Onderzoek uienrassen D e teelt van zaai-uien wordt over wegend aangestroffen op de akker- bouwbedrijven in Zeelandde IJssel- meerpolders, Zuid-Holland en in Noord-Holland. Van de in 1980 met uien verbouwde oppervlakte (14.842 ha) bestond ruim 70% uit zaai-uien. Zaai-uien worden ter plaatse gezaaid in maart of april. De oogst vindt plaats vanaf begin augustus tot okto ber. Zaai-uien zijn een belanrijk ex- portprodukt, circa 80% is voor uitvoer bestemd KWALITEITSVERBETERING VAN ZAAI-UIEN H et met mechanische koeling beoogde doel is de afzet^eriode te verlengen. De toepassing van me chanische koeling vindt dan ook overwegend plaats voor partijen, die eerst na april worden afgeleverd. Bij de in ons land toegepaste koel huisbewaring wordt een tempera tuur van 0 tot -1 graad C nagestreefd. In de praktijk wordt zowel direkt na het beëindigen van het drogen als op een later tijdstip met mechanische koeling begonnen. In het laatste ge val verdient het, voor het verkrijgen van een goed resultaat, aanbeveling niet later dan in december met het mechanisch koelen te beginnen. De koelcapaciteit is sterk afhankelijk van het tijdstip van inkoelen. De na afloop van het droogproces in de bewaarruimte heersende tempera tuur zal als regel 10-15 graden C be dragen. In verband hiermee dient, uitgaande van een koeltijd van 20 dagen, voor het direkt na het drogen aanvangen van de mechanische koe ling, een koelcapaciteit van 120 Kcal per uur per ton beschikbaar te zijn. Bij het in december aanvangen met mechanische koeling is daarentegen reeds met buitenluchtkoeling een la ge temperatuur bereikt. Voor het aanpassen van deze werkwijze is dan ook een kapaciteit van circa 80 Kcal B ij de bewerking in de pakstations (sorteren, afstaarten en verpakken) komt als regel een hoog beschadi gingspercentage voor. Hierdoor is de kans groot dat tijdens de afleve ringsfase op de veroorzaakte be schadigingen (zachte plekken in de vlezige rokken) schimmelvorming ontstaat. In verband hiermee wordt dan ook geadvisserd, alvorens tot af levering over te gaan, het verpakte produkt te drogen. Dit om het risiko voor het optreden van schimmelvor ming te verminderen. I n Europa neemt Nederland als producent van uien na Spanje en Italië de derde plaats in. Als expor terend land zijn wij echter verreweg het belangrijkst. Vergeleken met Spanje, waar de produktie geraamd wordt op circa 1.000.000 ton, be draagt de produktie in ons land 400.000 k 500.000 ton (zaaiuien en tweedejaars plantuien). Van de in Nederland geproduceerde hoeveel heid is ruim deel boor uitvoer bestemd. Omstreeks 80% van het I ;iï in Koelhuisbewaring Handling in pakstations Produktie en afzet vroegrijp is één week verschil in plu- krijpheid. De cijfers voor huidvast heid zijn gebaseerd op het percenta ge kale uien na machinale verwer king op het einde van de betreffende bewaarperiode. Naarmate langer wordt bewaard ne men de aan de hoedanigheid van het produkt te stellen eisen toe. Vooral voor aflevering na maart is de eigen schap sterk toegenomen. Voor lang durige bewaring hebben rassen/se lecties met de gunstigste waardering voor huidvastheid de voorkeur. Vooral bij bewaaruien heeft naast de huidvastheid ook de bij de oogst ge volgde werkwijze invloed op de kwaliteit. Gunsig voor de kwaliteit is het oogsten in één werkgang. Om dit mogelijk te maken dient vóór het rooien een gedeelte van het loof te worden verwijderd. Voorts moet de