De eerste ervaringen met de teelt van
stooktomaten bij Denar kas
D enar maakt onder praktijkom
standigheden een vergelijking tussen
drie verschillende kastypen. Het
kontröle-objekt is de standaard gla
zen kas met een Venlo-dek. De twee
energiebesparende kassen zijn een
breedkapper met acrylduoplaten en
de zogenaamde futuristische kas die
voor een derde deel gedekt is met
enkel glas en voor twee derde deel
met acrylduoplaten. De breedkapper
met acrylplaten bespaart in theorie
45% energie en heeft 10% lichtverlies
ten opzichte van een moderne kas
met enkel glas.
D e tomatenteelt is op een laag
temperatuurregime gestart, namelijk
15 gr.C. nachttemperatuur en 18
gr.C. voor de dag, met een lichtver-
hoging van 3 gr.C. Vanaf half fe
bruari tot begin mei waren de inge
stelde waarden 16 gr.C. nacht en 20
gr.C. dag, waarbij de lichtverhoging
begin maart werd afgebouwd. Doel
bewust is in het begin gekozen voor
het "rustig" stoken, omdat de ener
giebesparing bij het projekt immers
centraal staat en uitgetest moet wor
den in hoeverre dit verantwoord is.
G emiddeld is de relatieve lucht
vochtigheid in de acrylplatenkas 10%
hoger dan in de glazen kas. In de
futuristische kas is deze 5% hoger.
Deze verschillen zijn kleiner, wan
neer er geventileerd wordt. De ho
gere luchtvochtigheid is voor een
deel (namelijk via de grotere bla
doppervlakte) het gevolg van de la
gere lichtontvangst en is doorgaans
nadelig. Bij tomaten leidde dit tot
zettingsproblemen; bij bijna alle an
dere gewassen geeft de hogere lucht
vochtigheid ook in andere vorm
problemen. Dit wordt veroorzaakt
doordat perioden van hogere lucht
vochtigheid vaak gepaard gaan met
lichtarme omstandigheden. Het ligt
dan ook in de rede om te zoeken naar
middelen om de relatieve luchtvoch
tigheid te reduceren, met name in
energiebesparende dus potdichte
kassen. Achterliggende gedachte is,
dat door vochtreduktie een lagere
lichtontvangst gedeeltelijk gekom-
penseerd kan worden. Een gedeelte
lijke oplossing van het probleem:
zorgen dat de planten minder ver
dampen. Dit is op substraat moge
lijk. Bovendien bleek dat, hoewel de
futuristische kas volgens de metin
gen een even groot lichtverlies heeft
als de acrylplaten kas, de iets lagere
luchtvochtigheid (door snellere kon-
densatie op enkel glas) in de groei en
Vergelijking en opzet
Klimaat en groeifaktoren
Het licht
Temperatuur
Luchtvochtigheid
CO2 huishouding
Bemesting en watergift
Een wijdverbreide mening onder tuinders is dat de kubieke meters gas
die bespaard zijn vaak méér kosten dan de verstookte meters. Het kan
niet ontkend worden dat gedurende de eerste helft van de tomatenteelt
in de Denar kas dezelfde gedachte post vatte bij de leiding van het
energiebesparingsprojekt. Het eindresultaat van de eerste teelt stook
tomaten geeft echter een wat genuanceerder beeld van de energiebe
sparing.
Uiteraard zijn de eerste ervaringen van de tomatenteelt voor verbete
ring vatbaar. De resultaten en ervaringen van dit energiebesparings
projekt op praktijkschaal zijn echter onvoldoende om nu reeds alge
meen geldende konklusies te trekken. Wel is duidelijk dat zeer ingrij
pende maatregelen om in een kas energie te besparen, tot onoverko
melijke problemen kunnen leiden. Hoewel energiebesparing een hoge
prioriteit heeft, mag nimmer vergeten worden dat het "tuinder zijn en
blijven" belangrijker is. De zorg voor een kwalitatief goede produktie
is daarom zeker zo belangrijk, opdat het uiteindelijke doel, namelijk
een bevredigend rendement, wordt bereikt.
Projektleider ing. L. Koop in zijn
"computerkamer" waar alle
mogelijke gegevens
worden geregistreerd.
