Kwart eeuw
dienst na de oogst
"I.B.V.L. hielp aardappel naar
huidige belangrijke positie'
Wereldaardappelproduktie
1981 vrijwel gelijk aan die
van verleden jaar
Bestuursvoorzitter G. Lodewijk
25 jaar I.B. V.L. te Wageningen
Oogst in onderzoek
Het IBVL, voluit geheten het Instituut voor Onderzoek van Bewaring,
de Bewerking en Verwerking van Landbouwprodukten, werd in 1956
opgericht om onderzoek te bundelen dat voorheen op verschillende
plaatsen werd verricht. Hoofdprodukten in het onderzoek waren aard
appelen, granen, gras en vlas, en de hoofdtaak van het instituut was
gericht op het verbeteren van de afzetmogelijkheden voor produkten
van de Nederlandse landbouw.
Terugziend op het 25-jarig bestaan van het IBVL mag gekonstateerd
worden dat IBVL met zijn baanbrekend onderzoek aan die verwachting
heeft voldaan, en zijn bestaansrecht ruimschoots heeft bewezen.
Aardappelen
Binnen 25 jaar heeft zich een ware
revolutie voorgedaan in de bewaring
van aardappelen en vervolgens ook
in de verwerking van dat produkt.
Als we denken aan de stormachtige
ontwikkeling en de introduktie van
de bewaring van aardappelen in ge
ventileerde gebouwen, dat gaan de
gedachten tevens terug naar de eerste
direkteur van het IBVL, wijlen dr.
W.H. de Jong. Deze filosofisch inge
stelde wetenschapper trok letterlijk
de boer op om de problemen in de
praktijk op te sporen en die in on-
derzoeksprojekten te vertalen. Die
koers werd voortgezet door zijn op
volger, ir. P. Wiertsema, die vorig
jaar overleed. Onder diens bezielen
de leiding verwierf het IBVL in bin
nen- en buitenland grote bekendheid
op het terrein van de konservering,
maar vooral ook van de verwerking
van landbouwprodukten. Mede
dank zij de inspanningen van het
IBVL kon zich in Nederland en
West-Europa een op moderne leest
geschoeide aardappelverwerkende
industrie ontwikkelen. En dat is van
groot belang geweest voor de Ne
derlandse aardappeltelers, en dat is
het nog. Het is tamelijk uniek dat
konkurrerende aardappelverwer
kende bedrijven in heel West-Eu
ropa, maar ook daarbuiten, al meer
dan 15 jaar verenigd zijn in twee in
ternationale onderzoekverenigingen,
die al evenzovele jaren een beroep
doen op de deskundigheid van het
instituut.
Granen en zaden
Het IBVL heeft zich steeds bezig ge
houden met problemen die zich op
een bepaald moment sterk aan de
praktijk opdringen. In de zestiger ja
ren heeft het IBVL erg veel aandacht
besteed aan de ontwikkeling van
goede droog- en bewaarmethoden
voor granen, zaden en peulvruchten.
Mede aan de hand van de verkregen
onderzoekresultaten heeft de prak
tijk toen zwaar geïnvesteerd in droog-
en bewaarakkommodaties. Nog altijd
ontvangt het IBVL verzoeken om ad
vies t.a.v. hetdrogen en bewaren van
granen e.d. van onderzoekinstellin
gen en bedrijven uit alle delen van de
wereld.
