De keuze van wintertarwerassen voor ooest 1982 De keuze van wintergerstrassen voor oogst 1982 Duizendkorrelgewicht voortaan op certificaat M et ingang van herfst 1981 zal bij aankoop van goedgekeurd zaai zaad van wintertarwe het 1000-korreIgewicht op het certificaat worden vermeld. Daarmee wordt voldaan aan een reeds lang geuite wens om verschillen in de grootte van het zaaizaad tussen de rassen duidelijk aan te geven. Ook verschillen in zaadgrootte tussen partijen van hetzelfde ras komen voor. Wa, G edurende de laatste vier jaren is op de proefboerderij "Rusthoeve" in samenwerking met het R.I.V.R.O. te Wageningen een proef met enkele win tergerstrassen aangelegd. De uitkomsten zijn in onderstaande tabel weerge geven. Daarnaast zijn ook de gemiddelde opbrengsten over de jaren 1978 tot en met 1981 van proeven in het zuidwestelijk zeekleigebied vermeld. Ook in 1981 was wintertarwe het meest verbouwde gewas in Zuidwest Nederland. De oppervlakte bedroeg in 1981 54.000 ha. Het grootste deel van dit areaal, namelijk 85%, werd ingenomen door de rassen Arminda en Okapi. De overige oppervlakte werd voornamelijk beteeld met de rassen Nautica, Durin en Marksman. Omdat Arminda en Okapi door dezelfde fysio's van gele roest aangetast kunnen worden is de spreiding in rassen te beperkt. Verheugend in dit opzicht is, dat dit jaar enkele nieuwe rassen hebben laten zien dat ze wat betreft opbrengst niet onder hoeven te doen voor de top-twee. Ook al is gele roest te bestrijden, voorkomen is beter dan genezen. De tarwe-groei in 1981 Het onderzoek Vrij goed wintervast Advies Uitkomsten rassenproeven wintergerst Korte beschrijving van de rassen O p de goede percelen heeft de tarwe een vrijwel ongestoorde groei gehad. In maart werd echter duide lijk waar er aan de ontwatering wat schortte. Op menig perceel waren waterplekken zichtbaar. Een dunne re stand was het gevolg. De uitstoe- ling, de lengtegroei en de bloei waren normaal. Bladziekten, meeldauw en septoria lieten zich weinig gelden. In de afrijpingsperiode waren vooral fusarium en bruine roest aanwezig. De start van de afrij ping van de tar we werd vervroegd door warm weer in de eerste week van juli. In de pe riode van korrelvulling en afrij ping was het weer erg gunstig. Sommige percelen waren vóór 8 augustus al kaal. Voordat de maand september begon was alle wintertarwe geoogst. De tarweopbrengsten liggen dit jaar zeer hoog. Deze teeltsystemen hielden in: I normaal stikstof op basis van grondonderzoek, in twee keer gegeven, geen ziektebestrij ding; II als I, maar met bestrijding af- rijpingsziekten; III verhoogde stikstofgift 30 kg N/ha bij eerste gift) cy- cocel bestrijding afrij- pingsziekten. Tabel 1 Gemiddelde opbrengsten van de proefvelden in het zuidwesten in 1981 in verhoudingsgetallen rassen ïoed wintervast Arminda >kapi lautica Swifta fri.j goed wintervast )onata Jurin larksman teeltsystemen II |jGemidd. zuidwest Nederland -J 1976-1981 100 8200 kg/ha 102 101 103 106 100 7360 kg/ha 101 101 95 103 103 101 109 Tabel 2 Een aantal raseigenschappen volgens Rassenlijst 19811) I„ 1981 zijn op een viertal plaatsen in Zuidwest Nederland de winter tarwerassen vergeleken. In elke proef werd de tarwe op 2 of 3 wijzen ge teeld. rassen winter vast heid stro lengte stro- stevig heid resistent tegen geschikt heid voor dekvrucht gele roest bruine roest meel dauw afrij pings ziekten korrel- uitval schot Arminda 8 5 8 8/7 7 6 6,5 7,5 6,5 9 Okapi 8 7,5 7 6/5 5 4,5 7,5 7 5 6 Nautica 7.5 6,5 7,5 8/6 5 6 6 8 7,5 7 Swifta 7.5 7 7,5 8/6 4,5 4 5 7 6 8 Donata 6,5 4 9 6/3 6 5 4 7 7,5 7 Durin 6.5 4 8 8/6 7 7 6 7 7 6 Marksman 6 4 8.5 7/6 7,5 7 5 7 5 6 Bedrijven waar de rassen in 1981 zijn vergeleken Teeltsystemen 1 I II III Pb. "Westmaas", Westmaas Pb. "Rusthoeve", Colijnsplaat J. v. Royen, Lamswaarde F. Brooymans, Nieuw-Vossemeer Nauwelijks is de graanoogst achter de rug of er moet weer al aan de volgende oogst worden gedacht. 