KNLC kommentaar
E»
Gezin - Inkomen -
Bestedingen
Wetgeving
H,
D,
D e tijdelijke zelfstandigenaftrek
zoals die thans van kracht is zal in
gaande 1 januari 1982 permanent
worden. Deze aftrek geeft aan de
zelfstandigen een vermindering van
maximaal 2.400,— op het inko
men.
D(
H et beleid voor de agrarische sek-
tor wordt in sterke mate bepaald door
zaken waarbij het gaat om prijzen,
kosten, inkomens, subsidies, struk-
tuurverbetering, voorlichting en der
gelijke.
De Rijksbegroting 1982
D e miljoenennota 1982, opgesteld door het demissionaire kabinet,
bevat een aantal maatregelen welke geen uitstel kunnen verdragen. Dit
ter wille van het herstel van onze economie en daarmee van de werk
gelegenheid op langere termijn. Daarom worden ombuigingen voorge
steld tot een bedrag van per saldo 4'/2 miljard. Aldus de toelichting.
W.I.R.-premie ingaande
1-M982
Overige maatregelen
BTW tarief
Cursus boer en boerin van 45-65 jaar,
die een opvolger hebben.
I n de eerste plaats de meer specifie
ke agrarische wetgeving (bijv. dier-
ziektebestrijding, pachtwet en ruil-
verkavelingswet). Vervolgens de wet
geving waarbij ook om andere- dan
landbouwkundige redenen wordt in
gegrepen (natuur- en landschapsbe
scherming, gezondheidswet voor die
ren). Tenslotte hebben we de wetge
ving op meer algemeen ekonomisch
terrein, zoals de fiskale wetgeving.
Me dunkt dat op alle fronten van deze
wetgeving voor de land- en tuinbouw
heel wat aan de hand is. In de eerste
plaats binnen de agrarische wetge
ving zelf staat de verandering van de
ruilverkavelingwet en landinrich
tingswet op stapel. Hier zien we
overigens wel dat in een nieuwe wet
meer invloed van buitenaf zal komen.
Dat geldt ook voor een in 1982 in te
dienen herziening van de meststof
fenwet. Dat is gezien de gewijzigde
omstandigheden wat het gebruik van
meststoffen betreft zeker wel nodig.
Wel moet er voor gewaakt worden dat
via de meststoffenwet indirekt niet
allerlei, landbouwkundig onnodige,
beperkingen worden opgelegd. Van
belang is voorts dat nu snel de wijzi
ging van de pachtwet (ondermeer be
perking van het kontinuatierecht na
65-jarige leeftijd) kan worden behan
deld. In de Landbouwbegroting wordt
voorts een wettelijke regeling met
betrekking tot PS-overeenkomsten
aangekondigd. Juist op dit gebied
zullen we goed op onze tellen moeten
passen, zeker nu het geld schaars is
en de kans toeneemt dat tegenover
allerlei wettelijke bepalingen geen
reële vergoedingen meer staan.
«b
In uw boekhoudrapport vindt u een berekening van de bedrijfswinst en het
belastbaar inkomen. Deze gegevens geven u GEEN inzicht wat er besteed kan
worden voor gezinskosten en uitgaven.
Belastbaar inkomen en fiscale bedrijfswinst is geen beschikbaar
inkomen
Uw boekhouder houdt bij de uitwerking van de boekhouding rekening met
fiscale voorschriften. Hij mag o.a. voor de berekening van de fiscale be
drijfswinst een afschrijving toepassen op inventaris en gebouwen. De be
drijfswinst kan door die afschrijving ten zeerste worden beïnvloed. Het zijn
immers geen uitgaven maar wel kosten. Ook mag hij nadat hij de bedrijfswinst
heeft berekend nog aftrekposten toepassen, u heeft weieens gehoord van
zelfstandigenaftrek van oudedagsreservering.
