Nederlandse melkproduktie
in 25 jaar verdubbeld
Stallucht van intensieve
veehouderij tast planten in
nabije omgeving aan
Lage bedrijfsopbrengsten brengen
kontinuïteit melkveehouderij in
gevaar
MELK
WORDT
DUURDER
INTERNATIONAAL AXIAL
MAAIDORSER
verschenen
Verdubbeld
Rotonde nr 1;
Niet méér maar beter!
Verbruik van melk- en zuivelprodukten met 'A verminderd
Melk- en zuivelprodukten beho
ren al vanouds tot de dagelijkse
voedingsmiddelen voor de mens.
In ons land is de melk en zuivel-
produktie tot een grote ontwikke
ling gekomen. Naast de dekking
van de behoefte in eigen land is er
jaarlijks een grote export van deze
produkten. Voor de producent is
de afzet in eigen land in eerste
aanleg het meest belangrijk.
Door enige veranderingen in voe
dingsgewoonten is er ook een
verschuiving in het verbruik van
de verschillende melk- en zuivel
produkten.
In onderstaande tabel, naar ge
gevens van het Produktschap
voor Zuivel, is dit over de laatste
25 jaren met peiljaren per 5 jaar
weergegeven.
Grote hoeveelheden melk vinden dagelijks hun weg naar fabriek en
konsument.
De konsumptie van melk- en zuivelprodukten per hoofd van de bevolking in Nederland per jaar in kg
produkt/jaar
1955
1960
1965
1970
1975
1980
melk- en melkprodukten
204.1
175.8
154.5
143.2
139.4
132.1
room
1.0
1.4
1.7
1.8
1.9
- 2.7
speciaal produkten
1.6
1.8
2.6
3.9
boter
3.0
4.7
4.3
2.8
2.6
3.6
kaas
6.2
7.4
7.8
8.2
10.3
12.2
melkpoeder
0.8
1.1
1.6
1.5
1.5
1.4
gekondenseerde melk
2.8
7.0
10.2
10.6
10.2
9.8
In de achterliggende 25 jaren is het verbruik van konsumptiemelk- en produkten met rond 'A verminderd. Dit is
een in het oog springende hoeveelheid. Het verbruik van kaas is evenwel bijna verdubbeld in deze periode.
Daar voor 1 kg kaas rond 10 kg melk nodig is kompenseert deze toename in benodigde hoeveelheid bijna de
teruggang van het melkverbruik.
Degekondenseerde (ingedikte) melk omvat, behoudens een klein gedeelte, koffiemelk in glasverpakking. In het
begin van de vijftiger jaren had dit produkt nog maar een geringe bekendheid.
Het boterverbruik per hoofd van de bevolking is in ons land, in vergelijking met een halve eeuw geleden, laag
geworden. Voor 1 kg boter is alle vet nodig van rond 21 kg gemiddelde melk.
Bij een 25 jaar geleden is, gerekend naar de benodigde hoeveelheid boerderijmelk voor bereiding van de produktie
de konsumptie ervan per hoofd van de bevolking toch toegenomen. In deze periode nam de bevolking toe van 10
tot 14 miljoen personen; de melkproduktie is in dit tijdsbestek verdubbeld. In 1980 bedroeg de jaarproduktie aan
koemelk bijna 12.000 miljoen kg.
Ing. J.H. Lantinga
Uit L.E.I. berekening blijkt:
In publikatie No. 3.102 heeft het LEI de uitkomsten beschreven van een
onderzoek over de ontwikkeling in de kosten- en opbrengstenstruktuur
in de melkveehouderij.
Uit de analyses die zijn gebaseerd op de gegevens van .de grotere
steekproefbedrijven met meer dan ca. 35 melkkoeien uit het LEI-
boekhoudnet blijkt dat in de zeventiger jaren op de grotere bedrijven
het arbeidsverbruik in verhouding tot de bedrijfsomvang bijna is ge
halveerd. Het krachtvoederverbruik per koe en het stikstofverbruik per
ha is in die periode met resp. 7% en 4% per jaar toegenomen. Aan de
opbrengstenkant is de melkproduktie per koe en de melkveebezetting
per ha met resp. 2% en 4% per jaar omhoog gegaan. De toename van de
bruto-produktiviteit kwam uit op gemiddeld 2% per jaar.
Door kippenhoklucht aangetast
bloemkoolblad (1.) en gezond blad
(r.).
