De boerin in het bedrijf in
"Oogst in beeld"
De bewaring van
consumptieaardappelen
H et jubileum van de Bond van Plattelandsvrouwen dit jaar is aanlei
ding voor de makers van de televisierubriek "Oogst in beeld" om hun
uitzending van 9 september te wijden aan de boerin.
E r kwamen een paar honderd
Groninger boerinnen om te kijken
en te luisteren naar een film en een
dia-klankbeeld, en naar inleidingen
van Europarlementariër ir. H.J.
Louwes en van ing. H. de Kroon,
adjunkt sekretaris van de Groninger
Maatschappij van Landbouw.
De televisieploeg van de N.O.S. was
de gehele dag aanwezig om opna
men te maken.
I n augustus werden opnamen ge
maakt bij diverse boerinnen thuis, en
eventueel in hun werkkring buitens
huis, om te laten zien wat een boerin
zoal doet.
Afrondend gesprek
Op de bedrijven
De bediening van luchtaan-
en luchtafvoeropeningen
De meting van
temperaturen
De luchtvochtigheid
Samenvattend:
Redakteur Gerard Beukema, zelf ooit boer op een akkerbouwbedrijf in
het Groningse Vierhuizen, voelde er niet zoveel voor om de jubileum
viering in beeld te brengen.
Liever gaf hij een beeld, hoe de boerin leeft, hoe ze meewerkt in het
bedrijf, welke aktiviteiten ze daarnaast nog ontplooit.
Hij vond daarbij aansluiting aan een aktiviteit die de Agrarische Kom
missie van de Bond in Groningen dit voorjaar organiseerde, nl. een
studiedag onder het motto "Boerin in Groningen, maar ook in Europa".
Deze studiedag werd gehouden op 19 februari 1981 in Haren.
hebben nu een veebedrijf van zo'n 40
ha.
In Niekerk werd gefilmd op het vee
bedrijf van de familie E. de Vries tij
dens het melken.
Ook dit is een veebedrijf van zo'n 40
ha met een ligboxenstal. Mevrouw
de Vries, moeder van een paar jonge
kinderen, melkt de ongeveer 70
koeien dikwijls alleen, terwijl haar
man met andere werkzaamheden op
het bedrijf bezig is.
De televisieploeg bezig opnamen te maken op het bedrijf van De Vries in
Niekerk. Mevrouw de Vries brengt de koeien per fiets terug naar het land om
op de terugweg niet te hoeven lopen.
In Wildervank werden opnamen ge
maakt bij de familie H.R. de Jonge.
Op dit veenkoloniale akkerbouwbe
drijf zijn de rollen wat anders ver
deeld.
Mevrouw De Jonge werkt als afde
lingshoofd één dag per week in het
ziekenhuis in Stadskanaal.
Deze deeltijdbaan wordt waargeno
men door drie vrouwen. De dagen
dat mevrouw-De Jonge buitenshuis
werkt moet de huishouding, met nog
zeer jonge kinderen, worden waar
genomen door haar man, wat geen
enkel probleem oplevert, zoals het
op de andere dagen voor mevrouw
De Jonge geen probleem is assisten
tie in het bedrijf te verlenen.
In Godlinze heeft het echtpaar
Smit-Slim een akkerbouwbedrijf in
de dorpskom. Dat levert zo zijn eigen
specifieke problemen. Ook mevrouw
Smit besteedt een ruim deel van haar
tijd aan het bedrijf, naast de zorg
voor de kinderen.
Tenslotte het bedrijf van het echt
paar Jensema-Vos, een groot akker
bouwbedrijf in Stedum. Mevrouw
Jensema is ook aktief in de politiek
en heeft voor de V.V.D. zitting in de
Provinciale Staten van Groningen.
Een rechtenstudie hoopt ze spoedig
af te sluiten.
B ehalve dat de televisie een beeld
geeft van het dagelijks reilen en zei
len van deze boerinnen zal ze ook
aandacht schenken aan de achter
gronden. In een gezamenlijk gesprek
geven ze hun mening over de plaats
van de vrouw in het boerenbedrijf.
Dat gesprek heeft vorige week
plaatsgevonden. Wat het heeft op
geleverd valt op woensdag 9 sep
tember te zien in de rubriek "Oogst
in Beeld" op Nederland 1.
In Adorp en in Niekerk werden vee
houderijbedrijven gekozen, in Ste
dum, Godlinze en Wildervank ak
kerbouwbedrijven.
