Ruim 200 aanvragen voor
Garantieregeling Bijzonder
Bedrijfskrediet
Land- en tuinbouwkoöperaties
verbeterden marktaandeel in 1980
Biologen maken "zonneboon"
Helft van aanvragen wordt toegewezen
Afwijzingen
Vooral
melkveehouderijbedrijven
Fabriek maakt eetbare
proteïne uit beenderen
Veel overleg
Weidebouw en Voederwinning
Streven naar meer samenwerking
Belgische
aardappelmarkt
Eindlessen van kursussen
Ruim tweehonderd boeren en tuinders hebben tot nu toe een aanvraag
ingediend voor een bijzonder bedrijfskrediet van de overheid. Van de
vijftig aanvragen, die inmiddels zijn behandeld, is ongeveer de helft
toegewezen. Met deze toewijzing is een overheidsbedrag gemoeid van
bijna 1 miljoen. Elke week komen er ongeveer tien nieuwe aanvragen
binnen. Het Landbouwschap, dat bij de voorbereiding van deze bijzon
dere regeling was betrokken, is van mening dat de regeling aan de
verwachtingen voldoet. Goed geleide en perspektief biedende bedrijven
kunnen immers na een tijdelijke steun in de rug weer op eigen kracht
verder.
De GBK-regeling (Gegarandeerd
Bijzonder Bedrijfskrediet) werd me
dio april jl. opengesteld en is met
name bedoeld voor agrarische on
dernemingen, die in financiële
moeilijkheden zijn geraakt. Het gaat
om ondernemers, die tussen 1 mei
1977 en 1 mei 1980 een investerings
plan hebben uitgevoerd en het voor
al door de extreem hoge rentestand
niet meer kunnen bolwerken. Minis
ter Braks (Landbouw en Visserij)
heeft hiervoor een bedrag van 10
miljoen ter beschikking gesteld.
Inmiddels zijn na twee bijeenkom
sten van de Centrale Advieskom
missie 52 aanvragen afgewerkt.
Hiervan zijn 22 aanvragen gehono
reerd, 25 werden afgewezen en 5
aanvragen zijn aangehouden, omdat
de beschikbare informatie onvol
doende was om een besluit te nemen.
De motieven om ongeveer de helft
van de aanvragen af te wijzen zijn
verschillend. Bedrijven hebben soms
jaren achtereen met verlies gedraaid
en zijn zodanig in de rode cijfers be
land, dat er geen uitzicht is op red
ding van de onderneming. Voorts
kan er sprake zijn van onvoldoende
kwaliteit van de ondernemer, waar
door het technisch resultaat onder de
maat is gebleven.
Een andere reden waarom enkele
aanvragen zijn afgewezen is, dat op
een andere wijze in de financiering
kan worden voorzien. Dit gebeurt
dan door middel van financiële hulp
via het Borgstellingsfonds (BF)
en/of de Rijksgroepsregeling Zelf
standigen (RZ). Andere aanvragers
werden teleurgesteld, omdat zij ook
met de geboden hulp van de GBK-
regeling (een achtergesteld bedrijfs
krediet van maximaal 50.000,—
een zelfde bedrag van de bank en een
aanvullende borgstelling van maxi
maal 100.000,— voor kortlopende
schulden plus eventuele hulp via de
RZ) het hoofd niet boven water zou
den kunnen houden. Bij enkele aan
vragen was het geïnvesteerde bedrag
minder dan 25% van het balansto
taal, waardoor de aanvraag eveneens
negatief werd beoordeeld.
Bij ongeveer tachtig procent van de
aanvragen gaat het om een land
bouwbedrijf en wel vooral melkvee
houderijbedrijven en enkele varkens-
houderijbedrijven.
De overige aanvragen zijn afkomstig
van (glas) tuinders. Op 14 augustus jl.
waren er in totaal 212 aanvragen in
gediend, waarvan 171 uit de landbouw
en 41 uit de tuinbouw. Opvallend is
het grote aantal aanvragen uit de drie
noordelijke provincies (in totaal 82).
Met het Ministerie van CRM zijn
nadere afspraken gemaakt over de
werking van de GBK-regeling in re
latie tot de RZ-regeling. Indien de
moeilijkheden niet primair het ge
volg zijn van de uitvoering van een
investeringsplan (met name de ge
stegen rente!), maar mede te wijten
zijn aan kalamiteiten en/of tijdelijke
problemen (bijvoorbeeld ziekte van
vee), dan kan de RZ een bijdrage
geven als aanvulling op de GBK-re
geling.
