Vraag en antwoord over de hinderwet Viditel komt met aktuele informatie over land- en tuinbouw Cehave groeide ook in boekjaar 1980/1981 Vraag 1 Mijn bedrijf is niet hinderwetplichtig, geen vee, geen ventilatoren, geen elektromotoren, geen benzine, geen propaan. Ik heb tijdelijk wel eens be strijdingsmiddelen voorradig maar nooit meer dan 10 kg. Wat is uw advies. Antwoord Berg de bestrijdingsmiddelen goed op dat er geen ongelukken kunnen ge beuren. Voor tijdelijk in voorraad hebben van minder dan 25 kg bestrij dingsmiddelen adviseren wij u geen hinderwetvergunning aan te vragen. Dit geldt voor zeer veel fruittelers hebben wij begrepen. Vraag 2 Wij hebben een warenhuis van 5.000 m2 waarvan de elektromotoren een gezamenlijk vermogen hebben van meer dan 1,5 kW. Wat adviseert U? Antwoord Een hinderwetvergunning aanvragen, gezien moeilijkheden die zich zeer re cent hebben voorgedaan. Doe het gezamenlijk in verband met de kosten. Vraag 3 Valt opslag van stookolie, dieselolie, huisbrandolie onder de hinderwet? Antwoord Neen, alleen opslag van benzine en propaangas. Vraag 4 Kunstmest sla je toch niet op, op je bedrijf. Dat haal je bij koöperatie of handel en verstrooi je? Antwoord Juist gesteld, daarvoor vraagje dan ook geen hinderwetvergunning. Let ook eens op het woordje nitraat. Vraag 5 Ik woon in de dorpskern, en hou daar 12 stuks jongvee en 1 melkkoe. Wat moet ik doen? Antwoord Zorgen dat het geen rotzooi wordt, en voor u aanvraagt advies vragen bij de S.E.V.-er(ster) in uw gebied of uw bedrijfsvoorlichter. Vraag 6 Ik lig met mijn bedrijf 50 m tot 100 m uit de woonbebouwing. Hoe zou u handelen? Antwoord Ik zou niet klakkeloos aanvragen, maar kontakt opnemen met de in antwoord 5 genoemde personen. Vraag 7 Ik wil mijn varkensbedrijf uitbreiden. Nu heb ik wel eens gehoord over een afst&ndsgrafiek voor nieuwe vestigingen of aanmerkelijke uitbreidingen. Wat betekent dat nu eigenlijk? Antwoord DE AFSTANDSGRAFIEK Bij het onderzoek of al dan niet een hinderwetvergunning verleend kan worden, zal een oordeel gevormd moeten worden of en in welke mate door de betrokken inrichting gevaar, schade of hinder van ernstige aard zal worden veroorzaakt. Bij de intensieve veehouderij zal dit onderzoek zich voornamelijk toespitsen op mogelijke hinder, afkomstig van stank. Als hulpmiddel bij deze beoordeling is een afstandsgrafiek gekonstrueerd, waarin minimale afstanden tussen het hinderveroorzakend bedrijf en de aangrenzende bebouwing zijn weergegeven. Deze afstanden zijn enerzijds afhankelijk van de soort en het aantal dieren op het betrokken bedrijf, anderzijds ook van de mate van hindergevöeligheid van de aangrenzende bebouwing. Als basiseenheid voor stankhinder in de intensieve veehouderij is het mest- varken gekozen. Andere diersoorten worden omgerekend tot mestvarken- seenheden volgens onderstaande tabel: 1 mestvarkenseenheid 1 mestvarken 1 mestkalf 1,5 fokzeug 15 legkippen met natte mestopslag 30 legkippen met droge mestopslag 100 mestkuikens bij deeppitstallen ligt de norm hoger 60 leghennen) Bij meerdere diersoorten op het bedrijf wordt door optelling het totaal aantal mestvarkenseenheden verkregen. Bij uitbreiding dient het aantal eenheden van de bestaande inrichting bij die van de voorgenomen uitbreiding te wor den opgeteld. Het bepalen van de hindergevöeligheid voor de omgeving en daarmee het vaststellen van een grens m.b.t. de maximaal aanvaardbare geachte hinder is buitengewoon moeilijk en altijd enigszins dubieus door een subjektiever ka rakter van deze bepaling. Op basis van de gemiddelde ervaring is gekozen voor een indeling van