Dierlijke organische
mest of kunstmest?
-
KORTE WENKEN
Volgens velen ruikt gier niet bepaald lekker, maar het is een waardevolle
meststof.
Tabel 1. Benodigde hoeveelheid dierlijke organische mest op 3500 kg organi
sche stof per ha toe te dienen.
Soort mest
Hoeveelheid in tonnen per ha*
Vaste mest rundvee
25
Dunne mest rundvee
60
Dunne mest varkens
55
Dunne mest kippen
30
Kippestrooiselmest
10
Mestkuikenmest
8
Bij deze berekening is uitgegaan van de gemiddelde samenstelling van
dierlijke organische mest. Als u de juiste samenstelling wilt weten, kunt u de
aangekochte partij door het Bedrijfslaboratorium voor grond- en gewason-
derzoek laten bemonsteren. Het droge stof-gehalte, het ruwe as-gehalte, het
stikstofgehalte, het fosfaatgehalte en het kaliumgehalte zijn de belangrijkste
elementen om te laten bepalen.
Het organische stof-gehaite kunt u dan berekenen door het gehalte aan uw
ruwe as af te trekken van het droge stof-gehalte.
Tabel 2. De gemiddelde bemestingswaarde aan stikstof, fosfaat en kali per 10
ton van de verschillende mestsoorten.
Vaste rundveemest
14 kg werkzame N
a
f
1,82
-
f 25.48
33 kg P2O5
f
1,35
-
f 51,30
35 kg K20
f
0,65
m
f 22,75
Dunne rundveemest
11 kg werkzame N
a
f
1,82
-
f 20,02
20 kg P205
f
1,35
-
f 27,00
50 kg K20
f
0,65
m
f 32,50
Dunne varkensmest
18 kg werkzame N
f
1,82
f 32,76
47 ko P2O5
f
1,35
b
f 63.45
40 kg K20
f
0,65
X
f 26,00
Dunne kippemest
32 kg werkzame N
f
1,82
B
f 58,24
94 kg P2Ü5
f
1,35
f 126,90
45 kg K20
f
0,65
1 29,25
Kippestrooiselmest
55 kg werkzame N
f
1,82
-
f 100,10
200 kg P2Ü5
a
f
1,35
-
f 270,00
110 kg K20
f
0,65
f 71,50
Mestkuikenmest
81 kg werkzame N
f
1,82
f 147,42
210 kg P205
f
1,35
-
f 283,50
160 kg K20
f
0,65
f 104,00
Tabel 3. Werkingscoëfficiënten van stikstof uit dierlijke organische mest in
op bouwland bij incidenteel gebruik per perceel.
Mestsoort Voorjaar Najaar
Vaste rundvee- en varkensmest 40 20
Dunne rundvee- en varkensmest 50 25
Kippemest 65 35
Tabel 4. Stikstofbesparing bij bieten in kg N per 10 ton mest.
Mestsoort Tijdstip van aanwen
ding
Voorjaar
Najaar
Vaste rundveemest
11
5
Vaste varkensmest
15
8
Vaste kippemest
40
20
Mestkuikenmest
75
37
Dunne rundveemest
11
6
Dunne varkensmest
18
9
Dunne kippemest
30
15
Naarmate het aandeel granen in het
bouwplan afneemt, zal men meer
aandacht moeten besteden aan de
organische stof-voorziening. Omdat
er te weinig organische stof wordt
aangevoerd, gebruikt men andere
middelen om het organische stof-ge
halte op peil te houden. Een van de
mogelijkheden is het gebruik van
dierlijke organische mest. In dit arti
kel willen we iets meer vertellen over
de bemestingswaarde van dierlijke
organische mest.
HOE DE WAARDE VAN DE
DIERLIJKE MEST BEREKENEN?
Om de waarde van dierlijke organi
sche mest te bepalen, moeten we de
kosten afwegen tegen de baten
(voordelen) van het toepassen van
deze mestsoorten. De kosten voor het
gebruik van deze mest bestaan uit
het aankopen van de mest plus de
kosten van het uitrijden en opslaan.
Een voordeel van dierlijke organi
sche mest is de besparing op de aan
koop van kunstmest. Bij deze bespa
ring mag alleen rekening gehouden
men met 3500 kg organische stof
kunt u in tabel 1 aflezen.
