VERZEKEREN TEGEN RISIKO
ARBEIDSONGESCHIKTHEID
D e onvrede over de Onroerend-goedbelasting wordt groter. Dat kan
regelmatig worden geconstateerd.
E en groot gedeelte van de geschil
len heeft betrekking op waarde
ringsproblemen. De wetgever heeft
het aan de Kroon overgelaten om
nadere regelen te geven omtrent
hetgeen de gemeentelijke verorde
ning moet of kan inhouden met be
trekking tot de "waarde in het eco
nomische verkeer". De Kroon heeft
zulks gedaan in artikel 5 van het Be
Economische Vorming
Gevestigde Ondernemers
in West-Brabant
WAAROP LETTEN?
POLIS GOED LEZEN!
W aarderi ngsproblemen
Aanstaande winter (nov-febr) wordt
in West-Brabant een cursus
E.V.G.O. gehouden. Het wordt ook
in de Landbouw steeds moeilijker,
om uit het bedrijf een inkomen te
halen dat voldoende is om van te
leven én het bedrijf in stand te hou
den. M.a.w. om ook op langere ter
mijn de inkomenscapaciteit te hand
haven. Hiervoor is méér nodig dan
de indertijd vergaarde schoolkennis
en de daarna opgedane praktijker
varing.
Om "ondernemer" in de werkelijke
betekenis van dit woord te zijn en te
blijven, is het noodzakelijk steeds
weer kritisch te bekijken waarmee
men bezig is. "Ondernemen" is
ononderbroken bezig zijn zichzelf af
te vragen of wijzigingen of aanpas
singen nodig zijn.
Om daartoe de noodzakelijke beslis
singen zo verantwoord mogelijk te
kunnen nemen is een brede kijk op
de mogelijkheden en problemen no
dig. Daarom komen in deze cursus
onderwerpen als bedrijfseconomie,
bedrijfsvoering, bedrijfsfinanciering
uitgebreid aan de orde. Doch ook
fiscale zaken, verzekeringen, pacht
en afzet krijgen de nodige aanaacht.
De onderwerpen zijn in overleg met
praktische boeren, de technische- en
soc.economische voorlichting gese
lecteerd. De cursus start eind no
vember.
Deze cursus is bedoeld voor agrari
sche ondernemers die tenminste al
enige jaren zelfstandig een bedrijf
voeren. Zij hebben misschien enige
jaren geleden de E.V.T.O. (Econo
mische Vorming Toekomstige On
dernemers) gevolgd; noodzakelijk is
dit echter niet.
Vele belastingplichtigen trachten via bezwaar en zo nodig via beroep
op de rechter gelijk te krijgen.
Dit is een van de oorzaken waardoor de achterstand in de rechtspraak
een onrustbarende vorm is gaan aannemen.
De centrale overheid ziet zich gedwongen in te grijpen, wanneer de
Hoge Raad een onwelgevallige uitspraak doet over de waardebepa
ling van incourante onroerende goederen.
Voor toekomstige bedrijfsopvolgers
is het volgen van een EVTÓ-cursus
bijzonder nuttig.
Een volledig programma kunt u
aanvragen bij uw afdelingssecreta
riaten in West-Brabant en bij het
Z.L.M. kantoor in Zevenbergen,
afd. Dinteloord/Steenbergen-Dhr.
M P. Hage 01673-2412.
afd. Fijnaart/Heyningen-P. v. Nieu-
wenhuyzen 01686-2418.
afd. Willemstad-P.A. v.d. Hil
01687-2319
afd. Zekluza-J. Middelkoop 01685-
338
Kantoor Z.L.M. 01680-23730.
De discussie over de vraag of de
waarde-maatstaf moet verdwijnen
ten gunste van de oppervlakte
maatstaf is in het slop geraakt, in af
wachting van de (parlementaire) be
handeling van de nota inzake de
werking van de gemeentelijke On-
roerend-goedbelastingen. Een enke
ling bepleit het volledige afschaffen
van de Onroerend-goedbelasting.
Ik meen dat als de voornaamste re
denen kunnen worden aangenomen
als oorzaken voor de onvrede:
-de zogenaamde onderschattingen
bij het waarderen;
- de onbegrijpelijke verschillen van
(nagenoeg) gelijke objecten.