Veelzijdig onderzoek
Het zou te ver voeren om uitgebreid
in te gaan op alle onderzoekterreinen
waarop de medewerkers van het
IBVL de afgelopen kwart eeuw ak-
tief zijn geweest. Maar zonder volle
digheid na te streven willen we er
toch een aantal noemen, om de aan
dacht te vestigen op de veelzijdigheid
van het IBVL:
konservering van groenvoeders op
de veehouderijbedrijven tot hooi en
kuil; kunstmatig drogen en persen
van groen voedergewassen; winning
van plantaardig eiwit uit groene
plantedelen en uit peulvruchten;
teelt en verwerking van suikermais
tot ingeblikte en diepgevroren pro
dukten; automatisering van de ver
werking van vlasstro tot vlaslint;
Onderzoek naar de winning van plantaardig eiwit met behulp van extractie
technieken.
verwerking van stro tot papiervezel
en chemikaliën; ontwikkeling van
nieuwe produkten uit aardappelen;
zuivering van afvalwater van aard
appel- en groente- en fruitverwer-
kende bedrijven; biochemisch on
derzoek aan aardappelen t.a.v.
blauwgevoeligheid, kieming en sui
kervorming.
Op één aktiviteit van het instituut
willen we nog wijzen. Dat is het ver
strekken van adviezen in ontwikke
lingslanden. Specialisten van het
IBVL hebben tot nu toe in zo'ii 30
landen adviezen uitgebracht in het
kader van het streven de "post-har
vest losses" terug te dringen.
Nieuwe problemen, nieuw onderzoek
De landbouw is peen statisch gege
ven, en dat is steeds aanleiding voor
het instituut zijn aandacht op nieuwe
problemen en mogelijkheden te
richten. In de loop der jaren is zo
doende het karakter van het IBVL
tamelijk ingrijpend gewijzigd. Het
aanvankelijk overwegend land
bouwkundige onderzoek heeft plaats
gemaakt voor overwegend technolo
gisch, innoverend onderzoek. Oor
spronkelijk was het onderzoek voor
al gericht op de primaire landbouw.
Later meer op de agrarische indus
trie en de schakel tussen primaire
landbouw en agrarische industrie.
In de naaste toekomst zal de aan
dacht, behalve op de terreinen die al
bestreken worden, nog meer worden
gericht op de biotechnologie en de
agrifikatie.
Twee aandachtsgebieden waaraan al
hard wordt gewerkt zijn de biotech-
nologische verwerking van vaste af
vallen en de bewaring en verwerking
van akkerbouwmatig geteelde grove
tuinbouwgewassen.
Het IBVL leent zich in het bijzonder
voor een schakelfunktie tussen het
wat meer fundamentele onderzoek en
de praktijktoepassing. Lang niet al
tijd lukt het onderzoekresultaten
naar de praktijk te "vertalen". Het
IBVL heeft bewezen daar een goede
rol in te kunnen spelen, gezien de vele
intensieve kontakten met diverse
sektoren van het bedrijfsleven.
Het wel en wee van aardappeltelers in
het westen zal er dit jaar toe leiden
dat er evenveel aardappelen zullen
worden geproduceerd alsverleden
jaar.
De huidige import van Belgische
konsumptie-aardappelen door de
Britse aardappelverwerkende indus
trie wordt door de Potato Marketing
Board beschouwd als een rimpeling
op de internationale waterplas die
slechts van korte duur zal zijn.
De heer Richard Dadson van de
PMB was echter van mening dat er
wel een enorme hoeveelheid aard
appelen voor geïmporteerd moet
worden wil het ook maar een gering
verschil maken voor de voorraadpo-
sitie van het Verenigd Koninkrijk.
Hij sprak er zijn twijfels over uit of er
genoeg aardappelen over zouden
zijn als België aan de binnenlandse
vraag tegemoet zou zijn gekomen.
Zoals gewoonlijk zullen de Verenig
de Staten slag leveren met Neder
landse en Fransè exporteurs op de
aardappelexportmarkten.
"De Verenigde Staten zullen wellicht
tot de konklusie komen dat ze voor
wat de prijs betreft niet zo konkur-
rerend zijn als zij denken", aldus
Dadson.
