Doorgaan met het samen zoeken naar een evenwicht Antwoordt Braks aan NAJK teleurstellend Inkomensdaling in landbouw moet worden omgebogen I n de eerste plaats: is er nog geen ruilverkaveling in uitvoering, er is nog geen plan, er is zelfs nog geen voorbereidingskommissie, er is een aanvraag en Walcheren is sinds enige maanden geplaatst op het voorbe reidingsschema. En nu al worden er oriënterende adviezen uitgebracht aan de staatssekretaris van CRM. In de tweede plaats: er zijn voor het Landbouwverkeer geen te smalle wegen, maar sommige wegen vragen vanwege het niet landbouwverkeer om een verbreding. Het is dan ook absurd dat er gesteld wordt in dit ar tikel dat de meidoornhagen moeten verdwijnen terwille van bulkvervoer t.b.v. "de Landbouw". Op sommige plaatsen zal hoogstwaarschijnlijk de fundering van de weg aan een ver betering toe zijn! L aten we ons nuchter verstand blij ven gebruiken, allemaal. Laten zij en wij niet te veel oriënterende adviezen in de publiciteit brengen. Laat de te benoemen voorbereidingskommissie proberen met takt en wijsheid de he T.b.v. belangen Landbouw, Natuur en Landschap Waarom dan wel? P.J.G.N.-nieuws Vrijstelling Rentesubsidie Mag ik nu ook een advies geven? Een goedkope zonnewarmtecollector? Veenkoloniale Boerenbond slaat alarm: Snertmaatregel 1 oen ik vrijdag 28 augustus j.l. thuis kwam en de Provinciale Zeeuwse Courant doornam viel mijn oog op de kop met zeer grote letters "Ruilverkaveling Walcheren: grote nadelen voor natuur en landschap". Omdat mijn belangstelling uitgaat naar ruilverkaveling mede omdat ik "van nabij en verre" veel ruilver kavelingen heb meegemaakt vanaf 1953 was dat het eerste artikel dat ik doornam. Al lezende steeg mijn verontwaardiging nog meer dan van de suggestieve kop boven het artikel. In de derde plaats: het gezin van de landbouwer/ veehouder/fruitteler kan zijn kost niet meer verdienen op kleine percelen, daarom zou d.m.v. perceelsvergroting het bestaan van velen behouden of verbeterd kunnen worden. In de vierde plaats: door een ruil verkaveling zal de flora en de fauna in de duinen en duingebieden niet verstoord worden, evenmin op de landgoederen. De Landbouw heeft hier geen belangen. Er wordt daar niet verkaveld. In de vijfde plaats: men doet het voorkomen alsof alle graslanden in de toekomst gescheurd zullen wor den. Nee ook hier speelt de natuur een rol. Er zijn in Walcheren gebie den waar het grasland niet scheur- baar is, waar een boer als hij het zou scheuren geen droge boterham op kan verdienen. Hij heeft daarvoor geen rapport nodig, omdat hij dat zelf wel weet en anders zelf aan den lijve ondervindt. In de zesde plaats: de opstellers we ten althans moeten weten, dat ar cheologische vindplaatsen zoals ou de bewoningsplaatsen en vliedber gen nog nooit döor de ruilverkave ling zijn aangetast, en indien oude bewoningsplaatsen werden gevon den wel zeer veel medewerking is Een dezer dagen ontvingen wij een reaktie van minister Braks op onze brief van 19 maart 1981, die verzon den was naar aanleiding van de jon gerendag in Amersfoort. De brief van Braks begint positief. Hij onderkent een aantal wringpun ten op fiskaal gebied bij de bedrijfso vername. Over de pachtersclaim komt de mi nister met een verheugende mede deling. "De fiskale claim op het pachtersvoordeel zal worden op gelost". Daartoe zal de staatssekre taris van Financiën een regeling af kondigen. Nu moeten we niet te vroeg juichen. Het overleg tussen de staatssekretaris en de Vaste Kamer kommissie op 29 april j.l. waar Braks in zijn brief naar verwijst, was te leurstellend. De staatssekretaris had zich slechts uitgesproken voor een nadere bestudering van het pro bleem. Geluiden van toendertijd kwamen er op neer dat de zgn. hardheidsclausule soepeler zou wor den toegepast. En dat is natuurlijk geen oplossing. Bovendien schrijft Braks er ook niet bij, wanneer de claim zal worden opgelost. Is dat hetzelfde als "afschaffen", waar het NAJK om vroeg? Maar we mogen aannemen dat de minister zijn woorden waar kan maken. Verder studeert de staatssekretaris op een verruiming van de zgn. landbouw- vrijstelling in de inkomstenbelasting. Prima, maar een beetje haast daar mee is nooit weg, dacht ik zo. Ik neem aan dat onder deze studie ook valt het kunnen overnemen tegen agrarische waarde zonder fiskale problemen en de verruiming van de doorschuiving. Nu maar wachten hoe dat studeren uitvalt, want dat weetje maar nooit. Hiermee is de positieve koek van de minister op. Wat betreft de