capaciteit van de ventilator en de luchtverhitter voldoende zijn om het produkt na de opslag snel te drogen. Het onderzoek werd verricht door de Stichting Nederlandse Uienfederatie (SNUiF) te Middelharnis. B ehalve door het aanbod wordt het prijsniveau in sterke mate door de kwaliteit bepaald. Belemmeringen voor het verkrijgen van een uniforme kwaliteit zijn de in ons land vaak ongunstige klimatologische omstan digheden en de zowel bij oogst, transport, opslag en verpakking ver doorgevoerde mechanisatie. Voorts treedt bij de huidige oogst- en be- waarmethodiek vaak kleurverlies op. Als gevolg van de heersende weer somstandigheden is zowel in 1978 als in 1980 bloemstengelvorming ("puupjuun") opgetreden. Uit de re sultaten van het onderzoek is geble ken, dat tussen de in het gebruiks- waardeonderzoek opgenomen kweekprodukten geen verschil in ge voeligheid voor bloemstengelvor ming bestaat. Vergeleken met 1978 en 1980 waren de groei-omstandigheden in 1979 nog ongunstiger; door de trage ont wikkeling van het gewas kwam in veel gevallen een abnormaal hoog percentage uien met te dikke halzen voor. In verband met de geschetste weers- en werkomstandigheden dienen als belangrijke voorwaarden voor het verkrijgen van een goede kwaliteit te worden genoemd: - Uitgaan van rassen/selecties met een goede huidvastheid - Toepassen van de zgn. éénfase- oogst (rooien/oogsten in één werkgang). Dit om het risico voor verlies van de natuurlijke kleur te verminderen. - Voldoende ventileren om kleur verlies door broei tijdens de op slag te vermijden. - Voorkomen van beschadiging bij oogst, transport, opslag en be werking (afstaarten, sorteren en verpakken). selectie ingezonden door Augusta Bejo Zaden. Noord-Scharwoude en De Groot en Slot. Heerhugowaard 9 98 8 Lucrato Royal Sluis. Enkhuizen 8 97 8 Adina D.J. van der Have. Kapelle 8 104 7 Cepria Nickerson-Zwaan. Voorburg 8 100 Produbel D. van der Ploeg. Barendrecht 8 102 6 Produktie rijp geoogst 755.2 kg/are 100. ras/ selectie - Nadrogen van het verpakte pro dukt alvorens tot aflevering over te gaan. Bij de afzet is de kwaliteit van toe nemend belang. Het gaat hierbij vooral om kleur, huidvastheid en het ontbreken van beschadiging. Belangrijke eigenschappen voor de gebruiksvoorwaarde van zaai-uien zijn vroegrijpheid, vorm, uniformi teit van vorm, produktiviteit, be- waarrendement en vooral de huid vastheid. De mechanisatie is oorzaak dat aan de stevigheid van de buiten ste rokken van de bol hoge eisen worden gesteld. Het verlies van dro ge rokken, waardoor kale uien ont staan, is voor de kwaliteit zeer nade- Bij het gebruikswaarde-onderzoek wordt dan ook aan de eigenschap huidvastheid veel aandacht besteed. De huidvastheid wordt getest door de uien tweemaal over een afstaart- machine (rollensysteem) te voeren. Van de uitsluitend voor directe afzet aanbevolen selecties vindt het beoordelen van de huidvastheid kort na de-oogst plaats. Bij de bewaaruien wordt de huidvastheidstest direkt na beëindiging van de bewaarperiode uitgevoerd. Voor de begin maart beoordeling wordt uitgegaan van niet met een anti-spruitmiddel be handelde terwijl de test begin mei gebeurt bij uien die te velde met het anti-spruitmiddel maleïne hydrazide zijn bespoten. In beide gevallen wordt gebruik gemaakt van uien die gedurende de bewaarperiode in een met buitenlucht gekoelde bewaar plaats zijn bewaard. In 1980 waren 57 kweekprodukten tot het ge bruikswaarde-onderzoek