,'De luchtverontreiniging door inten-
sieve-veehouderijbedrijven is in ver
gelijking met andere vormen van
luchtverontreiniging niet erg belang
rijk. Maar de angst voor beschadi
ging, die bleek uit verschillende
klachten en adviesaanvragen i.v.m. de
Hinderwet, was voor het Instituut
voor Plantenziektenkundig Onder
zoek (IPO) reden om toch uitgebrei
der onderzoek te gaan doen naar de
aantasting rond veehouderijbedrij
ven". Dit vertelt ir. L. van der Eerden
van het IPO naar aanleiding van een
onderzoek dat in samenwerking met
de vakgroep Luchthygiëne en -veron
treiniging van de Landbouwhoge
school en het Instituut voor Mecha
nisatie, Arbeid en Gebouwen
(IMAG) is verricht naar de invloed
van stallucht op beschadiging aan
planten rond intensieve-veehouderij-
bedrijven.
Bij het IPO zijn de beschadigingen
door stallucht aan planten onder
zocht. Eerst is vastgesteld, wat nu ei
genlijk de belangrijkste komponent
is van stallucht. Dat bleek ammoniak
te zijn. "Ammoniak is eigenlijk een
heel bijzondere komponent in de
lucht. Uit onderzoek is gebleken, dat
atmosferische ammoniak een vorm
van stikstofbemesting kan zijn. Maar
als de koncentratie te hoog oploopt,
gaat ammoniak schadelijk inwerken
op planten", aldus Van der Eerden.
"De membranen van de cellen raken
dan lek en daardoor drogen ze in en
sterven af. Dit is te zien doordat de
bladeren bruin worden. Vooral ko-
niferen en sommige groentegewas
sen zijn er gevoelig voor".
De reakties van planten blijken
trouwens af te hangen van de soort
en de omstandigheden. Koniferen
kunnen, in tegenstelling tot bijvoor
beeld tomaten en tulpen, gedurende
korte tijd hoge koncentraties verdra
gen, maar ze hebben last van lang
durige lage koncentraties.
Het is mogelijk gebleken om de be
schadigingsdrempel vast te stellen,
dat wil zeggen de kombinaties van
koncentratie en duur van de bloot
stelling waarbij geen beschadiging te
verwachten valt.
Korte afstanden
Intussen was bij het IMAG onder
zocht hoe de samenstelling van de
vrijkomende stallucht samenhangt
met het aantal en de soort vee en met
de mestbehandeling. Bij de vakgroep
Luchthygiëne werd nagegaan hoe de
stallucht zich over de omgeving ver
spreidt. Zowel uit berekeningen als
veldwaarnemingen bleek de bescha
digende werking in de meeste geval
len beperkt te blijven tot minder dan
100 meter van de bron.
Bij het IPO is men tevreden, dat men
deze bij verschillende instellingen
opgedane kennis heeft kunnen inte
greren. Er kunnen nu beter gefun
deerde adviezen gegeven worden
over deze vorm van luchtverontrei
niging.
(uit'Nieuws uit Wageningen")
Wat betreft de uit de analyses afge
leide te verwachten toekomstige
ontwikkelingen wordt erop gerekend
dat de stijging van de melkproduktie
per koe zal afnemen tot jaarlijks 1%.
De arbeidsbesparing zal zich voort
zetten, hoofdzakelijk via een verdere
vergroting van de bedrijfsomvang bij
gelijkblijvende arbeidsbezetting en
werktijden. Er is dus geen aanwijzing
dat de arbeidsbesparing zal leiden
tot een aanmerkelijke verkorting van
de arbeidstijd van bedrijfshoofdden.
De minimumprijs voor verpakte volle
melk van 1,15 per liter wordt met
ingang van 29 september 1961 met 3
cent verhoogd tot 1,18. De sedert
12 mei 1981 van kracht zijnde mini
mumprijs van 0,93 voor halfvolle
melk zal per deze datum eveneens
met 3 cent per liter worden verhoogd
tot 0,96.
Daartoe heeft het Bestuur van het
Produktschap voor Zuivel te Rijswijk
op 16 september 1981 besloten na
overleg met de Overheid en het be
drijfsleven.
Deze verhoging van de beide mini
mumprijzen voor melk is een rechts
treeks gevolg van de gestegen ver-
werkings- en grondstofkosten. Daar
door is de konsumptiemelk en kon-
sumptiemelkprodukten, die zij aan
de distribuerende handel in rekening
brengt, met gemiddeld 3 cent per li
ter te verhogen.