In het kort is de Onroerend-goedbe
lasting alsvolgt tot stand gekomen.
De wettelijke grondslag wordt ge
vonden in de artikelen 272 letter a en
273 van de Gemeentewet. Op grond
van artikel 303 van de gemeente \\et
kunnen nadere, zo nodig afwijkende,
regels worden gegeven inzake dè
heffing en de invordering. Zulks is
geschied met het Besluit gemeente
lijke onroerendgoedbelasting.
Voorwerp van belasting is het binnen
Lj andbouwers, die als zelfstandige hun inkomen moeten verdienen
door het verrichten van arbeid op hun landbouwbedrijf, lopen als ieder
ander het risiko om arbeidsongeschikt te worden, hetzij door ziekte,
hetzij .door een ongeval. Het is daarom van belang dit risiko te dekken
door het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wel is
er sinds 1 oktober 1976 een volksverzekering van kracht tegen het
risiko van arbeidsongeschiktheid (de A.A.W.), maar die geeft eerst na
een wachttijd van een jaar recht op uitkering. Bovendien moet het
gezien worden als een bodemvoorziening en is als zodanig onvoldoende,
wil men redelijk goed verzekerd zijn.
Het verdient aanbeveling een verze
kering tegen arbeidsongeschiktheid
op vrij jonge leeftijd af te sluiten. De
premie is dan lager en het risiko dat
er via een medische keuring afwij
kingen aan het licht komen, is dan
geringer. Worden er afwijkingen ge
constateerd bij een medische keu
ring, dan betekent dit veelal een ver
hoogd risiko, wat aanleiding kan zijn
voor bepaalde uitsluitingen of een
verhoogde premie.
Als het duidelijk is en vaststaat dat
een zoon, die in het bedrijf mee
werkt, ook in de toekomst boer zal
worden, dan is het tijd om aan een
arbeidsongeschiktheidsverzekering
te denken.
B ij het afsluiten van een verzeke
ring moet in de eerste plaats gekeken
worden naar het bedrag dat men wil
verzekeren. Daarbij moet rekening
gehouden worden met de rechten,
die men kan ontlenen aan de volks
verzekering A.A.W. Het te verzeke
ren bedrag moet gebaseerd zijn op
het inkomen dat men uit arbeid
denkt te verdienen. Is dat naar ver
wachting gemiddeld 40.000,— per
man, dan zou men bijv. 75 procent
daarvan_ kunnen verzekeren, nl.
30.000,— Daarop moet dan in
mindering gebracht worden de rech
ten die men aan de A.A.W. kan ont
lenen. In het eerste jaar van de ar
beidsongeschiktheid is er geen
A.A.W.-uitkering en dient het volle
bedrag van 30.000,— op jaarbasis
verzekerd te worden. Na een jaar kan
het bedrag dat via de A.A.W. tot uit
kering komt, op het te verzekeren
bedrag in mindering gebracht wor
den. Voor gehuwden, die op basis
van de maximale grondslag een uit
kering krijgen, is dat bedrag op dit
moment ongeveer 22.000,— per
jaar, bij 80 procent of meer arbeids
ongeschiktheid. Het bedrag dat dan
na 1 jaar nog verzekerd dient te
worden is 30.000,— min
22.000,- is 8.000,-
Bij een arbeidsongeschiktheidsver
zekering is de kans aanwezig, dat
door de voortschrijdende geldont
waarding het verzekerde bedrag na
enige tijd te laag wordt. Verhogen
van het te verzekeren bedrag is al
leen maar mogelijk als er geen me
dische bezwaren zijn. Om dat be
zwaar te kunnen ondervangen is er
de mogelijkheid om een verzekering
af te sluiten, waarbij het te verzeke
ren bedrag ieder jaar met 3 procent
of 5 procent stijgt. Wordt men ar
beidsongeschikt, dan stijgt ook de
uitkering ieder jaar met het percen
tage stijging, waarvoor de verzeke
ring is afgesloten.
