Maximumprijzen aardolieprodukten,
een ingewikkeld systeem
T erug naar de periodieke beoor
deling van de vrije markt door de
overheid. Aan de hand van het eer
der genoemde Piatt's oilgram wordt
bekeken wat de gemiddelde noterin
gen (in ons voorbeeld van de zware
stookolie) van de afgelopen 14 dagen
zijn geweest,
Maximumprijs
Vrije markt
Cijfervoorbeeld
Systeem
Micro-processor
Km 10000
temperatuurmeter
Samenvatting
Zulke verwarmingsketels lusten nogal een slokje.
Regelmatig worden de verbruikers van aardolieprodukten opge
schrikt door de mededeling van de Minister van Economische Zaken
dat de prijzen moeten worden aangepast. De schrik zit 'm dan natuur
lijk in de steeds terugkerende prijsverhogingen. Begrijpelijkerwijs rijst
bij velen de vraag hoe de Minister deze prijzen nu precies berekend. In
dit artikel wordt geprobeerd op deze vraag een antwoord te geven.
O p grond van de Prijzenwet heeft
de Minister van Economische Zaken
de bevoegdheid om regels vast te
stellen t.a.v. de prijzen van goederen
en diensten. Een bevoegdheid waar
van hij druk gebruik maakt; ook
voor de verschillende aardoliepro
dukten. Voorheen één keer per
maand en met ingang van mei 1981
twee keer per maand, stelt de Minis
ter voor de meeste aardolieproduk
ten maximumprijzen vast. Het is
verboden om in Nederland boven
deze maximumprijzen aan de ver
bruikers te verkopen. De maximum
prijzen van aardolieprodukten wor
den, tezamen met een korte toelich
ting op de wijzigingen, in de Staats
courant gepubliceerd.
Hoe beoordeelt nu de overheid of er
een aanpassing van de maximum
prijzen moet plaatsvinden? De wer
king van het maximumprijzen-sys
teem zal aan de hand van het pro-
dukt zware stookolie worden uiteen
gezet. Een uitermate belangrijk pro-
dukt, gelet op de directe koppeling
van de gasprijs aan die van de zware
stookolie. De berekeningstechniek is
overigens voor de meeste andere
olieprodukten dezelfde.
D e prijsontwikkeling van de zware
stookolie op de internationale vrije
markt, ook wel spot-markt genoemd,
staat centraal bij de vraag of de
maximumprijs al of niet moet wor
den aangepast.
Waar vinden we nu de vrije markt,
die zo'n belangrijke rol speelt voor
de prijs die we voor de aardoliepro
dukten en het aardgas moeten beta
len?
Jammer genoeg is een excursie naar
deze markt niet mogelijk. Met de in
ternationale vrije markt wordt een
netwerk van contacten tussen olie
handelaren over de gehele wereld
aangeduid. Dagelijks worden op de
ze markt via telefoon en telex, ruwe
olie en olieprodukten verhandeld.
Rotterdam neemt in dit netwerk een-
centrale plaats in. De vestiging van
het grootste raffinagecomplex ter
wereld is hier niet vreemd aan. Vele
oliehandelaren hebben in Rotter
dam een kantoor. De vrije oliemarkt
wordt dan ook wel aangeduid als de
Rotterdamse markt.
Ooit is een Amerikaan, de heer Platt,
begonnen met het bijhouden en pu
bliceren van de vrijemarkt-noterin-
gen. Vandaag de dag gebeurt dat nog
steeds door het in de oliewereld be
kende "Piatt's oilgram price report".
Dagelijks wordt op basis van gege
vens en informatie van een aantal
oliehandelaren in Nederland en in
andere landen dit marktbericht sa
mengesteld.
De transacties op de vrije markt ma
ken slechts een klein deel uit van alle
handel in olie (zo'n 5% a 6%). De
vrije oliemarkt kan als een "rest
markt" worden beschouwd. De
overschotten en tekorten van de
oliewereld komen hier terecht. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat sterke
prijsschommelingen een vertrouwd
beeld zijn op een dergelijke markt.
