Kwaliteit konsumptie-
aardappelen staat voorop
D,
Zoeken naar optimale
aardappelrassen
W e staan weer voor een nieuwe oogst van konsumptie-
aardappelen. Ook daarvan zal voor een goede prijsvorming
veel moeten geëxporteerd worden. Of we het komende
seizoen weer een miljoen ton zullen halen, is onbekend.
Voor een goede exportmarkt, maar ook voor binnenlands
gebruik geeft een goede kwaliteit altijd een voorsprong.
Het is daarom voor iedere betrokkene, zowel teler als
handelaar, van belang te streven naar een goede kwaliteit
saardappel.
D e blauwgevoeligheid hangt voor
een groot deel af van de kali toestand
van de grond en de gegeven kalibe
mesting. De blauwgevoeligheid kan
per partij nogal variëren. Bij de
kwaliteitsbepaling wordt de mate
van blauwgevoeligheid bepaald en
vermenigvuldigd met een wegings-
faktor. Dit resulteert in een waarde
ringscijfer (index).
W e gaan ons weer bezig houden
met een maïsbedrijf. Ditmaal is het
geheel echter reeds een bestaand be
drijf dat nu circa 600 ha. groot is en
door een Tanzaniaanse manager
wordt geleid. De bedoeling van onze
aanwezigheid is om deze man zoveel
mogelijk met raad en daad van
dienst te zijn. Dat is een taak die
taktiek en takt en waarschijnlijk ook
geduld vraagt maar we hebben meer
op deze basis gewerkt en het zal geen
problemen opleveren. Wel iets heel
anders dan we gewend waren in Ki-
berege. want daar hadden wij het
G,
N u het nieuwe seizoen weer voor
de deur staat, kunt U als teler, maar
ook als handelaar, er nog veel aan
doen om oogst- en transportbescha
diging te voorkomen.
C.A.R. Zevenbergen,
bedrijfstakdeskundige akker
bouw,
ing. P.A. den Hollander
Kwaliteitseigenschappen
D e belangrijkste kwaliteitseigen
schappen zijn: blauwgevoeligheid,
onderhuidse beschadiging, glazig
heid, knolvorm, knolgrootte en de
blankheid van de aardappel.
Vanaf dit moment kunt U aan een
aantal zaken niet veel meer doen.
Maar twee belangrijke punten blij
ven toch nog over. nl. de blauwge
voeligheid en de onderhuidse be
schadiging.
Blauwgevoeligheid
Uit een onderzoek bij 17 telers in
Ns
a precies vier maanden zijn we
weer terug in Dar es Salaam, de
hoofdstad van Tanzania. Toch nog
vrij onverwacht kwam het bericht
dat we moesten vertrekken om naar
een nieuw landbouwproject te gaan
in het uiterste zuidwesten van het
land in de buurt van de plaats
Mbeya. Vier maanden in Nederland
is een hele tijd vooral ook omdat we
niet precies wisten wanneer daaraan
een einde zou komen, terwijl we
bovendien ook geen eigen woning
dir?kt tot onze beschikking hadden
omdat we onze stulp destijds hadden
verhuurd. Het positieve van de zaak
was natuurlijk wel dat we onver
wacht veel met de jongens konden
optrekken. Daf compenseerde dan
weer een beetje de tegenvaller dat ze
dit jaar met de zomervakantie niet
naar Tanzania konden komen. Wat
in het vat zit dat verzuurt niet, want
nu hebben we reeds gepland dat ze
tijdens de kerstvakantie ons hier op
komen zoeken. Tot begin september
zijn we zonder onze Corry hier aan
geland, want vooral die eerste perio
de op een nieuw project vergt vrij
intensieve betrokkenheid en boven
dien is de woning waarin wij straks
gaan wonen nog bezet door de man
die we gaan opvolgen. We hebben er
weer echt zin in, want ook al hebben
we onze tijd in Nederland nuttig be
steed toch was dat niet het echte. Nu
kunnen we er weer tegen aan en we
zijn vast van plan er iets goeds van te
maken.
8
echt voor het zeggen en konden we
direkt het beleid bepalen. Toch is
men nu op ons nieuwe bedrijf al een
flink stuk verder, want alle ontwik
kelingshulp moet uiteindelijk toch
leiden naar een zelfstandig optreden
van de betrokkenen in die landen.
De plannen voor de toekomst van
het bedrijf zijn om in de komende
driejaar de boerderij te vergroten tot
1100 ha. Dat betekent dat we onge
veer ieder jaar zo'n 170 ha erbij zul
len gaan ontginnen. In grote lijnen
zal het in de eerste plaats een maïs
bedrijf worden maar voor de vrucht
wisseling zaf er ieder jaar ook een
bepaalde oppervlakte bonen worden
gezaaid.
erwijl we dit schrijven verblijven
we nog in de hoofdstad en hebben
we het bedrijf en zijn omgeving nog
niet gezien. De afstand tot de hoofd
stad is meer dan 1000 kilometer.
Gelukkig is het bijna helemaal alle
maal in min of meer goede staat
verkerend asfalt. We bevinden ons
daar slechts een dertigtal kilometers
van de Zambiaanse grens. Boven
dien komen we terecht in een prettig
klimaat, want dit keer is de grond
gelegen opeen hoogvlakte circa 1550
meter boven de zeespiegel. Dat be
tekent dat we te maken krijgen met
een heerlijk gematigd tropenklimaat,
maximum temperaturen die gemid
deld rond de 25 graden C schomme
len en minima die schommelen van 9
tot 14 graden, afhankelijk van het
jaargetijde. Een prettig konstant
"Nederlands mooie zomer" klimaat.