Voor het berekenen van het belastbaar inkomen mag de betaalde premie
heffing volksverzekering in mindering worden gebracht. Vaak ook nog de
persoonlijke verplichtingen en buitengewone lasten. Indien we dan ook nog
moeten weten dat een gedeelte van de bedrijfswinst op sommige bedrijven
kan worden toegerekend aan de meewerkende vrouw, dan moet het duidelijk
zijn dat het belastbaar inkomen u geen indikatie geeft wat betreft het be
schikbaar inkomen.
Komt er nog beschikbaar inkomen van buiten het bedrijf??
Dat zal voor ieder verschillend zijn.
Onbelast inkomen is b.v. kinderbijslag.
Belastbare inkomens zijn b.v. tegemoetkoming studiekosten kinderen, pre
sentiegeld, loon, rente van uitstaande gelden. Verder worden er soms schen
kingen gedaan door ouders. Soms betalen elders werkende kinderen kostgeld.
Moet je dat beschikbaar inkomen weten?
Dat zou toch wel erg belangrijk zijn, hoe moeilijk dat in een agrarisch bedrijf
dan ook is. Je moet toch eigenlijk weten welk bedrag je jaarlijks voor ver
schillende doeleinden uit kan geven.
Welke funkties heeft het beschikbaar inkomem?
a. om de uitgaven van het gezin te bekostigen
b. om de aflossing te betalen van geleende gelden
c. voor de aanschaf van versleten huishoudelijke artikelen
d. voor de aanschaf van en vervanging van werktuigen en machines
e. uitbreiding en aanpassing gedeeltelijk financieren uit beschikbaar inkomen
f. het betalen van belastingen en premieheffing
g. eventueel diverse andere zaken.
Zet zelf eens een boekhouding op!!
Als hulpmiddel kunt u het hierbij afgedrukte staatje gebruiken.
J. Markusse
BEREKENING FISKALE BEDRIJFSWINST TOT BESCHIKBARE
MIDDELEN UIT HET BEDRIJF
Fiskale bedrijfswinst volgens exploitatierekening
bij: 1. afschrijvingen op:
a. onroermde goederen
b. roerer.ue goederen
2. waardevermindering balansposten:
a. veldinventaris
b. veestapel
cvoorraden
d. deelnemingen
e. plantopstanden
3. meewerkende kinderen
a. berekende kost en inwoning
b. tegoedgeschreven loon
4. geleende gelden:
1. waardevermeerdering balansposten
a. veldinventaris
b. veestapel
cvoorraden
d. deelnemingen
e. plantopstanden
2. Investeringen (betaalde bedragen)
3. aflossingen
Beschikbare middelen uit het bedrijf in geld en natura:
BEREKENING TOTAAL BESCHIKBAAR INKOMEN VOOR HET GEZIN.
Beschikbare middelen uit het bedrijf:
bij: financiële middelen uit andere hoofde:
1. kostgeld kinderen
2. uitkeringen sociale wetten
3. opbrengst privévermogen (rente)
4. lonen
5. presentiegelden
6. uitkeringen part. verz.
7. erfenissen, schenkingen
8. terugontvangen belastingen
9
Zowel op Europees als Nationaal ni
veau. Veel minder vaak staan we stil
bij de voor land- en tuinbouw van be
lang zijnde wetgeving. En toch is dit
een belangrijk aandachtsgebied voor
de minister van Landbouw, waar we
ook vanuit de georganiseerde land
bouw erg veel tijd in moeten steken,
om er voor te zorgen dat alle regels zo
veel mogelijk bij de praktijk aanslui
ten en het belang van boeren en tuin
ders niet wordt ondergesneeuwd.
Dat laatste kan maar al te gemakke
lijk gebeuren nu steeds meer instan
ties van buitenaf zich met de agrari
sche sektor bemoeien en vooral de
nijging om wettelijke beperkingen op
te leggen toeneemt. In feite hebben
we als land- en tuinbouw met ruwweg
drie groepen wetgeviqg te maken.
et nieuwe kabinet heeft direct na
de publikatie van de begrotingscij
fers 1982 reeds laten weten de nodige
wijzigingen te zullen aanbrengen. In
hoeverre de thans bekende voorstel
len dan ook werkelijkheid worden
blijft nog in nevelen gehuld.