potentiële omwonenden in 4 categoriën. Voor deze categoriën is een verschillende tolerantie t.a.v. stankhinder aange nomen, hetgeen tot uiting komt in de 4 verschillende lijnen in de afstands grafiek. De omschrijving van de 4 categoriën is als volgt: Categorie I: Categorie II: Categorie III: In de direkte omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen: a. de bebouwde kom; b. stankgevoelige objekten (ziekenhuis, sanatorium, internaat e.d.) c. objekten voor verblijfsrekreatie (bungalowpark, camping etc.). In de direkte omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen: a. niet-agrarische bebouwing, gekoncentreerd in lintbebouwing buiten de bebouwde kom, langs wegen, vaarten, dijken e.d.; b. meerdere verspreid liggende niet-agrarische be bouwingen, die aan het desbetreffende buitenge bied een bepaalde woonfunktie verlenen; c. objekten voor dagrekreatie (zwembaden, speel tuinen etc). In de direkte omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen: een enkele niet-agrarische bebouwing in het buiten gebied. Het bepalen van de hindergevöeligheid is uiterst moeilijk. Wat stinkt eigenlijk? Categorie IV: In de direkte omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen: andere agrarische bedrijven. De afstandsgrafiek, die op basis van bovenstaande gegevens ontworpen is, ziet er als volgt uit: 400 mostvarKenseenheden Vraag 8 Ik woon midden in de polder? Heb geen vee? Wel ventilatoren en een paar elektromotoren. Ben akkerbouwer. U vindt een aanvraag toch ook niet nodig? Antwoord Uw bedrijf is hinderwetplichtig. Vraag dus aan! Hét zal echt meevallen. Uw geval ligt eenvoudig en valt waarschijnlijk in de verkorte procedure. Alleen een kwade buurman kan u het lastig maken. Vraag 9 Heb je als bestrijdingsmiddelenhandelaar die midden in het dorp woont een hinderwetvergunning nodig. Er ligt altijd voorraad. Antwoord Ja. Vraag 10 Kan.de Z.L.M. er niets aan doen dat onze bedrijven niet hinderwetplichtig zijn. Antwoord Neen, dit kan ze niet! Zij ziet wel haar verantwoording u op de juiste manier voor te lichten. Zij heeft dit ook gedaan door het laatste jaar 3 voorlichtings artikelen over de hinderwet in ons blad te schrijven. Maar u bent ondernemer en neemt uw beslissingen zelf. U bent daar ook zelf verantwoordelijk voor. J. Markusse f 35 miljoen voor de boeren Het per 30 juni 1981 afgesloten boekjaar heeft voor de Cehave nv goede resultaten opgeleverd. Uit de voorlopige cijfers blijkt, dat de totale omzet in geld van het Cehave-koncern is gestegen met 7,7% tot 1,8 miljard gulden. De ontwikkeling bij de Cehave is over het afgelopen boekjaar weer gunstig geweest, hetgeen, gezien de algemeen minder gunstige ontwikkeling in het bedrijfsleven, voor de Cehave-afnemers een meevaller is. Het Bestuur van de Cehave heeft besloten, dat aan de trouwe afnemers van mengvoeders een prijskorrektie zal worden uitgekeerd van 1,25 per 100 kg. afgenomen voeders van de Cehave nv, met daarnaast de ge bruikelijke kwantumkorting. Ook op de afname van meststoffen wordt een prijskorrektie uitgekeerd van 0,40 per 100 kg. In totaal zal met deze uitkeringen aan de trouwe af nemers een bedrag gemoeid zijn van niet minder dan 35.000.000,-. Ook aan het personeel zal een winstuit kering worden gedaan nl. van 3%. De mengvoederomzet van de Ceha ve bedroeg in het afgelopen boekjaar 2.149.000 ton, hetgeen ruim 2% meer is dan vorig jaar. De stijging van de mengvoederomzet was vooral te danken aan de toena me in de afzet van varkensvoeders 4,5%). Ook de pluimveesektor gaf een stijging te zien. In de rund- veesektor daarentegen was er een lichte