vrijstelling van over drachtsbelasting bij overname door het kind, ook bij de zgn. gefaseerde bedrijfsovername, verwijst de minis ter naar de bestaande regelingen. Toepassing van de WIR ook bij fa milieoverdracht is voor ons een be langrijk puht. De minister wil er niet aan: geen specifieke toepassing van de WIR voor de landbouw, anders worden de andere EG-landen boos. Het NAJK zou een specifieke land- bouwtoepassing van de WIR wel willen, maar vroeg daar helemaal niet om in zijn brief van maart. Wij willen dat de WIR in alle gevallen van de bedrijfsovername wordt toe gepast, ook bij familietransakties. En niet alleen bij boerenfamilietransak- ties. De huidige toepassing is juist een uitzondering op de algemene WIR-regel. Braks wijst rentesubsidie bij bedrijf sovername af met het argument dat elders de rente hoger is, en boven dien bestaat het gevaar dat de familie in plaats van de opvolger met het geld gaat strijken door hogere over nameprijzen. Wat betreft de hogere rente in ande re EG-landen moet in aanmerking worden genomen dat beslissend is de reeële rente: dus de rente na aftrek van inflatie. En dan zit Nederland beslist hoog. Het gevaar voor hogere overname prijzen in geval van rentesubsidie is niet geheel irreeël, maar dat geldt in principe voor allerlei subsidierege lingen die we hebben gehad of nog hebben. Bestrijden kan, bijvoorbeeld door de grondovernameprijs te bin den aan een maximum van de agra rische waarde. Braks wil ook geen verruiming van de Grondbank. En de servicekosten (bij Borgstellingsfonds, Grondbank en Rentesubsidie) moeten jonge boeren blijven betalen. Onze Brabantse mi nister vindt het een gevaarlijk "pre cedent" en heeft geen geld voor vrij stelling. Nou vraag ik je, als daar al geen geld voor is (1 3 min. gld. per jaar), waar dan wel voor? Gerrit Walstra verleend door de kommissie C.D. en kadaster. Om te stellen dat door het aanleggen van drainage, archeolo gische vindplaatsen worden vernie tigd is een trap onder de gordel van allen die in een ruilverkaveling wer ken en werkten. Het is gewoon niet waar. In de zevende plaats: het valt mij op dat in verkavelde gebieden nog zeer veel weidevogels voorkomen. Wat de Kleine Zwaan betreft nog dit: we worden in de winter vaak door boe ren gebeld, die vertellen dat de Klei ne Zwaan wintertarwe opvreet. Ze zitten dus niet alleen op grasland. In de achtste plaats: Walcheren is na de oorlog middels de herverkaveling praktisch helemaal geëgaliseerd, zo dat dit kultuurtechnisch werk slechts sporadisch voor zal komen. In de negende plaats: er wordt in iedere ruilverkaveling overleg ge pleegd, hoeveel en naar welke plaats boerderijen worden verplaatst. In de tiende plaats: boeren, mini- kampinghouders, ja ook bezitters van tweede woningen en karavanparken hebben al beplantingen aangebracht met zeer veel medewerking van Staatsbosbeheer. Waren ze hun tijd vooruit of vonden ze dat zelf mooi. Wisten de samenstellers niets van deze beplantingen? Even heb ik gedacht na het lezen: "Is dit verontrusting zaaien onder inwoners van Walcheren en zij die Walcheren kennen". Omdat ik posi tief ben opgevoed en probeer positief te werken heb ik deze gedachte laten varen. Wel heb ik gedacht: "We waren een heel eind gevorderd om met welwil lende natuurbeschermingsmensen" naar elkaar toe te groeien met in het achterhoofd "Trachten een even wicht te zoeken tussen de belangen van landbouw, natuur en landschap, getuige de ruilverkaveling "de Poel- Heinkenszand", "Kapelle-Wemel- dinge", de ruilverkaveling in voof-, bereiding "Yerseke Moer". Wordt dit door dergelijke oriënterende ad viezen niet verstoord? in de door de RAK Walcheren samengestelde brochure "Een visie op de Walcherse ruilverkaveling" staat dit kaartje waarop "volle" en "lege" gebie den staan uitgetekend. Er is een vrij nauwkeurige schatting gemaakt van het aantal hektares dat beschikbaar kan komen voor vestiging van nieuwe bedrij ven in de lege gebieden. langen van landbouw, natuur en landschap in evenwicht te brengen. Laat iedereen beseffen dat de agra riër erg veel van de natuur houdt, maar er ook meer van afhankelijk is. In zijn bestaan, in zijn portemonnaie, dan de meest andere bevolkingsgroe pen in ons land en dat hij alleen zijn bestaan kan redden op een goed ver kaveld bedrijf. J. Markusse Het CNEEMA te Antony bij Pa rijs heeft in 1980 op een drietal landbouwbedrijven een bijzon der eenvoudige en waarschijnlijk zeer goedkope zonnewarmtecol lector voor het nadrogen van hooi uitgeprobeerd. De