(Farmers Weekly)
Het testen van de verwerkingsgeschiktheid van aardappelrassen
99
Na te zijn ingegaan op de wordingsgeschiedenis van het IBVL, memo
reerde bestuursvoorzitter G. Lodewijk dat de belangrijkste aktiviteit
van het IBVL nog altijd betrekking heeft op de aardappel. De aardappel
is mondiaal gezien een zeer belangrijk gewas, dat met z'n ca. 260
miljoeri ton de vierde plaats op de wereldranglijst van voedingsgewas
sen inneemt. De aardappel behoort ook tot die voedingsgewassen die
per dag en per hektare de meeste energie en eiwit produceren. Bij
opname van een bepaalde hoeveelheid energie in de vorm van aardap
pelen, worden meer eiwit, mineralen en enige vitaminen opgenomen
dan bij rijst of andere granen. Uit dien hoofde kan de aardappel een
belangrijke bijdrage leveren in de wereldvoedselvoorziening.
In het kader van de ontwikkelingssamenwerking hebben onderzoekers
van het IBVL in tal van landen adviezen verstrekt ten aanzien van de
bewaring van aardappelen.
Aardappelverwerking
Volgens Lodewijk heeft het werk van
het IBVL er in hoge mate toe bijge
dragen dat de Nederlandse aardap
pel ekonomisch de positie kon ver
krijgen die hij nu heeft. Een niet
onaanzienlijk deel van de geëxpor
teerde konsumptie-aardappelen
wordt door de westeuropese aardap
pelverwerkende industrie verwerkt
tot konsumptie-aardappelproduk-
ten. Dit is 'mede te danken aan het
feit dat het IBVL reeds 25 jaar gele
den de verwerkingsgeschiktheid van
Nederlandse aardappelrassen ging
onderzoeken.
Dat het aardappelbedrijfsleven de
steun van het IBVL weet te waarde
ren, blijkt volgens Lodewijk uit het
feit dat de westeuropese aardappel
verwerkende industrie al sedert 1965
financieel bijdraagt aan het aardap-
pelonderzoek van het instituut. De
voorzitter van het IBVL-bestuur
wees in dit verband overigens ook op
de wetenschappelijke waardering
van dit onderzoek, getuige de toe
kenning van de Beardsly Award in
1974, de Werner Eckart Prijs in 1981
en de naamgeving"Pieter Wiertsema
Store" dit voorjaar aan een nieuwe
aardappelbewaarplaats in Israël.
Biotechnologie
Vervolgens stond Lodewijk stil bij
een nieuw aandachtsgebied van het
IBVL, nl. het onderzoek in de sfeer
van de biotechnolopie en de verwer
king van landbouwafvallen, die mi
lieuproblemen veroorzaken. Het
IBVL heeft alle noodzakelijke des
kundigheid in huis voor innoverende
biotechnologie, zowel voor het op
werpen van nieuwe ideeën als voor
het opzetten en uitvoeren van het
betreffende onderzoek.
Zowel het bedrijfsleven als het mi
nisterie van Volksgezondheid en
Milieuhygiëne als ook de EG tonen
belangstelling voor dit onderzoek
van het IBVL en ze onderstrepen die
belangstelling met medefinancie
ring. Dit nog jonge onderzoek heeft
o.a. al geleid tot een anaerobe ver-
gistingsmethode voor allerhande
vaste organische materialen, zoals
plantenresten. Voor deze methode is
in een groot aantal landen octrooi
aangevraagd.
Octrooien en bedrijfsleven
In de 25 achterliggende jaren heeft
het IBVL overigens 27 vindingen
geoctrooieerd weten te krijgen. Op
sommige van die vindingen is in 24
landen octrooi verleend.
Lodewijk stelde dat het IBVL de er
varing heeft opgedaan, dat het beleid
om nieuwe vindingen te octrooieren
het snel in zee gaan met de industrie
vergemakkelijkt. Hij was tevens van
mening dat het noodzakelijk is het
betrokken bedrijfsleven zo snel mo
gelijk te laten participeren bij het
ontwikkelen van nieuwe processen
die in industriële bedrijven moeten
worden toegepast. Het beleid van het
IBVL is daar altijd op gericht ge
weest, aldus besloot voorzitter Lode
wijk.
13