In Adorp werkt mevrouw Van Merle
een groot aantal uren per week mee
in het bedrijf. De Van Merle's zijn
een vijftal jaren geleden naar het
Groningerland gekomen uit Ölst en
Dit voorjaar organiseerde de Agrarische Kommissie van de Plattelandsvrou
wen in Haren een studiedag over Boerin in Groningen, maar ook in Europa. De
NOS maakte opnamen.
Vervolg van pag. 9
Differentiaal en minimum thermos
taat (vol-automatisch)
Deze automatische regeling heeft
één buitentemperatuurvoeler en één
produktvoeler. Tevens zijn er in-
stelknoppen voor de gewenste pro-
dukttemperatuur en een tempera-
tuurdifferentie met de buitenlucht.
De werking is zodanig dat de venti
latoren worden ingeschakeld zodra
de temperatuur buiten lager wordt
dan de temperatuur in de aardappe
len en stoppen wanneer de produkt-
temperatuur de gewenste tempera
tuur heeft bereikt. Het is gewenst
enkele graden verschil tussen de
produkt- en buitenvoeler aan te
houden om voortdurend in- en uit
schakelen van de ventilatoren te
voorkomen. Met de differentie-in
stelling regelt men de laagste bui
tentemperatuur waarbij nog geven
tileerd wordt. De minimum ther
mostaat zorgt voor uitschakeling bij
te lage buitentemperaturen. Deze
regeling is dus geheel geautomati
seerd; alleen het openen en sluiten
van de luiken vragen nog tijd. Bij
nieuwbouw wordt steeds meer voor
deze regeling gekozen.
De luchtaan- en luchtafvoeropenin
gen moeten tijdens het ventileren
geopend en daarna direkt gesloten
worden. Hierdoor wordt voorkomen
dat het produkt na het koelen door
hogere buitentemperaturen weer
wordt opgewarmd. Omdat het be
dienen van de openingen in hand
werk moeilijk tijdig is uit te voeren,
moeten ze van eenvoudige regel-
kleppen worden voorzien. Deze slui
ten na het wegvallen van de lucht
druk bij het uitschakelen van de
ventilatoren elke opening direkt af.
Voor de luchtaan- en luchtafvoero
peningen bestaat de mogelijkheid
Met een afzuigventilator kan sterke
kondensatie worden bestreden.
deze automatisch te laten regelen.
Dit wordt ook in Zeeland reeds in
een aantal bewaarplaatsen toege
past.
Bij de bewaring van aardappelen
moet steeds de juiste temperatuur
van het produkt bekend zijn om te
kunnen beoordelen of ventileren no
dig en zinvol is. Daarvoor moeten
goede thermometers met een duide
lijke afleesbare schaalverdeling wor
den gebruikt. Meestal zijn dit steekt-
hermometers met een insteeklengte
van ongeveer 1 meter.
Om teleurstelling door te grote af
wijkingen bij het bewaren te voor
komen, is het noodzakelijk deze
thermometers ieder jaar te ijken bij
verschillende temperaturen. Dit is
mogelijk met behulp van een geijkte
thermometer met een ijkcertificaat.
Voor grote bewaarplaatsen zijn
elektronische temperatuurmeetin-
strumenten efficiënter. Deze bestaan
uit een centraal opgesteld instru
ment, waarop een aantal voelers kan
worden aangesloten.
De voelers worden bij het vullen van
de bewaarplaats in het produkt ge
legd of gestoken en door een kabel
verbonden met het meetinstrument.
Het meetinstrument heeft voor
iedere voeler een instelknop. Door
deze knop in te drukken kan direkt
de temperatuur van het produkt op
die plaats worden afgelezen. Het
meetinstrument wordt opgesteld in
het kantoor of bij de schakelinrich
ting van de ventilatoren.
Bij iedere bewaarplaats moet men
niet alleen de binnentemperatuur in
het midden van de partij en bij een
buitenwand, maar ook de buiten
temperatuur direkt kunnen aflezen.
Door de temperatuur te registreren
verkrijgt men goede overzichten van
het temperatuurverloop.