Toch is het goed na te gaan welke
wijzigingen zijn voorgesteld op be
lastinggebied.
Totaal beschikbaar inkomen voor het gezin ln geld en natura
e premies in het kader van de
Wet investeringsrekening zijn jaar
lijks een dankbaar onderwerp om bij
te sleutelen. Wat is men nu weer van
plan? De basis-premie voor nieuwe
gebouwen wordt verlaagd van 18%
tot 16%; die voor bestaande gebou
wen van 11% naar 10%. De installa
ties in de openlucht komen eveneens
aan bod. De basispremie daarvan
gaat van 13% naar 12%. De tijdelijk
op 12% staande basispremie voor
overige bedrijfsmiddelen (machines,
werktuigen e.d.) wordt omgezet naar
een permanent percentage van 12%.
Hoe permanent zal nog moeten blij
ken.
Voor de volledigheid vertel ik U
nogmaals dat U recht verkrijgt op
een bepaald percentage op het mo
ment dat U een bestelling (aangaan
van verplichtingen) doet waaraan
beide partijen gebonden zijn.
Aflevering of uitvoering van het be
stelde kan later plaats vinden.
Voorts verwacht men de invoering
van enkele reeds in 1981 bekend ge
maakte voorstellen. Deze behelzen
de rente-aftrek ofwel de beperking
van aftrek van rente in de particulie
re sfeer. Ook wordt de aftrekbaar
heid van betaalde lijfrente-termijnen
beperkt, zolang deze tesamen het
bedrag der ontvangen koopsom niet
hebben overtroffen. De teruggaven
van loonbelasting aan vakantiewer
kers, schoolverlaters etc. zal worden
besnoeid waardoor deze categorie
personen dbor indiening van een T-
biljet minder snel in aanmerking
komt voor teruggaaf van door hen
betaalde loonbelasting. Voorts wordt
ook de minimum-grens voor terug
gaaf van loonbelasting verhoogd van
109,— naar 175,—wat betekent
dat beneden dit bedrag geen terug
gaaf plaats vindt.
e ex-staatssecretaris van, finan
ciën heeft blijkbaar ter gelegenheid
van zijn naderend afscheid zijn ge
dachten omtrent de B.T.W. in een
nota kenbaar gemaakt.
Daarin constateert de bewindsman
dat in meerdere mate spanningen
ontstaan tussen het hoge B.T.W. -ta
rief van 18% en het lage tarief van
4%. In zijn ogen zou het hoge tarief
naar beneden kunnen (tot 17%) als
het lage tarief zou worden verhoogd
van 4% tot 6%.
Mijn eerste indruk hierover is dat dit
voor de landbouw als totaliteit een
goede zaak zou kunnen zijn. Voor
zover thans wordt gehandeld exclu
sief B.T.W. wordt de prijs verhoogd
met 4.7%. Bij een laag tarief van 6%
zou de opslag ongeveer 6.5% op de
overeengekomen prijs kunnen wor
den. Indien niet wordt geopteerd
voor het ondernemersschap betekent
dit wel een prijsverhoging van bijna
2%. Maar nogmaals gezegd het zijn
slechts filosofieën van een scheiden
de bewindsman.
Veerbeek
Aan de Rijks Middelbare Agrarische School te Schoondijke zal in sa
menwerking met de sociaal economische voorlichters (voorlichtster)
van de standsorganisaties een cursus worden gehouden voor hen die
hun bedrijf binnenkort of op wat langere termijn overdragen aan een
opvolger.
Voor degenen die het bedrijf overnemen wordt al jaren een cursus
georganiseerd (E.V.T.O.) Echter ook zij die het bedrijf zullen verlaten,
weten vaak niet hoe dat het beste kan en wat het meest reëel is, vooral
ten opzichte van andere kinderen en welke problemen er daarna nog
kunnen volgen.V
De cursu heeft dan ook als leerdoel:
Het verkrijgen van inzicht in de so
ciale en economische aspecten van
het bedrijf bij en na overdracht aan
de volgende generatie.