's-Avonds moet in de periode mei tot
augustus een haardvuur worden ge
stookt. Wat ons ook zeer verheugt is
het feit dat onze trouwe voorlieden
uit Kiberage Ali en Mohamed allet-
wee zijn overgeplaatst naar het
nieuwe project. Van hen zullen ze
ook daar erg veel gemak hebben. Het
is een tijdlang stil geweest op het "Erf
en de Akker", maar we hopen op
gezette tijden u weer verslag te doen
van de soms vreemde belevenissen in
dit Oost-Afrikaanse land.
Schrijfkouter
West-Brabant, verricht door een stu
dent van de H.L.S., bleek een ge
middelde blauwindex van 2.20 met
een spreiding van 0.5 tot 4.33. Naast
de behandeling is de temperatuur bij
het afleveren van betekenis of
blauwgevoelige knollen ook werke
lijk blauw zullen worden. In het al
gemeen neemt de blauwgevoeligheid
in de loop van het bewaarseizoen toe.
Beperking van het vochtverlies door
een juiste bewaring, met name door
het inachtnemen van een wondhe-
lingsperiode, en een zo gering moge
lijk aantal ventilatie-uren, gaat een
toename van blauwgevoeligheid
tegen.
Onderhuidse beschadiging
e onderhuidse beschadiging
(verkleuring) als gevolg van rooi- en
transportbeschadiging kan aan de
kwaliteit van de aardappelen bijzon
der ernstig afbreuk doen. Dat geldt
voor tafelaardappelen, maar ook
voor de verwerking tot frites of chips.
De blauwe of beschadigde plekken
moeten met de hande worden uit
gesneden, hetgeen ekstra arbeid
vraagt en verlies aan grondstof geeft.
Ook voor de huisvrouw betekent het
moeten verwijderen van blauwe en
beschadigde plekken meer werk,
verlies aan produkt en meer kosten.
Bij de beoordeling op kwaliteit wordt
ook de onderhuidse verkleuring
aangegeven in een index. Uit het
eerder vermelde onderzoek onder de
17 aardappeltelers was de gemiddel
de index 8,64, maar er was een
spreiding van 1.33 tot 20.
Heel vaak is de rooi- en transportbe
schadiging de grootste boosdoener
en bepalend voor de uiteindelijke
kwaliteit.
Het is van het allergrootste belang
dat iedere teler toch probeert zijn
aardappelen met zo weinig mogelijk
rooi- en transportbeschadiging te
oogsten.
Ekstra zorg bij het oogsten is nodig.
Aanwijzingen over het afstellen van
de rooimachine, de rijsnelheid, val
hoogten en stortbak, transporteurs
en boxenvullers kunt U overal lezen.
Moet er nog wat gewijzigd worden
aan de machine of bepaalde voor
zieningen worden getroffen, doe dat
dan nu! Vorig jaar kwamen nogal
wat problemen voor door beschadi
ging van kluiten uit de sporen van de
sproeimachine. Misschien kunt U er
wat aan doen, bijv. geen bredere
banden gebruiken bij het sproeien
dan 25 cm.
Andere faktoren
lazigheid als gevolg van doorwas
is in 1980 niet opgetreden. Op dit
moment kunnen wij ook voor deze
oogst daarover nog niets zeggen, al
zijn er wel percelen waar een begin
van doorwas is gekonstateerd. De
knolvorm is vaak afhankelijk van
groe is to ringen tijdens de groeiperio
de. Doorwas speelt een belangrijke
rol, doch ook Rhizoctonia geeft een
minder mooie knolvorm.
De knolgrootte bepaalde de afgelo
pen 2 jaren rrtede de prijs. We zullen
bij grove partijen ekstra moeten op
letten, want grove aardappelen wor
den gemakkelijk het meest bescha
digd.
Samenvatting en advies
Neemt ieder zich nu eens voor te
zorgen voor een goede kwaliteit
konsumptie-aardappel, zodat èn de
huisvrouw èn de frites- en chipsfa
brikant in binnen- èn buitenland ek
stra tevreden is over de Nederlandse
aardappel. Een kwaliteitsvoorsprong
is een belangrijke voorsprong.
Ook bij de aflevering moet schade worden voorkomen
In 1954 werd in ons land het Kweekinstituut van Aardappelrassen voor
de Nederlandse Aardappelmeelindustrie (afgekort KARNA) opge
richt. Belangrijkste opdracht was het kweken van aardappelrassen die
bij uitstek geschikt zijn om fabrieksmatig verwerkt te worden tot
aardappelzetmeel. Daarbij heeft van het begin af uiteraard ook het
kweken van rassen met resistentie tegen ziekten een grote rol gespeeld.
In 1980 is de kweekkapaciteit van het KARNA sterk vergroot door de
aankoop van een 120 ha groot akkerbouwbedrijf dat in de Noord-
Groninger gemeente Usquert ligt tegen de Waddenzee. Hier worden
jaarlijks uit twee oogsten in de kas 80.000 klonen geproduceerd. Elk uit
zaad geproduceerd kruisingsprodukt of kloon is in feite een nieuw ras.
Dan begint het zorgvuldig zoeken naar de goede eigenschappen.
Grofweg komt uit 200.000 zaden één nieuw ras dat de erkende rassen-
lijst bereikt.
Op de foto laat de bedrijfsleider op het in Usquert staande proefbedrijf
"Roelof Wichershoeve" de heer W.J. Groenenda een vernuftig appa
raatje zien waarmee in elke pot 2 aardappelzaadjes gedeponeerd wor
den. Uit elk zaadje, resultaat van een kruising tussen twee ouderplan-
ten, ontstaat in feite een nieuw ras. Of het nieuwe ras de gewenste en
gezochte eigenschappen heeft moet in de volgende jaren worden on
derzocht.