De konsumentenadviesprijzen zul
len met één cent extra stijgen, gezien
de kostenstijgingen in de melkde-
tailhandel.
De laatste aanpassing van de toen
nog alleen voor volle melk bestaande
minimumprijs vond plaats op 28
april 1981 in verband met de beslui
ten inzake de landbouwprijzen voor
het seizoen 1981/1982, die de Euro
pese landbouwraad nam.
Verder wordt verwacht dat de kos
tenbesparing door toename van de
bruto-produktiviteit zal verminderen
tot ca. 1,6% per jaar.
Kontinuïteit
Op basis van de te verwachten ont
wikkelingen is voor het jaar 1980/81
een berekening opgesteld van de be-
drijfsuitkomsten los van fluktuaties
als gevolg van incidentele jaarsin
vloeden. Het aldus onder genormali
seerde omstandigheden verwachte
netto-overschot per ha werd voor de
grotere bedrijven becijferd op
1.130,— negatief (pachtbasis). De
arbeidsopbrengst per ondernemer
kwam uit op ca. 31.000,— en het
totale ondernemersinkomen op ca.
43.000,— Dat gemiddelde niveau
geeft geen ruimte voor bedrijfsreser-
veringen die nodig zijn om op lange
termijn de kontinuïteit te verzekeren.
De werkelijke bcdrijfsuitkomsten in
1980/81 kunnen uiteraard afwijken
van deze berekening onder genorma
liseerde omstandigheden. De beteke
nis van de publikatie ligt echter niet
in de mededeling over de huidige si
tuatie maar in het inzicht dat gegeven
wordt op de strukturele ontwikkeling
van de bedrijfsuitkomsten.
In de publikatie is verder o.a. aan
dacht besteed aan de spreiding in
bedrijfsuitkomsten, de gebiedsver-
schillen, de prijs- en volume-ontwik-
keling van produkten en produktie-
middelen en aan de verschillen tus
sen grotere en kleinere bedrijven.
Landbouw-Ekonomisch Instituut
(Deze publikatie kan uitsluitend
worden besteld door overschrijving
van 18,75 op girorekening no.
41.22.35 ten name van hefLand-
bouw-Ekonomisch Instituut te Den
Haag. Vermeld dient te worden:
"Zend publikatie No. 3.102")
De ontwikkelingen op het gebied van maaidorsers staan niet stil. Nu is ook in
Nederland het revolutionaire Axial Flow maaidorssysteem van International
geïntroduceerd, en opnieuw is bewezen dat dit nieuwe systeem niet alleen in
de U.S.A. maar ook in Europa en dus ook in Nederland een enorme voor
uitgang is op maaidorsgebied.
Het "Axial Flow" systeem werkt volgens een geheel nieuw principe, het gewas
wordt n.l. schroefvormig langs de unieke, in de lengte gemonteerde rotor-as
geleid, zodat de dorsweg maar liefst 12 keer langer wordt in vergelijking met
de huidige, konventionele "dorsmachines".
(Meer informatie wordt U gaarne verstrekt door Boeke-Heesters b.v. te
Amersfoort, tel. 033-30434).
"Niet méér, maar beter is het lande
lijk thema van het agrarisch jonge
renwerk in het seizoen '81/'82. Het
Nederlands Agrarisch Jongeren
Kontakt (N.A.J.K.) heeft dit thema
gekozen. Het thema sluit aan bij de
diskussies over overschotten over
"Boer blijven" en over het midden-
bedrijvenbeleid.
Bovendien gaat het in op kritiek van
(een aantal) konsumenten op de
manier waarop landbouw wordt uit
geoefend. Korte inhoud uit deze al
leszins lezenswaardige uitgave: in
leiding, inkomen, kwaliteit, arbeids
omstandigheden en vakmanschap,
kiezen en programmatips.
Rotonde is een uitgave van de drie
Centrale Plattelands Jongeren Orga
nisaties onder verantwoordelijkheid
van het N.A.J.K. en met Financiële
steun van het TLJW. Het discussie
boekje is bestemd voor leden van
plaatselijke AJK's of agrarische ge
spreksgroepen van de drie platte
landsjongerenorganisaties. Overige
belangstellenden kunnen zich abon
neren door storting van 12,— op
postgiro 530621 van de PJGN, Prins
Mauritsplein 23, Den Haag.
Losse nummers kosten 3,25, eks-
klusief verzendkosten).
17