ro
Naar de handel.
Hoofdbestuur Z.L.M. sprak
over Landbouwvestigingswet en
kleine bedrijven
^0
Zw i'-, -
zuidelijke landbouw maatschappij
De handel gaat al weer de boer op om zich te verzekeren van een flinke voorraad aardappelen
die terzijner tijd of op de binnenlandse markt wordt afgezet of wordt geëxporteerd. Veel
Bintjes gaan naar de aardappelverwerkende industrie. Op grote schaal moet de oogst van het
belangrijke gewas aardappelen overigens nog beginnen.
"H et wordt de hoogste tijd dat met de overheid voor de
langere termijn duidelijke afspraken gemaakt kunnen
worden over onder meer het ruilverkavelingsbeleid, de
grondbank, de bedrijfsbeëindigingsregeling, het rente-
subsidiebeleid, het innovatiebeleid, de voorlichting en
het onderzoekprogramma. Zonder een bepaalde lijn in
het beleid is het voor de georganiseerde landbouw niet
mogelijk hierop (en op de wijzigingen daarin door o.a.
bezuinigingen) in te spelen op het beleid en dit indien
nodig gezamenlijk aan te vullen". Deze oproep aan de
overheid deed Z.L.M-voorzitter A.J.G. Doeleman maan
dag j.l. tijdens zijn openingstoespraak op de hoofdbe
stuursvergadering in het Landbouwhuis te Goes. Een
duidelijk overheidsbeleid noemde hij van des te meer
belang nu er steeds meer sprake is van een terughoudend
E.E.G.-landbouwbeleid en een renationalisering van dit
beleid in de afzonderlijke lidstaten.
Bezuinigingen
Landbouwvestigingswet
N aar verluidt zou er op het ministerie van landbouw
gewerkt worden aan een Landbouwvestigingswet als een
Landbouwschap somber over
inkomensontwikkeling boeren
en tuinders
z. .m
m m VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1981
land-en
tuinbouwblad
o prekend over het nieuwe kabinet "dat door weinigen
met enthousiasme begroet zal worden, want daarvoor is
er al teveel onverkwikkelijk politiek geharrewar ge
weest", stelde de heer Doeleman dat er zwaar bezuinigd
zal moeten worden en dat ook de land- en tuinbouw daar
aan niet zal ontkomen. Zeer ongebruikelijk zei hij het
te vinden dat begin september evenwel nog niet duidelijk
was waar en in welke mate er in de begroting van het
Ministerie van Landbouw gesnoeid zal worden. "Hoe er
bezuinigd moet worden, zo stelde hij, dient in nauw
overleg met het bedrijfsleven plaats te vinden". Met als
achtergrond de onzekerheid over de beschikbare midde
len zei hij sterk het gevoel te hebben dat urgente zaken nu
niet aan de orde komen zoals o.a. de reeds
toegezegde aanpassing van de beëindigingsregeling en
van de normen voor de glasafbraak. "De diskussie hier
over is nu uitgesteld tot na de indiening van de nieuwe
begroting, een gang van zaken waaruit bepaald geen
beleid op langere termijn spreekt".
Wat de nieuwe regering betreft, vroeg de Z.L.M -voorzit
ter zich tenslotte af of deze wel voldoende daadkracht zal
hebben om harde maatregelen te nemen teneinde de
bergafwaarts glijdende ekonomie weer om te buigen!
"Zal zij dé durf en de wil hebben om weerstand te bieden
aan allerlei stromingen die eisen stellen zonder daarbij
voldoende rekening te houden met het algemeen be
lang?", aldus de Z.L.M.-voorzitter tot slot van zijn ope
ningswoord.
De opbrengsten van land- en tuinbouwprodukten blijven
nog steeds achter bij de voortdurende kostenstijgingen. Op
ongeveer de helft van de bedrijven is sprake van ontsparing,
waardoor de ondernemers een steeds groeiend beroep moet
doen op vreemd vermogen. De beeldvorming, dat het met de
inkomensvorming van boeren en tuinders de goede kant
opgaat, is onjuist. Er is sprake van een doorlopende uithol
ling van het weerstandsvermogen van het bedrijfsleven,
waardoor de kontinuïteit van veel bedrijven en daarmee een
belangrijk deel van de werkgelegenheid verder op de tocht
komt te staan.
Deze konklusie trok het bestuur van het Landbouwschap óp
woensdag 2 september tijdens de openbare bestuursverga
dering in Den Haag bij de bespreking van het Landbouw-
Ekonomisch Bericht (L.E.B.) 1981In deze jaarlijkse publi-
Op open dagen merken pas vele niet-agrariërs hoe hard
er in de land- en tuinbouw gewerkt moet worden om een
redelijk bestaan te hebben.
katie worden de belangrijkste ekonomische ontwikkelingen
binnen de Nederlandse land- en tuinbouw weergegeven.
In een toelichting op het L.E.B. werd meegedeeld, dat ge
durende de laatste jaren de positie van de land- en tuinbouw
verder is afgezwakt. Ondanks deze verslechtering gaf deze
sektor vorig jaar een exportsaldo te zien van 10,7 miljard:
een bijdrage aan de Nederlandse betalingsbalans, die in
vergelijking met 1979 met 0,7 miljard steeg. Zeker ook
gezien de problemen, die in Europees verband op de Ne
derlandse land- en tuinbouw afkomen, is de positie van de
agrarische bedrijven aanzienlijk minder rooskleurig, dan
vaak is verondersteld.
Als belangrijkste oorzaken van het zich nauwelijks herstel
lende rendement van de agrarische bedrijven werden ge
noemd de hoge koers van de dollar, de voortdurende stijging
van de energiekosten en de hoge rentestand. De kontinuïteit
van een groot aantal bedrijven wordt dusdanig bedreigd, dat
een zeer drastische ombuiging van de inkomenslijn tot stand
moet komen.
zogenaamde raamwet, die de mogelijkheid geeft eisen te
stellen ten aanzien van bedrijf en ondernemer, niet alleen
bij nieuwe vestiging maar ook bij wijziging van de be-
drijfsopzet. De toepassing zou worden geregeld via zo
genaamde landbouwvestigingsbesluiten (algemene
maatregelen van bestuur) voor bepaalde sektoren, om te
beginnen de varkenshouderij. Op verzoek van het
K.N.L.C. werd een en ander door het Hoofdbestuur van
de Z.L.M. besproken. De konklusie van deze bespreking
was dat de Z.L.M. zich uiterst terughoudend opstelt ten
opzichte van een dergelijke vestigingswet. Mocht er toch
een dergelijke wet komen dan wil de Z.L.M. beslist niet
verder gaan dan eisen aan opleiding en praktijkervaring
van de ondernemer, maar ook dat gaat vele HB -leden al
te ver. Het meest gehoorde tegenargument was wel dat
men er niets in ziet dat wil zeggen de doelstelling zal in de
praktijk niet verwezenlijkt worden en er zouden meer
nadelen dan voordelen aan een dergelijke vestigingsre
geling zitten. Ook in de veredelingssektor is men nu veel
terughoudender geworden dan enige jaren geleden,
(vervolg hoofdbestuur zie elders in dit nummer)