toegelaten. In de volgende tabellen zijn van de aanbevolen rassen/selecties de re sultaten van de vier laatste proefja ren (1977 t/m 1980) samengevat. Tabel 1. Overzicht van de selectie-eigenschappen bij zaai-uien voor directe afzet Hoge cijfers betekenen een gunstige waardering van de desbetreffende eigenschap. Eén punt verschil in vroegrijpheid is één week verschil in plukrijpheid. De cijfers voor huid vastheid zijn gebaseerd op het per centage kale uien na machinale ver werking kort na de oogst. Het merendeel van de vroege uien wordt in onrijpe toestand (groen) geoogst. Bij normale groei-omstan digheden wordt meestal begin au gustus met de aflevering begonnen. Uiteraard neemt bij later oogsten de opbrengst nog regelmêtig toe. Groen geoogste uien zijn niet houdbaar en dienen daarom snel te worden afge zet. Tabel 2. Overzicht van de ras/selectie-eigenschappen ingezonden door 8 -ó n •3 f 3 T oe r waardering vaitheid be maart, 197 CL ;£T QO produktis 1977-198! c S c jf O aj 1- 766 kg/are 100. Hoge cijfers betekenen een gunstige waardering van de desbetreffende eigenschap. Eén punt verschil in 3 C S "i o 00 *7 c -O r- "5 3 Tarzan Bejo Zaden, Noord-Scharwoude en De Groot en Slot, Heerhugowaard 6 97 90.0 9 9 Balstora Bejo Zaden, Noord-Scharwoude en De Groot en Slot, Heerhugowaard 6 99 91.2 8' 8* Jumbo Sluis en Groot, Enkhuizen 6' 103 92.5 8* 8* Robusta Bejo Zaden, Noord-Scharwoude en De Groot en Slot, Heerhugowaard 6 100 91.3 8' 8' Imposa Nickerson-Zwaan, Voorburg 6 97 89.6 85 8* Robot Gebr. Broersen, Tuitjenhorn 61 100 91.9 7» 7» Bastina D. J. van der Have, Kapelle 6 95 91.2 7 7* Sel. Hoogzand Fa. Gebr. Hoogzand, Oudenhoorn 6S 99 90.8 7» 7 Rivato Royal Sluis, Enkhuizen 65 98 92.1 7 7 Goldskin Jos Huizer, Rijsoord 6 100 92.0 6 6 Produskin D. van der Ploeg, Barendrecht 7 102 92.0 6 6 Produmax D. van der Ploeg, Barendrecht 6S 98 92.1 5* 5* Wabasto Cebeco-Handelsraad, Rotterdam 6 103 92.0 5 5* Hybride Hyduro Bejo Zaden, Noord-Scharwoude en De Groot en Slot, Heerhugowaard 6 103 92.0 8 8 Op de grotere akkerbouwbedrijven is de mechanisatie al ver voortgeschre den. plaats gemiddelde bewaartempera- turen zijn: november 3-4 graden C, december 1-2 graden C, januari 1 graad C, februari 2 graden C, maart 3 graden C en april 4-6 graden C. In met buitenlucht gekoelde be waarplaatsen is het alleen bij vorst mogelijk een lage temperatuur te bereiken. Bij het ventileren tijdens een vorstperiode dient er overigens wel voor te worden gezorgd, dat de temperatuur in de bewaarruimte niet lager wordt dan -2 graden C. In de praktijk komen regelmatig gevallen voor waarbij als gevolg van te weinig ventileren broeivorming optreedt. Dit is vooral voor de kleur van de uien funest. Hoewel het ter voorko ming van broei noodzakelijke aantal ventilatie-uren niet exakt aan te ge ven is wordt als vuistregel een ge middelde van 25 uur per week aan gehouden. De in de praktijk waar genomen moeilijkheden komen meestal voor in perioden waarbij de buitentemperatuur gedurende lan gere tijd boven de temperatuur in de bewaarplaats ligt. Teneinde deze la gere temperatuur te handhaven wordt dan vaak te lang met het ven tileren gewacht. Afgezien van de mogelijkheid om onder dergelijke omstandigheden intern te ventileren dient er rekening mee te worden ge houden, dat bij onvoldoende venti latie met buitenlucht broeivorming onvermijdelijk is. Het ventileren dieni dan ook in de eerste plaats op