Volgens het Landbouwschap moet
nogmaals met nadruk worden ge
steld, dat de GBK-regeling is be
doeld voor goed toegeruste en le
vensvatbare bedrijven. De onderne
mer moet zijn hoofdberoep in de
landbouw hebben en de investeringen
Biologen van Amerikaanse rege
ringslaboratoria en van de universi
teit van Wisconsin zijn er in geslaagd
een eiwitproducerend gen van een
snijboon over te planten in een zon
nebloem. Ze hebben de nieuwe plant
"zonneboon" gedoopt.
De Amerikaanse minister van land
bouw John Block zei bij de bekend
making van het genetische experi
ment dat de hybride zonneboon de
eerste stap is naar het verhogen van
de voedingswaarde van planten, het
vergroten van de weerstand tegen
plantenziekten en het produceren
van maiszaden die geen stikstof-
kunstmest nodig hebben.
De leider van het onderzoekteam,
John Kemp, zei dat het experiment
het opwindende vooruitzicht biedt
op het kweken van groenten die alle
onmisbare aminozuren voor de
menselijke voeding bevatten. Een an
dere mogelijke toepassing is de ge
netische opbouw van groenten zo
danig te veranderen dat een groter
deel van hun eiwitten verteerbaar
wordt. Ook zouden granen mogelijk
kunnen worden "omgebouwd" om
meer stikstof uit de lucht op te ne
men. De behoefte aan kostbare
kunstmest zou daardoor verminde
ren.
Dergelijke praktische toepassingen
van de nieuwe genetische technolo
gie liggen volgens funktionarissen
van het Amerikaanse ministerie van
Landbouw echter nog jaren in het
verschiet. (Volkskrant)
Lensfiedl Products, een dochte
ronderneming van de grote land-
bouwkoöperatie FMC, heeft in
Flitwick niet ver van Londen de
eerste fabriek ter wereld geopend
waar eetbare proteïne, fosfaat en
vet uit beenderen wordt gemaakt.
De proteïne wordt al gebruikt in
voedingsmiddelen, farmaceuti
sche produkten en voedsel voor
huisdieren.
Het wordt gebruikt als bindmid
del voor soepen, worstjes en ba
byvoeding. Het fosfaat wordt ge
bruikt in koek, bloem, custard en
vruchtendranken. Onder licentie
wordt een soortgelijke fabriek in
Denemarken gebouwd, terwijl
ook wordt onderhandeld met
geïnteresseerden in het Midden-
Oosten, West-Europa, Afrika, het
Verre Oosten en Noord-Amerika.
Flitwick heeft ook al twee keer
bezoek gehad van een Chinese
delegatie.
Beenderen maken ongeveer 12
procent van het levend gewicht
van een koe en ongeveer acht
procent van het gewicht van een
varken uit.
(Ekonimisch Dagblad)
in het kader van het ontwikkelings
plan dienen noodzakelijk en verant
woord te zijn geweest. Dat geldt ook
voor de financiering van deze inves
teringen. Voorts moet het bedrijf
voldoende inkomenskapaciteit heb
ben en moeten de mogelijkheden om
op een andere wijze in de financie
ring te voorzien, zijn afgesneden.
Het is bovendien van belang dat aan
de voorbereiding van een aanvraag
(die via de bank moet worden ge
daan) veel tijd en zorg wordt besteed.
Dit kan onnodige teleurstellingen
voorkomen. De GBK-regeling on
derscheidt zich voorts van andere
regelingen (zoals een rentesubsidie
regeling), dat er veel overleg en re-
kenarij aan te pas komt. Vóór de af
handeling van een GBK-aanvraag is
in de meeste gevallen veel overleg
nodig met de bank, kredietadviseurs,
voorlichtingsdiensten, schuldeisers
en de Hoofdingenieur-direkteur
voor de Bedrijfsontwikkeling
(H.I.D.) in de provincie. De looptijd
van een aanvraag kan hierdoor aan
zienlijk verschillen.
De voortschrijdende technische ontwikkelingen en wetenschappen ge
ven steeds nieuwe perspektieven. Ook het gebied van de weidebouw en
voederwinning is de laatste jaren veel in beweging. Dat de praktijk sterk
inspeelt op nieuwe ontwikkelingen binnen dit eeuwenoude thema komt
o.a. tot uiting in het tot stand komen van een tweetal kursussen over dit
onderwerp, namelijk te Aagtekerke en Kapelle. Deze kursussen om
vatten elk 10 lessen a 3 uur. Op de 8 theorielessen, gehouden in de
periode december - februari, is o.a. de aanleg, bemesting, verzorging en
gebruik van grasland naar de nieuwste inzichten behandeld, alsmede
konserveringsmethoden.