DE GEMIDDELDE BEMES
TINGSWAARDE AAN STIK
STOF, FOSFAAT EN KALI
Tabel 2 verschaft ons informatie over
de samenstelling en de financiële
waarde van de dierlijke organische
mest.
Bij het vaststellen van de werkzame
stikstof is ervan uitgegaan dat de
mest in het najaar wordt toegediend.
Voor het bepalen van de stikstof-
werkingscoëfficiënt in het voorjaar
wordt verwezen naar tabel 3. De in
deze tabel vermelde werkingscoëffi
ciënten zijn gemiddelde waarden
voor normale mestgiften. Bij hoge
giften vallen zij lager uit omdat een
groter deel verloren gaat. De neer
slag in de winter speelt hierbij ook
een belangrijke rol. Na een droge
winter is de grond rijker aan stikstof
dan na een natte winter. Door de
mest-over een groenbemester uit te
rijden, kunnen de verliezen door
uitspoeling beperkt worden.
HOEVEEL BESPAREN AAN
STIKSTOF BIJ AARDAPPELEN
EN BIETEN?
Bij normale giften dierlijke organi
sche mest moet er bij aardappelen
niet op stikstof bezuinigd worden. In
tabel 4 is aangegeven met hoeveel kg
stikstof per ton mest de kunstmestgift
verlaagd moet worden bij bieten.
De in tabel 4 vermelde cijfers zijn
globale cijfers. Een betere benade
ring van de stikstofbehoefte bij bie
ten is mogelijk via het bodemstiksto-
fonderzoek. In de periode januari tot
en met maart kan de hoeveelheid
stikstof die in de bodem voorkomt,
bepaald worden. Percelen waarop
dierlijke organische mest is uitgere
den, kunnen het beste zo laat moge
lijk bemonsterd worden.
BEREKENINGSSCHEMA VOOR
DE WAARDE VAN DIERLIJKE
MEST BIJ SUIKERBIETEN
In onderstaand schema staat aange
geven hoe u bijvoorbeeld een bere
kening over de waarde van dierlijke
mest kunt uitvoeren. De aankoop
prijs van de mest mag niet hoger zijn
dan het bedrag dat overeenkomt met
de nettowaarde van de mest. Het
voorbeeld voor aardappelen is nage
noeg gelijk. De opbrengstverminde
ring is echter 5% en met de stikstof
hoeft geen rekening gehouden te
worden.
Stalmest is geen heiligheid, maar doet wonderen waar het leit, zei Vader Cats.
worden met de voedingselementen
die volledig benut worden. Een
tweede voordeel is de opbrengstver
meerdering voor een eerstvolgend
gewas. Deze opbrengstvermeerde
ring is bij aardappelen en suikerbie
ten respektievelijk 5% en 3%. Deze
percentages gelden alleen als er met
de mest plm. 3500 kg organische stof
per hektare wordt gegeven. Hoeveel
tonnen dierlijke organische mest van
de diverse mestsoorten overeenko-
Besparing bij aankoop van kunstmest
kg fosfaat x prijs per kg
kg kali x prijs per kg
kg stikstofbesparing x prijs per kg
Opbrengstvermeerdering
3% van de suikeropbrengst
minus extra kosten voor uitrijden
minus extra kosten voor opslag
netto waarde van de mest
(Uit: Aspecten van de Landbouw in de IJsselmeerpolders.
brutowaarde
AKKERBOUW
HOE WAS DE GROND dit jaar
op uw bedrijf? Was er waterover
last, ontstonden er plassen, hoe
ging het met de droogteverschijn
selen, waren er nog plekken die
slecht groeiden door bijv. aaltjes of
was er kalkgebrek in de suiker
bieten? Zo maar een stel vragen
over uw eigen percelen. Denk er
eens over na en probeer een oplos
sing te vinden. Vraag eens advies
aan uw bedrijfsvoorlichter. Verbe
ter uw grond, want daar moet het
van komen!