De futuristische kas is een kombina-
tie van een glazen kas en een acryl
platen kas en bespaart 35% energie
en heeft 5% lichtverlies. Het totale
bedrijf is 10.000 ml groot; elke kas is
ruim 3300 m2.
De verbruikte hoeveelheid energie
wordt per kas door een warmte-
stroommeter gemeten. De opgegeven
kubieke meters gas komen van de
ongekorrigeerde gasmeter waarop
nog een korrektie voor temperatuur
en druk moet plaatsvinden. Voor het
beoordelen van de eerste eindresul
taten is het van belang te weten dat
alle gevels geisoleerd zijn en dat alle
pijpen onder tussen het gewas liggen.
Door de afzonderlijke opstelling van
de verschillende kassen bestaat 22%
van de grondoppervlakte uit buiten
gevels. Normaal is dat 12% bij 10.000
m2 aan één stuk. Bovendien bestaat
6% van de oppervlakte uit betonpad
(normaal 3%). Voor de onderlinge
vergelijking bij het Denar projekt
spelen deze faktoren overigens geen
rol, omdat ze in elk kastype in de
zelfde mate voorkomen.
De eerste teelt is een tomatenteelt.
De tomaten zijn geplant op 16 de
cember 1980 en de teelt is op 20 juli
jl. beëindigd.
De oogst is becijferd op basis van
acht proefveldjes per kas genoteerd.
Deze proefveldjes zijn gelijkmatig
over de kassen verdeeld, met uitslui
ting van een brede rand langs de
kasgevel.
eel energiebesparende maatrege
len in een kas monden uit in lichtver
lies. Het omlaag brengen van pijpen
geeft echter 3% méér licht (bij vier
pijpen en 3,20 m kap) en een energie
winst van 15-20%.
Minder licht doet het klimaat en de
plant veranderen. Zo kan gekonsta-
teerd worden dat in de geisoleerde
kassen het bladoppervlak zo'n 30%
groter was in de wintermaanden. Dit
wordt wellicht veroorzaakt om het
lichtverlies voor de plant te kom-
penseren. Dat leidt weer tot een ho
gere vochtproduktie van de planten
en dus tot een hogere relatieve
luchtvochtigheid, terwijl de kassen
potdicht zijn en er dus nauwelijks
vochtafvoer plaatsvindt. Ook de
CO2-voorzien ing vergt aanzienlijk
meer aandacht.
B ij meting bleek dat de lichtont-
vangst in de kassen, uitgedrukt in een
percentage van het buitenlicht, als
volgt is:
standaard glazen Venlo-kas 64%
acrylplaten kas 58%
futuristische kas acryl-'A glas)
57%
Nog niet verklaard is, waarom de
futuristische kas volgens de meting -
tegen de verwachting in - zoveel
lichtverlies te zien geeft. Dit moet
nader worden onderzocht.
De meting is gedaan bij een droog
kasdek. Wanneer er condensvor-
ming is, werd voor de kunststofpla
ten een groter lichtverlies genoteerd
in droge toestand. Bij glas is dat niet
het geval. Dit extra lichtverlies bij
kunststofplaten kan in sommige ge
vallen tot 8% oplopen.
Het condensprobleem is doorgege
ven aan de kunststofplatenfabrikan-
ten, met de vraag om de plaat te
verbeteren. Tevens is geprobeerd de
kunststofplaten met Sunclear te be
handelen, een middel dat condens-
vorming tegengaat. Dit is maar ten
dele gelukt. Behandeling van kunst
stof met Sunclear, in welke concen
tratie dan ook, moet namelijk opge
volgd worden door een etmaal goed
indrogen. De werkwijze met Sun
clear was afgelopen wintèr nog niet
bekend. Andere problemen met de
acrylplaten hebben zich niet voorge
daan. (geen breuk, geen algen, geen
hagelschade)
Interessant is het te weten dat on
langs acrylplaten zijn geintroduceerd
met een geringer lichtverlies (8%
t.o.v. glas) dan de huidige acrylplaten.