Het grootste deel van de handel in
olieprodukten loopt via niet-open-
bare contracten tussen olieprodu
centen, oliemaatschappijen en over
heden. De consumentenprijzen van
de olieprodukten in Nederland en de
meeste andere landen van West-Eu
ropa worden direct door de vrije
markt bepaald. Ook speelt de vrije
markt een belangrijke rol bij de tot
standkoming van de contractprijzen.
De overheid heeft bewust gekozen
voor de vrije markt als graadmeter
en niet voor de contractprijzen van
de oliemaatschappijen, waarover zij
14
gemaakt om de olieprodukten uit
een ton ruwe olie te vervaardigen
(kosten van de ruwe olie en raffina
ge). M.a.w.: hoe is de opbrengst-
kostenverhouding voor de olieraffi
naderijen?
Indien de zo berekende opbrengsten
90-106% grens komt, dan gebeurt de
doorberekening niet automatisch en
vindt er nader overleg met de olie
maatschappijen plaats. In de regel
wordt dan een volgens de vrije markt
noodzakelijke prijsverlaging bij de
90%-grens niet doorgevoerd. Dit is
bijvoorbeeld de laatste maanden het
geval. Een prijsverhoging wordt
evenmin doorgevoerd, wanneer de
rentabiliteit van de olieraffinaderijen
106% of meer bedraagt.
1 met al een ingewikkeld systeem.
Zo kan het voorkomen dat per pe
riode de vrije marktprijs in dollars
gelijk blijft, maar dat door de stijging
van de koers van de dollar t.o.v. de
gulden de maximumprijs toch om
hoog moet. Ook is het mogelijk dat
de vrijemarkt en de dollarkoers alle
aanleiding geven tot een verlaging
van de maximumprijs maar dat de
kosten-opbrengst-verhouding (het
realisatie-niveau) bij de oliemaat
schappijen dit tegenhoudt.
Het overzicht, dat ook weer betrek
king heeft op zware stookolie met
een zwavelpercentage van 2%, illus
treert de ontwikkelingen over het af
gelopen half jaar.
Bij lage
1
2
3
4
vrije marktprijs
zware stookolie (2ZS)
volgens Piatt's oilgram
in de referentieperiode
accijns
heffingen
en marges
in gld/ton
basis
voor
maximumprijs
in gld/ton
Maximumprijs zware
stookolie 2ZS) bij
aanvoer per tank-
lichter van 300 ton
In koers
An per Am in
ton guldens
in gld
per ton
of meer; zone 1,
excl. BTW, in gld/
ton
Dec.1980
237
2,07
- 491
35
526
441
Jan.1981
233
x 2,17
- 506
35
541
494
Febr.
232
x 2,18
- 506
35
541
509
Haart
227
2,35
- 533
35
568
524
April
233
2,32
- 541
35
576
553
Mei
Ie helft
221
x 2,41
- 533
35
568
569
2e helft
213
x 2,51
- 535
35
570
569
Juni
Ie helft
195
x 2,56
- 499
35
534
557
2e helft
193
x 2,64
- 510
35
545
544
Juli
Ie helft
179
x 2,62
- 470
35
505
554
2e helft
177
x 2,74
- 485
35
520
558
ook kan beschikken. Het is weinig
aantrekkelijk voor de afnemers te
bedenken dafde prijzen van de olie
produkten, het aardgas en ook steeds
meer de prijs van de ruwe olie wor
den gebaseerd op zo'n ondoorzichti
ge en instabiele restmarkt als de vrije
markt. Volgens de "deskundigen"
ontbreekt echter vooralsnog een re
delijk alternatief.
De Platt's-noteringen zijn in dollars
en moeten worden omgerekend naar
guldens. Bij dit bedrag in guldens
worden de accijns, andere heffingen
en handelsmarges (in totaal
35,- per ton) opgeteld. Dan is het
punt gekomen dat de uitkomst van
deze rekensom wordt vergeleken met
de geldende maximumprijs voor
zware stookolie.