Tevens werd aandacht besteed aan
voedergewassen als snijmais en voe
derbieten. Er zijn 2 praktische lessen
gehouden over respektievelijk gras
landgebruik en voedergewassen. Het
aantal deelnemers per kursus was 22
en 14. De eindles van de kursus te
Aagtekerke vond plaats op 21 juli.
Getuigschriften zijn uitgereikt aan:
B. Blankers te Grijpskerke; R. Bosgra te
Vlissingen; L. Dekker te Meliskerke; F.A.
Deij te Middelburg; Jac. Francke te
Grijpskerke; J. Francke te Grijpskerke; J.
Francke te Grijpskerke; W. Francke te
Grijpskerke; J. Geschiere te Meliskerke;
D. Gideonse te Veere; A. Janse te
Grijpskerke; J.J. Janse te Domburg; J.
Kodde te Biggekerke; N.A. Mieras te
Grijpskerke; J. Riemens te Grijpskerke;
A.J. Vader te Nw. en St. Joosland; W.
Verhage te Koudekerke; N. Vermue te
Grijpskerke; A. de Visser te Aagtekerke;
P. de Visser te Aagtekerke; J. Wisse te
Meliskerke; A. de Visser te Meliskerke.
Bij de kursus te Kapelle was de eind
les op 20 juli. Getuigschriften zijn
uitgereikt aan:
J.M. Dekker te Lewedorp; J. Harinck te
Goes; J.A.J, op 't Hof te 's Heer Arends-
kerke; W. op 't Hof te Kapelle; J.P. de
Jonge te Wemeldinge; P.A. Karelse te
Heinkenszand; F.A. Kloosterman te Bie-
zelinge; I.S. van der Maas te Kapelle; J.
Nijsse te Ellewoutsdijk; M.J. Nijsse te
Driewegen; J.A. Nijssen te Kapelle; A.J.
de Roo te 's Heer Arendskerke; A.J.
Schouwenaar te Wemeldinge; M. Ver
mue te Kapelle.
De lessen van deze kursussen zijn
gegeven door:
Ing. R. v.d. Meer en Ing. J.J. Zon
derland van het C.A.R. te Goes.
"Slechts vernieuwing kan behouden,
Achterblijft die stil blijft staan".
Ing. J.H. Lantinga
De land- en tuinbouwkoöperaties hebben in 1980 in verschillende sekto
ren hun marktaandelen verder verbeterd. Er wordt voortgegaan op de
weg naar meer samenwerking tussen de koöperaties onderling. De
omzet van de agrarische aankoop-, verwerkings- en afzetkoöperaties
steeg naar 26 miljard. Via de afzet- en verwerkingskoöperaties komt
55-60% van de opbrengsten in de Nederlandse land- en tuinbouw tot
stand.
Dit zijn de belangrijkste konklusies uit de enquête die de Nationale
Koöperatieve Raad voor land- en tuinbouw ook dit jaar weer heeft
ingesteld naar de resultaten bij de Nederlandse land- en tuinbouwkoö
peraties.
Marktaandelen
In verschillende sektoren hebben de
land- en tuinbouwkoöperaties hun
marktaandelen verder verbeterd. Dit
is o.a. het geval in de zuivelsektor
(koöperatief marktaandeel 90%), de
mengvoederproduktie (54%) en bij
de grasdrogerijen (56%).
De koöperatieve bedrijfsverzor-
gingsdiensten mogen zich in een
blijvend groeiende belangstelling
verheugen. Inmiddels zijn ca. 45.000
boeren en tuinders lid van een be-
drijfsverzorgingsdienst, hetgeen
neerkomt op ca. 43% van de hoofd-
beroepsbedrijven groter dan 50 sbe.
Ook bij de KI-verenigingen neemt
de belangstelling nog steeds toe. In
de varkenssektor is er de laatste jaren
sprake van een zeer snelle stijging
van de kunstmatige inseminaties
(van 19% in 1978 naar 25% in 1980).
In de rundveesektor is dat aandeel
geleidelijk gestegen naar 72% in
1980.
Samenwerking
Het streven naar meer samenwer
king tussen koöperaties werd in 1980
onverminderd voortgezet. Nu de re
gionale koncentratie in vier grote
zuivelblokken zich voor een belang
rijk deel begint af te tekenen, vindt
momenteel ook een bezinning plaats
op de organisatorische banden bin
nen de landelijke organisatie van
zuivelkoöperaties, de FNZ. Tussen
de zuivelkoöperaties onderling
wordt op sommige terreinen ook de
kommerciële samenwerking uitge
bouwd. Een voorbeeld daarvan is de
weiverwerking die gezamenlijk door
DOMO en Melkunie Holland ter
hand is genomen en waaraan naar
verwachting ook de CCF zal gaan
deelnemen.