1) Hoog cijfer: goede wintervastheid, lang stro, stevig stro, grote resistentie, minder schotgevoelig en een goede dekvrucht. 2) Het eerste cijfer berust op veldwaarnemingen: het tweede geeft de kans op aantasting door gele roest aan. Rassenbeschrij ving Goed wintervast Arminda geeft zeer goede opbreng sten. Is weinig vatbaar voor gele roest en vrij weinig voor bruine roest. Is iets vatbaar voor meeldauw en afrij- pingsziekten. Door stevigheid en ge ringe bladrijkdom zeer geschikt als dekvrucht. Is gevoelig voor sommige bodemherbiciden Okapi geeft op alle gronden zeer goede opbrengsten. Is iets vatbaar voor gele roest en nogal vatbaar voor bruine roest en meeldauw, maar vrij weinig vatbaar voor afrijpingsziek- ten. Is nogal gevoelig voor schot. Nautica geeft vrij goede opbreng sten. Is weinig vatbaar voor gele roest. Is iets vatbaar voor meeldauw en afrij pingsziekten, nogal vatbaar voor bruine roest. Is zeer gevoelig voor sommige bodemherbiciden Swifta geeft op de centrale klei en rivierklei, zeer goede, maar in het zuidwesten minder goede, opbreng sten. Is weinig vatbaar voor gele roest, zeer vatbaar voor meeldauw en nogal vatbaar voor afrijpingsziekten. Dit rassenbericht is opgesteld door: - KONSULENTSCHAPPEN VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDE RIJ IN HET ZUIDWESTE LIJK KLEIGEBIED - PROEFSTATION VOOR DE AKKERBOUW EN DE GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND TE LELYS TAD - RIJKSINSTITUUT VOOR HET RASSENONDER- ZOEK VAN CULTUURGE WASSEN TE WAGENIN- GEN - PROEFBOERDERIJEN "RUSTHOEVE" EN "WESTMAAS" Is iets gevoelig voor schot en gevoelig voor sommige bodemherbiciden Donata geeft vrij goede opbrengsten. Is nogal vatbaar voor gele roest, meeldauw en bruine roest. Is zeer gevoelig voor bodemherbiciden Durin geeft gemiddeld goede op brengsten. Is gevoelig voor oogvlek- kenziekte, waardoor nogal eens platte legering optreedt. Is weinig vatbaar voor gele roest en meeldauw en vrij weinig voor bruine roest en afrijpingsziekten. Rijpt laat. Marksman geeft hoge opbrengsten. Marksman is weinig door gele roest aangetast. Ook de gevoeligheid voor meeldauw is gering. Is nogal gevoelig voor afrijpingsziekten, vooral fusa rium kan veel schade geven. Het ras is nogal schotgevoelig, Sommige bodemherbiciden: metoxuron met als merk Dosanex en chloortoluron met als merken Brabant chloortoluron, Dicuran en Luxan chloortoluron SPP. Zóals ook in de voorgaande jaren geldt ook nu, dat de keuze uit het aangeboden rassensortiment nauwgezet moét gebeuren. Niet alleen wat betreft het opbrengend vermogen maar ook wat betreft de gevoeligheid voor één of meer ziekten. Vooral gele roest kan zich explosief verspreiden en ernstige gevolgen hebben. Ook al is deze ziekte chemisch goed te bestrijden, houd er toch rekening mee. Voorkomen is beter dan ge nezen. kan de teler nu doen als hij het 1000-korrelgewicht van zijn zaaizaad kent? Naarmate de kennis van teeltmaatregelen toeneemt, wordt steeds meer gewerkt met het aantal planten per m2 in het voor jaar. Een bestand van 200-225 plan ten per m2 is bij de huidige teelt techniek een goed uitgangspunt. Om dit aantal planten te kunnen realiseren moeten echter meer zaden per m2 worden verzaaid. Hoeveel meer is afhankelijk van verliezen door het niet opkomen of later weg vallen van plantjes. De opkomst zelf is behalve van kiemkracht sterk afhankelijk van de ligging van het zaaibed en de weers omstandigheden tijdens en na het zaaien. In de praktijk zijn variaties in opkomst van 40 tot 90% geen zeld zaamheid. Deze zaken zullen door de teler zo goed mogelijk moeten worden ingeschat. Hoe met 1000-korrelgewicht en zaaizaadhoeveelheid onder verschil lende omstandigheden gewerkt kan worden, zal met een voorbeeld wor den aangegeven. Het streven is onder de verschillende omstandigheden gericht op het be reiken van 200-225 planten per m2 in het voorjaar. 