In de voorwaarden van een arbeids
ongeschiktheidsverzekering is een
wachttijd opgenomen. Deze wacht
tijd moet men doormaken voordat
de verzekering bij arbeidsonge
schiktheid tot uitkering overgaat.
Hoe langer de wachttijd is, hoe lager
de premie. Er kan gekozen worden
uit bijv. een wachttijd van zes dagen,
12 dagen of 1 maand. Welke wacht
tijd gekozen moet worden, hangt van
het risiko af dat men wil dekken, en
de premie die betaald kan worden.
De eindleeftijd is ook een van de
punten, waaraan niet voorbijgegaan
moet worden. Meestal is er een keu
zemogelijkheid van 60 of 65 jaar. Bij
een 60-jarige eindleeftijd is de pre
mie lager. Welke keuze er gemaakt
moet worden, hangt af van de ge
zinssamenstelling, veel of weinig
vermogen, etc.
Enkele punten zijn in het voor
gaande genoemd waarop gelet moet
worden. Er zijn echter in de polis
meer voorwaarden opgenomen. Het
is daarom van belang de kleine letters
in de polis goed door te lezen alvorens
de verzekering wordt afgesloten. Het
komt nl. maar al te vaak voor dat de
verzekerde meer rechten meent te
kunnen ontlenen aan de verzekering
dan aan de hand van de polisvoor
waarden blijkt.
Zo komt het nogal eens voor, dat
men niet weet, dat de arbeidsonge
schiktheidsverzekering een schade
verzekering is, wat inhoudt, dat al
leen de schade ten gevolge van ar
beidsongeschiktheid wordt uitge
keerd tot maximaal het verzekerde
bedrag. De eerste twee jaar van de
arbeidsongeschiktheid wordt het
verzekerde bedrag volledig uitbe
taald, afhankelijk van het percentage
arbeidsongeschiktheid. Na die twee
jaar echter wordt er duidelijk een re
latie gelegd tussen het inkomen uit
arbeid vóór de arbeidsongeschikt
heid en het inkomen uit arbeid na
het intreden van de arbeidsonge
schiktheid.
Uit voorgaande blijkt duidelijk dat er
nogal wat haken en ogen zitten aan
een arbeidsongeschiktheidsverzeke
ring. Advies daarover kunt u altijd
krijgen bij de afdeling Sociaal-eko-
nomische Voorlichting van uw orga
nisatie.
de gemeente gelegen onroerend
goed, uitgezonderd de ten behoeve
van de land- of bosbouw bedrijfs
matig geëxploiteerde cultuurgrond.
Er zijn bovendien vrijstellingen voor
b.v. kerken, natuurterreinen, enz. De
Onroerend-goedbelasting kan wor
den geheven van degenen, die het
onroerend goed gebruiken (gebrui
kersbelasting) en/of van degenen,
die het genot hebben krachtens za
kelijk recht (zakelijk-gerechtigden-
belasting). Het niet heffen van beide
belastingen is een uitzondering,
maar komt in ons werkgebied voor in
de gemeente Goes. Daar zijn onder
bepaalde voorwaarden bedrijfsob-
jecten onbelast.
Voor de heffing kan een gemeente
tot uitgangspunt kiezen:
- hetzij de aan het onroerend goed
toegekende waarde in het economi
sche verkeer;
- hetzij de met factoren voor aard,
ligging, kwaliteit en,al dan niet in
combinatie met de factor voor aard,
soort gebruik, gecorrigeerde opper
vlakte; bij het hanteren van de op
pervlakte-maatstaf dient op benade
rende wijze rekening te worden ge
houden met waardeverschillen in het
economische verkeer.
Een gemeente is gehouden om zowel
de gebruikersbelasting als de zake-
lijk-gerechtigdenbelasting naar de
zelfde grondslag te heffen.
Eveneens dient voor al het binnen de
gemeente gelegen onroerend goed
dezelfde maatstaf te worden gehan
teerd.