Het raamprogramma bestaat uit tien
middagen en ziet er globaal als volgt
uit:
1. introductie.
2. economische begrippen.
3. inkomensvorming;
4. samenwerken - juridische aspec
ten.
5. samenwerken - sociale aspekten.
6. pacht, erfpacht, verkoop.
7. erfrecht, testament, enz.
8. financiering.
9. fiscale aspecten.
10. budgettering.
Aantal deelnemers (-neemsters)
maximaal 24.
Plaats: Rijks Middelbare Agrarische
School te Schoondijke.
Tijd: 13.45 uur - 16.30 uur
Dagen: 1, 8, 15, 22 december; 5, 12,
19, 26 januari; 2, 9 februari. Docen
ten: sociaal economische voorlich
ters (-ster) van de organisaties en een
accountant.
Cursusleider: Ir. J. Salomons.
Opgave: zo spoedig mogelijk bij de
cursusleider: tel. school 01173-1313.
privé 01170-4173.
E veneens wordt er de indiening van
een landbouwvestigingswet aange
kondigd, in het bijzonder voor de in
tensieve veehouderij. Een onderwerp
waar we ook in onze eigen organisa
tie nog niet mee klaar zijn. Wat de
uitvoering van de Wet Agrarisch
Grondverkeer betreft, hoopt de mi
nister dat omstreeks 1 januari 1982
het toetsingsmechanisme in werking
kan treden. Naar mijn mening nogal
optimistisch. Overigens lijkt het er
meer en meer op, dat het een lichte
toetsing met enkele eisen ten aanzien
van opleiding en ervaring zal worden.
Blijkbaar gaan steeds meer betrok
kenen beseffen dat het stellen van
bedrijfsgebonden kriteria tot een fu
neste verstarring van de noodzake
lijke bedrijfsontwikkeling zal leiden
en bovendien in de praktijk nauwe
lijks uitvoerbaar zal blijken te zijn.
Tenslotte is er de voortgaande dis-
kussie rondom de, ook voor ons zo
belangrijke, fiskale wetgeving. Hier is
er sprake van zowel positieve als ne
gatieve ontwikkeling. Zorgelijk vind
ik de ontwikkeling naar een verlaging
van de algemeen werkende WIR-pre-
mies en een verhoging van de meer
gerichte WIR-premies. In de praktijk
betekent dat veelal voor de landbouw
een achteruitgang, aangezien gerich
te WIR-premies, bijna altijd op de
industriële praktijk zijn afgestemd.
Daarom blijft het nodig, naast een
verhoging van bijvoorbeeld de klein
schaligheidstoeslag, extra middelen
in dit kader rechtstreeks voor agra-
risch-struktuurbeleid beschikbaar te
stellen. Ten aanzien van de inkom
stenbelasting wordt nu terecht voor
gesteld de zelfstandigenaftrek per
manent te maken. Het niveau blijft
evenwel in relatie tot de drieledige
funktie van het zelfstandigeninkomen
veel en veel te laag. Tenslotte is er de
positieve ontwikkeling ten aanzien
van het zogenaamde pachtersvoor
deel. Na de voortdurende druk vanuit
de organisaties op de regering, is er
nu eindelijk in belangrijke mate aan
onze wensen op dit punt tegemoet
gekomen.
V ooral het verdwijnen van het
pachtersvoordeel, indien grond via
pacht van de ene generatie op de an
dere binnen het familieverband over
gaat zal voor veel bedrijfsgenoten een
opluchting betekenen. Blijft het pro
bleem voor de enkeling die al een be
lastingaanslag in zijn bezit heeft en
voor de pachter die via aankoop van
een eigenaar van buiten de familie
met pachtersvoordeel gekonfron-
teerd kan worden. Hier zullen we
nauwlettend in de gaten moeten hou
den of een verruimde hardheidsclau
sule wel voldoende zal funktioneren.
LUTEIJN
3