het droog houden van het produkt te zijn gericht. per uur per ton voldoende. Omdat kondensvorming en temperatuur wisselingen ongunstig voor de kwa liteit zijn, worden zowel aan de luchtcirculatie als aan de tempera- tuurbeheersing hoge eisen gesteld. De voor de luchtcirculatie benodigde ventilatorkapaciteit ligt echter be langrijk lager dan voor het kunstma tig drogen van het produkt. Voor de interne circulatie is een luchthoe- veelheid van 75m3 per m3 produkt reeds voldoende. Voor bewaarplaatsen waarin me chanische koeling wordt toegepast, zijn twee-toerental ventilatoren zeer geschikt. Bij het drogen en koelen met buitenlucht wordt van het hoge toerental uitgegaan, terwijl bij het mechanisch koelen het lage toerental wordt gebruikt. In bewaarplaatsen met meerdere één-toerental ventila toren kan voor het uitvoeren van de interne circulatie beurtelings de helft van het aanwezige aantal ventilato ren worden ingezet. Als regel wordt de circulatie-ventilator aan de koel machine gekoppeld. Bij deze werk wijze vindt het intern ventileren plaats als de koelmachine in werking is. Ook is het mogelijk de tijdsduur van ventileren via een schakelklok te regelen. In dit geval dient de circu latie-ventilator 30 minuten per 2 uur in bedrijf te zijn. Alvorens de uien uit de bewaarplaats te halen moet, om kondensvorming tegen te gaan, de temperatuur van het opgeslagen produkt geleidelijk worden opge voerd. Hierbij kan de volgende ge dragslijn worden gevolgd. Ongeveer 5 dagen voor het uit de cel halen van de uien moet de koelapparatuur worden uitgeschakeld. Vervolgens wordt met gebruikmaking van toe gevoegde buitenlucht intern geven tileerd. Hiermee wordt gestopt zodra de temperatuur in en buiten de cel gelijk is. Tenslotte wordt zolang met geheel van buiten aangezogen lucht geventileerd tot het produkt geheel droog' is. geëxporteerde kwantum wordt in Europa afgezet. Onze belangrijkste Europese afnemers zijn: West- Duitsland, Frankrijk, Engeland en België. Hiervan is West-Duitsland veruit de grootste afnemer. Naast van de grootte van de oogst in andere landen worden de verkoop prijzen door de kwaliteit van het aangeboden produkt bepaald. In tegenstelling tot het Spaanse en Ita liaanse produkt is de kwaliteit van de Nederlandse ui veel minder uniform. Als belangrijkste oorzaken voor de wisselende kwaliteit zijn te noemen het klimaat en de ver doorgevoerde mechanisatie. Het ontbreken van een uniforme kwaliteit heeft tot gevolg, dat de prijs van de Nederlandse ui op de internationale markt als regel dan ook onder het gemiddelde ligt. Te vens brengt de situatie met zich mee, dat de kwalitatief goede uien lang niet altijd naar hun waarde worden betaald. Mede door het in landen als Spanje, Frankrijk en Engeland bes taande streven de export te vergroten is het, voor behoud van onze kon- kurrentiepositie, noodzakelijk het kwaliteitsniveau op te voeren. Dit betekent dat het aantal partijen, waarvan de kwaliteit nauwelijks aan de minimum voorschriften voldoet, moet worden teruggedrongen. Hoe wel de in ons land heersende weers- en werkomstandigheden ongunstiger zijn dan in het merendeel van de ons bekonkurrerende landen zijn hier voor zeker mogelijkheden aanwezig. Voor het met sukses invoeren van de hiertoe te treffen maatregelen is echter wel de volle medewerking van telers en handel nodig. (Nieuwsbrief SNUiF) 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1981 | | pagina 11