Achteraf moeten wij vaststellen dat
door deze handelwijze de plant uit
zijn ritme is geraakt en van een vol
ledig groeiherstel is geen sprake ge
weest. Het weer van eind januari
speelde hierbij een belangrijke rol
door de lage lichtintensiteit. De ge
volgtrekking hieruit is dat, zeker bij
de start van een teelt er teelttechnisch
gezien geen concessies gedaan mo
gen worden, ook al besparen deze
energie (de bespaarde kubieke me
ters bleken achteraf te duur).
De ingreep bij de groeistagnatie eind
januari door middel van een mini
mum buis van 60 gr.C. en vocht-
afluchten heeft de teelt gered. Verder
is gebleken dat bij dezelfde ingestel
de waarden de gerealiseerde kas-
luchttemperatuur in de geisoleerde
kassen 1 gr.C. hoger was dan in de
glazen kas. Ook de grond tempera
tuur was 1 gr.C. hoger, hetgeen bij
een tomatenteelt een nadeel kan zijn.
Men zou derhalve de nachttempera
tuur in geisoleerde kassen 1 gr.C. la
ger kunnen stellen om toch op een
acceptabel temperatuurniveau uit te
komen.
In de geisoleerde kassen schommelt
de temperatuur minder dan in een
glazen kas. Het is daarom des te on
begrijpelijker dat er in de geisoleerde
kassen zo'n 5% meer witkoppen (on
vruchtbaarheid) voorkwamen. Dit
wordt immers toegeschreven aan
snelle temperatuurdalingen. Ook
het temperatuurverloop van onder
naar boven in de verschillende kassen
is geen aanwijzing voor dit grote
aantal witkoppen in de geisoleerde
kassen.
produktie duidelijk betere resultaten
geeft.
Een andere mogelijkheid is de lucht
te ontvochtigen langs mechanische
weg. De apparatuur daartoe is echter
zeer kostbaar, maar technisch is dit
zeer wel mogelijk. Een lagere rela
tieve luchtvochtigheid kan weer lei
den tot minder grove tomaten.
"V oorheen waren kassen zodanig
gebouwd dat op natuurlijke wijze
veel vocht afgevoerd werd en veel
CO2 toegevoerd. Veel kassen zijn nu
potdicht en hierdoor is het natuur
lijke ventilatievermogen nagenoeg
verdwenen. Zowel bij de vochtafvoer
als de CO2 toevoer zijn daardoor
problemen te verwachten. De gevol
gen hiervan bij de C02-koncentratie
zijn met behulp van C02--meters
afgelopen winter gemeten. Daaruit
bleek dat zich perioden kunnen
voordoen met een groot CO2 tekort.
Dit betekent groeivertraging. Die si
tuaties doen zich voor op momenten
dat na een ongunstige periode alle
andere groeifaktoren optimaal zijn,
bijvoorbeeld een dag zonnig weer in
maart na een week donker weer. Het
tekort wordt op die momenten ook
niet aangevuld (tenzij er geventileerd
wordt) door de C02-doseerinrich-
ting, omdat die gekoppeld is aan de
ketel. Deze is niet in werking, omdat
er geen warmte wordt gevraagd. Wat
nu precies op die belangrijke mo
menten de gevolgen zijn van deze
C02*tekorten, moet nader bestu
deerd worden. Dit kan aanleiding
zijn in de toekomst zuivere CO2 te
gaan doseren.
"V oeding en vocht fungeren niet
alleen als bouwstenen tijdens de
groei. Men kan er ook de groei mee
regelen. Dit is bij veranderende
groeiomstandigheden erg handig,
omdat zo steeds door meer of minder
voeding of vocht de plant als het
ware naar het ideale groeipatroon
kan worden gedwongen. Dit blijkt in
de energiebesparende kassen veel
meer noodzakelijk te zijn dan het
voorheen in de glazen kassen al was.
In de winterperiode werd in de gei
soleerde kassen zo'n 30% minder
water gegeven dan in de glazen kas.
Het gewenst effekt bleef echter uit.
Toen het nodig was met hogere voe
dingsconcentraties te gaan werken
om de plant in zijn ritme te houden,
was ook dat een schier onmogelijke
zaak. De wortels zaten al te diep in
de grond en de voeding miste hier
door zijn uitwerking.
Wanneer de problemen met lucht-
Vervolg op pag. 15
Proefteelt herfstkomkommers.
14