.- afdeling om zo de roldoorbreking enerzijds en de verbreding van op leidingsmogelijkheden anderzijds te bevorderen. Ook het verbinden van i.b.o. aan scholen voor l.b.o. wordt bepleit. De Onderwijsraad betreurt het, dat deze ontwikkelingen zo lang moeten wachten op resultaten van onderzoek over het belang ervan. (Nieuwsbrief voor het Onderwijs) het Z.L.M. bestuur het Ministerie onder de aandacht gebracht, dat de school destijds via de V.U.C.-formu- lieren in de hoogste urgentieklasse (1000 punten) is opgenomen. Met de meeste klem is dan ook verzocht de bouw in 1982 te realiseren. THOLEN Principiële goedkeuring is van het Ministerie ontvangen om de school in houtbouw uit te breiden met 1 theorielokaal, 1 lokaal kantoor- en winkelpraktijk, 1 kamer adj. direc teur, 1 bibliotheek/documentatie- ruimte en 1 kamer voor schoolarts. De bouw van een gymnastieklokaal is momenteel financieel niet haal baar, doch de situering van de hout bouw zal zodanig zijn, dat met de toekomstige plaatsing van een gym lokaal rekening zal worden gehou den. Een renovatie van de leskeuken is in voorbereiding. KRUININGEN Evenals voor Tholen hebben ook voor deze school gesprekken met de afdeling Bouwzaken van het Minis terie goede vruchten afgeworpen. Principiële goedkeuring werd ont vangen voor de uitbreiding in hout bouw met 1 overblijflokaal, 1 lokaal handenarbeid/tekenen. 1 theorielo kaal en 1 documentatieruimte. SCHOONDIJKE De uitbreiding van de school met een overblijflokaal en een docentenka mer is gereed gekomen. Het is één geheel geworden met de reeds aan wezige houtbouw, bestaande uit twee leslokalen. Het ruimteprobleem is thans voldoende opgelost, hetgeen met name ook een rustiger sfeer ten goede zal komen. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 19