In beginsel worden de verschillen
t.o.v. de geldende maximumprijs di
rect en volledig in de maximumprijs
doorberekend. Dit gebeurt één keer
in de twee weken. Er zijn echter af
wijkingen van deze algemene regel
mogelijk. Voor de zware stookolie is
de minimale aanpassing per keer
4,- per ton en maximaal 17,50
per ton.
Daarnaast speelt de kosten- en op
brengstverhouding van de oliemaat
schappijen een rol. Telkens maakt de
overheid een berekening waarbij de
opbrengsten (tegen vrije marktprij
zen) van de produkten uit een ton
ruwe aardolie worden vergeleken
met de kosten die moeten worden
zich op of binnen de grenzen 90% en
106% van de berekende kosten be
wegen dan geldt de algemene regel
en werken de ontwikkelingen op de
vrije markt direct en volledig door in
de maximumprijs (vanzelfsprekend
binnen het gestelde minimum en
maximum). Indien dit zogenaamde
"realisatie-niveau" buiten de
Kane-May introduceert de nieuwste
microprocessor op temperatuurge-
bied de Km 10000.
De microprocessor-gekontroleerde
Km 10000 heeft uitstekend techni
sche specifikatie's en mogelijkheden,
welke praktisch elke bestaande tem-
peratuurvraag kan beantwoorden.
De Km 10000 weegt slechts 315 gram
en biedt U:
Temperatuur bereik: -213 tot 1820
graden Celsius; -350 tot 1999 gra
den Fahrenheit.
Uitlezing: 0,1 graad Celsius tot 200
graden Celsius; 1 graad Celsius tot
1820 graden Celsius; 1 graad Fah
renheit bij Fahrenheit.
Nauwkeurigheid: /- 0,2 graad Cel
sius, bij gebruik van een K thermo
koppel.
Display: 9 mm hoog 3'/2 vloeibare
kristallen digitaal met automatische
verlichting.
De Km 10000 heeft negen verschil
lende funktie's, te bedienen met \rin-
gertip toetsen. Herleiding van gra
den Celsius in Fahrenheit, maximum
temperatuur of minimum tempera
tuur. geheugen en mogelijkheid tot
het terugroepen van alle gemeten
temperatuurwaarden.
Voor nadere gegevens: Euro-Index
B V. tel. 010 - 114905.
In het najaar van 1980 zijn vooral als
gevolg van de oorlog tussen Iran en
Irak de prijzen van ruwe olie en
olieproduktemn op de vrije markt
sterk opgelopen. De prijs van de
zware stookolie sprong binnen enke
le maanden met zo'n 150,— per
ton omhoog.
Aanvankelijk heeft het maximum
prijzen-systeem deze prijsexplosie op
de Nederlandse markt weten te ver
tragen. Nederland zit echter niet op
een eiland. Om ervoor te zorgen dat
onze economie kan beschikken over
voldoende olieprodukten is de Ne
derlandse overheid gedwongen om
met de prijzen in de pas te blijven
lopen met het buitenland. Regelma
tig heeft daarom de Minister de sys
tematiek van de maximumprijzen
systeem moeten verlaten. In dit ver
band springen de verhogingen van
de mimumprijs in de maanden ja
nuari en april in het oog (kolom 4).
Pas in mei van dit jaar kreeg de
maximumprijs weer aansluiting bij
de vrije markrprijs (vergelijk kolom
3 met kolom 4). Uit de tabel is ook af
te lezen dat de vrije marktprijs van
de zware stookolie in Amerikaanse
dollars sinds begin van dit jaar be
langrijk is gaan dalen. Tegelijkertijd
echter werd de dollar voor Neder
land duurder. Het voordeel van de
daling van de vrije marktprijs voor
zware stookolie is zo vrijwel gecom
penseerd door de duurdere dollar
(kolom 1).
Volgens de cijferopstelling waren de
ontwikkelingen op de vrije markt
eind juni/begin juli zodanig dat de
maximumprijs zou dalen (vergelijk
kolom 3 met kolom 4). Uit de toe
lichting van het Ministerie van Eco
nomische Zaken blijkt echter, dat
deze daling wordt tegengehouden
door het bereiken van de eerder be
sproken 90%-grens van de realisatie-
lijn. Met de oliemaatschappijen is de
afspraak gemaakt dat in een derge-
Kort geleden werd de benzine
prijs in êên keer vijf cent per liter
verhoogd. Meestal gaat een der
gelijke aankondiging vergezeld
van een verklaring, waarin ter
men worden gebruikt zoals een
verhoging van de dollarkoers en
ontwikkeling op de vrije olie
markt. Dat geldt bijvoorbeeld
ook voor de prijzen van zware
stookolie.