collector bestaat uit een slang van zwarte polyethyleen, wand dikte 0,2-0,3 mm, met een dia meter van 1,90 m en een lengte van 200-300m. Voor de slang wordt een ventilator geplaatst om de slang op te blazen en lucht door de slang te voeren. In prin cipe kan daarvoor de voorhanden hooiventilator worden gebruikt. Men moet dan een wanddikte van 0,3 mm toepassen, anders is de kans op scheuren van de slang te groot. Met een extra ventilator voor de slang, dus met in totaal twee ventilatoren, kan men waarschijnlijk met een wanddikte van 1,5-2 mm werken en kan men blijven ventileren als de slang onverhoopt lek wordt. De venti lator moet een tegendruk van 0,1 mwk (100 mm waterkolom) kun nen leveren. Het opblazen moet zeer geleide lijk geschieden, anders gaat de slang klapperen en is er een grote kans op scheuren. Men moet daarom de aanzuigopening van de ventilator bij het opblazen ge deeltelijk afdekken met bijv. een stuk karton. Volgens de metingen van het CNEEMA bedroeg de tempera tuurstijging van de lucht bij een 280 m lange slang en een lucht- doorstroming van 38000 m3/h gemiddeld 10 gr.C., soms steeg dit tot 20-25 gr. Een dergelijke collector neemt veel ruimte in beslag en moet worden verankerd om wegwaai en, e.d. te voorkomen. Eventuele 'bochten moeten een straal van minstens 5 m hebben. Bij het verankeren leken om de 5 m in de slang gelegde zakken kunstmest een goede oplossing. Daarnaast kan men de slang om de 20-30 m met touw en haringen vastzetten. Er is nog niet voldoende bekend om ja of nee tegen dit systeem te zeggen, dat er mogelijkheden in kunnen zitten lijkt niet onwaar schijnlijk. (Uit: Schweizer Landtechnik april 1981) De Veenkoloniale Boerenbond te Veendam heeft aan Het KNLC een brief gestuurd waarin het bestuur van de VBB zijn grote verontrusting uitspreekt over de situatie in de land- en tuinbouw. Kern van de boodschap aan het KNLC is dat er een einde gemaakt moet worden aan de inkomensdaling in de landbouw. Gewezen wordt op becijferingen van het Landbouw-Ekonomisch Instituut, dat in zes jaar tijd de agrarische inkomens met 40% zijn gedaald. De verhouding tussen kosten en opbrengsten is helemaal scheefgegroeid. En het einde van de kostenstijging is nog niet in zicht. "Een dag met een trekker op het land kost de boer op dit moment aan brandstof reeds 100,— tot 150,- zo schrijft de VBB. De Boerenbond wijst Voorts op de slechte solvabiliteit van veel bedrij ven. "Deze cijfers geven een duidelij duidelijk beeld van de précaive si tuatie waarin met name veel jonge agrariërs - vooral met het oog op de huidige hoge rentestand - verkeren." Het VBB bestuur vraagt zich af of hierin verbetering kan worden ge bracht door een hardere opstelling in Copa-verband dan in het verleden. Wellicht kan en moet de objektieve rekenmethode worden aangepast. Tenslotte spreekt het bestuur van de VBB zijn verontrusting uit over de aanhoudende daling van het pachta- reaal in ons land. Door deze ontwik keling worden teveel jonge boeren gedwongen tot aankopen van be drijven, waartoe zij zelf eigenlijk niet in staat zijn. De brief werd maandag j.l. bespro ken in een vergadering met de voor zitters van de provinciale en gewes telijke organisaties die bij het KNLC zijn aangesloten. Men konkludeerde daar overeenkomstig de inhoud van de VBB-brief, dat het gat tussen werkelijke beloning en waar men aanspraak op mag maken steeds groter wordt. De gevolgen daarvan laten zich zien in oplopende schul den bij bank en veevoerleverancier. De stroom aanvragen om rentesub sidie voor investeringen is bijna op gedroogd, terwijl de aanvragen om hulp via de Rijksgroepregeling Zelf standigen toenemen. De belangstel ling voor de "Zwemvestregeling", het gegarandeerd bijzónder bedrijfs- krediet, wijst eveneens op de moei lijke en soms uitzichtloze situatie waarin bedrijven verzeild zijn ge raakt. Overigens was er forse kritiek op deze regeling. Een snertmaatre gel, zo werd er gezegd, 't Is een rege ling voor de banken, maar niet voor de boer. De normen moeten gewij zigd worden. De minister speelt er mooi weer mee en wij, als land bouworganisaties, kunnen de teleur gestelde mensen opvangen, die bui ten de boot zijn gevallen. Men loopt niet met zijn financiële zorgen te koop. Pas als er echt geen andere mogelijkheden meer zijn doet men een beroep op een of andere over heidsregeling. Alleen die "gevallen" worden geregistreerd. "Gezamenlijk aktie ondernemen", zo besloten de KNLC-voormannen. 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 8