teruggang, hetgeen nauw sa menhangt met de gunstige ruwvoe- derpositie bij de rundveehouders. De prijzen van de mengvoeders zijn ook in het afgelopen boekjaar weer sterk gestegen. Gemiddeld bedroeg deze prijsstijging 3,— per 100 kg mengvoeders. Deze stijging is vrijwel geheel het gevolg van de sterke stij ging van de grondstoffenprijzen, op de wereldmarkt en de gestegen dol larkoers. De definitieve resultaten over 1980/1981 zullen in het jaarverslag, dat in november zal verschijnen worden opgenomen. De informatie over voedsel (pro- duktie, verwerking en gebruik) en bloemen in Viditel, van de agrari sche publiekrechtelijke bedrijf sorganisaties en aanverwante in stellingen in ons land, is op 1 au gustus zijn tweede proefjaar inge gaan. In de komende periode wordt in dit programma bijzonde re aandacht geschonken aan de berichtgeving over aktuele ont wikkelingen in de betrokken sek toren: akkerbouw, groenten en fruit, sierteelt, veehouderij, visse rij en vetten en oliën. Daartoe zijn ook kontakten gelegd met de de partementen van landbouw en visserij, volksgezondheid en mi lieuhygiëne en met de Direktie Landbouwkundig Onderzoek in Wageningen. Inmiddels is met de stroomlijning van de informatie in Viditel een aan vang gemaakt. De informatie over de pluimveesektor wordt nu uitsluitend verzorgd door het Landbouwschap; het produktschap voor pluimvee en eieren heeft zich namelijk uit het ge zamenlijke pbo-projekt teruggetrok ken. De hoofdstukindeling is lichtelijk gewijzigd waardoor een kompakter beeld wordt verstrekt. Deze hoofd stukken zijn nu: wie, wat, waar (2401); produktie (2402); de weg naar de klant (2403); beleid, kwaliteit en kontrole (2404); eten en drinken (2405); bloemen, bollen, bomen (2406); nieuws (24091) en bekijk de praktijk (24092); De in 1980 door de thans 17 betrok ken instellingen ingebrachte infor matie wordt momenteel geaktuali- seerd. Kerninformatie Het totaal aantal per 1 augustus in de komputer ingevoerde beelden met voedsel en bloemen-informatie be draagt ruim 1.000. Verwacht wordt, dat dit aantal per 1 januari 1982 - wanneer het totale programma afge rond dient te zijn - op rond 1.500 beelden zal komen. Per januari 1982 zal via het ter beschikking stellen van een voedsel- en bloementrefwoor- denboekje verdere bekendheid ge geven worden aan dit pbo-projekt. In september wordt door verschillen de informatieleveranciers in dit pro- jekt bij het bedrijfsleven de mening gepeild over het nut van de beschik baarstelling van voor de bedrijfsvoe ring belangrijke kerninformaties via Viditel. Dit medium biedt namelijk de gelegenheid om dit op de snelst mo gelijke manier massaal te verzorgen. Wanneer het bedrijfsleven in de voedsel en bloemenwereld ook daar mee zijn voorsprongpositie op ande ren zou kunnen vergroten mag zo'n gelegenheid niet ongemerkt passeren vindt de pbo-viditelkommissie. Aan het pbo-voedsel- en bloemeninfor- matieprojekt in viditel doen mee: bedrijfsschap slagersbedrijf; produkt schap voor granen, zaden en peulvruch ten; bedrijfsschap horeca; hoofdpro- duktschap voor akkerbouwprodukten; landbouwschap; produktschap voor landbouwzaaizaden; produktschap voor margarine, vetten en oliën; het neder- lands zuivelbureau; produktschap voor aardappelen; produktschap voor groen ten en fruit; stichting public relations land- en tuinbouw; produktschap voor siergewassen; produktschap voor vee ejn vlees; produktschap voor zuivel; stichting voorlichtingsbureau vlees, vleeswaren, vleeskonserven, produktschap voor vis en visprodukten en het produktschap voor veevoeder. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 4