EEN AARDAPPELROOIER
heeft zee/kettingen, maar ook
transportkettingen. Transportket
tingen moeten eigenlijk altijd om
kleed zijn met rubber. De zeefket-
tingen moeten zo lang mogelijk
hun werk doen, d.w.z. de grond
moet pas aan het einde van de
zeefketting verdwenen zijn, vooral
de draaisnelheid van de zeefket
ting en het schudden speelt een
grote rol om het zeven goed te la
ten verlopen. Een kettingsnelheid
en rijsnelheid van 1 op 1 is meestal
gewenst bij goede rooibare grond.
Probeer de aardappelen zo goed
mogelijk te rooien zonder grond,
maar ook zonder beschadiging.
OUDERE TRANSPORTEURS
zijn vaak smal en lopen hard. Dat
is voor grint en steenkool niet zo
erg, maar voor aardappelen funest.
Zowel de draaisnelheid als de
valhoogte van deze transporteurs
is vaak veel te hoog en daarom
funest voor de pas gerooide aard
appelen. et gevolg is veel stoot-
blauw en huidbeschadiging. Er is
maar één oplossing, laat deze
smalle en snelle transporteurs uw
aardappeloogst niet bederven. Ge
bruik daarom transporteurs met
een bandbreedte van 60 cm en
die een hoge kapaciteit hebben bij
een draaisnelheid van max. 40
ml min.
WIE VROEG EN DROOG en
vlak wil ploegen voor wintertarwe
en voor wintervoorploegen, moet
daar al direkt rekening mee hou
den. Nu moet U weten hoe straks
in welke richting wordt geploegd.
De laatste bewerking en speciaal
de diepere grondbewerking moet
dwars op de ploegrichting worden
uitgevoerd. Anders loopt de ploeg
niet goed. Elke stoppelbewerking
moet tot doel hebben dat de perce
len vlak komen te liggen met iets
lagere kanten naar de sloten toe.
Pas op voor te hoge grondruggen
waar straks de ploeg in en uit het
werk gezet wordt. Egaliseren kan
alleen voor het wegploegen gebeu
ren. Het is zo weer half september.
REGELMATIG WORDT riool-
slib aangeboden voor bemestings
doeleinden. Voor men daartoe
overgaat, moet wel zekerheid bes
taan met betrekking tot het vóór
komen van zware metalen, zoals
lood, kwik enz. De landbouw moet
niet de problemen overnemen van
de industrie. Vraag dus eerst ze
kerheid, zodat uw land niet ge
bruikt wordt als dumpgebied van
onbekende stoffen.
VEEHOUDERIJ
EEN DOELMATIG WERKEN
DE melkmachine is van zeer groot
belang voor een goede uierge
zondheid en het voorkomen van
mastitis. Deze zo gevreesde uie
rontsteking heeft al veel schade
berokkend. Het dagelijks en pe
riodiek onderhoud wordt door de
veehouder zelf uitgevoerd. Als er
storingen optreden, kan het beste
direkt de hulp van de leverancier
worden ingeroepen. Minstens één
maal per jaar de gehele installatie
laten kontroleren. Het beste kan
men hiervoor een onderhoudsa-
bonnement afsluiten.
DE PR OD UKTIE-INDEX van
een koe is een belangrijk hulp
middel voor de veehouder bij de
selektie van zijn koeien op pro-
duktiekapaciteit. Bij dit getal
worden immers meerdere melklij-
sten meegenomen, zodat toeval
ligheden in één produktiejaar
worden afgevlakt. Samen met de
laktatiewaarde kan de veehouder
beslissen welke dieren wegens on
voldoende produktie opgeruimd
zouden moeten worden. De pro-
duktie-index kan men een voor
spelling noemen van de melklijst
voor de volgende laktatieperiode.
DE KOE-INDEX slaat op de er
felijke aanleg van melkproduktie.
Niet alleen van de koe zelf, maar
ook van de vader en de moeder is
verder gekorrigeerd met de erfe
lijke aanleg van het bedrijf. Deze
geschatte fokwaarde helpt de vee
houder bij de beslissing van welke
koeien hij het beste kalveren kan
aanhouden. Op de melklijst staan
de meer of minder verwachte kg
melk en grammen vet eiwit,
alsmede de getallen voor vet- en
eiwitgehalte aangegeven.
7