De peildatum voor de Onroerend-
goedbelasting is 1 januari. Het is ge
bruikelijk om bij wijziging in de ei
gendomsverhouding in de loop van
het kalenderjaar de zakelijk-gerech-
tigden belasting te verrekenen tussen
oude en nieuwe eigenaar. Het tarief
is proprotioneel. Bij de waarde-
grondslag wordt het tarief vastge
steld per 3.000.waarde; bij de op
pervlaktegrondslag per 10 m2. Een
gemeente is behoudens koninklijke
goedkeuring, vrij in de wijze van be
rekening, van het tarief. De totale
opbrengst uit de Onroerend-goed-
sluit Onroerend-goedbelasting: de
'waarde in het economisch verkeer is
de waarde vrij op te leveren.
Doordat de waarde vrij op te leveren
(en letterlijk staat er: de waarde in
dien de vollen en onbezwaarde ei
gendom van het onroerend goed zou
kunnen worden overgedragen en de
verkrijger het goed in de staat waarin
het zich bevindt, onmiddellijk en in
volle omvang in feitelijk gebruik zou
kunnen nemen) beslissend is, moe
ten alle waardebeïnvloedende facto
ren van persoonlijke aard worden
genegeerd; zoals een recht van we-
derinkoop uit hoofde van bijvoor
beeld een anti-speculatiebeding.
Zoals aangeduid, is een belangrijke
oorzaak van de onvrede over de On
roerend-goedbelasting gelegen in het
feit dat in de praktijk blijkt dat de
waarde te laag is geschat.
Uit deze handelwijze vloeit rechte
loosheid voort, indien de mate van
onderschatting niet naar evenredig
heid plaats heeft gevonden; een
rechter zal immers constateren dat
de waarde in het economische ver
keer hoger is dan waarnaar werd
aangeslagen.
Sommige gemeenten hebben de
waarderingen, naar gelang van de
bewonersgroepen, verder laag, lager
en laagst gewaardeerd hebben dan
overeenkomt met de reële waarde
verschillen. Zij hebben daardoor een
progressie ingebouwd die niet door
de wetgever is bedoeld en die langs
de weg van wetgeving niet te voor
komen is.
Met het oog op de vaststelling van de
waarde in het economische verkeer
kunnen ruwweg drie groepen onroe
rende goederen worden onderschei
den:
- Onroerende goederen, waarvan de
waarde kan worden vastgesteld door
middel van vergelijking met andere
onroerende goederen, waarvan de
verkoopwaarden bekend zijn.
- Onroerende goederen, niet zijnde
zelfbewoonde woningen, die regel
matig als beleggingsobject fungeren.
De waarde is gerelateerd aan de
huurprijs die kan worden bedongen.
- Onroerende goederen, waarvoor
geen verkoop en/of verhuurmarkt
bestaat. Deze noemt men incourant.
Ofschoon ook bij de eerste twee
groepen de vaststelling van de waar
de niet altijd zonder problemen tot
stand komt, liggen er weinig princi
piële vraagstukken. Het zou overi
gens de duidelijkheid en de rechts
zekerheid ten goede komen indien
voor een woning de waarde in het
economische verkeer in de Onroe
rend-goedbelasting gelijk zou zijn
aan de verkoopprijs welke zou kun
nen worden verkregen indien die
woning niet zou worden gebruikt.
Voor de gemeente is de Onroerend-
goedbelasting een belangrijke bron
van inkomsten. De wetgeving op dit
gebied, het op schrift stellen van de
verordening, het waarderen en/of
meten, de behandeling van be
zwaar- en beroepschriften, dat alles
Boerderij in Brabant. Hoe hoog
ting?
belasting wordt gerelateerd aan de
algemene uitkering uit het Gemeen
tefonds en is aan een maximum ge-
bondên.
waarde
goedbelas-
moet zorgvuldig gebeuren wil de
rechtsbescherming v^n de burgers
niet in de knel komen.
Wij moeten tot de conclusie komen
dat bij de invoering van de Onroe
rend-goedbelasting niet voorzien is
dat een overstelpende hoeveelheid
vragen zouden gaan rijzen.
Het is duidelijk dat een zeer onbe
vredigende situatie is ontstaan en
dat lagere magistraten indien hun
het heft in handen wordt gegeven
soms vreemde paden bewandelen
om aan hun middelen te komen.Een
snelle sanering zou op zijn plaats zijn
Paauwe.
3