Vrij ondernemerschap
Goedkope bramen
uit Oost Europa
B ij het lezen van het kommentaar van de laatste weken
zult U als lezers bemerkt hebben dat in de vakantietijd
weinig belangrijke zaken op landbouwpolitiek nivo aan
de orde zijn. Wel heeft het Landbouwschap indringend
de kabinetsinformateurs gewezen op het grote belang
van de landbouw voor de nationale ekonomie.
D at de opbrengsten beter zijn dan wij de laatste weken
hadden durven hopen is het gevolg van de moderne
teelttechniek die de laatste jaren wordt toegepast.
Het blijkt dat wij met het toepassen van deze methode
ongunstige gevolgen van de weersomstandigheden re
delijk kunnen ondervangen.
B ij het formatie-overleg wordt o.a. het innovatiebeleid
als belangrijk middel ter versterking van het bedrijfsleven
gezien.
zuidelijke landbouw maatschappij
Voorbijgangers keken wel vreemd op toen vorige week een zich niet alledaagse gebeurtenis
voltrok op een korenveld gelegen onder de rook van Almkerk.
Met een tractor uit het jaar 1928 en een daarachter gekoppelde zelfbinder uit 1939 werd
koren gemaaid. Het was alsof de tijd ruim 40 jaren stil had gestaan. Een uniek schouwspel
dat bij velen oude herinneringen opriep.
De antiquarische zelfbinder werd bediend door de heer MJ. van Breugel die juist op die
dag zijn 71e verjaardag vierde.
Menigéén vroeg zich af welke bedoelingen hierachter staken. Bij navraag bleek dat het
gemaaide koren dat inmiddels is opgeslagen, tijdens de tentoonstellingsdagen "100 jaar de
boer op" gedorsen zal worden.
De organisatoren hebben hiervoor de beschikking over een oude dorskas met draadpers.
Ook zal een gedeelte van het gemaaide graan worden bewerkt met de dorsvlegel.
Bezichtiging en demonstraties tijdens de expo op 17-, 18- en 19 september a.s. te Almkerk.
Onderzoek belangrijk
Vanuit de Z.L.M. gezien
Innovatiebeleid
z.l.m
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1981
68e JAARGANG NO. 3595
land-
tuinbouwblad
Helaas blijkt dat steeds weer opnieuw nodig te zijn. Nodig
er op te wijzen dat wij in Nederland met het buitenland
moeten konkurreren onder bijzonder ongunstige sociale
en fiskale omstandigheden.
Onvoldoende waardering heeft men voor de prestaties
die kleine zelfstandigen in het algemeen als vrije onder
nemers leveren.
Vrije ondernemers in de land- en tuinbouw die er voor
zorgen dat de konsument over voldoende voedsel van
goede kwaliteit tegen redelijke prijzen kan beschikken.
Wij vinden dat in de westerse wereld vanzelfsprekend.
Wij zijn al lang vergeten dat in 1 949 een tekort was aan
broodgraan en dat de broodrantsoenen verlaagd moesten
worden. Nu maakt men enorme problemen over de
overschotten en krijgt de boer het verwijt dat hij maar
raak produceert. Maar dat het ook nog anders kan wan
neer het overheidsbeleid faalt blijkt maar al te duidelijk uit
de situatie waarin men in Polen verkeert waar een ge
deelte van de oogst gewoon mislukt omdat men onvol
doende machines heeft. Hier wordt het als vanzelfspre
kend beschouwd dat in korte tijd de oogst geborgen
wordt om de wëersrisiko's zoveel mogelijk uit te sluiten.
Het is vanzelfsprekend dat de boer maar ook de mede
werkers lange dagen maken. Maar dat geldt ook voor
koöperatie en handel die de produkten in ontvangst ne
men en dan niet te vergeten de reparatiebedrijven die
dikwijls onder grote spanningen moeten werken om de
machines lopende te houden. En ook de loonbedrijven en
werktuigenkoöperaties hebben telkens opnieuw met
enorme arbeidspieken te maken die alleen opgevangen
kunnen worden door lange dagen te maken. Wij aksep-
teren dat als vrije ondernemers. Wij doen dan ook met
plezier in ons werk, zeker wanneer wij onder gunstige
omstandigheden kunnen werken zoals dit jaar en vooral
wanneer dan ook de opbrengsten tegen de verwachting
in meevallen.
Wij hopen dat handel en koöperatie het uitersté voor ons
uit de markt halen. Bij de granen gaat het om kleine
De bramen staan er goed voor dit jaar. Er wordt een flinke
produktie verwacht. De oogst is inmiddels wat de ge
doomde Himalaja betreft in volle gang. Terwijl met de
pluk van de doornloze rassen ook een begin is gemaakt.
De eerste bramen in doosjes voor verse consumptie wor
den grif verkocht tegen goede prijzen. Maar nu het aanbod
groter wordt is men steeds meer op de fabriek aangewezen
en die betaalt dit jaar een teleurstellende prijs, namelijk
slechts 2,- per kg. Dat is duidelijk te weinig voor een
lonende teelt.
Veiling directeur P.G. Vermaire vertelde ons dat er al
vroeg aanwijzingen waren voor een kleinere vraag. De
afnemers in W.Duitsland en Zwitserland vroegen anders
al maanden tevoren om gegevens over de stand van het
gewas, enz. maar dit jaar hielden ze zich opmerkelijk stil.