Eind vorig jaar steeg deze prijs op
de vrije markt binnen enkele
maanden met maar liefst 150,-
per ton. De verbruiker kan er
vaak geen touw meer aan vast
knopen en heeft meer dan eens
het gevoel dat hij een speelbal is
geworden in handen van olies
jeiks en oliemaatschappijen. N
Toch zijn er spelregels en ge
dragslijnen, die bepalend zijn
voor de prijzen van aardoliepro
dukten. Drs. P. van Struijs, werk
zaam op de afdeling Tuinbouw
van -het Landbouwschap heeft
zich in de achtergronden van dit
vraagstuk verdiept en de zaken
op een rijtje gezet.
lijke situatie de maximumprijs niet
wordt verlaagd. Dat in juli de maxi
mumprijs voor zware stookolie zelfs
is verhoogd, vindt zijn oorzaak in een
gewijzigde prijsverhouding tussen
zwavelarme en zwavelrijke olie. De
ze wijziging van de zogenaamde
"zwavelpremie" wordt volgens af
spraak altijd doorberekend.
Evenals in vele andere Westeuro-
pese landen heeft de Nederlandse
overheid de prijzen voor aardolie
produkten aan maxima gebonden.
De maximumprijzen zijn gekoppeld
aan de ontwikkelingen op de vrije
oliemarkt. De vrije markt, ook wel
spot-markt genoemd, is een over-
schotmarkt voor de oliewereld waar
slechts een klein deel (5 a 6%) van
alle olietransacties plaatsvindt. Per
definitie laat een dergelijke markt
grote prijsschommelingen zien. Be
halve instabiel is de vrije markt ook
ondoorzichtig. Enkele handelaren
bepalen met hun telefonische infor
matie het dagelijks prijsbeleid op
deze markt (via Piatt's oilgram).
Deze noteringen zijn een belangrijk
richtsnoer voor de overige 90 a 95%
van de handelstransacties, alsmede
voor de verbruikersprijzen in West-
Europa. Ook de olieproducenten
(OPEC-landen) gaan zich voor hun
prijsstelling steeds sterker richten op
de spot-markt.
Via een ingewikkeld systeem tracht
de overheid sterke internationale
olieprijsschommelingen over een
bepaalde periode uit te smeren. Een
belangrijke beperking daarbij is het
voorzieningsniveau in Nederland.
Langdurige en belangrijke prijsver
schillen met het buitenland zuigen
de olie uit Nederland weg. Een land
als West-Duitsland kent geen prijs-
beheersingssysteem. De ontwikke
lingen op de vrije markt werken in
dat land vrij snel door in de verbrui
kersprijzen. De ervaring heeft ge
leerd dat langdurige hogere prijzen
in de ons omringende landen pro
blemen gaan opleveren met de olie
voorziening in Nederland.
Ons gehele energieprijsbeleid is di
rect gekoppeld aan de nukken en
grillen van de vrije markt. De over
heid heeft tot nu toe altijd op het
standpunt gestaan, dat ons eigen
aardgas de "marktwaarde" moet op
brengen. Deze marktwaarde-filo
sofie komt tot uitdrukking door de
koppeling van de gasprijs aan de
prijs van de zware stookolie en daar
mee aan de vrije markt.
De marktwaarde van het gas is in
feite de "vrije marktwaarde". Een
vanzelfsprekende maar belangrijke
constatering in het licht van de wer
king van de vrije internationale olie
markt.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat
het Landbouwschap van mening is,
dat de gasprijs losgemaakt moét
worden van de prijs van de zware
stookolie en daarmee van een on
doorzichtige en onstabiele restmarkt.
LANDBOUWSCHAP
Drs. P. v.d. Struijs