Bij het drogen van aardappelen moet
het vrije vocht, dat aan de buitenzij
de van de aardappelen zit, worden
afgevoerd. Hoe groter de ventilatie-
kapaciteit en hoe droger de ventila
tielucht, des te sneller dit vocht is
verdwenen. De afvoer van vocht uit
de aardappelen via de celwanden en
de schil is echter vrijwel konstant,
ongeacht de ventilatiekapaciteit! 0
Alleen het aantal uren ventileren en
de luchtvochtigheid is wel van grote
invloed op het uitdrogen van de
aardappelen.
De relatieve luchtvochtigheid (r.v.)
in de bewaarplaats moet ongeveer
90-95% zijn. Het evenwichtsvochtge-
halte van aardappelen ligt namelijk
bij circa 92% r.v. De gewichtsverlie
zen onderin de cel zijn in de regel
hoger dan bovenin. Dit komt omdat
de doorgeblazen lucht meestal een
r.v. heeft die onder de 90% ligt. De
ventilatielucht wordt op weg door de
aardappelhoop iets opgewarmd en
kan dan weer vocht opnemen. Hoe
hoger in de aardappelhoop hoe meer
de lucht verzadigd raakt. Bij het ver
laten van de hoop zal de lucht een
r.v. hebben die ongeveer gelijk is aan
die van de bovenste laag aardappe
len.
Gewichtsverliezen kunnen worden
beperkt door luchtbevochtiging. Ook
drukplekken worden er door be
perkt. Aan elke m3 ventilatielucht
moet dan 1-2 gram water in de vorm
van fijne druppels worden toege
voegd. Maar meestal wegen de kos
ten niet op tegen de beperking van
het gewichtsverlies. Ook wordt door
bevochtiging uitbreiding van zilver-
schurft en rhizoctonia en het optre
den van kondensatie in de cellen in
de hand gewerkt.
Aardappelen drogen gebeurt bij voorkeur met droge lucht, die
enkele graden kouder is dan de temperatuur van de aardappelen.
Aardappelen bewaren gebeurt bij voorkeur met vochtige lucht, die
enkele graden kouder is dan de temperatuur van de aardappelen.
Het gebruik van kiemremmingsmiddelen
Poedervormige middelen
Poeder wordt alleen toegepast bij gezonde en dróge partijen. Ontvelde
partijen niet behandelen met poeder omdat dan een grote kans op
huidirritatie ontstaat. De geadviseerde dosering is 1 kg per ton aard
appelen. Een goede verdeling wordt verkregen door een vibrator, een
trillend apparaat dat boven de transportband wordt gemonteerd. Het
poederen gebeurt in één keer. In het algemeen is het een goede kiem-
remming. Maar poeder heeft ook nadelen, namelijk:
bij natte of onvoldoende verkurkte knollen treedt dikwijls huidir
ritatie op. Het is een schoonheidsgebrek maar de schilverliezen zijn
groter, wat vooral door de verwerkende industrie als een ernstig
gebrek wordt ervaren;
het poeder blijft op de knollen zichtbaar. Daardoor verdwijnt de
natuurlijke kleur van de knol;
het poeder stuift erg bij het ledigen van de cellen.
Aardappelen die vóór januari worden afgeleverd hebben geen kiem-
remming nodig!
Vloeibare middelen
Vloeibare middelen worden met behulp van speciale apparaten (bij
voorbeeld het swingfogapparaat) in het produkt gebracht. Deze appa
raten vernevelen het middel dat zich met de ventilator door intern
ventileren goed door het produkt laat verdelen (vergassen). Na het
inbrengen van het middel moet men ongeveer een kwartier doorgaan
met intern ventileren totdat de nevel is verdwenen. Na de behandeling
de eerste twee dagen niet ventileren met buitenlucht. Het middel moet
zich aan de knollen kunnen hechten. De maximaal toelaatbare dose
ring is 20 p.p.m. (parts pro million). Bij een 25% produkt betekent dit 80
cm3, bij een 30% produkt 66 cm3 per ton aardappelen. De eerste
behandeling moet tijdig plaatsvinden. Het voordeel van deze middelen
is dat men de totale dosis niet in één keer behoeft te geven, maar over 2
of 3 behandelingen kan verdelen.
Richtlijn:
Eerste behandeling: 2-3 weken na de oogst;
Tweede behandeling: december.
- Bij het toedienen van kiemremmingsmiddelen moet per ventilator wor
den gewerkt. Gebleken is dat wanneer b.v. in een centraal luchtkanaal
een aantal ventilatoren tegelijk draaien, niet alle ventilatoren evenveel
"gas" verbruiken.
11