De oorzaak is dat er bramen uit Hongarije, Roemenië en
Polen worden aangeboden tegen ongeveer een gulden per
kilo. De kwaliteit schijnt matig te zijn, maar de prijsdruk-
kende invloed is natuurlijk toch aanwezig.
Voor de kleine fruittelers dus een strop. In 1978 was de
middenprijs te veiling Kapelle 3,40 per kg, in 1979
(kleine oogst) 4,40 en vorig jaar 3,30. Zoals het er nu
uitziet zal het dit jaar moeite kosten de rijksdaalder te
halen.
De bramen zijn voor velen een belangrijke bron van in
komsten. Vorig jaar was de aanvoer 400.000 kg met een
opbrengstprijs van 13 miljoen.
De klap komt dus hard aan. Toch ziet de heer Vermaire
geen reden voor paniek. Er is al eerder in een bepaald jaar
veel aanbod uit O.Europa geweest, maar dat was inciden
teel. De braam komt er veel in 't wild voor en in bepaalde
jaren schijnen de struiken zo vol tc hangen dat de bevol
king op grote schaal gaat oogsten, maar het schijnt geen
kwestie te zijn van een gecultiveerde teelt met regelmatige
opbrengsten. Zo gezien is de kans groot dat volgend jaar
de situatie weer geheel anders is. We hopen het!
marges waar weinig muziek in zit. En toch blijken er
verschillen te zijn. Het is niet aan ons de oorzaak daarvan
op te sporen. Voor wie wel aan de goede kant zit is het in
elk geval mooi meegenomen.
Het landbouwkundig onderzoek is dan ook nog steeds
een van de belangrijkste hoekstenen van de land- en
tuinbouw,.
Opmerkelijk is het hoe de pers de meerjarenvisie van de
Nationale Raad voor het Landbouwkundig Onderzoek
heeft gepresenteerd. Buitenstaanders moeten door deze
berichtgeving de indruk hebben gekregen dat er sterk de
nadruk gelegd gaat worden op het onderzoek naar alter
natieve landbouwmethoden. Wanneer wij kennis nemen
van de inhoud van het rapport blijkt inderdaad dat er ook
aandacht besteedt wordt aan de alternatieve landbouw.
Het is terecht dat, al is het een zeer kleine groep die de
alternatieve landbouw toepast, ook zij begeleiding krij
gen. Het is zeker niet zo dat er nu plotseling sprake is van
een wijziging in het beleid bij het landbouwkundig on
derzoek. Dat zou ook niet verantwoord zijn, daarvoor zijn
enerzijds de mogelijkheden voor de alternatieve land
bouw veel te gering en levert anderzijds de land- en tuin
bouw een veel te grote bijdrage aan de nationale ekono
mie. Investeringen die de overheid doet in het land
bouwkundig onderzoek zijn volledig verantwoord.
Als het dan ook gaat om de noodzakelijke bezuinigingen
die de overheid moet doorvoeren maken wij ons daarover
wel zorgen. Wij zullen er voor moeten waken dat het
landbouwkundig onderzoek niet in de verdrukking komt.
Reeds nu moeten er al te veel prioriteiten worden gesteld
waardoor bepaalde zaken onvoldoende aandacht krijgen.
Voor je het weet loop je op deze manier als land- en
tuinbouw een achterstand op die moeilijk is in te halen.
Als georganiseerde land- en tuinbouw zullen wij dat ook
de nieuwe regering, hoe het nieuwe kabinet er ook uit
mag zien, duidelijk moeten maken.
Het is inderdaad bijzonder hard nodig dat het bedrijfs
leven een ekstra steuntje in de rug krijgt om haar kon-
kurrentiepositie te verbeteren.
Wij gaan er dan wel vanuit dat dit innovatiebeleid in
belangrijke mate gericht wordt op de kleine onderne
mingen.
Vooral voor kleine ondernemingen is het veelal moeilijk
geheel op eigen kracht vernieuwingen door te voeren.
Investeringen door de overheid via innovatiebeleid zijn
verantwoord voor de nationale ekonomie en de werkge
legenheid. Als voorbeeld willen wij in dit kader de glas
tuinbouw nemen.
Wanneer Ekonomische Zaken gelden beschikbaar stelt
voor het innovatiebeleid zal de land- en tuinbouw daar
ook in belangrijke mate op moeten kunnen inspelen.
Voor de goede gang van zaken ben ik van mening dat
deze gelden van het Min. van Ekonomische Zaken voor
het vernieuwingsbeleid via het Min. van Landbouw
moeten lopen.
Door deze weg te kiezen is er meer zekerheid dat er een
evenwichtig beleid gevoerd kan worden in overleg tussen
het min. van Landbouw en het landbouwbedrijfsleven.
Een beleid waardoor er zoveel mogelijk werkgelegenheid
onder aanvaardbare arbeidsomstandigheden tegen een
verantwoorde beloning in de land- en tuinbouw aanwezig
blijft.
Gezien de bijdrage die de land- en tuinbouw levert aan de
ekonomie zijn ekstra investeringen door de overheid in de
agrarische sektor zeker verantwoord.
Als vrije ondernemers zullen wij er dan wel voor zorgen
dat de gelden voor het innovatiebeleid op verantwoorde
wijze besteed worden. Doeleman