1. normale omstandigheden: 300 zaden/m2; over na winter 70% 210 planten/m2. 2. gunstige omstandigheden: 275 zaden/m2; over na winter 80% 220 planten/m2. 3. ongunstige omstandigheden: 350 zaden/m2; over na winter 60% 210 planten/m2. Voor de omzetting van zaden per m2 in kg zaaizaad per ha moet met het 1000-korrelgewicht gerekend wor den. Deze berekening is als volgt: zaden/m2 x 1000-korrelgewicht zaaizaad in kg/ha 100 In tabel 3 wordt voor een aantal si tuaties de zaaizaadhoeveelheid ver meld. Tabel 3. Zaaizaadhoeveelheid in zaden/m2 en in kg/ha bij variërende zaai- omstandigheden en toenemende 1000-korrelgewichten omstandigheden bij het zaaien p zaden/m zaaizaad (kg/ha) bij een 1000-korrelgewicht van 40 45 50 55 normaal 300 120 155 150 165 gunstig 275 110 124 158 151 ongunstig 550 140 158 175 195 Dit rassenbericht is opgesteld door: - KONSULENTSCHAPPEN VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUNDVEEHOUDE RIJ IN HET ZUIDWESTE LIJK KLEIGEBIED - PROEFSTATION VOOR DE AKKERBOUW EN DE GROENTETEELT IN DE VOLLEGROND TE LELYS TAD - RIJKSINSTITUUT VOOR HET RASSENONDER- ZOEK VAN CULTUURGE WASSEN TE WAGENIN- GEN - PROEFBOERDERIJEN "RUSTHOEVE" EN "WESTMAAS" VJ edurende de laatste jaren heeft de teelt van wintergerst in het zuidwestelijk kleigebied en met name in Oost Zeeuws-Vlaanderen eni ge ingang gevonden. In een bouwplan met veel granen en op de over- gangsgronden van klei naar zand kan wintergerst op zijn plaats zijn. Daarnaast is het een goede dekvrucht die vroeg het veld ruimt. In 1981 werd in het zuidwestelijk kleigebied 1200 ha wintergerst verbouwd. De korrelopbrengsten van wintergerst zijn duidelijk beter dan van zo- mergerst, maar blijven achter bij die van wintertarwe. Gedurende de jaren 1978 toten met 1981 warende kg-opbrengsten per ha van enkele granen in Zeeland volgens oogstramingen: wintergerst zomergerst wintertarwe 1978 1979 5900 5550 5400 4600 7100 6100 1980 5900 4700 6800 1981(voorl.) 5300 3500 6600. Korrelopbrengsten wintergerst in verhoudingsgetallen rassen "Rusth oeve" Zuidwestelijke zeeklei 1978 1979 1980 1981 1978 t/m 1981 100 kg/ha 7610 6070 7220 6660 6780 Birgit 102 104 91 10Q Igri 93 98 91 99 96 Capri 111 107 96 95 103 In beproeving MG 411.4 104 108 109 Tapir ÏOO 99 104 LP 2.2240 10'. 99 106 Gerbel ÏOO 101 106 Birgit geeft gemiddeld goede opbrengsten. Heeft vrij lang, middelmatig stevig soepel stro. Iets vatbaar voor meeldauw, gele roest en dwergroest. Vatbaar voor bladvlekkenziekte. De wintervastheid is middelmatig, de rijping is mid- denvroeg. Igri heeft op de centrale zeeklei goede tot zeer goede en op "Rusthoeve" vrij goede opbrengsten gegeven. Het is een tweerijig ras met kort en zeer stevig stro. Igri is nogal vatbaar voor meeldauw en bladvlekkenziekte en sterk vatbaar voor dwergroest. Dit ras rijpt vroeg en de wintervastheid is vrij goed. Heeft een grote, goed gevulde korrel. Capri heeft op kleigrond gemiddeld goede opbrengsten gegeven. Dit ras heeft kort, stevig stro. Is zeer vatbaar voor meeldauw. Lijkt vatbaar voor netvlek- kenziekte. De rijping is vrij goed en de wintervastheid mat. (Voor meer uitvoerige gegevens van de hiervoor genoemde rassen wordt verwezen naar de Rassenlijst, die aan het einde van ieder jaar verschijnt bij B.V. Leiter-Nijpels, Postbus 831, 6200 AV Maastricht.) 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 15