Nieuwe initiatieven
Binnen het Cebeco-Handelsraad-
verband wordt gewerkt aan een in
tensieve marketing-aanpak voor de
ledenkoöperaties, terwijl ook nieuwe
initiatieven worden ontwikkeld voor
een koncentratie van de mengvoe
derproduktie. Bij de veilingen wordt
zowel gewerkt aan meer fusies
(vooral in de groenten- en fruitsek-
tor) als aan meer samenwerking tus
sen de exportveilingen en de regio
nale veilingen in de bloemen- en
plantensektor. De bij de afzet van
poot- en konsumptie-aardappelen
betrokken koöperaties hebben zich
onlangs kunnen vinden in een aan
gepaste organisatorische samenwer
king binnen de VECO-organisatie.
Moeilijk
1980 was voor nagenoeg het gehele
bedrijfsleven een moeilijk jaar, zo
ook voor een aantal land- en tuin
bouwkoöperaties. Vooral de stijgen
de energielasten, de hoge rentestand
en in een aantal sektoren de stagne
rende vraag drukten de bedrijfsresul
taten. Met name Avebe, Coveco en de
werktuigenkoöperaties hadden mede
daardoor een slecht jaar. In het alge
meen hebben de koöperaties zich
echter ook op dit terrein ten opzichte
van het overige bedrijfsleven goed
kunnen handhaven.
Van een resultaatverbetering was
sprake bij de onderlinge verzeke
ringsmaatschappijen en bij de Ra-
bobanken.
Genoemde negatieve faktoren resul
teerden ook in stijgende kostprijzen
op de boeren- en tuindersbedrijven.
Vooral de gestegen mengvoederprij-
zen, de energielasten in de glastuin-
bouwsektor en de oplopende rente-
verplichtingen hadden een negatieve
invloed op de resultaten. De koöpe
raties in de verschillende sektoren
blijven echter onverminderd streven
naar zo laag mogelijke kosten voor
de boer en tuinder respektievelijk
naar zo hoog mogelijke opbrengst-
prijzen voor de agrarische produk
ten.
Omzet
De in totaal ca. 365 agrarische aan
koop-, afzet- en verwerkingskoöpe
raties realiseerden in 1980 een geza
menlijke omzet van ca. 26 miljard
(1979": 24 miljard); Hiervan werd
ruim 10 miljard gerealiseerd door
de zuivelkoöperaties en ca. 7 mil
jard door de aan- en verkoopkoöpe-
ratiês die respektievelijk in Cebeco-
Handelsraad, CHV en Landbouw
belang zijn georganiseerd.
Via de afzet- en verwerkingskoöpe
raties die verantwoordelijk zijn voor
het tot waarde brengen van de agra
rische produkten komt 55-60% van
de opbrengsten in de Nederlandse
land- en tuinbouw tot stand.
In zijn beschouwingen over de Franse
en Nederlandse aardappelmarkt heeft
het Franse blad Marchés Agricoles
ook de Belgische aardappelmarkt be
trokken.
Wij ontlenen aan dat blad dat België
naar raming rond 1,18 miljoen ton
aardappelen per jaar produceert.
Deze hoeveelheid is voldoende om de
nationale vraag te dekken.
Omdat het België aan voldoende
opslagkapaciteit ontbreekt is men,
vooral aan het begin van de cam
pagne genoodzaakt te exporteren,
terwijl aan het eind van de campagne
import nodig wordt.
Veelal is er een klein tekort, globaal
gezien, dat kan oplopen tot 2 pro
cent.
In 1978/79 bedroeg de import onge
veer 11% van de nationale produktie
en de export ongeveer 9%.
Nederland is de belangrijkste han
delspartner, ook wat aardappelen
betreft. Nederland neemt ongeveer
39% van de Belgische import voor
zijn rekening en 54% van de Belgi
sche export.
Frankrijk levert ongeveer 32% en
Duitsland 24%.
De drie belangrijke exporteurs zijn
O.M.N.I. Potatoes International,
Owel-Ghys en van den Broeke.
De omzet van O.M.N.I., volgens het
blad de enige onderneming met
werkelijk internationale allure zet
jaarlijks ongeveer 100.000 ton om. In
1978/79 importeerde België 130.000
ton en exporteerde 90.000 ton.
8